1.Vaststellen agenda
2.Commissieagenda onderdeel I&W
3.36626
Implementatie herziene Europese tolheffingsregels
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor het verslag te leveren?
Toelichting
De commissie besloot op 15 april jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het verslag.
Inbreng voor het verslag
4.35386
Initiatiefvoorstel-Klaver en Ouwehand Wet veilige jaarwisseling
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor het verslag te leveren?
Toelichting
De commissie besloot op 15 april jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor het verslag. De commissie sprak tevens over het mogelijke tijdpad van behandeling van het wetsvoorstel, waarbij een aantal fracties aangaf het wenselijk te achten dat het voorstel voor het zomerreces plenair wordt afgehandeld. Hierbij geldt een aantal (reglementaire) uitgangspunten:
-
-De Voorzitter plaatst een wetsvoorstel pas op de plenaire agenda van de Kamer nadat de schriftelijke voorbereiding ervan is voltooid (artikel 50, eerste lid, RvO). Zolang de schriftelijke voorbereiding niet is voltooid, kan de commissie alleen een streven uitspreken het wetsvoorstel voor het zomerreces te behandelen;
-
-Er zijn maximaal drie schriftelijke ronden mogelijk (artikel 45 RvO) en eventueel nog een vierde met verlof van de Kamer (artikel 46);
-
-De eerste schriftelijke ronde - het uitbrengen van een verslag - is een recht. Voor de overige schriftelijke ronden (tweede, derde, vierde verslag) geldt dat dit een commissie- of Kamerbesluit is, dus een meerderheidsbesluit. Hierbij geldt wel het goede gebruik om minderheden de ruimte te geven;
-
-De commissie is afhankelijk van de antwoorden om de nadere procedure te kunnen bespreken. In dit geval gaat het niet alleen om de antwoorden van de initiatiefnemers, maar ook om antwoorden van de regering (tenzij geen vragen aan de regering worden gesteld);
-
-De commissie kan voor de ontvangst van iedere nota naar aanleiding van een verslag een termijn stellen (artikel 45, zevende lid, RvO). Deze is standaard vier weken. Het is aan de initiatiefnemers en/of de regering of deze termijn haalbaar is. De commissie kan ook aangeven dat zij de antwoorden zo spoedig mogelijk wenst te ontvangen;
-
-De commissie kan in het verslag aangeven dat zij bij tijdige ontvangst van de nota en de regeringsreactie het wetsvoorstel gereed acht voor plenaire behandeling (artikel 45, vierde lid, RvO). Zij kan het wetsvoorstel in dat geval aanmelden voor plenaire behandeling onder voorbehoud van die ontvangst en ook al een datumvoorstel aan de Kamervoorzitter doen. Dit betekent wel dat de commissie de schriftelijke voorbereiding beperkt tot 1 ronde;
-
-Het gestelde bij het vorige gedachtestreepje is ook van toepassing bij het eventueel uitbrengen van een tweede verslag.
Inbreng voor het verslag
5.36649
Uitvoeringswet FuelEU Maritiem en ReFuelEU Luchtvaart
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor het verslag te leveren?
Toelichting
Het wetsvoorstel was opgenomen op de termijnbrief van 21 maart 2025, omdat het door de Tweede Kamer zonder beraadslaging en stemming is aanvaard. Het lid Van Langen-Visbeek (BBB) heeft tijdens de commissievergadering op 25 maart 2025 aangegeven dat haar fractie inbreng wenste te leveren voor een verslag. Dit zou oorspronkelijk in de vergadering van 15 april jl. geschieden. Echter, de commissie besloot toen om het leveren van inbreng voor het verslag aan te houden tot heden.
Inbreng voor het verslag
6.35334 / 33576, CC
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W over de uitwerking van natuur- en milieuwetgeving voor de luchtvaart in de context van rechtsbescherming, rechtsgelijkheid en het bewaken van de rechtsstaat; Natuurbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 11 april 2025 met de minister van I&W in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
De commissie LNV heeft op 18 april 2023 een mondeling overleg gehouden over rechtsbescherming, rechtsgelijkheid en het bewaken van de rechtsstaat in relatie tot de uitwerking van natuur- en milieuwetgeving in Nederland. Dit mondeling overleg werd gevolgd door diverse ronden van schriftelijk overleg met de minister van I&W en de minister voor Rechtsbescherming. Na de zesde overlegronde heeft de commissie LNV op 4 februari 2025 besloten om de behandeling van het nader schriftelijk overleg, voor zover het gaat over de luchtvaart, over te dragen aan de commissie I&W/VRO en het aan die commissie over te laten de mogelijkheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg. Voor zover het nader schriftelijk overleg betrekking heeft op de PAS-melders, besloot de commissie LNV om het agendapunt aan te houden totdat de hierover toegezegde informatie is ontvangen.
De commissie I&W/VRO heeft in haar vergadering van 18 februari 2025 besloten om inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren met betrekking tot het onderwerp luchtvaart. Hierbij is - op suggestie van het lid Rietkerk (CDA) - het advies 'Met recht balanceren. Juridisering in de leefomgeving' van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) en de toelichting die de Rli op 28 januari 2025 op het advies heeft gegeven betrokken. Bij uitgaande brief van 11 maart 2025 zijn nadere vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van de PvdD. De antwoordbrief van de minister van I&W van 11 april 2025 is heden ter bespreking bijgevoegd.
Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg
7.30872, L
Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W over het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP); Landelijk afvalbeheerplan
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Bij brief van 8 januari 2025 heeft de staatssecretaris van I&W de Kamer het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP) aangeboden. De brief was bij de 'Mededelingen en informatie' van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) om n.a.v. deze brief gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de staatssecretaris. De uitgaande commissiebrief van 11 februari 2025, met vragen gebaseerd op de inbreng van de leden van de fractie van de BBB, is door de staatssecretaris op 20 maart 2025 beantwoord. In haar vergadering van 25 maart 2025 besloot de commissie om op 15 april 2025 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg. In haar vergadering van 15 april jl. besloot de commissie om het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg aan te houden tot heden.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
8.T03861
Toezegging Voor het meireces beantwoorden van vragen over straling en geo-engineering (36.410 XII)
Beslispunt
Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T03861?
Toelichting
Bij brief van 21 december 2023 heeft de staatssecretaris van I&W de veertiende en tevens laatste rapportage aangeboden over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) 2023. De commissie heeft hierover op 27 februari 2024 een brief aan de staatssecretaris gestuurd, die bij brief van 26 april 2024 beantwoord zijn. Naar aanleiding hiervan besloot de commissie op 14 mei 2024 om nadere vragen te stellen. Ten aanzien van toezegging T03861, waarmee de beantwoording van de vragen samenhangt, besloot de commissie deze als openstaand te blijven beschouwen.
Op 4 juni 2024 zijn bij uitgaande brief nadere vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA. Bij brief van 1 juni 2024 heeft de minister van I&W een bericht van uitstel verzonden. Bij uitgaande brief van 16 januari 2025 heeft de commissie de minister verzocht om binnen twee weken na dagtekening de uitgaande brief van 4 juni 2024 alsnog te beantwoorden. De antwoordbrief van de staatssecretaris van 7 april 2025 is door de commissie in haar vergadering van 15 april jl. voor kennisgeving aangenomen. De commissie besloot om de de bespreking van de status van toezegging T03861 aan te houden tot heden.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kemperman (BBB), toe dat de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de eerder gestelde vragen over cumulatie van straling en geo-engineering voor het meireces van de Kamer zal beantwoorden. Hierbij worden de recente wetenschappelijke rapporten over gezondheidseffecten en de recente wetgeving in Amerika meegenomen. (huidige status: openstaand)
Amtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de staatssecretaris gegeven informatie mogelijk als voldaan worden aangemerkt.
Bespreking status toezegging
9.31936, BQ
Brief van de minister van I&W over het versneld Luchthavenverkeerbesluit (LVB) Schiphol; Luchtvaartbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 7 mei 2025 met de minister van I&W in overleg te treden?
Toelichting
Bij brief van 7 mei 2025 informeert de minister van I&W de Kamer dat de verkorte wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) Schiphol op dezelfde dag is gepubliceerd in het Staatsblad.
Procedure
Het ontwerpbesluit tot wijziging van het LVB is op 14 februari 2025 (zie het volgende agendapunt) bij beide Kamers voorgehangen in verband met de invoering van een maximumaantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal (478.000) en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht (van 32.000 naar 27.000). Deze nieuwe maximumaantallen volgen uit de balanced approach-procedure.
De voorhang- en zienswijzenprocedure van deze versnelde wijziging zijn geëindigd op 31 maart 2025. Zoals in de Kamerbrief van 14 februari 2025 al was aangekondigd, is het ontwerpbesluit op 11 april 2025 aan de Afdeling advisering van de Raad van State gestuurd, waarna het advies met Dictum B van de Raad van State op 28 april 2025 is gepubliceerd. De toelichting bij het besluit is naar aanleiding van het advies voorafgaand aan de publicatie aangepast en aangevuld. Het gewijzigde LVB treedt met ingang van 1 november 2025 in werking. Tegen het besluit staat nog beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bespreking
10.31936, BP
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD); Luchtvaartbeleid
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Bij brief van 14 februari 2025 heeft de minister van I&W het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht bij de Kamer voorgehangen. De commissie heeft tijdens het kennismakingsgesprek met de minister gesproken over wijziging van het LVB. Toen kondigde de minister een voorhang in de zomer van 2025 aan. Een deel van de beoogde wijziging wordt nu losgekoppeld en versneld. Een algehele herziening volgt later.
Inmiddels zijn twee schriftelijke ronden over het ontwerpbesluit gehouden. Daarbij zijn ook de antwoorden op eerder gestelde vragen naar aanleiding van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) betrokken. De commissie besloot op 15 april 2025 om n.a.v. de antwoordbrief van de minister van 11 april 2025 heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
In de Tweede Kamer heeft op 9 april 2025 een commissiedebat over Schiphol plaatsgevonden. Dit commissiedebat is gevolgd door een plenair tweeminutendebat voor het indienen van moties op 24 april jl. Over de veertien tijdens dit tweeminutendebat ingediende moties wordt pas op 13 mei, na het meireces van de Tweede Kamer, gestemd.
Uitspraak
Op 23 april jl. heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in het kort geding tussen enerzijds een aantal luchtvaartmaatschappijen en anderzijds de Staat en Schiphol. In hun vorderingen tegen de Staat zijn de luchtvaartmaatschappijen niet-ontvankelijk verklaard omdat zij na vaststelling van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol - zie het vorige agendapunt - beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kunnen instellen. Dit is het gevolg van het wetsvoorstel Beroep tegen besluiten over de luchthavens Schiphol, Lelystad en Rotterdam en de militaire luchthaven Eindhoven (36.581), dat op 4 februari jl. door de Eerste Kamer als hamerstuk is afgedaan. De vorderingen tegen Schiphol zijn afgewezen. Zie:
Advies Raad van State
Op 28 april 2025 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State advies uitgebracht over het ontwerpbesluit. De Afdeling advisering heeft een aantal opmerkingen en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen. Het advies is ter informatie bijgevoegd. Zie het vorige agendapunt voor het definitieve besluit.
Verzoek om informatie
Het lid Dessing (FVD) heeft de griffie gevraagd om een reeks stukken verband houdend met de Balanced approach en het Updated baseline scenario . De griffie heeft hierover contact gehad met het ministerie van I&W. Over de resultaten van dit contact bent u geïnformeerd bij mail van 28 april 2025.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
11.32645, P
Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W over het tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport ten behoeve van levensduurverlenging kerncentrale Borssele; Kernenergie
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 18 april met de staatssecretaris van I&W in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
Bij brief van 18 december 2024 informeerde de staatssecretaris van I&W de Kamer, mede namens de minister van KGG, over het tussentijds toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: Commissie mer) over het milieueffectrapport voor de wijziging van de Kernenergiewet. Het advies van de Commissie mer is als bijlage opgenomen bij deze brief. De brief was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Visseren-Hamakers (PvdD) om de brief separaat te agenderen en gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W. De uitgaande commissiebrief van 11 februari 2025 is bij brief van 18 april 2025 beantwoord. De antwoordbrief ligt heden ter bespreking voor.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
12.T03865
Toezegging Bus Rapid Transport / mogelijkheden A27 (36.410 XII)
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 22 april 2025 met de minister van I&W in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
Op 14 januari jl. besprak de commissie de reactie van de minister van I&W op het gebruikelijke halfjaarlijks toezeggingenrappel. De commissie besloot toezegging T03865 als “voldaan" aan te merken en - op verzoek van het lid Van der Goot (OPNL) - om inzake deze toezegging gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de minister van I&W. De uitgaande commissiebrief van 11 februari 2025 is op 22 april jl. beantwoord. De antwoordbrief is heden ter bespreking geagendeerd.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
13.21501-08, AF
Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu en de staatssecretaris van LVVN over het verslag van de Milieuraad van 17 december 2024; Milieuraad
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 23 april 2025 met de regering in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
Op 21 januari 2025 ontving de Kamer van de staatssecretaris van I&W en van de minister van KGG het verslag van de Milieuraad die op 17 december 2024 heeft plaatsgevonden. In het verslag ging de regering ook in op de laatste stand van zaken van het voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring. Dit voorstel is al sinds juli 2023 in behandeling bij de commissie. De Eerste en Tweede Kamer hebben ten aanzien van het voorstel dezelfde subsidiariteitsbezwaren ingebracht, maar de subsidiariteitsprocedure heeft niet geleid tot een 'gele of oranje kaart', aangezien te weinig nationale parlementen bezwaar hebben gemaakt.
Bij brief van 25 februari 2025 zijn vragen vanuit de commissie over het verslag van de Milieuraad gesteld, op basis van inbreng van de BBB-fractie. De vragen betroffen de richtlijn inzake bodemmonitoring, microplastics en de Fit for 55-wetgeving. De staatssecretarissen van I&W en LVVN hebben de vragen bij brief van 23 april 2025 beantwoord.
Bespreking verslag schriftelijk overleg
14.21501-08, AG
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu over de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 17 december 2024; Milieuraad
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 30 april 2025 met de regering in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
Op 2 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W en de minister van KGG de geannoteerde agenda ontvangen van de Milieuraad van 17 december 2024. De geannoteerde agenda was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 17 december 2024 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 21 januari 2025. Op 28 januari 2025 is de brief met vragen verzonden. Op 4 maart stuurde de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu een antwoord. Bij brief van 8 april zijn vervolgens nadere vragen vanuit de commissie over de geannoteerde agenda van de Milieuraad gesteld, op basis van inbreng van de BBB-fractie. De staatssecretaris van I&W heeft de vragen bij brief van 30 april 2025 beantwoord.
Bespreking
15.Gesprek met de commissie voor Bestuur van Staatszaken van de Thaise Senaat
Beslispunt
-
-Wenst de commissie een gesprek te houden met de commissie voor Bestuur van Staatszaken van de Thaise Senaat op dinsdag 3 juni 2025?
-
-Zo ja, kan de commissie dan instemmen met het tijdvak 8:30-9:30 uur en de opzet voor dit gesprek?
-
-Zo ja, welke leden wensen dan deel te nemen aan dit gesprek?
Toelichting
De Kamer heeft op 11 april 2025 een verzoek ontvangen van mevrouw Grittida Sujira, Counsellor at the Royal Thai Embassy in Den Haag, voor een ontmoeting tussen de commissie voor Bestuur van Staatszaken (Senate Committee on Administration of State Affairs) van de Thaise Senaat en de commissie I&W/VRO op dinsdag 3 juni aanstaande.
De Thaise Senaatscommissie brengt van 1 tot en met 5 juni 2025 een bezoek aan Nederland. Deze commissie is verantwoordelijk voor het toezicht op wetsvoorstellen, het uitvoeren van beleidsstudies en het beoordelen van de effectiviteit van het overheidsbestuur op zowel centraal als regionaal niveau. Een belangrijk aandachtsgebied van de delegatie is rampenbestrijding, met name op het gebied van watergerelateerde uitdagingen, en beleid inzake ruimtelijke ordening.
Vanuit de Senaatscommissie wordt aangegeven dat Nederland wereldwijd erkend is om zijn expertise op het gebied van waterbeheer en ruimtelijke ordening, en dat het land in die zin een voorbeeld biedt van hoe wetgevend toezicht en beleidsvorming bijdragen aan veerkracht op lange termijn. De Thaise senatoren zijn benieuwd hoe de Nederlandse Senaat beleid met betrekking tot infrastructuur, waterbeheer en stadsplanning toetst, met name in reactie op klimaatverandering en demografische verschuivingen.
De delegatie is met name geïnteresseerd in:
-
-Het wetgevingsproces in Nederland, met name de rol van de Senaat bij het beoordelen van de kwaliteit van wetgeving op het gebied van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetgeving op het gebied van infrastructuur, ruimtelijke ordening en waterbeheer;
-
-De wijze waarop Nederlandse beleidsmakers en wetgevers ervoor zorgen dat rampenbestrijdings- en preventiestrategieën effectief worden ingebed in nationale en regionale planning, en
-
-Lessen die zijn getrokken uit Nederlandse ervaringen met overstromingspreventie, ruimtelijke ordening en klimaatadaptatiestrategieën.
Indien de commissie het verzoek vanuit de Thaise ambassade wenst te honoreren, kan zij het gesprek op dezelfde wijze vormgeven als het eerdere gesprek met met een delegatie van het Nationaal Volkscongres van de Volksrepubliek China, dat op 19 november vorig jaar plaatsvond en waarbij de commissie - samen met de commissie EZ/KGG - betrokken was. Dit (besloten) gesprek werd tussen 8:30 en 9:30 uur 's ochtends gehouden. Het bestond uit:
-
-een korte opening door de voorzitter van de commissie,
-
-een reactie van de gasten met vragen/opmerkingen,
-
-antwoorden van de senatoren en eigen vragen/opmerkingen,
-
-beantwoording door de gasten,
-
-een afronding door de voorzitter van de commissie.
Uit een namenlijst die de Thaise ambassade heeft verstrekt blijkt dat de Thaise delegatie uit 8 senatoren en 12 ambtenaren bestaat. De voertaal van de bijeenkomst zal Engels zijn.
Inventarisatie
16.Commissieagenda onderdeel VRO
17.36410 VII, N
Brief van de minister van VRO over beter benutten bestaande gebouwen en motie-Kemperman over de fiscale beperkingen op woningsplitsing en -deling; Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 14 april 2025 met de minister van VRO in overleg te treden?
-
-Kan de commissie ermee instemmen de motie-Kemperman c.s. als niet uitgevoerd te blijven beschouwen?
Toelichting
Bij brief van 14 april 2025 (in de brief staat abusievelijk 2024) heeft de minister van VRO de Eerste Kamer een eerdere brief aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze brief was getiteld "Sneller bouwen, bestaande gebouwen beter benutten en voortgang bestuurlijke overleggen Woondeals". Aan het slot van de aanbiedingsbrief gaat de minister ook in op de uitvoering van de motie-Kemperman c.s., die werd ingediend tijdens het debat over Wonen en Bouwen in Nederland op 23 april 2024. Het dictum van de motie luidt:
verzoekt de regering om aan te dringen bij de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst dat de fiscale beperkingen op woningsplitsing en -deling (de voordeurdelersregeling) worden weggenomen.
De minister schrijft hierover onder meer: "Uit navraag bij de indiener van de motie blijkt dat in de motie de kostendelersnorm voor de sociale zekerheidswetten bedoeld wordt. Aangezien de kostendelersnorm onder het Ministerie van SZW valt, ga ik voor uitvoering van de motie met de Staatssecretaris van SZW in overleg." In afwachting van verdere stappen en informatie kan de commissie de motie als niet uitgevoerd blijven beschouwen.
Bespreking brief en status motie
18.34682, AC
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over de kabinetsreactie op de Monitor van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) 2024; Nationale Omgevingsvisie
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Bij brief van 25 september 2024 heeft de minister van VRO de Kamer de tweede vervolgmeting aangeboden van de Monitor Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het betreft een meting van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In de monitor reflecteert het PBL op de doelen uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) uit 2020 en in hoeverre deze volgens het PBL in bereik zijn, aldus de minister. Zij was voornemens voor het einde van het jaar met een inhoudelijke reactie te komen en heeft vervolgens bij brief van 20 december 2024 de beide Kamers de kabinetsreactie gestuurd.
Bij brief van 11 februari 2025 heeft de commissie vragen over de kabinetsreactie aan de minister van VRO voorgelegd. De minister heeft de gestelde vragen bij brief van 31 maart 2025 (34682, AC) beantwoord. In haar vergadering van 15 april 2025 besloot de commissie om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
19.28325, D en E
Brief van de minister van VRO ter aanbieding van het aangepaste wijzigingsbesluit en wijzigingsregeling milieuprestatie gebouwen (MPG); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving over milieuprestatie gebouwen (MPG); Bouwregelgeving
Beslispunten
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
De toenmalige minister van BZK heeft op 21 juni 2024 het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) ten behoeve van het verder aanscherpen van de grenswaarde voor de milieuprestatie van woonfuncties en kantoorfuncties en het regelen van de grenswaarden voor de milieuprestatie voor andere gebruiksfuncties bij de Eerste Kamer voorgehangen. Het ontwerpbesluit is aanvankelijk behandeld in de commissie BIZA. In de vergadering van deze commissie van 10 september 2024 is besloten de voorhang te stuiten en inbreng voor schriftelijk overleg te leveren. De minister van VRO is verzocht geen onomkeerbare stappen te nemen alvorens met de commissie van gedachten is gewisseld over het ontwerpbesluit. Op 8 oktober 2024 is aan de minister een brief verstuurd met vragen van de leden van de fractie van de BBB, waarbij de leden van de fractie van het CDA zich hebben aangesloten. Na een uitstelbericht op 11 november 2024 heeft de minister de vragen bij brief van 18 december 2024 beantwoord.
Inmiddels is de commissie I&W/VRO de behandelende commissie binnen de Eerste Kamer. Deze commissie besloot in haar vergadering van 14 januari 2025 om de stuiting van de voorhangtermijn van het ontwerpbesluit vooralsnog te handhaven en inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren. Bij brief van 11 februari 2025 hebben de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA nadere vragen gesteld over de aangekondigde herziening van de milieuprestatie gebouwen. Deze zijn bij brief van 7 april 2025 beantwoord (28325, E). Daarnaast heeft de minister - vooruitlopend op de beantwoording van de nadere vragen over het voorgehangen ontwerpbesluit - bij brief van 2 april 2025 (28325, D) het aangepaste wijzigingsbesluit en de bijbehorende wijzigingsregeling met de Kamer gedeeld, zoals ze ook op verzoek van de Tweede Kamer heeft gedaan.
In haar vergadering van 15 april jl. besloot de commissie om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg (derde ronde). De stuiting van het (aangepaste) ontwerpbesluit diende gehandhaafd te blijven.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
20.33118/34986, GK
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet; Omgevingsrecht
Inventarisatie
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 16 april 2025 met de minister van VRO in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
Op 3 februari 2025 heeft de minister van VRO de Kamer de vierde voortgangsbrief sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet gestuurd. Hierin blikte zij terug op het eerste volledige jaar sinds de inwerkingtreding van deze wet. 2024 was volgens de minister een jaar dat "over het algemeen rustig en stabiel is verlopen". In de brief kwam ook een aantal toezeggingen en moties aan de orde, waarover de commissie in haar vergadering van 18 februari 2025 besluiten heeft genomen. Zij besloot toen tevens dat inbreng geleverd kon worden voor schriftelijk overleg met de minister. De uitgaande commissiebrief van 11 maart 2025 is bij brief van 16 april 2025 beantwoord (33118/34986, GK). De antwoordbrief ligt heden ter bespreking voor.
Inmiddels is ook een voortgangsbrief over het eerste kwartaal 2025 ontvangen (zie het volgende agendapunt). Desgewenst kunnen de antwoordbrief en de nieuwe voortgangsbrief in samenhang worden besproken.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
21.33118/34986, GJ
Brief van de minister van VRO over stand van zaken uitvoering Omgevingswet, eerste kwartaal 2025; Omgevingsrecht
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 16 april 2025 met de minister van VRO in overleg te treden?
-
-Kan de commissie instemmen met de ambtelijke adviezen ten aanzien van de toezeggingen?
Toelichting
Bij brief van 16 april 2025 heeft de minister van VRO de voortgangsbrief Omgevingswet eerste kwartaal 2025 aangeboden. De brief schetst de belangrijkste ontwikkelingen in dit kwartaal en gaat vergezeld van een aantal bijlagen, waaronder het eerste reflectierapport van de Evaluatiecommissie Omgevingswet, getiteld 'In werking, maar onderbenut'. Voorts komen in de brief een aantal toezeggingen aan de Kamer aan de orde, alsook een motie. Gelet op eerdere besluitvorming in de commissie lijkt er geen aanleiding te zijn de status van de toezeggingen of de motie te wijzigen. Eenmaal kan een deadline worden verschoven. Dit wordt hieronder nader toegelicht.
Toezeggingen
Betrokken leden: Van Langen-Visbeek (BBB), Moonen (D66) en Rietkerk (CDA)
Reactie minister: "Alle voorgaande punten afgewogen concludeer ik met de bestuurlijke partners dat het pad naar het reeds genomen besluit om de TAM vanaf 1 januari 2026 definitief te beëindigen verantwoord is en blijft. Met het bieden van deze duidelijkheid doe ik ook een aantal toezeggingen richting beide Kamers af."
Ambtelijk advies: de commissie heeft eerder besloten de toezeggingen als deels voldaan te willen (blijven) beschouwen, in afwachting van de daadwerkelijke uitfasering van de TAM's per 1 januari 2026. De commissie kan aan dit besluit vasthouden.
***
Betrokken leden: Van Langen-Visbeek (BBB) en Kluit (GroenLinks-PvdA)
Reactie minister: "Naast het ingerichte stelsel van monitoring en evaluatie, zoals hierboven toegelicht, wordt het komende jaar verder gewerkt aan de uitvoering van de toegezegde invoeringstoets. De uitkomsten hiervan verwacht ik u aan het einde van 2025 te kunnen toesturen."
Ambtelijk advies: de toezegging als deels voldaan blijven beschouwen en de deadline verplaatsen naar 1 januari 2026.
***
Betrokken leden: Klip-Martin (VVD), Verkerk (ChristenUnie) en Rietkerk (CDA)
Reactie minister (zie bijlage 1): "De eerste leveranciers zijn aangesloten op fase 1 van de toegezegde leverancierstestomgeving (LTO), welke eind vorig jaar is opgeleverd. Met leveranciers worden de concrete vereisten voor fase 2 en 3 van de LTO op dit moment verder uitgewerkt."
Ambtelijk advies: de toezegging als deels voldaan blijven beschouwen.
***
Betrokken leden: Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie)
Reactie minister (zie bijlage 1): "Medio dit jaar loopt de uitvoeringsondersteuning via het aparte interbestuurlijke programma Aan de Slag met de Omgevingswet af. In mijn vorige brief meldde ik u dat een te snelle of volledige afbouw van de ondersteuning een (te groot) risico met zich mee brengt voor de noodzakelijke vergunningverlening en planvorming. Ook constateer ik dat de behoefte aan inhoudelijke ondersteuning aan bevoegde gezagen groot is. Ik hecht er daarom belang aan om een deel van de huidige ondersteuning voort te zetten via de lijnorganisatie van mijn Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Hiermee kan ik ook de afspraken en toezeggingen aan de Eerste Kamer in het kader van de uitvoeringsondersteuning verder nakomen. Het voorstel hoe de tijdelijke uitvoeringsondersteuning per medio 2025 onder te brengen in de lijnorganisatie wordt momenteel verder uitgewerkt. Daarnaast werk ik aan een zorgvuldige afronding van het tijdelijke interbestuurlijke programma, zodat de overdracht naar de lijnorganisatie goed kan plaatsvinden. Zo wordt bijvoorbeeld alle relevante informatie van de website van Aan de Slag met de Omgevingswet stapsgewijs overgezet naar onder meer de website van het IPLO en de website van
Ruimtelijke Ordening. Per 1 juli zal de website van Aan de Slag met de Omgevingswet uit de lucht zijn en is IPLO.nl het permanente adres voor informatie en actueel nieuws over de Omgevingswet en het DSO."
Ambtelijk advies: de toezeggingen als openstaand, respectievelijk deels voldaan blijven beschouwen in afwachting van verdere informatie.
***
Moties
Reactie minister: "De motie Moonen c.s. betreft onder andere het beschikbaar maken van de ‘kennisgeving voornemen’, het zogenaamde ‘vlaggetje’. In het kader van het ‘vlaggetje’ is in het eerste kwartaal van 2025 gewerkt aan een technisch ontwerp om deze functionaliteit mogelijk te maken. Dit ontwerp wordt momenteel verder getoetst om mede zeker te stellen dat het de informatiepositie van de gebruikers versterkt en geen onverwacht negatief effect heeft op de gebruiksvriendelijkheid van de viewers."
Ambtelijk advies: in afwachting van verdere informatie de motie als niet uitgevoerd blijven beschouwen.
Bespreking
22.T03731
Toezegging Wijziging Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) (34.453); Brief van de minister van VRO ter aanbieding voorhang ontwerpbesluit wijziging Besluit bouwwerken leefomgeving regelen maatwerkvoorschrift ingebruikname; Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van het ontwerpbesluit met de minister van VRO in overleg te treden?
-
-Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03731 als voldaan aan te merken?
Toelichting
Bij brief van 17 april 2025 heeft de minister van VRO de Kamer het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van een maatwerkvoorschrift ingebruikname aangeboden. Op het ontwerpbesluit is een voorhangprocedure van toepassing, die op 28 mei 2025 eindigt. Met het ontwerpbesluit wordt invulling gegeven aan een toezegging aan de Kamer, te weten:
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (GroenLinks-PvdA), toe dat hij een wijziging van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) in gang zal zetten, waardoor gemeenten voor bouwwerken, waarbij het niet proportioneel is om herstel te vorderen, een ingebruiknamebesluit kunnen nemen.
Bespreking brief en status toezegging
23.T03998
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over uitvoering motie van het Tweede Kamerlid De Hoop c.s. over nestgelegenheden en het Besluit bouwwerken leefomgeving; Begrotingsstaat Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 23 april 2025 met de minister van VRO in nader schriftelijk overleg te treden?
-
-Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03998 inzake nestkasten in woongebouwen als voldaan aan te merken?
Toelichting
Tijdens de plenaire behandeling van de begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor het jaar 2025 (36600 XXII) op 18 februari 2025 heeft de minister van VRO naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD) de Kamer toegezegd om een reactie te geven op een in de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid De Hoop over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen (T03998). Bij brief van 18 februari 2025 heeft de minister deze toezegging gestand gedaan. De commissie besloot in haar vergadering van 4 maart 2025 niettemin de toezegging als openstaand te beschouwen en in schriftelijk overleg te treden. De commissiebrief van 18 maart 2025 met vragen van de BBB-vragen is op 23 april 2025 door de minister beantwoord.
Toezegging nestkasten in woongebouwen (T03998):
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD), toe om haar per brief te informeren over de wijze waarop zij de door de Tweede Kamer aangenomen motie-De Hoop c.s. over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen zal uitvoeren.
Amtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de minister gegeven informatie mogelijk als voldaan worden aangemerkt.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg en status toezegging
24.Mondeling overleg met de minister van VRO
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Beslispunt
-
-Kan de commissie instemmen met de voorgestelde opzet voor het mondeling overleg met de minister van VRO?
-
-Wenst de commissie het mondeling overleg nader af te bakenen met specifieke invalshoeken of onderwerpen?
Toelichting
Naar aanleiding van een verslag van een nader schriftelijk overleg over de Wet kwaliteitborging voor het bouwen van 7 april 2025 (34453, AY) besloot de commissie in haar vergadering van 15 april jl. met de minister van VRO in mondeling overleg te treden. De minister is hiervoor beschikbaar op dinsdag 27 mei 2025 van 17.00 tot 18.30 uur. Een mogelijke en gebruikelijke opzet van het overleg is:
-
1.Opening door de voorzitter
-
2.Vragen van de leden (ca. 15 min)
-
3.Antwoord van de minister (ca. 35 min)
-
4.Aanvullende vragen van de leden (ca. 10 min)
-
5.Antwoord van de minister (ca. 20 min)
-
6.Afsluiting
In deze opzet is er ruimte voor een beperkt aantal interrupties van de leden om verduidelijkende vragen te stellen.
Tijdens de vergadering van 15 april 2025 heeft de CDA-fractie de wens uitgesproken om tijdens het mondeling overleg te spreken over de optie dat de wet deels wordt ingetrokken en deels ongedaan gemaakt. Desgewenst kan de commissie nog nadere invalshoeken of onderwerpen noemen om het overleg verder af te bakenen.
Voorbereiding
25.Mededelingen en informatie
Evaluatie huurverlaging 2023 voor huurders met een laag inkomen
Ter informatie is bijgevoegd een brief van 14 april 2025 waarbij de minister van VRO de Kamer de evaluatie van de Wet huurverlaging voor huurders met een laag inkomen aanbiedt, conform de in diezelfde wet opgenomen evaluatiebepaling.
Wetsdossier: Huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen (36.281)
Transportraad
Ter informatie is bijgevoegd het verslag van de Transportraad van 17 en 18 maart 2025.
Milieuraad
Ter informatie zijn bijgevoegd het verslag van de Milieuraad van 27 maart 2025, de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 28 en 29 april 2025 en een afschrift van een verslag van schriftelijk overleg van de Tweede Kamer over de Milieuraad van 28 en 29 april 2025. Het verslag, de geannoteerde agenda en het afschrift van het verslag schriftelijk overleg zullen ook bij de commissie EZ/KGG onder de aandacht worden gebracht.
Werkprogramma Rli
Ter informatie is bijgevoegd het werkprogramma van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) voor de periode 2025-2026. De minister van I&W heeft dit bij brief van 23 april 2025 aan de Kamer aangeboden.
Evaluatie ANVS
Bij brief van 23 april 2025 heeft de staatssecretaris van I&W de de wettelijke evaluatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) over de periode 2019-2023 aan de Kamer aangeboden, samen met de bestuurlijke reactie van de ANVS hierop. Deze stukken zijn ter informatie bijgevoegd.
Adviezen AcICT
Ter informatie zijn bijgevoegd twee adviezen van het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT), over het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) en het programma IA HLD van Rijkswaterstaat. Beide rapporten zijn door de minister van I&W aan de Kamer aangeboden.
Water en bodem
De commissie besloot eerder met de regering in schriftelijk overleg te treden over een reeks "waterbrieven" en de opbrengsten van vier deskundigenbijeenkomsten over het thema water die in 2024 hebben plaatsgevonden. Dit schriftelijk overleg zou plaatsvinden nadat in de Tweede Kamer het commissiedebat water en een mogelijk tweeminutendebat hadden plaatsgevonden. In haar vergadering van 18 februari jl. besloot de commissie, ondanks vertraging in de afronding door de Tweede Kamer, vast te houden aan dit besluit. Het genoemde commissiedebat water heeft op 26 maart 2025 plaatsgevonden. Het tweeminutendebat vond vervolgens op 24 april 2025 plaats. Tijdens dit debat zijn acht moties ingediend. De stemming daarover vindt pas op 13 mei plaats. Vooralsnog kan ervan uitgegaan worden dat deze commissie op 27 mei 2025 inbreng voor het geplande schriftelijk overleg kan leveren.