Verslag van de vergadering van 30 juni 2025 (2024/2025 nr. 35)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.29 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Jaspers i (BBB):
Voorzitter, dank u wel. Vandaag spreken we over het streven naar een veilige jaarwisseling, een streven dat we uiteraard onderschrijven. Niemand wil agressie tegen hulpverleners, vernielingen of letsel door vuurwerk. Maar wat we vandaag wel moeten bespreken, is de manier waarop dit kabinet en de indieners van dit initiatiefwetsvoorstel denken dit doel op basis van dit initiatiefwetsvoorstel te bereiken.
Wat de BBB-fractie betreft, is het voorliggende plan onvoldoende doordacht en op emotie geschreven. Zijn de indieners van deze wet het met mij eens dat de emotie de boventoon voert, dat het onrealistisch is en dat de uitvoering ervan niet effectief is in de praktijk? De uitvoeringstoets zal straks op meerdere punten gaan bevestigen wat de uitvoerende partijen al langer signaleerden: dit plan leidt niet tot verbeteringen maar tot onduidelijkheid, scheefgroei en mogelijk zelfs verslechtering van de situatie. Waarom zijn die uitvoeringstoetsen niet gedaan voordat het voorstel hier behandeld wordt, vraag ik de indieners.
Dan grijp ik even terug op de beantwoording die we vrijdag hebben ontvangen. Handreiking: deze zomer. Uitvoeringstoetsen: zo mogelijk deze zomer. Verzamelbrief vuurwerk: deze zomer. En er komt een monitoring of een invoeringstoets; dat is nog niet bekend. Dus vraagt de BBB nogmaals: komt daar een voorstel voor? Wij verwachten hierover een voorstel van de minister. Als dat er niet komt, zijn wij genoodzaakt een motie in te dienen. Haastige spoed is zelden goed, zeker in dit geval niet. Waarom dan niet het besluit uitstellen tot die informatie er wel is? Graag een toezegging van de minister dat de uitvoeringstoets aan de Kamer wordt voorgelegd voor de ingangsdatum van de wet.
Voorzitter. Ik kom op de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Allereerst was duidelijk dat er forse twijfel bestaat over de handhaafbaarheid van een gedeeltelijk vuurwerkverbod, vooral vanwege het feit dat F1-vuurwerk legaal blijft en visueel nauwelijks te onderscheiden is van verboden F2-vuurwerk. Bovendien gaan producenten hierbij de randen opzoeken. Hoe denkt de minister dat de handhavers op straat in een fractie van een seconde kunnen beoordelen of het vuurwerk in een achtertuin, een steeg of op een plein F1 of F2 is?
Voorzitter. Is de oplossing dan om al het vuurwerk te verbieden? In onze ogen niet. In onze ogen moet er gekeken worden naar vuurwerk dat verantwoordelijk is voor het grootste deel van het letsel. Er moet bovendien gestart worden met een pilot in de grote steden, met bij succes uitbreiding naar bepaalde regio's. Dit moet allemaal op basis van draagvlak, want Twente is nu eenmaal geen Amsterdam. Bovendien is dit een kop op Europese regels. Daar wilden we toch juist van af, al snap ik dat dit niet geldt voor de indieners van dit voorstel. Er wordt gesteld dat de meeste mensen zich aan de wet zullen houden, maar dat is geen onderbouwing van handhaafbaarheid, dat is wensdenken. Het argument is dat een meerderheid, 60% van de mensen, voor een vuurwerkverbod is. Maar is de minister het met ons eens dat dit gebaseerd is op een onderzoek onder 20.000 Nederlanders, voornamelijk in de Randstad, waarvan vooral de groep 65-plussers met ongeveer 74% en daarna vooral de groep vrouwen voor een vuurwerkverbod zijn? De jeugd tussen de 18 en 35 blijkt in dit onderzoek in meerderheid tegen een vuurwerkverbod te zijn.
Voor de jeugd tussen de 18 en de 35 wordt dus opnieuw een traditie de nek omgedraaid. Naast Sinterklaas zonder Zwarte Piet krijgen we nu een jaarwisseling zonder vuurwerk. Wat is het volgende? Kerst zonder kerstboom? De BBB vreest het ergste. Deze groep heeft het ook zwaar te verduren gehad onder de coronawet. Door deze groep wordt in toenemende mate een beroep gedaan op jeugdzorg. Ze moet noodgedwongen steeds langer thuis wonen en ze mogen steeds minder.
Gebrek aan uitvoeringscapaciteit. Volgens de uitvoeringstoets is het aantal bevoegde deskundigen in Nederland zeer beperkt. Dit maakt de uitvoering van lokale vuurwerkshows door verenigingen feitelijk onhaalbaar. Vooral de regio wordt door dit vuurwerkverbod benadeeld, want de grote shows zullen vooral in de grote steden en dorpskernen plaatsvinden. Voor veel mensen is er dadelijk helemaal niks meer. In de kernen blijft het donker. Deze regering laat ze met dit verbod in het donker zitten. Wat de uitvoerbaarheid betreft: naar onze mening zijn buurtgemeenschappen onvoldoende in staat om zelfstandige vuurwerkshows te organiseren. Zij moeten aan zeer veel eisen voldoen om een vergunning te verkrijgen. Wij denken dan ook dat er uiteindelijk heel weinig vergunningen zullen worden verleend.
Eerst moet er een toepassingsvergunning komen. Om deze te verkrijgen, moet je het volgende hebben: een polisblad met een verzekeringsdekking van 2,5 miljoen euro, de juiste Kiwa-certificaten — met zo'n certificaat toont men aan dat een organisatie efficiënt en veilig werkt en hiervoor ook de juiste werkprocessen heeft — en een verklaring omtrent gedrag. Vervolgens moet er een evenementenvergunning worden aangevraagd. Om die te verkrijgen moet weer worden voldaan aan de juiste eisen op het gebied van beveiliging, hygiëne en sanitaire voorzieningen. Er moet een alcoholvergunning zijn, er moet worden voldaan aan veiligheidseisen voor podia, enzovoorts. Als dit allemaal aan de orde is, moet je ook steeds opnieuw een toepassingsvergunning aanvragen alvorens het vuurwerk te mogen aansteken. En dan hebben we het hier alleen over gecertificeerde bedrijven, waarvan er overigens veel te weinig zijn in Nederland om overal een show te kunnen geven.
Los van bovenstaande hebben veel gemeenten ook geen geschikte locatie. Dat komt mede door het aantal Natura 2000-gebieden. En al krijgen die verenigingen een vergunning, hoe komen zij dan aan dat vuurwerk? Als alle vuurwerkimporteurs en -winkels verdwijnen, waar halen deze mensen dan hun vuurwerk vandaan? Uit het buitenland? Is dat wenselijk? Vuurwerkverkooppunten in Nederland zullen bijna volledig verdwijnen, want er is geen winkelier die zal blijven bestaan als de omzet volledig van verenigingen afhankelijk is.
Een vraag: is het kabinet zich ervan bewust dat er in Nederland slechts 170 deskundigen zijn? Die kunnen niet op tientallen locaties tegelijk opereren tijdens de jaarwisseling. Dat betekent vuurwerk in de grote steden, terwijl het daarbuiten donker blijft.
Daarnaast stelt de toets dat gemeenten niet op uniforme wijze omgaan met het verlenen van ontheffingen. Dat betekent dat we afscheid nemen van de lappendeken van gemeentelijke verboden en daarvoor een nieuwe lappendeken terugkrijgen, namelijk die van ongelijke toegang tot verenigingsshows. Geen lessen uit het verleden, geen realisme voor de toekomst. De initiatiefnemers verwijzen naar incidenten in dorpen als Geesbrug, Hedel en Markelo om het landelijk verbod te rechtvaardigen. In steden als Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Haarlem werden de hulpdiensten bekogeld met cobra's, mortieren en zelfgemaakte vuurwerkbommen — allemaal illegaal vuurwerk. Maar in veel van deze gevallen was sprake van ordeproblemen die niet werden veroorzaakt door legaal vuurwerk, maar door gedrag, alcohol of illegaal vuurwerk. Dit is volgens de BBB het echte probleem. Het verbieden van vuurwerk is het symbolische doekje voor het bloeden, terwijl onze energie zou moeten gaan zitten in de aanpak van het echte probleem. Het verdwijnende respect voor gezag en hulverleners is niet acceptabel. Als BBB doen we dan ook een beroep op alle inwoners en gasten om meer respect voor onze hulpverleners te tonen. Een vraag: is het kabinet het met ons eens dat een verbod op illegaal siervuurwerk geen oplossing biedt voor structureel wanordelijk gedrag en gebrekkige handhaving? Sterker nog, in Ierland en Hawaï, landen waar zo'n verbod geldt, zien we dat het gebruik van illegaal professioneel vuurwerk juist toeneemt. De aard van de verwondingen is er ernstiger dan vóór het verbod.
Cijfers en effectiviteit. De initiatiefnemers stellen dat het verbod een significante reductie van het aantal slachtoffers oplevert, maar volgens de cijfers van veiligheid.nl wordt slechts een klein deel van het letsel, circa 14%, veroorzaakt door legaal siervuurwerk. Het merendeel komt door zwaar illegaal vuurwerk dat al verboden is. In zijn beantwoording stelt de minister dat 40% van het letsel komt door siervuurwerk, maar dat gaat over al het letsel en niet over het zware letsel. Daar zit ook F1-vuurwerk en carbidschieten bij. Kunt u ons toezeggen dat dit buiten schot blijft? Hoe kijkt het kabinet aan tegen de grote inzet van de capaciteit voor maatregelen om 14% van het zware letsel te voorkomen, terwijl 84% daarvan niet te handhaven is?
Compensatie: erkent u dat de branche, die aan alle regels voldoet, onevenredig hard geraakt wordt door dit voorstel, terwijl het merendeel van de schade en overlast wordt veroorzaakt door producten die al verboden zijn? Waarom wordt er gesproken van een compensatie van slechts 150 miljoen, terwijl de branche de schade op ruim 945 miljoen becijfert? Komt de regering met een dekkingsvoorstel om de sector volledig te compenseren en waaruit wordt dit gefinancierd? In de tijdlijn die u ons bij de beantwoording heeft gestuurd, is geen overleg ingepland met de vuurwerkbranche, ook niet over compensatie. Wanneer gaat u dat doen? Kunt u ons toezeggen dat hierover duidelijkheid komt vóór de bespreking van de AMvB? Dus graag een toezegging van de minister dat de wet nog een jaar wordt uitgesteld, zodat het bedrag voor compensatie nog verder naar beneden kan worden bijgesteld.
Uit de beantwoording blijkt dat er geen dekking is voor deze wet, niet voor de handhavingscapaciteit bij gemeenten en niet voor voorlichting, de extra grenscontroles, de compensatie. Kunt u ons toezeggen dat er niet tot invoering van de wet wordt overgegaan totdat door de initiatiefnemers voldoende dekking is gevonden voor de wet? Anders overwegen wij hierover een motie.
Een internationaal perspectief ontbreekt. Ook het Europese perspectief is onvoldoende uitgewerkt. Er wordt gesproken van afstemming met buurlanden, terwijl Duitsland en België legaal vuurwerk verkopen dat in Nederland verboden is. Dat betekent dus dat met een nationaal verbod de vraag verschuift naar het buitenland, waar geen beschermingsmiddelen worden meegegeven zoals hier, en dat we de vuurwerkhandel hiervoor fors moeten compenseren, terwijl de inkomsten verdwijnen naar buurlanden. Vraag: hoe voorkomt het kabinet dat een nationaal verbod zeker in de grensstreken in de praktijk leidt tot meer gevaar door onbeschermd, ongereguleerd gebruik van buitenlands vuurwerk?
De voorzitter:
Meneer Jaspers, u bent inmiddels heel ruim over uw tijd en ik zie nog een hele volle pagina liggen.
De heer Jaspers (BBB):
Ja, maar die is kort; daar staat niet heel veel op, voorzitter.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
De heer Jaspers (BBB):
Dank u wel. Wat doet u om de economie in de grensregio's, die toch al zwaar getroffen zijn door bijvoorbeeld de accijns op tabak, te stimuleren?
Dan de rol van de burgemeester. De burgemeester mag straks ontheffing verlenen. Wordt de burgemeester straks bij gebrek aan handhavingscapaciteit niet ook de kop van Jut? Vraag: in hoeverre houden de initiatiefnemers voldoende rekening met de druk op de burgemeester om ontheffing te verlenen?
Tot slot. Veiligheid verdient een serieuze, zorgvuldige wetgeving, maar wat nu voorligt, is een beleidsinstrument dat stoelt op selectieve cijfers, onvoldoende consultatie en ontbrekende uitvoeringstoetsen. De BBB-fractie vraagt het kabinet dan ook om het oordeel van de mensen uit de praktijk serieus te nemen, dus om geen dwangmaatregelen van bovenaf op te leggen, geen kop op Europese regels te plaatsen, niet door te duwen op basis van politieke wenselijkheid maar in te zetten op beleidsmatige en financiële haalbaarheid en een realistische, proportionele en haalbare aanpak te kiezen met betrokkenheid van alle uitvoerende partijen, eventueel startend met een pilot in de grote steden in overleg met de VNG en dan in de regio op basis van vrijwilligheid.
De voorzitter:
Dank u wel, voorzitter. Dan is het woord aan de heer Meijer namens de VVD-fractie.