Verslag van de vergadering van 1 juli 2025 (2024/2025 nr. 36)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 18.56 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Dessing i (FVD):
Voorzitter, dank u wel. We danken de minister voor de beantwoording van de vragen. We bedanken de collega's voor het interessante debat. Als ik het zou moeten samenvatten, dan is het thema wel het spanningsveld, want we willen met elkaar heel veel. We hebben een wens tot een kleinere overheid, maar we hebben hogere uitgaven, waardoor we een grotere overheid creëren. We hebben een wens tot geen belastingverhoging en we hebben een hoge staatsschuld, terwijl tegelijkertijd het begrotingstekort wordt beperkt door de belasting wel te verhogen. Dat is maar één samenvatting van waarover we het hier hebben gehad met elkaar.
Met verve zijn de cijfers verdedigd die in de Voorjaarsnota leiden tot een afnemend begrotingstekort én een oplopende staatsschuld. Het moge duidelijk zijn dat dit Forum voor Democratie een doorn in het oog is en dat wij voor een radicale koerswijziging zijn om de groei van de overheid te stoppen.
Ondanks de uitleg van de minister hoe hij aankijkt tegen de veiligheid is het ons niet helemaal duidelijk geworden, vooral op het gebied van welvaart, waar Nederlanders structureel recht op hebben. De minister pleit ervoor om in goede tijden een buffer op te bouwen voor slechtere tijden, maar ondertussen zien we een structureel begrotingstekort en een stijgende staatsschuld. Ons interruptiedebat over economische groei en verduurzaming liep vast door een verschil in inzicht over de verhouding tussen de publieke en de private sector, met name bij regelgeving, belastingvoordelen, subsidies en duurzame investeringen. Windmolens draaien immers nog steeds op subsidie. Met al deze overheidsbemoeiing is er sprake van forse marktbeïnvloeding over de gehele linie. Nogmaals, hoe kan bij voortzetting van het beleid dat hier wordt verdedigd, worden ontkend dat economische groei vooral de publieke sector ten goede komt? Komt dit doordat de publieke sector de investeringen doet en de risico's draagt, terwijl de baten naar de private sector gaan? Als dat zo is, is dat dan wenselijk?
Voorzitter. De private ruimte wordt ook steeds meer onderdeel van de politieke discussie rond defensie. Wij danken de minister voor het inzicht in de voorgenomen defensie-uitgaven richting de Miljoenennota en de toezegging daarop, maar dreigt hier niet een vergelijkbare situatie als bij duurzaamheid? Veroorzaakt dit niet ook een indirecte groei van de overheid? Kan de minister dit meenemen in de economische visie voor de Miljoenennota? Graag een aanvullende toezegging daarop.
De begrotingsregels in de Voorjaarsnota laten zien dat een constant begrotingstekort en dus een groei van de staatsschuld mogelijk blijft. Onze vraag aan de minister was wanneer het wenselijk wordt om te streven naar een begrotingsoverschot, naar zwarte cijfers onder aan de streep. Is dat niet waar we uiteindelijk naartoe moeten? Graag een reactie. Eerder in dit debat werd de zalmnorm genoemd en werden enkele richtlijnen daarvan genoemd in de huidige begrotingsregels. Zit de striktheid hiervan zeker bij onderuitputting niet in de weg om naar dat begrotingsoverschot toe te werken? Dat is de vraag aan de minister. Tot slot werd bij de kasschuiven gesteld dat de tijdelijke financiële voordelen die wij schetsen nominaal zijn door een veronderstelde toename van het bbp. Is deze veronderstelling terecht en kan de minister hier meer over zeggen?
Voorzitter, ik rond af. Forum voor Democratie is er niet gerust op dat de beantwoording onze zorgen zal wegnemen. Sinds het weglopen van de PVV uit de coalitie houden wij ons hart vast bij de komende kabinetten. Het is duidelijk welke richting wij bieden op 29 oktober aanstaande als het aankomt op financieel beleid: een kleinere overheid, lagere lasten en een overheid die voldoet aan de kerntaken waarvoor zij in het leven geroepen is.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dessing. Dan geef ik het woord aan mevrouw Visseren-Hamakers namens de Partij voor de Dieren.