2.36.600 XIII / 32.637, G
Brief van de minister van EZ over vertrouwelijke informatie steunverlening bedrijfscasus; Bedrijfslevenbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie de voorzitter, via het College van Fractievoorzitters, te adviseren om het aangekondigde beroep op artikel 2.27, lid 2 van de Comptabiliteitswet:
-
*tijdens het zomerreces in behandeling te nemen en voor plenaire besluitvorming te agenderen;
-
*bij de eerste vergadering na het zomerreces in behandeling te nemen;
-
*op basis van de huidige informatie een brief van de voorzitter op te stellen waarin de verwachting wordt uitgesproken dat de Kamer wel/geen steun kan verlenen aan het verzoek en aan te kondigen dat een definitieve uitspraak bij de eerste vergadering na het zomerreces gedaan zal worden (Deze procedure vertoont gelijkenissen met een casus van tien jaar geleden: Incidentele suppletoire begroting Maerten Soolmans en Oopjen Coppit).
Toelichting
Openbare passage uit de brief van de minister die betrekking heeft op het beslispunt:
"Zodra de modaliteiten van de lening vast staan en het kabinet hierover in openbaarheid kan communiceren, maar voordat er een verplichting aangegaan zal worden door de Staat, zal het kabinet het parlement hierover informeren en de vereiste budgettaire mutaties via een ISB op de begrotingen van Defensie en Economische Zaken aan het parlement voorleggen. Dat gebeurt naar verwachting tijdens het zomerreces. Vanwege de vereiste spoed van handelen verzoekt het kabinet tot spoedige behandeling van het begrotingsvoorstel. Als dat vanwege het parlementaire reces niet mogelijk is zal het kabinet, vooruitlopend op parlementaire behandeling van deze voorstellen tot wetten, een beroep doen op CW2.27 lid 2. Het kabinet verzoekt uw Kamers om ook tijdens het reces op korte termijn aan te geven of zij kunnen instemmen met het beroep op CW2.27. Indien het parlement hiermee instemt, kan goedkeuring van de ISB na het reces plaatsvinden ."
Op 19 november 2024 heeft de Voorzitter van de Eerste Kamer, op advies van de commissie Financiën, een brief aan de minister van Financiën gestuurd met een toelichting op de wijze waarop de Eerste Kamer uitvoering geeft aan het gewijzigde 2.27 van de comptabiliteitswet. Enkele uitgangspunten volgende uit deze toelichting:
-
-Onverwijld oordeel: De uitspraak van de Kamer dient tot stand te komen in de periode tussen de indiening van een ISB en het moment waarop de beoogde spoeduitgave wordt gedaan of de spoedverplichting wordt aangegaan;
-
-Penair: Plenaire besluitvorming is vereist;
-
-Zo snel mogelijk: Een brief met een beroep op artikel 2.27, tweede lid, CW 2016, dient terstond op de plenaire agenda te worden geplaatst.
-
-Tweede Kamer: Zolang het beoogde doel niet in gevaar komt, staat het de behandelend commissie vrij te kiezen of zij het oordeel van de Tweede Kamer afwacht, of kiest voor gelijktijdige behandeling;
-
-Tijdens een reces: Ook tijdens een reces is vereist dat de Kamer in plenaire samenstelling bijeenkomt om een oordeel te kunnen vellen;
-
-In bijzondere omstandigheden kan een commissie digitaal vergaderen. Voor de plenaire besluitvorming is dat echter niet geregeld; in verband met het quorumvereiste moet dus meer dan de helft van de leden naar de Kamer komen voor een plenair oordeel.
Bespreking