Verslag van de vergadering van 23 september 2025 (2025/2026 nr. 01)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 15.42 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Wie kan ertegen zijn: participeren waar mogelijk? De Participatiewet van 2015 had goede bedoelingen. De uitvoering zou eenvoudiger worden, regels werden eerlijker en er ontstonden meer baankansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar na tien jaar ervaring met die wet kunnen we in ieder geval concluderen dat die niet op alle punten het gewenste resultaat heeft opgeleverd, en dit is een understatement. Dat moet anders. Wat de SGP betreft, is het goed dat deze wet nu voorligt. Het wetsvoorstel verlegt de focus die lag op rechtmatigheid en controle meer naar vertrouwen en vereenvoudiging. Hierin lijkt een balans gevonden te zijn die voor zowel uitvoerders als bijstandsgerechtigden positief te duiden is.
Voorzitter. Ik wil graag aandacht vragen voor drie aspecten in deze wet: gezinnen, giften en de initiatieven. Als eerste het gezin — dat is altijd een belangrijk aandachtspunt voor de SGP — want daar is nog wel wat te winnen. De Participatiewet wordt herzien en ik vraag me af in hoeverre in die herziening het gezin nu als bouwsteen en als hoeksteen van de samenleving wordt gezien. In de Tweede Kamer heeft mijn collega André Flach op dit punt aandacht gevraagd voor de kostendelersnorm. Die opereert vanuit de gedachte dat men in een huishouden voor elkaar zorgt, maar in de praktijk resulteert dat soms in schrijnende situaties waarin mensen het huis uitgaan en dakloos worden om de andere gezinsleden niet te belasten. Hoe voorkomen we dat mensen zichzelf gaan zien als een last voor andere gezinsleden en op welke wijze kunnen de participatieregelingen ervoor zorgen dat gezinnen juist gezonder en sterker worden?
Voorzitter. Mijn tweede punt van aandacht zijn de giften in natura. In deze wet is het giftenstelsel vereenvoudigd. Mensen hoeven alleen nog een signaal door te geven als de ontvangen giften boven een bedrag van €1.200 uitkomen. Maar dat betreft zowel giften in valuta als in natura. Voor valuta kan ik dat nog wel volgen, maar in natura is het natuurlijk een bron van onduidelijkheid. Want wat als iemand een tas boodschappen krijgt aangereikt? Mensen die het financieel zwaar hebben, zullen vaak familie of vrienden hebben die hen o zo graag iets toestoppen. Het valt al niet mee om alleen maar te moeten aanpakken, te moeten ontvangen, en dan moet je eigenlijk ook nog even vragen wat het ongeveer waard is om je lijstje tot €1.200 bij te houden. Dat moet toch anders kunnen? Ook in de Tweede Kamer is hierover gesproken, maar de antwoorden waren nog wat ontwijkend. In deze Kamer willen we, zeker omdat het hier nou typisch gaat over uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, graag helderheid hebben. Dat kan, want de staatssecretaris heeft immers beloofd er nog eens naar te zullen kijken. Kan hij eerst toelichten waarom het nou zo moeilijk zou zijn om giften in natura te laten vervallen? Kan hij, als we die toelichting hebben gehad, ook aangeven op welke wijze die moeilijkheid is op te lossen?
Voorzitter. Het valt op dat in artikel 34, lid 2 wordt gespecificeerd wat niet onder het vermogen valt, maar dat een dergelijke specificatie ontbreekt voor het inkomensbegrip in artikel 32 van de Participatiewet. Overigens ontbreekt überhaupt een begripsbepaling die giften definieert. Voor het vermogen worden op grond van artikel 34, lid 2, sub a uitgezonderd: "de bezittingen in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk zijn". Waarom is er niet voor gekozen om een dergelijke uitzondering ook toe te voegen aan artikel 32, zodat daar een tekst zou komen te staan als: niet als inkomen worden in aanmerking genomen giften in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk zijn?
Mijn vraag aan de staatssecretaris is of het mogelijk is om dit probleem bij AMvB te regelen. In die definitie vallen immers bijvoorbeeld de boodschappen, schoolboeken, tweedehands kleding onder noodzakelijkheden voor een gezin, terwijl een auto, een Rolex, een fiets of een stofzuiger daar niet onder vallen en dus nog steeds als gift in natura kunnen worden meegeteld. Ik overweeg een motie op dit punt, want ik vind het heel belangrijk dat we hier duidelijkheid over krijgen.
Mijn derde aandachtspunt heeft te maken met een motie van Inge van Dijk en André Flach, die op 22 april werd aangenomen in de Tweede Kamer. Daarin riepen zij op om ruimte te geven aan tussentijdse initiatieven, ook als die iets buiten de lijntjes kleuren, met name om jongeren in kwetsbare posities te ondersteunen. De staatssecretaris geeft tot nu toe aan dat hij deze motie niet zal uitvoeren, omdat dergelijke effectieve initiatieven voor ongelijkheid zouden zorgen. Maar dat roept vragen op bij mijn fractie, zeker omdat in de memorie van toelichting zinsneden staan als "we moeten niet denken vanuit onze systemen, maar vanuit mensen" of "de realisatie van deze wet vraagt om een cultuurverandering". Een eerste stap naar die cultuurverandering zou juist zijn om ruimte te geven aan al deze bestaande initiatieven. Dat zou ook in lijn zijn met het statement dat het vormgeven en invullen van de waarden en voorwaarden voor de nieuwe Participatiewet aan een nieuw kabinet en een nieuwe Tweede Kamer is. Door de motie niet uit te voeren, wordt die ruimte voor de nieuwe regering en Tweede Kamer weggenomen en daarom stel ik de volgende dringende vraag aan de staatssecretaris. Is hij bereid om alsnog die betreffende motie-Van Dijk/Flach uit te voeren? Ik sluit hiermee aan bij de vragen van collega Bakker-Klein.
Ik zie uit naar de reactie van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Precies binnen het aantal minuten waarvoor u had ingeschreven. Ik kijk rond. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik de vergadering voor twintig minuten tot 16.10 uur. We kijken uit naar de antwoorden van de regering in eerste termijn.