Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 21.36 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Talsma i (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik zeg ook dank in de richting van de staatssecretarissen. Dank voor de beantwoording. Die was robuust, zou ik willen zeggen en de staatssecretaris mag dat beschouwen als een compliment. Maar het gaat niet alleen om robuustheid. Er is ook het besef dat de problematiek weerbarstig is en dat dit wetsvoorstel slechts een eerste stap is. Die gedachte delen wij. Zo ziet mijn fractie dat ook. Het is een eerste stap, maar wel in de juiste richting.
Uit de mond van de staatssecretaris tekende ik op: jeugdzorg is een complexe sector met veranderingen door de tijd. Misschien is dat waar, maar eerlijk gezegd trof mij in dit debat, en vooral ook in de voorbereiding, hoe gering de veranderingen door de tijd eigenlijk zijn geweest. In de voorbereiding trof ik het rapport van de commissie-Mik uit 1974. Die commissie zei: jeugdhulpverlening moet toegankelijker worden, moet beter aansluiten bij de leefwereld van jeugdigen en moet gaan om aanbod op regionaal niveau. Het zou de staatssecretaris Sport, Jeugd en nog een klein beetje kunnen zijn die hier vanavond zit. Dus sinds 1974 is er niet zo veel veranderd. Werkgroepen in de jaren tachtig hadden het over het zo-zo-zobeleid: zo dicht mogelijk bij huis, zo kort mogelijk van duur en in zo licht mogelijke vorm. Het zou het huidige kabinet kunnen zijn. In 1994 zei de taskforce jeugdhulpverlening: dit is een stelsel waarvan men zegt "dat bedenk je niet". Ik zou bijna zeggen: amen. Maar ook daarin is niet zo veel veranderd, want ook die discussie hebben we vanavond weer gevoerd. Dus wellicht zijn er veranderingen door de tijd, maar er is ook heel veel hetzelfde gebleven. Dat toont ook maar weer eens een keer de complexiteit. Ik heb de staatssecretaris gevraagd om een bredere reflectie op tien jaar decentralisatie, maar ik zal niet in die vraag persisteren, want ik denk dat het debat voldoende reflectie heeft opgeleverd. De hoofdlijn is me wel helder. Ik zal ook afzien van minstens twintig aanvullende vragen aan de staatssecretaris van JenV.
Ik bedank de staatssecretaris Jeugd, omdat zij daadwerkelijk erkende dat er misschien te veel heil verwacht is en verwacht wordt van "de schijnveiligheid van vog's" — dat zijn dan maar mijn woorden — en dat waardeer ik; dat meen ik oprecht. De vraag die resteert, en die leg ik dan toch maar op tafel, is welke alternatieven er dan zijn om in het geval van signalen en vermoedens toch adequaat en snel op te treden ter bescherming van met name jeugdigen. De hele schrijnende voorbeelden zijn genoemd, zeker natuurlijk het recente voorbeeld uit Vlaardingen. Welke alternatieven zijn er als die veiligheid van vog's schijn is?
Voorzitter. Tot slot een vraag die ik heb gesteld over het voorgestelde artikel 2.2, sub b, van de Jeugdwet, waarin het gaat over in algemene zin afstemmen. Dat is bij amendement — volgens mij is dat het amendement op stuk nr. 39 — opgenomen in die tekst. Eerlijk is eerlijk, ik snap nog steeds niet wat er nou eigenlijk mee bedoeld wordt. Dus die vraag leg ik graag nog een keer op tafel, temeer omdat de enige toelichting die ik er in de schriftelijke voorbereiding bij kreeg, bestond uit die fantastische zin die ik al eerder citeerde en die wel heel mooi klinkt, maar die mij weinig houvast biedt. Ik leg die vraag dus graag nog een keer aan de staatssecretaris voor.
Wat ik verder voor zal leggen, is dit wetsvoorstel aan de fracties van de ChristenUnie en OPNL, met een positief advies.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Bezaan van de PVV.