Plenair Vos bij behandeling Verkiezing Kamervoorzitter



Verslag van de vergadering van 7 oktober 2025 (2025/2026 nr. 03)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 15.47 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dank u wel, collega's, voor alle vragen. Ik zal ook heel snel gaan. Waar ik me aansluit bij mijn geachte concullega's, zal ik dat gewoon doen.

De heer Van Hattem heeft een aantal vragen gesteld. De eerste vraag ging over oordelen van de rechter. Er is natuurlijk altijd ruimte voor bijvoorbeeld kritiek op de Raad van State, de adviserende functie en de bestuursrechtelijke functie. De discussie daarover speelt. Wat betreft commentaar op de uitspraak van de rechter: als je het echt niet eens bent met de uitspraak van de rechter, dan moet je de wet veranderen. Natuurlijk is dat goed, maar we hebben niet voor niks een trias politica. Die waardeer ik ten zeerste.

Ruimte voor het debat en ruimte voor interruptie heb ik ook al in mijn brief genoemd. Ik vind onze debatten fantastisch. Als er op een gegeven moment een springend punt is in het debat, dan moet je daar ruimte aan geven, zodat het ook uitgebeend kan worden. Dan kan het soms inderdaad zijn dat interrupties niet in drieën gaan, maar dat iemand doorgaat. Dus ja, ik wil voldoende ruimte voor debat.

Een publiek figuur. Ja, over een publiek figuur mag je het hebben. Daar zitten wij voor. Dus in die zin antwoord ik daar hetzelfde op als mevrouw Klip en mevrouw Lagas.

Het vervolgtraject van de gedragscode. Ik hoop inderdaad dat de behandeling dit jaar wordt vervolgd. Het ligt nu bij de commissie BIZA. Als een College van Voorzitter en Ondervoorzitters in een andere samenstelling daar heel anders over gaat denken, dan zullen we dat denk ik ook merken bij de behandeling van de gedragscode, maar daar kan ik niet op vooruitlopen. Het ligt nu in tweede ronde bij de commissie.

Dan haast of vertraging bij een wetsvoorstel. Daar gaat een commissie over, zeg ik ook in antwoord op mevrouw Nanninga. Dat heb ik ook al een paar keer gezegd in dat radio-interview. Uiteindelijk bepaalt een commissie hoe zij een wetsvoorstel wil behandelen. Dat is ook haar goed recht, want dat zijn de specialisten. Die weten hoeveel tijd een wetsvoorstel nodig heeft.

Mijn voorzitterschap van de Parade. Ik scheid die dingen. Als Voorzitter ben je — dat heeft mevrouw Lagas ook een paar keer heel goed gezegd — neutraal. Alles wat je daarnaast doet en vindt, is niet ter zake als je voorzit en alle meningen in deze Kamer juist wil laten horen.

De heer Rosenmöller had ... O, ik zie de heer Van Hattem.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik begrijp dat de Voorzitter neutraal is. Maar juist als je ook bestuurlijk betrokken bent bij een organisatie die nadrukkelijk ook politieke manifesten aan dit parlement gaat sturen, vraag ik me af hoe je daarmee omgaat om neutraal te blijven.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Ook als voorzitter van die raad van toezicht ben ik neutraal. Er worden een heleboel pamfletten naar ons gestuurd, door allerlei organisaties waar we waarschijnlijk allemaal ook wel bij betrokken zijn. Als Voorzitter, nogmaals, zit ik uw Kamer neutraal voor. Ook in de ceremoniële functie weet ik precies wat mijn rol is.

De heer Van Hattem (PVV):

Maar acht mevrouw Vos het ook wenselijk om die functie bij de Parade op deze manier te continueren? Want als een organisatie zich zo nadrukkelijk politiek manifesteert met boycots richting Israël door dat ook aan dit parlement te sturen, dan mengt ze zich actief in het publieke debat. Dus blijven die functies voor mevrouw Vos ook echt verenigbaar?

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Ja, ik blijf voorzitter van die raad van toezicht, omdat er véél meer aan de hand is en de Parade gaat over veel meer dan alleen een pamflet dat gestuurd is. Dus ja, ik blijf voorzitter.

De heer Oplaat vroeg of wij een afspraak met de Tweede Kamer hebben gemaakt. Nee. We hebben ook helemaal niet met de collega's van de Tweede Kamerfractie gesproken over mijn kandidatuur. Dit is volledig een Eerste Kameraangelegenheid. Dat wil ik ook graag zo houden.

Betrokken, bekwaam, betrouwbaar. Ja, daar kan ik ook …

De voorzitter:

De heer Oplaat.

De heer Oplaat i (BBB):

Het antwoord op die vraag was dus: nee, er is geen afspraak gemaakt. Maar ik heb gerefereerd aan de door collega Rosenmöller gewenste balance of power. Hij hield daar op 7 juni 2023 een hartstochtelijk pleidooi voor om te voorkomen dat er twee Voorzitters zijn van dezelfde partij. Dan gaat het om coalitie en oppositie. Ik heb u gevraagd hoe u dat ziet.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Wij zijn eerder. Als ik de Voorzitter word namens GroenLinks-PvdA, dan ligt die vraag inderdaad voor in de Tweede Kamer.

De heer Oplaat (BBB):

Gaat u dan ook adviseren om, volgens de nadrukkelijke wens van collega Rosenmöller, daar geen kandidaat in te brengen namens GroenLinks-Partij van de Arbeid?

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Nou, we gaan de Tweede Kamerfractie in dit soort gevallen sowieso zeker niet adviseren.

Betrokken, bekwaam, betrouwbaar. Ja, ik ben zeer betrokken. Dat heb ik net volgens mij ook gezegd, bijvoorbeeld als het gaat om het leiden van uw debatten. Ik ben zeer betrokken bij de inhoud van uw debatten en vooral ook de achterliggende ideeën en idealen. Wat bekwaam betreft: ja, dat kan ik wel van mezelf zeggen. Ik kan voorzitten en ik vind het ook leuk. Als je dingen leuk vind, word je er vaak ook goed in. Over betrouwbaar geef ik hetzelfde antwoord als mevrouw Lagas. Het is raar om dit over jezelf te zeggen, maar ik vind het wel een hele leuke andere "BBB", in aanvulling op de afkorting die we al kennen van uw partij.

Dan artikel 69, over het gedrag van leden van de Eerste Kamer. Dan gaat het voor u vooral om het dragen van kleding. Daarvan vind ik hetzelfde als onze vorige Voorzitter, Jan Anthonie Bruijn. We hebben het daarover gehad. Er staat niets over in het Reglement van Orde. Artikel 69 gaat over respectvol debatteren. Dat doen wij hier ook, met woorden. Wat betreft kledingvoorschriften: als u dat echt wil, in meerderheid, dan zal u het Reglement van Orde moeten aanpassen. Ik kan u vanuit de uitvoerbaarheid al zeggen dat het heel lastig wordt om daar eisen aan te stellen en te bepalen wat dan wel kan en wat niet. Maar dat is aan een meerderheid van deze Kamer.

Het uitdelen van vakbondsflyers in deze Kamer is geen goed idee. Dat heb ik een keertje per ongeluk gedaan. Gelukkig ben ik daar direct op aangesproken door een collega van de BBB. Dat zal nooit meer gebeuren.

Dan de vraag van mevrouw Van Aelst over de integriteitscode. We hebben een code. Die geeft een aantal adviezen. We hebben ook een adviseur integriteit. We spreken elkaar daar in principe op aan. Ik wil ook wel graag dat we die code en de afspraken die we daarover gemaakt hebben, echt handhaven en dat we dus ook alles opgeven in het register en dat vooraf zeggen. Het is al vaker gezegd: we hebben natuurlijk nevenfuncties. Dat is waar het problematisch wordt. Een Kamerlid dat een functie combineert, heeft er meestal zelf last van als daar publieke ophef over komt. Ik zou Kamerleden die het woord voeren en weten dat daar misschien ophef over komt, dus adviseren: misschien moet je het dan niet doen. Maar ook de integriteitscode is een levend document. Als wij vinden dat die niet duidelijk is en dat we scherper moeten zijn, zullen we die moeten aanpassen. Daar zal ik dan ook graag een rol in spelen.

Dan de heer Bovens. Ik ben dan wel niet katholiek, maar ik voel toch de warmheid van het rijke Roomse leven. U vraagt of ik als Voorzitter de verbinding zou blijven zoeken. Ja, graag! Ik heb het net ook in mijn pitch gezegd. Wij zijn een baken van stabiliteit. Ik heb ook gezegd dat wij elkaar hier elke dinsdag een hand geven en daarmee laten zien dat wij elkaar ondanks de verschillen in de ogen blijven kijken. Ik vind dat een voorbeeld dat navolging verdient, al kan ik me zo voorstellen dat ze dat met 150 leden in de Tweede Kamer geen goed idee vinden. Wij hebben hier met z'n allen een voorbeeldrol. Ik vertel ook vaak in mijn omgeving hoe we dat hier doen, hoe prettig de zaken hier gaan en dat we ondertussen wel ons werk goed doen.

Ik zie de heer Schalk. Sorry, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag aan mevrouw Vos nu ze met de heer Bovens bezig is, zal ik maar zeggen. Hij heeft namelijk ook gevraagd naar die eenheid. Hij sprak over een eventuele enkelvoudige voordracht. Ook de heer Rosenmöller had het daarover. Ik zat dus op het vinkentouw omdat ik dacht: nu komen de antwoorden op Rosenmöller. Maar die was u vergeten. Zijn vraag was overigens: waarom zou je een betere voorzitter zijn dan die anderen? Maar dat terzijde. Naar aanleiding van dat overleg toch nog het volgende. Aan mijn fractie is overigens niets gevraagd over een eventuele poging om met een gezamenlijke kandidaat te komen. Misschien zijn de kleinere fracties daarbij vergeten. Maar zou het u comfort gegeven hebben als je op basis van een onderlinge afspraak gekozen zou moeten worden?

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Dat is een gewetensvraag. Toen ik hoorde dat mevrouw Lagas en mevrouw Klip zich kandideerden, dacht ik: prima. Ik ben zelf ook een democraat. Ik zit niet zo vaak om verkiezingen te springen als de heer Van Meenen. Ik denk dat het goed is. Ik heb de gedachte ook wel gewaardeerd. Het gaat vooral om de continuïteit. Dat was een argument. Dat heeft de heer Rosenmöller zonet ook uitgelegd. Voor die anderhalf jaar moeten we dit nu doen. Om die reden heb ik het wel erg gewaardeerd dat die vraag is neergelegd bij een aantal collega's. Tegelijkertijd is deze verkiezing ook heel mooi omdat we zien hoeveel we te kiezen hebben. En ook weer niet, want u moet op een vrouw stemmen.

De voorzitter:

Meneer Schalk, kort, tot slot.

De heer Schalk (SGP):

Dat laatste begrijp ik niet helemaal.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Er valt niet zo veel te kiezen als het gaat om de seksen.

De heer Schalk (SGP):

Dat zijn we bij de SGP wel gewend. U weet allemaal dat we ooit een keer een vrouwelijke Voorzitter hebben gekozen hier — dat was misschien ver voor uw tijd — met 75 stemmen vóór. Dat is dus geen enkel probleem. Maar ik begrijp inmiddels dat u blij bent dat er meerdere kandidaten zijn.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Zeker. Ook mijn waardering voor de andere kandidaten, want ik vind hen ook heel goede kandidaten.

Dan de vraag van de heer Van der Goot over de waardigheid van de Kamer. Hij vroeg naar drie voorbeelden van situaties waarin ik de Kamer representeerde. Laat ik drie voorbeelden kiezen uit het recente verleden. Ik vond het vreselijk leuk dat wij gasten uit de provincie uitnodigen als Kamer om aanwezig te zijn bij Prinsjesdag. Dat had mijn voorganger al verzonnen met de Griffie. Wij hadden de Koeienkamer vol met mensen die aangedragen waren door de commissarissen van de Koning. Het is zeer gewaardeerd en het waren ontzettend mooie gesprekken. Zo konden wij ook zien wat er allemaal in de verschillende provincies gebeurt en waarom deze mensen werden uitgenodigd om deel te nemen aan Prinsjesdag. Het was een fantastische bijeenkomst. Heel leerzaam.

Een tweede hele mooie bijeenkomst waar ik ook als uw vertegenwoordiger bij aanwezig was, was de herdenking van het Oranjehotel een paar weken geleden. Dat was de gevangenis waar veel verzetsstrijders, maar ook Joden, homoseksuelen en Sinti in gevangen hebben gezeten. Dat was de 80-jarige herdenking. Het was een prachtige herdenking. Dat is belangrijk om bij stil te staan, ook omdat ze daar ook weer jongeren bij hebben weten te betrekken. Ik vond het een eer om daarbij te zijn en namens u een krans te mogen leggen.

De derde bijeenkomst waar ik aanwezig mocht zijn, heeft heel veel indruk op mij gemaakt, ook omdat ik zenuwachtig was, denk ik. Dat was het 50-jarige jubileum van opperrabbijn Jacobs een paar weken geleden in Arnhem. Hij is 50 jaar opperrabbijn. Dat was een bijeenkomst die onder grote spanning stond. Ik was daar toen als waarnemend Voorzitter. Het werd zeer gewaardeerd dat wij daar waren als Eerste Kamer. Het was een mooie, moeilijke bijeenkomst, waar we veel goede gesprekken hebben gevoerd. Ik was blij dat ik daar kon zijn.

De heer Van Hattem (PVV):

Mooi dat mevrouw Vos die herdenkingsplechtigheden noemt, waarbij ze ook zegt "namens u allen een krans te mogen leggen". Ik heb wel een vraag specifiek aan mevrouw Vos, want ze heeft ooit in dagblad Trouw een opiniestuk geschreven waarin ze stelde dat PVV-politici thuis zouden moeten blijven op 4 mei. Staat zij nog steeds achter zulk soort woorden en hoe verhoudt zich dat tot haar onafhankelijke rol als Voorzitter?

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Als onafhankelijk Voorzitter vind ik daar helemaal niets van. Dat is natuurlijk wel vaker gesteld. Mijn politieke mening … Natuurlijk blijf ik politicus. Ik ben lid van GroenLinks-PvdA. Elke Voorzitter die hier zal staan, is lid van een politieke partij, heeft bepaalde idealen en meningen, en heeft die ook geuit. Dit ligt volgens mij een beetje in het verlengde van de vraag van de heer Van Meenen. Als Voorzitter ben ik uw onafhankelijke, neutrale Voorzitter. Alles wat ik hiervoor heb geschreven, heb ik geschreven als politicus.

De heer Van Meenen had het over het harnas van het voorzitterschap. Ik moet zeggen dat het een prettig harnas is. Ik word ook goed ondersteund door de Griffie daarin. Het leuke van Voorzitter zijn is natuurlijk ook wel — dat is een andere vraag die gesteld is — dat je het hele spectrum van ons politieke landschap meekrijgt. Dat vind ik fantastisch.

U vroeg ook: gaat u door met uw werk als zij-instromer in het basisonderwijs? Ja, ik ga door. De afgelopen vier, vijf weken heb ik dat mogen doen. Op maandag en vrijdag geef ik les. De afwisseling van eerst 6- à 7-jarigen voorzitten en daarna u, is fantastisch, moet ik zeggen. Het geeft veel energie en ook veel begrip. Het leert mij vooral heel veel — dat is wat serieuzer — over de praktijk van de uitvoering, juist omdat ik als uitvoerder daar voor die klas sta. Elke keer als ik Kamerleden — dat gebeurt vooral aan de overkant, hoor, niet hier — iets hoor zeggen als "nou, dat moet dan opgelost worden in het onderwijs" of "dat gaan we regelen en dat moeten docenten dan maar opknappen" krijg ik al pukkeltjes, omdat ik weet wat het betekent voor de praktijk van de uitvoering en omdat ik weet wat het betekent om daar te staan. Dus wat betreft de vraag hier over de uitvoering: nou, er is een commissie, waar ook mevrouw Lagas in zit. Ik voel die. Die voel ik letterlijk op maandag en vrijdag. Juist die combinatie wil ik graag houden. De afgelopen vier weken heeft de Griffie het ook goed mogelijk gemaakt om het te combineren, dus soms hebben we vergaderingen even online gedaan. Dat ging eigenlijk best goed, maar daar mag u hen naar vragen.

De heer Van Meenen vroeg welke vaardigheid uit de klas ik meeneem en hier kan toepassen. Die vaardigheid kent u ook als docent: heel klein corrigeren en groot complimenteren. Dat houdt ook de sfeer goed.

Dan de heer Van Rooijen over het kort houden van debatten. Ik sluit me aan bij de vorige sprekers, maar ook bij wat ik eerder heb gezegd: als een debat het nodig heeft, geef ik veel ruimte voor interrupties. Het is goed om een maximum te hebben op spreektijden. Dat heeft ook te maken met de organisatie achter de schermen. Als we ongebreideld kunnen inschrijven, valt dat niet te plannen, zeker omdat we een parttimeparlement zijn en tegelijkertijd vaak commissiedebatten hebben. We hebben dus wel maximumspreektijden nodig. Ik heb u vaak gehoord; u kunt in een halfuur vaak heel goed uw punt maken.

Mevrouw Nanninga had dezelfde vraag als de heer Oplaat over het dragen van politieke uitingen. Als de Kamer het wil veranderen, dan moeten ze dat doen, maar ik sluit me wat dat betreft wel aan bij mijn voorganger, Jan Anthonie Bruijn. Dat moet kunnen. Wij gaan verder respectvol met elkaar om in het debat.

Over datgene wat er gezegd is op het …

De heer Oplaat (BBB):

Ik werd rechtstreeks aangesproken door mevrouw Vos. De vraag is niet of de Kamer het wil. U bent kandidaat. Wij stellen u vragen. Bent u bereid om dit aan de orde te stellen binnen de gremia en om daarover te spreken, zodat we meer sturing en richting kunnen geven aan het Reglement van Orde, artikel 69b, over de waardigheid van de Kamer? Ik heb u geschetst wat er aan de andere kant is gebeurd. Ik heb u gezegd dat mensen aanstoot nemen aan wat hier gebeurt met sommige kleding.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Daar heb ik ook wel op geantwoord, denk ik. We hebben het hier met de vorige Voorzitter over gehad. Als een meerderheid van de Kamer dat wil agenderen in het nieuwe Reglement van Orde, dan zal dat gebeuren, maar ik heb tot nog toe geen signalen ontvangen dat het zeer storend is. Nogmaals, artikel 69 gaat over de manier waarop we hier het debat voeren en dat gaat, zoals ik het heb ervaren de afgelopen jaren, zeer respectvol. Dat wordt juist ook heel erg gewaardeerd, hoewel veel mensen toch uitingen droegen.

Mevrouw Nanninga had een vraag over dat wat ik heb gezegd twee weken geleden. Wat ik heb gezegd, is dat ik het uit het oogpunt van de wetgevingskwaliteit natuurlijk wel verkieslijker vind dat je een novelle op een wet in samenspraak kan behandelen. Dat is prettiger en beter voor de wetgevingskwaliteit. Maar ik heb ook in dat radioprogramma gezegd: maar uiteindelijk is het aan een commissie om te bepalen wanneer en hoe snel zij een wet behandelt. Daar ga ik als Voorzitter niet over.

De heer Walenkamp had het over een inspiratiebron. Ja, mijn inspiratiebron ligt heel dichtbij. Dat was wel Jan Anthonie Bruijn. Ik heb heel veel naar Jan Anthonie Bruijn zitten kijken, hoe hij voorzat en hoe hij ook is gegroeid in zijn rol als Voorzitter. Ik vond dat wel een inspiratie. Ik heb ook een keer een filmpje van Paul van Meenen gezien, toen hij voorzitter was in de Tweede Kamer. Daar herkende ik wel de leerkracht in. Dat vond ik wel leuk om te zien.

Mevrouw Perin vroeg tot slot hoe ik ervoor ga zorgen dat vergaderingen op tijd afgelopen zijn. Tot nog toe was elke vergadering die ik heb voorgezeten op tijd klaar, of zelfs eerder, dus op de een of andere manier lukt mij dat. Ik snap ook uw belang, want er zijn mensen die met de trein naar huis moeten.

Er was een vraag over taken delegeren in het College van Ondervoorzitters. Dat gaat redelijk organisch. De ervaring van de afgelopen jaren is dat de taken naar interesse, ervaring en expertise worden gedelegeerd. Zo heeft collega Croll een aantal taken overgenomen. Ik heb bijvoorbeeld vooral de gedragscode getrokken. Zo zullen we dat ook in een nieuw College van Ondervoorzitters delegeren, goed kijkend naar wat iedereen kan en wil. Ik zal er ook voor zorgen dat de Ondervoorzitters voldoende kunnen voorzitten, omdat ook dat vergt dat je dat vaak doet en dat je veel ervaring hebt. Dat is ook nodig.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft veel gehoord. Er is veel stof tot nadenken. Ik geef u graag vijf minuten om erover na te denken. U mag dat doen waar u wilt, als u maar wel over vijf minuten terug bent.