Plenair Visseren-Hamakers bij behandeling Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2025 (2025/2026 nr. 04)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 18.51 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Dank, voorzitter. Voordat ik mijn bijdrage begin, wil ik graag met inachtneming van de Gedragscode integriteit een aantal belangen kenbaar maken, die in de context van de behandeling van de suppletoire begroting OCW van belang zijn. Naast mijn lidmaatschap van de Eerste Kamer ben ik hoogleraar aan de Radboud Universiteit. Ik doe in die hoedanigheid onderzoek naar duurzaamheidstransities op allerlei onderwerpen, inclusief alternatieven voor dierproeven. Ik heb geen direct specifiek eigenbelang of materieel voordeel bij het agendapunt van vandaag.

Voorzitter. De begroting OCW omvatte een groot aantal bezuinigingen op onderwijs. Ik sluit me graag aan bij de opmerkingen en vragen van de collega's en kijk uit naar de reactie van de minister en de staatssecretaris.

Ik wil mij in mijn bijdrage echter concentreren op het in de Tweede Kamer aangenomen amendement-Kostić. Met dit amendement behoudt het Biomedical Primate Research Centre, het BPRC, zijn subsidie van 12,5 miljoen euro per jaar en wordt elk jaar een groter deel van die subsidie geoormerkt voor alternatieven voor dierproeven, totdat in 2030 de gehele subsidie wordt toegespitst op alternatieven.

Voorzitter. Ten eerste een reflectie op de besluitvorming over dit amendement. Na enige discussie heeft het kabinet toegezegd dat ze de hele suppletoire begroting inclusief het amendement-Kostić zal uitvoeren. De minister heeft ook in het schriftelijk overleg met de Eerste Kamer gemeld dat hij heeft toegezegd dat hij het voorstel in de toelichting van het amendement onverkort zal uitvoeren. Fijn. Er was wat overredingskracht voor nodig, maar gelukkig voert het kabinet deze uitspraak van de Tweede Kamer uit. Ik vraag ook hier in de Eerste Kamer een toezegging van de minister dat de regering, als de suppletoire begroting hier wordt aangenomen, de hele begroting, inclusief aangenomen amendement en hun toelichtingen, zal uitvoeren.

Voorzitter. In het schriftelijk overleg kondigt de minister een brief aan die hij in 2026 aan de Tweede Kamer zal sturen over de door de regering gepercipieerde risico's van de uitvoering van het amendement-Kostić. Kan de minister toezeggen zich breed te laten informeren in de voorbereiding op deze brief? Ik vraag dat omdat in de praktijk blijkt dat in de transitie naar proefdiervrije innovatie vooral wetenschappers worden gehoord die nog dierproeven uitvoeren en in mindere mate wetenschappers die alternatieven ontwikkelen of andere deskundigen op het gebied van alternatieven.

Voorzitter. Dan de inhoud van het amendement. Er worden in het BPRC nog steeds ongeveer 1.000 apen gehouden voor dierproeven, onder meer Java-apen, resusapen en klauwaapjes. Zij maken onderdeel uit van de meer dan 200 miljoen dieren die wereldwijd ieder jaar worden gebruikt in dierproeven. Het lukt me niet om hier zonder emotie de ingrepen bij de aapjes in het BPRC te omschrijven. Maar iedereen die dit debat volgt, kan zich voorstellen wat voor een lijdensweg deze dieren doormaken in onderzoek waarin ze ziek worden gemaakt, met het doel om deze ziektes te onderzoeken en medicijnen te ontwikkelen en te testen.

De maatschappelijke discussie over de ethische aspecten van dierproeven bestaat al meer dan 100 jaar. De wetenschappelijke discussie over nut en noodzaak van dierproeven is recenter en wordt mede gevoed door de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven. De discussie over de dierproeven in het BPRC moeten dan ook in deze context worden gezien.

Voorzitter. De transitie naar dierproefvrije innovatie gaat razendsnel. Iedereen die innovatie een warm hart toedraagt, zou deze ontwikkeling op de voet moeten volgen. Organs on a chip, miniorganen, donormaterialen, systeemgeneeskunde en AI: het is hightech. Het is een grote technologieverschuiving, vergelijkbaar met de transitie van vervoer te paard, via auto's met benzinemotoren naar elektrische auto's. Je kunt het ook vergelijken met de transitie van het luisteren naar muziek op cassettebandjes, via de cd, naar muziek streamen. Het is dus meer dan een ethisch vraagstuk. Het is ook een innovatievraagstuk. De vraag is niet óf dierproeven worden vervangen, maar wanneer. De vraag is bovendien welke rol de Nederlandse wetenschap en het Nederlandse bedrijfsleven pakken in dit mondiale innovatieproces.

Voorzitter. Deze transitie ontmoet ook weerstand, zoals we merken bij de discussie over BPRC. Decennialang heeft de medische wetenschap zich gebaseerd op onderzoek met proefdieren. Het geloof in het nut en de noodzaak van dierproeven zit diep, heel diep. Dierproeven worden door veel medische wetenschappers nog steeds gezien als een gouden standaard, maar de wetenschap gaat door. Gelukkig! Er wordt wereldwijd, ook in Nederland, door duizenden wetenschappers gewerkt aan alternatieven, zogenaamde new approach methodologies. Deze worden ook wel mensrelevante methoden genoemd, omdat ze gebruikmaken van data van mensen en niet van dieren. Hiermee wordt de vertaalslag van dier naar mens overgeslagen en is de wetenschap dus accurater en betrouwbaarder, en zal ze oplossingen vinden voor patiënten.

Wetenschappers die niet gewend zijn om deze nieuwe methode toe te passen, voelen zich bedreigd. Hun manier van onderzoek doen, hun zekerheden en hun loopbaan staan op het spel. Deze weerstand is begrijpelijk. We moeten daar in de transitie naar proefdiervrije innovatie rekening mee houden, net zoals we in andere transities ook oog moeten hebben voor mensen die voor hun dagelijkse boterham nog afhankelijk zijn van de industrieën die we nu als verouderd zien. Mijn vraag aan de minister is dan ook: welke instrumenten heeft het kabinet om wetenschappers te ondersteunen in deze transitie? Is hij bereid de mogelijkheden te onderzoeken om bijvoorbeeld door middel van subsidie onderzoekers die nu nog dierproeven gebruiken te ondersteunen bij de omscholing naar het gebruik van nieuwe technologieën?

Voorzitter. We zitten midden in een periode van een wetenschappelijke paradigmastrijd tussen oude en nieuwe technologieën. Er worden niet alleen in snel tempo nieuwe technologieën ontwikkeld, maar er wordt ook steeds meer bekend over de beperkingen van dierproeven. Ik quote de FDA, het Amerikaanse instituut verantwoordelijk voor de goedkeuring van medicijnen. Ik heb het zelf vertaald uit het Engels. "Er is groeiende wetenschappelijke erkenning dat dieren niet de juiste modellen zijn voor menselijke gezondheid en ziektes. 90% van alle medicijnen die in dierproeven effectief en veilig leken, krijgen uiteindelijk geen goedkeuring, omdat ze niet effectief of veilig blijken. Uitslagen van onderzoek in dieren komen vaak niet overeen met de situatie in de mens. Data gebaseerd op dierproeven zijn slechte voorspellers van succes voor verschillende veelvoorkomende ziektes, zoals kanker, alzheimer en ontstekingsziektes."

Voorzitter. In deze periode van de transitie is de rol van de overheid cruciaal, niet alleen omdat wet- en regelgeving vaak nog is gebaseerd op verouderde technologie en dus moet worden aangepast, maar ook in het ondersteunen van de nieuwe technologieën. Overheidsorganisaties over de hele wereld ondersteunen dan ook de versnelling van de transitie naar proefdiervrije innovatie. De Amerikaanse FDA publiceerde afgelopen voorjaar een roadmap om dierproeven in onderzoek naar de veiligheid van medicijnen te verminderen. In drie tot vijf jaar, hetzelfde tijdpad als voorgesteld voor het BPRC, of zelfs een beetje sneller, wil de FDA dat alternatieven de norm zijn. De Amerikaanse NIH financiert alleen nog onderzoek dat proefdiervrije innovaties omvat, om zo deze innovaties te stimuleren.

De Europese Commissie komt, zij het onder druk van een Europees burgerinitiatief, volgend jaar met een roadmap om dierproeven voor veiligheidsonderzoek voor chemicaliën uit te faseren. De Nederlandse overheid financiert ook onderzoek naar alternatieven, maar wat alleen nog mist zijn heldere deadlines voor het uitfaseren van dierproeven, met uitzondering dan van die voor het BPRC. Dit terwijl algemeen bekend is dat deadlines helpen om transities te versnellen. Ze bieden zekerheid aan investeerders in innovaties en laten gebruikers van verouderde technologieën zien dat ze zullen moeten overstappen. Deadlines maken dus de transitie mede mogelijk. Het beste voorbeeld hiervan is het Europese verbod op dierproeven voor cosmetica uit 2004, dat ervoor heeft gezorgd dat de cosmetica-industrie voorloopt in de ontwikkeling en de toepassing van mensgerichte methoden ten opzichte van andere sectoren.

Voorzitter. Ik rond af met de volgende vraag. Is de regering bereid om in 2026 in navolging van andere overheden een plan — laten we het een roadmap noemen — voor te leggen aan beide Kamers om de transitie naar dierproefvrije innovatie te versnellen, met zowel aandacht voor het uitfaseren van dierproeven als voor het stimuleren van alternatieven? Graag een toezegging van de regering. Ik overweeg op dit punt een motie.

Ik rond af, voorzitter. Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Visseren. Ik geef het woord aan de heer Van de Sanden.