Plenair Van Aelst-den Uijl bij behandeling Wet provinciale inbesteding vervoerconcessies



Verslag van de vergadering van 28 oktober 2025 (2025/2026 nr. 05)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 10.53 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):

Dank, voorzitter. Ook van onze kant heel veel complimenten voor de indieners en voor de medewerkers op de achtergrond, want een initiatiefvoorstel is heel veel werk. In alle eerlijkheid: grote delen van de memorie van toelichting had ik misschien zelf wel kunnen opschrijven, na mijn ervaringen met ov-concessies. Grote delen, omdat het geloof in marktwerking er toch wel een beetje in op de voorgrond blijft.

Voorzitter. In Zuid-Holland heb ik als ov-woordvoerder zeventien jaar lang het ov steeds verder achteruit zien hollen. Elke aanbesteding opnieuw vervielen er haltes, werden lijnen nog verder gestrekt en werd het ov weer minder fijnmazig. Het gevolg is dat het ov op het platteland eigenlijk al jaren geen echte optie meer is. Wat heeft het immers voor zin om met het openbaar vervoer te reizen, als de laatste bus weg is voordat je klaar bent met werken? Als je in het hele weekend nog maar één keer twee uur naar je grootouders kunt, dan kies je uiteindelijk niet meer voor het openbaar vervoer. Wat hieraan ten grondslag ligt, is het idee dat een buslijn rendabel zou moeten zijn en dat ov-bedrijven winst moeten kunnen maken.

Wat me daarbij toch het meest blijft verbazen, is dat een rotonde, stoplicht of wegvak nooit rendabel hoeft te zijn. De vraag wordt nooit gesteld of asfalt wel rendabel is. De politieke keuzes rond openbaar vervoer worden al jaren niet meer gemaakt op basis van de vraag waarvoor het ov eigenlijk is, maar op basis van de vraag of het ov zichzelf buslijn voor buslijn kan bedruipen. De kinderen uit dorpen, die de bus echt nodig hebben om op school te komen, werden hiervan de dupe. De werkzoekenden die de bus echt nodig hadden om een nieuwe baan te kunnen accepteren, werden hiervan de dupe. De grootouders die de bus echt nodig hadden voor hun oppasdag werden hiervan de dupe. En dan hebben we het nog niet over het milieu. Steeds meer mensen konden niet anders dan met de auto reizen. Het ov werd steeds meer voor de mensen die geen keuze hebben. Omdat steeds meer mensen voor de auto kozen, is het ov er niet meer voor de mensen die het echt nodig hebben, met vervoersarmoede tot gevolg.

Al eerder lag er een initiatiefvoorstel van de Partij van de Arbeid, GroenLinks, D66 en SP voor waardoor in ieder geval de vier grote steden geen aanbestedingsplicht zouden hebben en er onderhands kon worden gegund. Ik zie dit initiatiefvoorstel als een vervolg daarop, omdat daardoor niet alleen de grote steden maar ook de provincies zelf hun eigen concessies mogen kiezen. Het gaat met nadruk niet om een plicht. Ook krijgen ze de ruimte om een keuze te maken als het misgaat, zoals in Zeeland, in plaats van dat ze met lapmiddelen zoals noodconcessies moeten werken.

Wat dit ook doet, is de meest onrendabele top in overheidshanden brengen. Het geeft ook de potentie voor winst aan de markt weg. We willen dan ook van de initiatiefnemers weten of dit een laatste redmiddel is voor Zeeland en Gelderland, waar concessies eerder faalden, of dat het voor alle provincies een mogelijkheid is om het ov terug in eigen handen te nemen, dus ook de winstgevende delen van het openbaar vervoer. De memorie van toelichting doet sterk vermoeden dat de concessies waar veel bedrijven op inschrijven — lees: de winstgevende concessies — gewoon bij de markt moeten blijven, en dat uiteindelijk de restjes via provinciale inbesteding bij de overheid blijven. Dus: de onrendabele stukken bij de overheid en alle winst die er nog over is bij de markt. Ik vraag de indieners het volgende. Wat als er een eigen ov-bedrijf opgericht is en dit goed draait, maar de markt zegt: ja, maar nu willen wij weer, want daar kunnen we winst op maken? Hoe werkt dat dan strakjes? Moet het dan weer terug naar de markt?

Voorzitter. Voor mijn vertrek naar uw Kamer werkte ik met twee onderzoekers aan een rapport over de effecten van aanbesteding op het openbaar vervoer in Zuid-Holland. Uit ons rapport blijkt dat de bereikbaarheid van Zuid-Holland door de jaren van aanbesteding zeer zeker niet is verbeterd, integendeel. Ook in de jaren dat er meer dan genoeg ov-bedrijven inschreven, holde het ov achteruit. Ook voor corona hielden ov-bedrijven zich niet aan de afspraken en handhaafden provinciale overheden amper. De prijs van het kaartje is door marktwerking niet lager geworden. Alleen door extra inzet van overheidsmiddelen is het zo af en toe weer een jaar betaalbaar gebleven. Uit onderzoek blijkt ook dat alle ov-bedrijven, commercieel of publiek, ongeveer hetzelfde overhouden aan het eind van de rit; excuses voor die woordspeling. Dat resultaat is bij alle bedrijven ongeveer 1%, eventuele dure leningen van moederbedrijven en de rente daarover niet meegerekend.

Uit het onderzoek blijkt ook dat redelijk wat gemeenten in Europa, vooral in Frankrijk en Duitsland, het ov weer zelf zijn gaan regelen, met resultaat. De Zuid-Hollandse overheid heeft meermaals pogingen gedaan om concessies voor ov-bedrijven winstgevender te maken, bijvoorbeeld door alleen de dikke, volle buslijnen nog aan de markt te geven en de dunne lijnen samen te voegen met doelgroepenvervoer. Ik zeg bewust "geven", omdat hiermee de dikke lijnen dan niet meer meebetalen aan de dunne lijnen en er dus meer winst komt voor de ov-bedrijven, de overheid de dunne lijnen helemaal zelf overneemt en bekostigt, de winstgevende stukjes worden weggegeven aan de markt en onrendabele restjes voor de overheid zijn. Gelukkig lukte dit niet. Maar de eisen die aan ov-bedrijven werden gesteld, over het aantal dienstregelingsuren, haltes, nachtbussen en bussen in het weekend, werden steeds lager. Voor hetzelfde geld hoefden bedrijven steeds minder te doen; alles om de winstmarge maar in stand te houden. Natuurlijk gebeurde dit met een groot aantal vrijwillige buschauffeurs. Dat zijn helden, maar het is bizar dat ze nodig zijn om de gaten te dichten die de commercie niet wilde vullen. Maar die vrijwillige buurtbuschauffeurs waren wel onderdeel van de concessie en dus eigenlijk wel verplicht.

Dan hebben we het nog niet gehad over de chaos voor reizigers en de onzekerheid voor chauffeurs bij elke wisseling van concessies. In Zuid-Holland leidde het in Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem uiteindelijk zelfs tot hoorzittingen over het intense falen van het betreffende ov-bedrijf. Verrassend genoeg won het ov-bedrijf enkele jaren later ook Zuid-Holland Noord. Daar faalde het op dezelfde manier grandioos. Reizigers en medewerkers hadden elke keer weer het nakijken. Hoewel altijd het dreigement werd genoemd dat de concessie teruggetrokken kon worden, maakte het niet uit hoe bont de vervoerder het maakte; de concessie werd niet teruggetrokken. Boetes werden uiteindelijk zelfs ingezet om de ov-concessie weer wat aantrekkelijker te maken en werden dus eigenlijk teruggegeven aan de vervoerder. De vervoerder kwam overal mee weg. Ik hoor dan ook graag de reactie van de staatssecretaris op deze analyse.

Voorzitter, afrondend. Als ov-woordvoerder reis ik zelf met het ov. Je weet dan immers wat de effecten van je eigen keuzes op anderen zijn. En: practice what you preach. Als reiziger en als politicus heb ik het ov achteruit zien hollen, prijzen de pan uit zien rijzen en het ov van een noodzakelijke algemene voorziening in een noodzakelijk kwaad zien veranderen, waar alleen die mensen voor kiezen die echt niet anders kunnen. Ov-reizigers zijn vaak heel veel duurder uit en twee tot drie keer langer onderweg, om nog maar niet te spreken over het gebrek aan comfort of zitplaatsen.

Voorzitter. Dit wetsvoorstel kan een kleine stap in de goede richting zijn. Wij zijn daar oprecht blij mee, maar wij vragen ons wel het volgende af. Zien de indieners dit als stap in de goede richting of als eindstation? Was dit het einddoel voor het verbeteren van het openbaar vervoer?

Voorzitter. We zijn heel benieuwd naar de reactie van de indieners op onze zorgen en kanttekeningen en naar de reactie van de staatssecretaris. We zien uit naar het verdere debat.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Aelst-den Uijl. U sprak namens de SP. We gaan nu luisteren naar mevrouw Van Langen-Visbeek van de BBB-fractie.