Verslag van de vergadering van 4 november 2025 (2025/2026 nr. 06)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 9.17 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Karimi i (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De timing van dit debat zo kort na de verkiezingen is allesbehalve ideaal. De politieke kaarten zijn net opnieuw geschud en de contouren van een coalitie zijn nog niet bekend. Eén ding staat wel vast: met D66 als grootste partij zal er in ieder geval een andere wind gaan waaien in de Nederlandse politiek ten aanzien van Europa. Terwijl Den Haag zoekt naar een nieuwe regering en een nieuwe richting raast Europa door. In Brussel worden belangrijke beslissingen genomen over gemeenschappelijke defensie, over de strijd tegen klimaatverandering, over het komende Meerjarig Financieel Kader, over uitbreiding, handel, economie en migratie. De Europese trein rijdt ook als Nederland nog stilstaat.
Voorzitter. De Unie bevindt zich in een fase van ongekende strategische heroriëntatie. Ze weet dat ze strategisch moet handelen, maar worstelt met verdeeldheid en wantrouwen. Ze wil meer: meer gemeenschappelijke defensie, meer investeringen in strategische autonomie, meer solidariteit. Maar ze blijft te vaak steken in een verzameling nationale reflexen. Achter die façade schuilt een dieper patroon: maatschappelijke polarisatie, afnemend vertrouwen in de politiek en een groeiende invloed van radicaal-rechtse partijen in steeds meer lidstaten.
De EU wil strategischer worden maar is verre van verenigd. De gemeenschap van waarden is veranderd in een gemeenschap van alleen belangen. De democratische rechtsstaat staat in bijna de hele Europese Unie onder druk. Een greep uit initiatieven, beleidsvoornemens en praktijk laat de tegenstelling tussen ambitie en praktijk goed zien. Er ligt bijvoorbeeld een indrukwekkend pakket van voorstellen op het gebied van een gemeenschappelijke defensie op tafel. De Defense Readiness Roadmap 2030 en ReArm Europe tonen een hoge ambitie om samen te investeren in veiligheid en industrie. Maar de praktijk? De industrie blijft een verzameling nationale eilanden. Er is nog geen geïntegreerd defensiebeleid, geen gezamenlijke productie of inkoop, geen echte strategische planning.
Ook de begroting kraakt onder haar ambities. Het herziene Meerjarig Financieel Kader met 64 miljard euro extra bood weliswaar tijdelijk lucht voor de financiering van Oekraïne en het migratiebeleid, maar voor de periode 2028-2034 is aanzienlijk meer nodig. Europa heeft nog steeds meer verantwoordelijkheden dan middelen. Willen we investeren in defensie, in uitbreiding, in de energietransitie en in groene economie en daadwerkelijk onze klimaatdoelen halen, dan moet de Europese begroting fundamenteel anders, zowel aan de uitgavenkant als aan de inkomstenkant.
De coalitie heeft hiervoor een pakket van hervormingen voorgesteld, maar de lidstaten zijn ondanks alle mooie woorden over een strategisch autonoom en op de toekomst gericht Europa alweer teruggevallen in oude reflexen. Graag hoor ik van de minister wat zijn inzet zal zijn in de lopende onderhandelingen over het MFK, inclusief zijn positie ten aanzien van de nieuwe eigen middelen die zijn voorgesteld door de Commissie en eurobonds. Ik hoor hem daarbij graag ook ingaan op de gewijzigde politieke verhoudingen in ons land.
De uitbreiding met Oekraïne, Moldavië en de Westelijke Balkan is strategisch juist, maar politiek precair. Die uitbreiding kan alleen slagen met een institutionele hervorming van de EU, besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, een sterk parlement en strikte rechtsstaatcriteria voor en na toetreding, met robuust institutionele en financiële mechanismen om de democratische rechtsorde in de lidstaten te garanderen, juist na de toetreding.
Orbán, die de rechtsstaat in eigen land met voeten treedt, richt keer op keer schade aan binnen de Europese Unie. Het recente onvermogen van de Europese leiders om tot een besluit te komen over het gebruik van bevroren Russische tegoeden voor Oekraïne laat zien hoe de Unie van binnenuit wordt verzwakt. Een externe vijand profiteert, geholpen door de interne blokkade. Graag een reactie van de minister hierop.
Economisch laveert Europa tussen Washington en Beijing. Het Transatlantic Trade and Security Framework brengt voorlopig stabiliteit, maar hoelang? Het is zeker nog geen echte strategie voor een toekomstgerichte groene economie. Alle wetgeving uit het nieuwe Asiel- en Migratiepact, dat menselijkheid en orde moet verenigen, zal binnen iets meer dan zeven maanden rechtstreeks in alle lidstaten van kracht worden. Toch hebben landen als Nederland de kostbare voorbereidingstijd grotendeels verkwanseld aan binnenlandse politieke profilering om radicaal-rechts te bedienen. De vraag rijst of een geharmoniseerd asielbeleid niet opnieuw dreigt te mislukken.
Het pact kan alleen slagen met voldoende middelen, een eerlijke herverdeling en stevige rechtsstatelijke waarborgen. Europa heeft geen behoefte aan afschrikking, maar aan een rechtvaardig en werkbaar asiel- en migratiesysteem. Hoever is Nederland met de voorbereidingen voor de implementatie van het Asiel- en Migratiepact? Wat is de stand van zaken in andere lidstaten, met name rond de grensprocedures? En cruciaal: hoe staat het met het solidariteitsmechanisme? De Europese Commissie heeft de eigen deadline voor haar voorstel inmiddels gemist. Wanneer wordt dat voorstel alsnog verwacht, wanneer volgt er besluitvorming en wat is de Nederlandse positie? Zeven maanden tot de inwerkingtreding is buitengewoon kort.
Voorzitter. Het belangrijkste: de internationaalrechtelijke grondslagen en waarden waarop de Unie is opgebouwd, worden steeds meer uitgehold. De Unie mag geen selectieve moraal hanteren: terecht streng tegen Rusland, maar onterecht Israël door dik en dun blijven steunen. Het falende Israëlbeleid en dubbele standaarden hebben onmetelijke schade toegebracht aan het morele gezag en de geloofwaardigheid van Europa. Als zelfs een genocide, live te volgen op televisie, de EU niet tot actie en sancties kan bewegen, dan dreigt de waardengemeenschap failliet te gaan. Wanneer wordt eindelijk de associatieovereenkomst met Israël opgeschort, vraag ik de minister.
Voorzitter. Toen het kabinet-Schoof op 2 juli 2024 het bordes betrad, had Nederland al één jaar lang een demissionaire regering achter de rug. Rutte-IV viel over de nareis-op-nareisleugens en het land gleed een jaar van bestuurlijke verlamming in, om vervolgens in bestuurlijke chaos te belanden. Het kabinet-Schoof kwam met grote woorden over nationale soevereiniteit en met een afkeer aan onrealistische uitzonderingseisen richting Europa. In het migratiedossier koos men zelfs voor een opt-out van Europese afspraken. Eén vraag hierover. De voorganger van deze minister had een brief met het verzoek om een opt-uit naar een verkeerde brievenbus in Europa gestuurd. Heeft deze minister daar nog wel een brief achteraangestuurd om dat verzoek in te trekken? Zo niet, waarom niet? En wat betekent dat voor onze positie in het asiel- en migratiedebat? Doet het kabinet in Brussel mee met discussies of wil het een opt-out?
Waar Nederland als een van de founding fathers tot 2023 nog gold als een invloedrijke lidstaat, zeker ook de laatste jaren dankzij de persoonlijke invloed van Mark Rutte, zag Brussel ons in de afgelopen twee jaar als een onvoorspelbare partner, een land met verlies aan geloofwaardigheid en een stem die niet meer meetelt in coalitievorming, aldus de NOS op gezag van diplomaten. Nederland praat mee, maar bepaalt niet meer. Het avontuur van het kabinet-Schoof heeft Nederland in de EU verzwakt. Altijd onderlinge ruzie, twee keer demissionair. Na het aantreden van de nieuwe Tweede Kamer volgende week hebben we zelfs te maken met Schoof III. Een partijloze premier, wisselende ministers, sinds juni geen meerderheid in de Kamer en straks hebben VVD en BBB slechts 26 zetels in de Tweede Kamer. Hoe zwak wil je het hebben? Ik vraag de minister om een eerlijke reflectie. Hoe ervaart hij de schade aan de positie van Nederland? Durft hij te erkennen hoever Nederland is afgegleden in Brussel? The Economist noemde het kabinet-Schoof "een rommelige boel die weinig presteerde". De wereld leest dit. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister hierop.
Media berichten dat er in Brussel na de verkiezingen opluchting heerst, opluchting over de winst van D66, over het verlies van Geert Wilders en over het vooruitzicht van meer stabiliteit en realisme. Ook al is het verlies van mijn eigen partij pijnlijk, wij verwelkomen de keuze van veel Nederlanders voor een meer Europese koers. Ik feliciteer vanaf hier ook de winnaars van de verkiezingen.
Toch blijft de situatie broos. Geen enkele partij, inclusief de grootste, is echt groot. De versnippering zet door. Zolang de formatie voortduurt, zullen de demissionaire ministers, inclusief deze minister, steunend op 17% van de Tweede Kamer Nederland in de EU vertegenwoordigen. Namens wie spreken de ministers straks in Brussel? Met welk gezag onderhandelen ze over gemeenschappelijke defensie, over de Europese begroting, over klimaatambitie, over de steun aan Oekraïne, vraag ik de minister. Interne instabiliteit hier vertaalt zich in een dramatisch verlies aan extern gezag. Zolang er geen stabiele regering is, wordt Nederland niet gezien als richtinggevend, maar als onzeker en onberekenbaar. Ik vraag de minister hoe hij denkt te opereren in deze periode. Hoe wil hij zich van een stevig mandaat verzekeren? Hoe ziet hij heel praktisch de komende drievoudig demissionaire tijd voor zich? En hoe ziet hij de relatie met de Staten-Generaal in deze periode? Ik verzoek de minister om een helder antwoord.
In deze turbulente internationale verhoudingen met grote geopolitieke, economische en ecologische uitdagingen, waar niets minder dan de wereldorde die sinds de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd op het spel staat, is een land als Nederland gebaat bij een eensgezind, ambitieus en daadkrachtig Europa. Dat kan alleen met een Nederlandse regering die een stevige parlementaire rugdekking geniet en die kiest voor samenwerking in Europa. Dat betekent ook dat een snelle kabinetsformatie met een stabiele meerderheid is gewenst. De schade die moet worden gerepareerd, is groot en de positie van Nederland is kwetsbaar. Daar moet snel een eind aan komen. Ik verzoek de minister om een heldere reflectie hierop.
Voorzitter. Nederland kan opnieuw invloedrijk worden, maar alleen met een visie die ver afstaat van een nationalistisch en haatdragend wereldbeeld. GroenLinks-PvdA heeft die visie helder neergezet. Een sociaal Europa dat minimumloon, eerlijke belasting en werknemersrechten beschermt. Een groen Europa, dat via de Clean Industrial Deal investeert in duurzame energie, groene banen en een rechtvaardige transitie. Een veilig Europa, dat defensiesamenwerking koppelt aan diplomatie en rechtsstatelijkheid. Een democratisch Europa, met een sterk parlement en meer invloed van burgers, bijvoorbeeld via burgerraden. Dat is geen droombeeld, maar een routekaart. Ik heb het over een Europa dat beschermt en verbindt, dat verantwoordelijkheid neemt voor klimaat, vrede en solidariteit, en dat zijn waarde niet inruilt voor gemak of de korte termijn.
Voorzitter, we kijken uit naar de reactie en de reflectie van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Karimi. Ik geef het woord aan de heer Panman van de BBB.