Plenair Hartog bij behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 4 november 2025 (2025/2026 nr. 06)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 11.46 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Hartog i (Volt):

Voorzitter. De Voltfractie is verheugd dat wij vandaag voor het eerst in de zittingstermijn van deze Kamer het debat over de Algemene Europese Beschouwingen kunnen voeren. De wereld staat niet stil en de Europese Unie ook niet. Wat mijn fractie betreft moet het vandaag maar over één thema gaan: de rol van Nederland en de EU in een snel veranderende geopolitieke wereld. Ik maak aan het eind slechts een klein uitstapje naar rechtsbescherming voor Europese burgers.

Er vindt nog steeds een oorlog plaats aan onze grenzen. Onze vrienden blijken niet langer onze vrienden te zijn. Wij keken machteloos toe bij een genocide door een land in het Midden-Oosten dat zegt onze waarden en normen te delen. Ook nu nog hebben wij geen enkele invloed op wat zich daar afspeelt. Bij dit alles kijkt de Europese Unie grotendeels toe of weg. Geopolitiek gezien is de EU niet relevant en daarmee zijn Nederland en de andere lidstaten dat nog minder. Als Europa zijn wij niet in staat om zelfstandig onze eigen grens te verdedigen. Een gebied met 450 miljoen mensen en een jaarlijks defensiebudget van 500 miljard euro zegt niet militair op eigen benen te kunnen staan. Met twee van de vijf permanente zetels in de Veiligheidsraad hebben de EU en de Europese vrienden nog steeds niets te zeggen. Zelfs in onze veelgeroemde economische kracht worden wij door onze geopolitieke onmacht beperkt. De kosten daarvan zijn de economische uitval, veroorzaakt door een tarief van 15% op de uitvoer van de EU naar de Verenigde Staten van Amerika. Ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Van Ballekom op dat vlak. Daar voeg ik de volgende vraag nog aan toe: kan de minister aangeven of de Europese Unie, de Commissie een expliciet door de Raad Algemene Zaken goedgekeurd mandaat had om met de Amerikanen te onderhandelen en of dat, als dat niet het geval is, invloed heeft gehad op de breedte van de discussie om daar ook digitale zaken en CBAM in mee te nemen?

Voorzitter. De kernvraag vandaag aan de minister is: wat gaan we eraan doen? Hoe gaan we weer op eigen benen staan? Wat Volt betreft is het mogelijk radicaal-progressieve stappen te zetten die Europa en daarmee Nederland opnieuw onafhankelijk en zelfstandig maken. Ik heb het over stappen die ons onze toekomst teruggeven. Het kan wél.

Mijn fractie vraagt de minister vandaag stappen met drie verschillende ambitieniveaus te overwegen. Volt kiest daarbij zelf voor het hoogste ambitieniveau. Dat hoogste ambitieniveau betekent effectief en vervolmaking van de vier externe pijlers van de EU. De eerste, de gezamenlijke handelspolitiek, is nu al goed geregeld. Voor de andere drie, zijnde een gezamenlijk buitenlandbeleid, een gezamenlijke defensiemacht en een gezamenlijk beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, zijn nog grote stappen nodig. Dat vergt wat mijn fractie betreft een verdragswijziging of een verdragstoevoeging. Kan de minister aangeven of de regering bereid is in ieder geval over een verdere ontwikkeling van de genoemde drie pijlers met andere lidstaten in gesprek te gaan? Is Nederland, nog afgezien van wat andere lidstaten eventueel zouden vinden, bereid om de verdere versterking van het buitenlandbeleid van de EU en de gezamenlijke defensie na te streven? Ziet de minister ook de noodzaak om de EU-verdragen hiervoor aan te passen of om een nieuw verdrag naast deze verdragen te sluiten? Is de minister het met mijn fractie eens dat de EU op termijn moet beschikken over een eigen militaire planningscapaciteit, een eigen intelligentiedienst, een onafhankelijk satellietsysteem en een eigen nucleaire afschrikking? Dat hoeft wat ons betreft samenwerking binnen de NAVO niet uit te sluiten. Samenwerking met de VS is nog steeds in wederzijds belang. Voor de Voltfractie is deze hoogste ambitie een noodzakelijke voorwaarde om als EU en daarom als Nederland geopolitiek overeind en soeverein te blijven. Wij zijn de enige Nederlandse partij die deze ambitie ook duidelijk vormgeeft. Mijn fractie ziet langzamerhand gelukkig wel — dat zien we ook vandaag — andere partijen die richting op bewegen.

Voorts doet Volt deze zelfde voorstellen ook in Frankrijk, Polen, Hongarije, Ierland en alle andere EU-landen. In afwachting van actie op dit hoogste ambitieniveau kunnen we nu al op een tweede, lager niveau actie ondernemen om de geopolitieke positie van de EU te verbeteren. Daarbij denkt mijn fractie zowel aan verbeteringen binnen de EU die geen verdragsverandering behoeven als aan een andere opstelling van Nederland binnen de EU. Om met het eerste te beginnen: welke initiatieven zou de minister willen nemen om nu al het blokkerende effect van de unanimiteitsregel op het gebied van buitenlands beleid weg te nemen? Hoe kunnen wij nu al de intergouvernementele defensiesamenwerking versterken om op zijn minst een onafhankelijke EU-planningscapaciteit te hebben? Welke institutionele wijzigingen binnen de NAVO staat de regering voor om onafhankelijker van de VS te worden?

Wat de Nederlandse opstelling betreft stelt mijn fractie allereerst vast dat het buitenlands beleid van de EU op dit moment niet werkt. Het is schandalig hoe wij niet tot een duidelijke veroordeling kunnen komen van wat er in de Gazastrook maar ook op de Westbank gebeurt. Ook ten opzichte van andere misstanden en oorlogen in de wereld faalt de EU. Achter dit falende beleid mogen lidstaten zich niet langer verschuilen. Zolang er geen gezamenlijk beleid is vastgesteld, mogen lidstaten hun eigen positie bepalen. Hoe denkt de Nederlandse regering hier meer gebruik van te maken? Wanneer erkent Nederland bijvoorbeeld de Palestijnse Staat, zoals ook andere lidstaten hebben gedaan? Hoe denkt Nederland coalities te vormen met welwillende landen die wél gezamenlijk willen optreden, dus buiten blokkerende landen als Hongarije en Duitsland om willen opereren?

Voorzitter. Er zijn op het derde ambitieniveau kleine stappen met groot effect die wij als EU kunnen zetten en waarin Nederland een voortrekkersrol kan vervullen. In zekere opzichten kun je daarbij spreken van soft power. Ik heb al in eerdere debatten specifiek gesproken over de mogelijkheden die wij als EU hebben om ons sterker te positioneren in internationale organisaties. Het gaat hierbij volgens mijn fractie om een grijs gat tussen de handelspolitiek en het buitenlands beleid. Ik heb het daarbij bijvoorbeeld over de Internationale Telecommunicatie Unie gehad, waar technische regels en standaarden worden vastgesteld die van enorm belang zijn voor onze technologische onafhankelijkheid en de moderne economie. Op dit moment worden de EU-belangen, als dat al gedaan wordt, in internationale organisaties verdedigd via een hybride systeem van samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie. Dat kan beter. Soms werkt het, maar vaak ook worden EU-lidstaten uit elkaar gespeeld. Wij zouden als EU moeten streven naar een situatie waarin wij als één team opereren met Commissie en lidstaten samen. Wij zouden daarbij in internationale organisaties met één stem moeten spreken, terwijl wij wel bij stemmingen 27 handen kunnen opsteken. Dat zijn zes keer zo veel handen als alle niet-EU permanente leden van de Veiligheidsraad samen; laat 'm even bezinken.

Dat betekent wel dat wij ons dan niet moeten laten meeslepen door interne juristerij en competentiediscussies, maar vanuit die gezamenlijke visie praktische oplossingen moeten vinden voor de procedurele hindernissen die veelal zelfs door onszelf worden opgeworpen. Mijn vraag aan de minister is of hij bereid is de discussie hierover binnen de EU aan te zwengelen. Is hij bijvoorbeeld bereid in een volgende vergadering van de Internationale Telecommunicatie Unie dit te testen? Is de minister het met de Voltfractie eens dat dit onderdeel zou moeten zijn van het in het MFK aangekondigde Europese economische buitenlandbeleid?

De Voltfractie gaat niet mee in het argument dat eerder door minister Kaag naar voren is gebracht dat dit door deelnemers van deze bijeenkomsten niet als problematisch wordt gezien. Bij een vorige gelegenheid heb ik uit mijn eigen ervaring geciteerd. Bij de recente IMO-discussie over een net-zero framework hebben niet alle EU-lidstaten hetzelfde gestemd. Twee van hen hebben zich door de VS laten bullyen. De minister kent zeker het recente rapport van de AIV over de kracht van loyale samenwerking binnen de EU. Dit gaat strikt genomen alleen over het buitenlandse beleid en niet over het buitenlandse economische beleid, maar sterkt de mening van mijn fractie dat reflectie en actie wel degelijk nodig zijn. Mijn fractie is zelfs van mening dat het huidige model van hybride samenwerking niet voldoet aan de vereisten van de EU-verdragen. Alleen de Hoge Vertegenwoordiger of de Europese Commissie kan de Europese Unie vertegenwoordigen. Hoe reflecteert de minister op deze ontwikkelingen bijvoorbeeld binnen de IMO en het rapport van de AIV?

Voorzitter. Mijn fractie denkt dat wij grote en kleine stappen kunnen zetten om de Europese Unie weer een echte geopolitieke speler te maken. We kunnen zowel meer hard power als soft power verschaffen. Dat vergt wel durf en sterke toekomstgerichtheid. De huidige middelen werken niet en we moeten daarom durven om iets nieuws te doen. Ik hoop dat deze regering zelfs in demissionaire status hierin mee kan gaan.

Voorzitter. Ik maak tot slot een klein uitstapje naar rechtsbescherming op EU-niveau. Het is op dit moment niet mogelijk voor Europese burgers om nationale wetten die in strijd zijn met de fundamentele Europese waarden voor vernietiging aan te dragen bij het Hof van Justitie. Dat is met name problematisch voor de rechtsbescherming van burgers in lidstaten waar de rechterlijke macht niet langer politiek onafhankelijk is. Ziet de minister dat ook als een probleem? Is hij bereid om voorstellen om burgers die mogelijkheid wel te geven te ondersteunen? Ik wijs in dit verband ook op de motie-Van Campen/Dassen die de regering verzoekt om Slowakije in de Raad Algemene Zaken aan te spreken op het feit dat zij het nationale recht boven het EU-recht hebben geplaatst. Mijn fractie heeft kennisgenomen van het verslag van de discussie in de recente Raad Algemene Zaken, maar vraagt de minister wel of het hierbij blijft of dat hij voornemens is om verdere actie te ondernemen.

Voorzitter. De Volt-fractie kijkt uit naar de antwoorden van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot voor de schorsing het woord aan de heer Van Rooijen van 50PLUS. Wij schorsen straks rond 12.10 uur.