Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten



Verslag van de vergadering van 11 november 2025 (2025/2026 nr. 07)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 9.29 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Wij debatteren vandaag over de uitvoering van een van de aanbevelingen van de commissie-Roemer om de uitbuiting van arbeidsmigranten tegen te gaan. Wat de SP-fractie betreft is dit een integraal pakket, dus alle aanbevelingen uit het rapport moeten opgevolgd worden. Dit kabinet had zich daar ook aan gecommitteerd.

Geschokt waren dan ook de reacties in de media en van vele maatschappelijke organisaties, van de FNV tot het Leger des Heils, dat deze dubbel demissionaire minister tijdens het reces van de Tweede Kamer begin deze maand, nota bene daags na de verkiezingen, bekendmaakte dat zij het besluit van haar voorganger om een van de belangrijke aanbevelingen van Roemer op te volgen, introk. Het betreft het besluit om het percentage van het minimumloon dat werkgevers mogen inhouden voor huisvestingskosten, tot nul af te bouwen. Deze koppelverkoop van arbeidscontracten en huurcontracten is een pervers verdienmodel dat oneigenlijk de loonkosten drukt en bovendien de afhankelijkheid van arbeidsmigranten alleen maar groter maakt. Als ze hun baan verliezen, staan ze vaak ook meteen letterlijk op straat: baan kwijt, bed kwijt. Inmiddels is 60% van de daklozen arbeidsmigrant.

Voorzitter. Mijn fractie vindt dit echt een onbegrijpelijke gang van zaken. Dat maakt dat wij eerlijk gezegd met een heel ander gevoel dit debat beginnen dan het geval was geweest als dit vorige maand niet was uitgesteld. Het geeft namelijk een deuk in het vertrouwen dat mijn fractie erin heeft dat deze minister de uitbuiting van arbeidsmigranten, waar ook het voorliggende wetsvoorstel over gaat, echt wil aanpakken, vooral omdat het er alle schijn van heeft dat zij haar oren heeft laten hangen naar de uitzendbranche, die begrijpelijkerwijs erg hecht aan de instandhouding van deze lucratieve koppeling. Mijn fractie krijgt graag een reactie en een reflectie van de minister op deze wat ons betreft zeer kwalijke gang van zaken. Daarbij stel ik de simpele vraag: staat de minister nu wel of niet achter de volledige uitvoering van het rapport-Roemer? En zo ja, hoe gaat zij dan een einde maken aan deze vorm van afhankelijkheid van kwetsbare arbeidsmigranten?

Voorzitter. Dan het wetsvoorstel zelf, dat uitvoering geeft aan een andere belangrijke aanbeveling van Roemer en dat zich richt op het tegengaan van het uitbuiten van arbeidsmigranten als gevolg van misstanden in de uitzendsector. De voorbeelden van hoe malafide uitzendbureaus arbeidsmigranten uitbuiten zijn legio. Denk aan jarenlange systematische onderbetaling en werken onder slechte en soms mensonterende omstandigheden. Drie jaar geleden schatte de inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie, Rits de Boer, het aantal malafide uitzendbureaus op 2.500, 15% van het totaal. Gaat deze wet het percentage nu naar nul brengen? Gaan we eindelijk helemaal afkomen van dit soort praktijken? En hoe zit het met de rest van de uitzendbureaus? Vele zijn natuurlijk bonafide, maar dat wil niet zeggen dat daar alles goed gaat. Er zijn namelijk ook werkgevers en uitleners die zich wel aan de wet houden, maar die toch misbruik maken van de tot nog toe beperkte wettelijke bescherming van arbeidsmigranten. Voor hen, met name in sectoren als de glas- en tuinbouw en de vleesindustrie, zijn arbeidsmigranten waarvan de lonen zo laag mogelijk worden gehouden gewoon een verdienmodel. In een fatsoenlijk land zouden we sectoren die zo hun winst maken, niet moeten willen. We moeten dus toe naar een andere economie, een economie die niet deels zó afhankelijk is van goedkope bulkarbeid.

Naast dat de arbeidsmigranten zelf het slachtoffer zijn van de slecht gereguleerde arbeidsmigratie, zijn de kosten voor de rest van de maatschappij ook hoog. De overlast in veel Nederlandse en veelal armere buurten en wijken met veel slecht gehuisveste arbeidsmigranten is helaas overbekend. Onderbetaling van arbeidsmigranten, het misbruik van arbeidsmigranten als goedkope bulkarbeid, leidt bovendien niet alleen tot uitbuiting van deze mensen, maar ook tot oneerlijke concurrentie. Ook drukt het de lonen.

Voorzitter. Al jaren strijdt de SP ervoor om een einde te maken aan dit verdienmodel. Zoals ook de Arbeidsinspectie meermalen heeft gesteld: de lusten van deze vormen van grootschalige arbeidsmigratie zijn voor de werkgevers, de lasten voor de samenleving. De SP-fractie is blij dat een belangrijke aanbeveling van het Roemerrapport nu is omgezet in het voorliggende wetsvoorstel. Maar mijn fractie heeft nog wel veel vragen over hoe en wanneer deze wet wordt ingevoerd en vervolgens wordt uitgevoerd en gehandhaafd.

Voorzitter. Ten eerste de inwerkingtreding. We hebben lang moeten wachten op dit wetsvoorstel; dat werd net ook al gezegd. We zijn nu vijf jaar na Roemer en ook toen waren de misstanden bij arbeidsmigranten al jaren bekend. Waarom moet het nu ook nog eens zo lang duren voordat de wet, als we die hier vanavond aannemen, daadwerkelijk volledig in werking treedt en er ook echt gehandhaafd wordt? We moeten eerst nog een jaar wachten voordat de kern van het wetsvoorstel, de toelating van uitzendbureaus, in werking treedt. Pas een jaar later gaat de Arbeidsinspectie ook handhaven. En erger, de invoering van het wetsvoorstel zal dusdanig gefaseerd worden dat het pas in 2031 volledig zal werken zoals bedoeld. Gezien de grootschalige misstanden vindt mijn fractie dit echt veel te lang duren. We dreigen hiermee opnieuw achter de feiten aan te lopen. De regering stelt zelf dat dit tot onwettige situaties leidt. Ziet de minister misschien toch nog mogelijkheden een en ander te versnellen? Kan zij in ieder geval toezeggen er alles aan te doen verdere vertraging te voorkomen? Dat de voorganger van de minister in april van dit jaar schreef dat "het tijdpad zeer ambitieus en afhankelijk van meerdere kritieke processen is" en spreekt van "risico's en afhankelijkheden bij de invoering van het toelatingsstelsel", stelt mijn fractie wat dat betreft niet gerust. Wat gaat de minister doen om deze risico's zo klein mogelijk te maken?

Voorzitter. Dan de uitvoering. Mijn fractie heeft in de eerste plaats zorgen over de capaciteit van het toezicht van de inspectie onder het nieuwe stelsel. Het aantal fte's bij de Arbeidsinspectie is flink uitgebreid met het oog op deze wet, maar zal dit genoeg zijn? En hoe gaat de minister dit dan monitoren? Welke concrete ijkpunten hanteert de regering om tijdig bij te sturen als blijkt dat de capaciteit toch tekortschiet? In de eerdere schriftelijke beantwoording zegt de regering dat de praktijk moet uitwijzen of de capaciteit voldoende is. Vindt de minister dit verantwoord, gezien de misstanden die we nog altijd zien bij kwetsbare arbeidsmigranten? Welke garanties kan de minister geven dat een tekort aan capaciteit er niet toe zal leiden dat malafide uitleners nog jarenlang hun gang kunnen gaan in de overgangsperiode? Graag een reactie van de minister.

Dan over de handhaving. In de eerste plaats: waarom is ervoor gekozen de handhaving in de eerste lijn over te laten aan private inspectie-instellingen? Was het niet beter geweest om deze in publieke handen te houden en hiervoor voldoende op te schalen? Is er nu niet het inherente risico dat als je werkt met marktpartijen voor de inspectie, die private inspectiepartijen of -bedrijven voor hun omzet afhankelijk zijn van de uitleners die ze gaan inspecteren? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de private inspectie-instellingen straks genoeg mensen opleiden en aannemen? De regering zegt te verwachten dat private partijen meer bereid zullen zijn te investeren in de opschaling van hun capaciteit zodra de wet is aangenomen. Maar wat als die investeringen uitblijven of onvoldoende blijken? Wat is dan het plan B?

Voor de handhaving is uiteindelijk de Arbeidsinspectie verantwoordelijk. Hierbij moeten we onderscheid maken tussen actief toezicht op basis van risicoanalyse en reactief toezicht op basis van meldingen. Hoeveel capaciteit, zo vraag ik de minister, wordt er de komende jaren expliciet gereserveerd voor actief toezicht, zodat misstanden ook zonder meldingen aan het licht kunnen komen? Is de regering het met mij eens dat arbeidsmigranten vaak geen melding durven doen uit angst hun werk of huisvesting te verliezen en dat juist daarom actief toezicht essentieel is?

Voorzitter. Hoewel mijn fractie blij is dat deze wet er nu eindelijk ligt, maken we ons wel zorgen over hoe effectief deze uiteindelijk zal zijn in het uitbannen van de misstanden. Zijn er niet te veel mazen in de wet? We ontvangen van alle kanten signalen dat er massaal voorgesorteerd wordt op de wet, in die zin dat uitzendbureaus de wet proberen te ontwijken, bijvoorbeeld door vaak buiten medeweten van de arbeidsmigranten, deze arbeidsmigranten als zzp'er in te zetten in plaats van via een uitzendbureau. Waarom grijpt de regering niet steviger in bij de Kamer van Koophandel om deze schijnconstructies te blokkeren? Co Engberts, wethouder van deze stad, Den Haag, zei twee maanden geleden tegen Het Financieele Dagblad: "De wet komt te laat, want inmiddels zijn alweer constructies verzonnen om eronderuit te komen. Het probleem beweegt zich sneller dan het systeem aankan." Dat is een nogal forse uitspraak, waar ik graag de reactie van de minister op hoor. Hoe gaat zij ervoor zorgen dat het systeem het wél aankan, dat kwaadwillenden ons niet steeds voor blijven, dat we de mazen in de wet dichten en dat we sluiproutes afsluiten? Graag een reactie van de minister.

Een specifieke zorg van mijn fractie betreft hierbij ook de rol van de buitenlandse uitleners. De regering gaf zelf in haar beantwoording van onze schriftelijke vragen hierover toe dat het verkrijgen van strafrechtelijke gegevens uit het buitenland vaak lastig is. Dat heeft gevolgen voor de uitvoering van de zogenaamde Bibob-toets. Acht de regering het verantwoord om toelating te verlenen aan buitenlandse uitleners zonder een gelijke mate van risicobeoordeling als bij binnenlandse partijen? Hoe vaak verwacht de regering dat een Bibob-toets bij de buitenlandse uitleners niet volledig kan worden uitgevoerd?

Voorzitter. Naast de zorgen die wij hebben over de effectieve uitvoering van deze wet, die mijn fractie uiteraard wel van harte steunt, zal zoals gezegd nog veel meer moeten gebeuren. Dit wetsvoorstel betreft slechts één belangrijke set aanbevelingen uit het Roemerrapport; ik begon daar ook mee. Ook dit kabinet zegt te willen inzetten op de opvolging van alle aanbevelingen. Nogmaals, nu ligt de vraag voor of dat nog steeds het geval is. Wat mijn fractie betreft maakt ook dit demissionaire kabinet daar waar mogelijk nog zo veel mogelijk vaart mee. Ziet de minister met mij de noodzaak om vaart te zetten achter het implementeren van alle aanbevelingen uit het Roemerrapport en om deze urgentie ook nadrukkelijk mee te geven aan een volgend kabinet?

Een nog niet opgevolgde belangrijke aanbeveling betreft de zogenaamde geblokkeerde rekening of g-rekening. Als het goed is, vindt er nu een verkenning plaats die voor het einde van het jaar afgerond zou moeten zijn. Graag hoor ik de stand van zaken van de minister.

Voorzitter, tot slot. We moeten de misstanden bij arbeidsmigranten en hoe die leiden tot uitbuiting en hoge maatschappelijke kosten, ook bij de bron aanpakken. Grip op migratie krijgen betekent in de eerste plaats grip op arbeidsmigratie. We moeten af van een bv Nederland waarin te veel sectoren zich afhankelijk hebben gemaakt van goedkope arbeid uit het buitenland. We moeten af van dat verdienmodel waar de lusten voor het kapitaal zijn en de lasten voor de samenleving. Het is al zo vaak gezegd: waar twintig jaar geleden nog werd verwacht dat het aantal arbeidsmigranten uit andere EU-landen zou neerkomen op tienduizenden, zijn het er nu rond de miljoen, al weet niemand precies hoeveel. En de instroom blijft toenemen, want het verdienmodel blijft voor sommige werkgevers onweerstaanbaar. Dus is het, ook met strengere wetgeving en handhaving daarvan, vaak dweilen met de kraan open, zoals de Arbeidsinspectie al drie jaar geleden stelde in haar jaarverslag. Is de minister het met deze conclusie eens? Is zij het eens met de SP-fractie dat er dus veel meer dan dit wetsvoorstel voor nodig is om het probleem bij de bron aan te pakken? Wanneer wordt die kraan eindelijk eens dichtgedraaid? We zullen moeten wachten op een volgend kabinet om wel echt de stappen te zetten die dit kabinet wat dat betreft heeft nagelaten. Dan zullen we zien of het alleen maar verkiezingsretoriek is geweest — het ging veel over arbeidsmigratie in de campagne — en de belangen van werkgevers in de uitzendbranche toch weer zwaarder wegen.

Voorzitter, ik rond af. De SP beschouwt dit wetsvoorstel als een belangrijke stap in het aanpakken van de misstanden bij arbeidsmigranten. Dat is een stap die wat ons betreft al veel eerder gezet had kunnen en moeten worden, maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wij hebben echter, zoals gezegd, wel zorgen over de uitvoering en de handhaving en dus wij kijken uit naar de beantwoording van de minister.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Bakker-Klein van het CDA.