Plenair Van Wijk bij behandeling Verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel



Verslag van de vergadering van 25 november 2025 (2025/2026 nr. 09)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.57 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Wijk i (BBB):

Voorzitter. BBB was nog geen onderdeel van deze Kamer toen de Wet toekomst pensioenen, de Wtp, in mei 2023 in dit huis werd behandeld. BBB gaat vandaag de Wtp niet inhoudelijk behandelen. BBB heeft wel inhoudelijke vragen gesteld over onderhavige wet. BBB dankt de minister hartelijk voor de beantwoording ervan. Vandaag gaan wij in op de beantwoording en op de actualiteit.

De Wet toekomst pensioenen is een bijzonder technische wet, maar pensioen gaat niet over techniek. Het gaat over vertrouwen, uitgesteld loon, en rechtvaardigheid tussen generaties. De BBB ziet het belang van een zorgvuldige transitie, maar zorgvuldigheid vereist meer dan de verschuiving van een uiterste deadline. Zij vereist controleerbaarheid, transparantie en bescherming van deelnemers. Wij zien daar grote risico's. Ofwel, extra tijd leidt niet tot een beter stelsel.

De evenwichtigheidstoets is een van de zorgpunten van de BBB. We lezen afgelopen tijd steeds vaker dat pensioenfondsen vaak in de laatste fase van het transitieproces alsnog besluiten om extra verschuivingen van vermogen naar jongeren door te voeren. Dat roept bij ons wezenlijke vragen op. Zelfs vandaag nog lezen wij dat het ABP-bestuur voor 3,7% aan vermogen verschuift naar de solidaire regeling. BBB vraagt de minister of zij onze zorgen deelt.

In hoeverre was deze vermogensverschuiving onderdeel van het oorspronkelijke transitieplan, waar slapers en gepensioneerdenverenigingen hoorrecht op hadden? Of zijn dit besluiten die men pas later nam, buiten het zicht van deze groepen die er mogelijk nadeel van ondervinden? In hoeverre zijn de slapers en de gepensioneerdenverenigingen betrokken bij de aanvullende besluitvorming? Hoe beoordeelt de minister dit in relatie tot het beginsel van evenwichtigheid? Hoe kan evenwichtigheid in dit kader uitgelegd worden naar de deelnemers? Wij vragen dit via de voorzitter aan de minister.

Dan communicatie, altijd een groot goed in ons mooie land, en het toezicht daarop door de AFM. De minister geeft aan dat de AFM ook vooraf al toezicht houdt, maar de AFM heeft aangegeven pas achteraf toezicht te houden. Ook kan de AFM achteraf pas sancties opleggen. In de praktijk zien we dat de AFM zich keer op keer genoodzaakt voelt te waarschuwen aan de hand van observaties uit de praktijk. Wat vindt de minister van bijvoorbeeld een verplichte uniforme communicatiestandaard die via een ministeriële regeling wordt ingevoerd? Deze standaard verplicht pensioenfondsen dan om deelnemers, bijvoorbeeld driemaal per jaar, een persoonlijke update te sturen over de transitievoortgang inclusief een duidelijke risicoanalyse, bijvoorbeeld van het risico op mogelijke fluctuatie in uitkeringen, en de vergelijking van het oude en het nieuwe stelsel op individueel level. Dit beperkt onduidelijkheid en onzekerheid. Dit bouwt draagvlak op en voorkomt juridische geschillen over misleiding, zoals gesignaleerd in recente peilingen waarin een meerderheid van de deelnemers meer inspraak eist. Graag een reflectie van de minister hierop.

Afgelopen weken nog wees de toezichthouder op het risico van onrealistische communicatie, zeker voor jongeren. Hij wees ook op het risico dat communicatie niet op tijd komt voor deelnemers die juist in die periode van baan kunnen wisselen, of die als zelfstandige verdergaan. Als deze mensen te laat geïnformeerd worden, lopen zij mogelijk tienduizenden euro's aan compensatie mis. Zonder tijdige en duidelijke informatie kunnen deze mensen financieel nadelige keuzes maken, terwijl zij formeel wel recht hebben op compensatie. De AFM benadrukt daarom dat communicatie niet alleen juist, maar ook tijdig en doelgroepgericht moet zijn. Maar de AFM, zo stelde ik net, kan geen sancties opleggen voordat communicatie plaatsvindt. Dat kan alleen achteraf, en dan is het te laat en liggen de risico's volledig bij de deelnemers. Is de minister bereid om de AFM meer bevoegdheden te geven om vooraf te kunnen ingrijpen, bijvoorbeeld met communicatie per doelgroepen, zodat niet pas na de schade kan worden gehandeld maar al voordat de schade ontstaat?

Een ander belangrijk onderwerp — anderen spraken er ook al over — is de rechtsbescherming van de deelnemers. Volgens de BBB hebben de deelnemers te weinig te zeggen over de transitie zelf. Ook als het eenmaal misgaat lijken de mogelijkheden voor deelnemers zeer beperkt. We lazen onlangs dat bijna alle bindende uitspraken bij de GIP in het nadeel van de deelnemers uitvallen. Volgens experts komt dat onder meer door het beperkte mandaat van de commissie. Zo is er een toetsingsverbod voor de GIP op de inhoud van de regeling. Heeft de minister aanvullende maatregelen overwogen om de GIP meer bevoegdheden te geven en dus meer rechtsbescherming voor deelnemers? Ziet de minister het risico dat deelnemers formeel wel rechtsbescherming hebben maar feitelijk niet?

Voorzitter. Een daadwerkelijke zorg van BBB is hoe deelnemers in deze ingewikkelde materie feitelijk nog geholpen kunnen worden. Ook maken wij ons zorgen om de mensen met pensioen bij verzekeraars. De regeringscommissaris waarschuwde onlangs dat voor 1,6 miljoen mensen — 1,6 miljoen! — een financiële strop kan ontstaan als werkgevers niet tijdig overstappen. De commissaris riep werknemers op om naar hun baas te gaan om die aan te sporen, maar het zijn juist de werknemers die uiteindelijk de risico's dragen. Hoe worden werkgevers en met name de kleinere werkgevers effectief geholpen in dat proces? Is de transitie wel betaalbaar en uitvoerbaar voor deze groep van werkgevers, en dan met name de kleinere werkgevers?

Als dat niet zo blijkt te zijn, waar kunnen werknemers dan terecht als zij schade lijden door een niet-tijdige overstap? Wat gaat de regering doen om te voorkomen dat deze mensen straks de dupe worden van capaciteitstekorten of ingewikkelde procedures die buiten hun invloed liggen? Dit zijn geen theoretische risico's; het is wat nu al zichtbaar wordt in de praktijk. De vraag die daarbij hoort en die wij de minister zeer nadrukkelijk willen stellen, is: hoe wordt voorkomen dat de rekening uiteindelijk bij de deelnemers terechtkomt, terwijl zij nauwelijks zeggenschap hebben of hebben gehad in het proces?

Voorzitter. Dan de tijdsduur. In de sector wordt breed erkend dat de wet complex is en dat de eerste koploperfondsen al laten zien dat er problemen zijn. We lezen dat de communicatie over de uiteindelijke hoogte van de uitkeringen bij de koplopers te laat is gekomen, dat de nazorg veel intensiever is dan vooraf werd geopperd, en dat pensioenfondsen hun planning steeds verder naar achteren schuiven. Ik hoorde ook collega's over dit tijdsaspect praten. Waarom wachten we niet met nieuwe grote stappen totdat de koplopers zijn uitgekristalliseerd, zodat we kunnen leren van wat er in de praktijk misgaat? Zonder dat de systemen stabiel zijn en de communicatie op orde is, blijft het een risicorace tegen de klok. Via de voorzitter vraagt BBB aan de minister wat er wordt gedaan met de actuele inzichten, bijvoorbeeld van de koplopers. Leren wij van de lessons learned? Zijn er al lessons learned?

Tot slot wil ik het hebben over de kosten. De minister blijft erop wijzen dat de kosten niet hoger zijn dan de in eerste instantie geraamde 1 miljard. Maar wij zien keer op keer een bericht dat de kosten uit de pas lopen, administratieorganisaties meer geld nodig hebben voor de transitie en de kosten gewoonweg hoger zijn dan men eerder aannam. Wij begrijpen dat een transitie geld kost, maar is de minister in dit geval ook bereid om in de Transitiemonitor een overzicht van de kosten, zoals de transitiekosten, op te nemen?

Voorzitter, u hoort het, bij BBB zijn er nog altijd veel zorgen en vragen. Wij kijken uit naar de beantwoording. Afhankelijk daarvan overweegt BBB om in de tweede termijn moties in te dienen.

Dank.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Beukering van de fractie-Beukering.