Dinsdag 9 juli 2024, commissie Binnenlandse Zaken (BIZA)

Beslispunten

• - 

  wenst de commissie de motie-Rietkerk (36195, E) als 'uitgevoerd' aan te merken?
• - 

  wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 14 juni 2024 in schriftelijk overleg te treden met de regering?

Toelichting

Op 7 november 2023 werd het plenair debat gevoerd over het initiatiefvoorstel-Nijboer en Grinwis Wet vaste huurcontracten (36195). Na afloop van dit debat is de motie-Rietkerk (36.195, E ) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht te bezien hoe de mogelijkheden voor hospitaverhuur kunnen worden verruimd en tevens werd verzocht de Eerste Kamer daarover in het voorjaar van 2024 te rapporteren.

Bij brief van 1 maart 2024 (36195, I) ging de minister in op de uitvoering van de motie-Rietkerk (CDA) over hospitaverhuur (36195, E):

"Omdat ook ik het bevorderen van hospitaverhuur belangrijk vind, wil ik conform de genoemde motie bekijken welke mogelijkheden er zijn om hospitaverhuur te stimuleren en daarbij bekijken of er belemmeringen in de wetgeving moeten worden weggenomen. Bij het onderzoek naar een potentiële wetswijziging kijk ik bijvoorbeeld of het huurcontract, in het geval van hospitaverhuur, eenvoudiger beëindigd kan worden bij verkoop van de woning. Ook onderzoek ik of er verdere wijzigingen nodig zijn, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan het invoeren van een specifiek tijdelijk huurcontract voor hospitaverhuur. Wij zijn op dit moment in gesprek met alle stakeholders; hierbij worden de belangen van alle betrokken partijen gewogen, waaronder het belang van de bescherming van de huurders. Ik zal uw Kamer voor de zomer van 2024 nader informeren over mijn bevindingen en de beoogde uitwerking van deze wetswijziging"

De brief van 14 juni 2024 die nu (opnieuw) ter bespreking is geagendeerd, betreft de door de minister in het vooruitzicht gestelde brief en geeft invulling aan de motie-Rietkerk (36.195, E). Zij kwam reeds ter sprake in het debat over het Wetsvoorstel betaalbare huur op dinsdag 18 juni 2024. Dit agendapunt is op 25 juni jl. aangehouden tot heden.

Beslispunt

• - 

  welke fracties leveren heden inbreng voor schriftelijk overleg?

Toelichting

Tijdens de behandeling van de Wet toekomst pensioenen (Wtp; 36067) is de motie-Crone met algemene stemmen aangenomen, waarin de regering is verzocht om binnen afzienbare tijd ook de pensioenen voor politici volgens de Wtp vorm te gaan geven. Vooruitlopend op de nodige wetgeving, informeerde de minister van BZK de Kamer over de keuzes die het kabinet in reactie op de motie heeft gemaakt. Naar aanleiding van deze brief (36067/28.479, BQ) heeft uw commissie op 11 juni jl. besloten dat de motie-Crone c.s. (36067, AO) deels is uitgevoerd. Zodra de door de minister in het vooruitzicht gestelde acties zijn voltooid, kan de motie als uitgevoerd worden beschouwd. Tevens is op 11 juni besloten om heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg naar aanleiding van de brief met bijlagen van de minister van BZK (36.067/28.479, BQ).

Beslispunten

• - 

  wenst de commissie de status van de toezegging, thans 'deels voldaan', ongewijzigd te handhaven?
• - 

  wenst de commissie in schriftelijk overleg te treden n.a.v. de brief van 25 juni 2024?

Toelichting

In uw commissievergaderig van 25 juni jl. hebt u beraadslaagd over de brieven (en adviezen) van de staatssecretaris van BZK met betrekking tot de Woo-invoeringstoets. Deze brieven zijn op dat moment voor kennisgeving aangenomen. Voorts heeft de staatssecretaris van BZK de Kamer op 25 juni 2024 een brief doen toekomen die onder andere ziet op de fasering van de actieve openbaarmaking van documenten onder de Woo. Tijdens de plenaire behandeling van de Woo heeft de minister van BZK de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer (D66), toegezegd de Kamer te informeren over de gefaseerde inwerkingtreding van de actieve openbaarmaking (T03362, status: deels voldaan). Met de brief van 25 juni informeert de staatssecretaris de Kamer hierover. Gelet op het feit dat actieve openbaarmaking gefaseerd wordt ingevoerd en nog niet is voltooid, wordt ambtelijk voorgesteld de toezegging op 'deels voldaan' te laten staan, in afwachting van een volgende voortgangsbrief.

Nota Bene Zoals bekend worden ook de vergaderstukken van de Eerste Kamercommissies (art. 3.3, lid 2, onderdeel b van de Woo) sedert 21 juni jl. actief openbaar gemaakt. De Kamer loopt daarbij vooruit op de in de brief geschetste planning.

Beslispunten

• - 

  kan de commissie met de ontvangst van de brief van de minister van BZK van 25 juni 2024 toezegging T03470 als voldaan aanmerken?
• - 

  wenst de commissie in overleg te treden met de minister van BZK naar aanleiding van voornoemde brief?

Toelichting

Bij brief van 15 februari 2024 informeerde de minister van BZK - mede namens de minister van Defensie - de Kamer over de vraag of de Nederlandse regering bereid is om de aan oud-premier Hendrikus Colijn verleende Militaire Willems-Orde in te trekken. Deze informatie werd verstrekt naar aanleiding van toezegging T03470, die gedaan was door de minister van J&V tijdens het plenaire debat over de staat van de rechtsstaat (35925 VI).

Uw commissie heeft n.a.v. deze brief de status van de toezegging gewijzigd in 'deels voldaan'. Deze toezegging bevat namelijk nog negen andere vragen van het lid Nicolaï (PvdD) waarop de minister in de brief van 15 februari jl. niet was ingegaan. De minister heeft daarom de Kamer op 25 juni jl. een brief gestuurd met een reactie op de nog openstaande vragen van het lid Nicolaï. Desgewenst zou de commissie kunnen besluiten te toezegging als 'voldaan' aan te merken.

Beslispunt:

• - 

  kan de commissie instemmen met de beide voorstellen van de voorbereidingsgroep, inzake invoeringstoetsen én een mogelijke adviesaanvraag aan de ROB?
• - 

  zo ja, kan de commissie instemmen met de bijgevoegde conceptbrief met bijlage aan de Kamervoorzitter ter doorgeleiding naar en vaststelling door de plenaire veradering op dinsdag 10 september a.s. (hamerstuk of stemming)?

Toelichting

Uw commissie heeft - op initiatief van het lid Van der Goot (OPNL) - op 16 april 2024 een openbare deskundigenbijeenkomst over bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden georganiseerd. Deze bijeenkomst is hier terug te kijken.

Een groepje Kamerleden uit uw commissie (= de voorbereidingsgroep) heeft zich vervolgens gebogen over de mogelijke follow-up van deze bijeenkomst en daartoe twee voorstellen geformuleerd, zie bijgevoegde notitie. Een van de voorstellen is die van een adviesaanvraag van de Kamer aan de ROB op basis van artikel 17 van de Kaderwet adviescolleges. Mocht de commissie hiertoe wensen te besluiten dan is een conceptbrief aan de Kamervoorzitter met bijlage ter vaststelling aan dit agendapunt gevoegd.

Kabinet Schoof I

Het ministerie van BZK kent de volgende bewindspersonen met portefeuilles die momenteel (deels (bijvoorbeeld m.u.v. digitalisering (commissie Digitalisering) of de Omgevingswet (commissie IWO)) tot het werkterrein van de commissie BIZA behoren:

• - 

  minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Judith Uitermark;
• - 

  minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Mona Keijzer;
• - 

  staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Koninkrijksrelaties en Digitalisering, Zsolt Szabó;

Nieuw geplaatst bij het ministerie van Binnenlandse Zaken is de staatssecretaris Herstel Groningen, Eddie van Marum. Deze portefeuille wordt op dit moment in de Eerste Kamer behandeld door de commissie EZK.

Tot het werkterrein van de commissie BIZA behoort ook dat van de minister-president, minister van Algemene Zaken, Dick Schoof.

De introductiedossiers van de betreffende ministeries en de CV's en takenpakketten van de bewindspersonen zijn bijgevoegd.

CTIVD toezichtsrapporten nrs. 77 en 78 over de inzet van journalisten als agent

De ministers van BZK en van Defensie hebben bij brief van 28 juni 2024 de Kamer rapporten nrs. 77 en 78 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) aangeboden over de inzet van journalisten als agent bij de AIVD en de MIVD.