Dinsdag 10 december 2024, commissie Binnenlandse Zaken (BIZA)

Beslispunt

Welke leden leveren heden inbreng voor schriftelijk overleg met de regering?

Toelichting

Op 18 november jl. stuurde de minister van BZK de Kamer een brief met de evaluatie van het experiment met een nieuw stembiljet, waarin zij tevens inging op twee toezeggingen: T03427 en T03429 (zie bijlagen). In uw commissievergadering van 3 december jl. hebt u de ambtelijke adviezen voor wat betreft de status van de toezeggingen gevolgd en besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.

Beslispunt

Kunt u ermee instemmen dat uw Kamercommissie t.z.t. (besloten) gesprekken voert met vertegenwoordigers van de Raad van State en de Raad voor het Openbaar Bestuur over de thema's 'uitvoerbaarheid' van voorgenomen wet- en regelgeving en 'doenvermogen van burgers'?

Toelichting

In uw commissievergadering van 19 november jl. heeft u - terugblikkend op het gesprek met leden van de stuurgroep 'Staat van de Uitvoering 2024' - onder andere als volgt besloten:

"Besloten wordt dat de voorbereidingsgroep van het gesprek opnieuw bijeenkomt om verdere stappen te bespreken om te komen tot standaardisering van de opzet van uitvoeringstoetsen. Daarbij zal zo nodig nogmaals afstemming worden gezocht met leden van de stuurgroep 'Staat van de Uitvoering 2024' en met de commissie voor de werkwijze van de Tweede Kamer."

Inmiddels is de voorbereidingsgroep bijeengeweest en heeft zij (met als doel te komen tot verbetering en standaardisering van de uitvoerbaarheidstoetsen) besloten tot het voeren van gesprekken met:

• 1) 

  leden van het managementsteam van het programma Werk aan Uitvoering. In dit team zitten ambtenaren verantwoordelijk voor de kwaliteit en opzet van de uitvoerbaarheidstoetsen die door de regering worden uitgevoerd bij het maken van nieuwe wetgeving.
• 2) 

  leden van de stuurgroep verantwoordelijk voor de 'Staat van de Uitvoering 2024'. Dit vervolggesprek is er vooral op gericht scherp te krijgen hoe de inbreng van uitvoeringsorganisaties bij de totstandkoming van uitvoerbaarheidstoetsen kan worden versterkt.

De voorbereidingsgroep stelt voor dat de voltallige commissie BIZA vervolgens twee besloten gesprekken voert met vertegenwoordigers van de Raad van State en de Raad voor het Openbaar Bestuur over het thema 'uitvoerbaarheid' en 'doenvermogen van burgers', toegespitst op de vraag hoe de toets hierop bij het maken van nieuwe wetgeving kan worden versterkt.

Voorts heeft de voorbereidingsgroep het voornemen op een geëigend moment in dit proces ook contact te zoeken met Tweede Kamerleden. Beide Kamers maken immers gebruik van dezelfde uitvoerbaarheidstoetsen. Ambtelijk is over dit onderwerp reeds contact gelegd met de staf van de Tweede Kamercommissie BIZA.

Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050

Het lid Dittrich (D66) informeerde in de commissievergadering van 3 december jl. naar de stand van zaken voor wat betreft het gesprek met de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Dit onderwerp is primair belegd bij de commissie SZW. In de SZW-commissievergadering van 11 juni jl is het volgende besloten: 'De commissie besluit de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen uit te nodigen voor een gesprek, te voeren na afronding van de beraadslaging in de Tweede Kamer, c.q. na het zomerreces. Het gesprek zal worden opengesteld voor deelname van leden van andere commissies.'.

Tweede Kamer

Op woensdag 4 december 2024 debatteerde de Tweede Kamer met de minister van SZW, de minister van A&M en de minister van VRO over het rapport van de staatscommissie en de kabinetsappreciatie. Het debat wordt op een nader te bepalen datum voortgezet.

NB. In de zomer van 2024 is bovendien een aanvulling op het rapport verschenen inzake Caribisch Nederland.

Concept-commissiebrief inzake beantwoording voorlopige verslagen grondwetswijzigingen

Ter informatie is de concept-commissiebrief bijgevoegd met daarin het verzoek aan de minister van BZK om de vragen uit de voorlopige verslagen bij de twee grondwetsvoorstellen (35532en 35533) te beantwoorden. Deze brief zal na de commissievergadering verstuurd worden.