1.Vaststellen agenda
2.34031, P
Brief van de staatssecretaris van OCW over voortgang wijziging toegestane percentage onderwijstijd in vreemde taal; Aanbieden van onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal voor het primair onderwijs
Beslispunt
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 22 november 2024 met de staatssecretaris in overleg te treden?
-
-Hoe oordeelt de commissie over de status van toezegging T02151?
Toelichting
Op 22 november 2024 heeft de commissie een brief ontvangen van de staatssecretaris van OCW over de voortgang van de wijziging van het toegestane percentage onderwijstijd in een vreemde taal. Er is besloten om de wettelijk toegestane onderwijstijd in een vreemde taal (Engels, Frans of Duits) te verruimen middels een wijziging van artikel 4.2 van het Inrichtingsbesluit WPO. De staatssecretaris deelt de Kamer mede dat de internetconsultatie voor de wijziging van het Inrichtingsbesluit WPO is gestart. De staatssecretaris gaat in de brief tevens in op toezegging T02151 aan de Kamer.
T02151
Kamerlid: Van Bijsterveld (CDA) en Kops (PVV).
Toezegging: De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Bijsterveld (CDA) en Kops (PVV), toe het percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal pas te wijzigen na discussie met de Kamers over de resultaten van de evaluaties.
Reactie minister: "Op 18 december 20231 heb ik u geïnformeerd over het besluit van mijn ambtsvoorganger om het wettelijk toegestane percentage onderwijstijd in een vreemde taal te wijzigen van 15 procent naar maximaal 50 procent. Conform de toezegging in 2015 aan de leden Van Bijsterveld (CDA) en Kops (PVV), bent u hiervan op de hoogte gesteld en heeft u de resultaten van de pilot tweetalig primair onderwijs ontvangen."
Ambtelijk advies: Toezegging aanmerken als voldaan. Op 18 december 2023 en 16 januari 2024 besloot de commissie de status van de toezegging als openstaand te handhaven, in afwachting van de toezending van informatie over de wijziging van het Inrichtingsbesluit WPO. Deze informatie is met de brief ontvangen. In de internetconsultatie vindt de commissie alle informatie over het voorgenomen Besluit tweetalig primair onderwijs. Omdat dit Besluit niet bij de Kamers hoeft te worden voorgehangen, ontvangt de commissie geen verdere informatie meer van de staatssecretaris.
Bespreking brief en bepaling status toezegging
3.Toezegging T03751
Brief van de minister van OCW over agenda audiovisueel aanbod “Verbeelding door inzicht, talentontwikkeling en samenwerking”; Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product
Beslispunt
-
-Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T03751?
Toelichting
Op 7 november 2024 heeft de commissie een brief ontvangen van de minister van OCW over de agenda audiovisueel aanbod “Verbeelding door inzicht, talentontwikkeling en samenwerking”. Deze agenda beoogt een hechtere samenwerking tussen publieke en private partijen. De agenda omvat de implementatie van de investeringsverplichting, een stimuleringsmaatregel die gericht is op het bevorderen van Nederlandse culturele audiovisuele producties. In de brief wordt ingegegaan op een aantal gedane toezegingen aan de Kamer tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product (36 176) op 24 oktober 2023. Tijdens de commissievergadering van 26 november 2024 besloot de commissie de bespreking van toezegging T03751 twee weken aan te houden.
Toezegging T03751
Kamerlid: Veldhoen (GroenLinks-PvdA)
Toezegging: De staatssecretaris Cultuur en Media zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks-PvdA), toe dat zij de streamers opnieuw zal vragen om inzicht te geven in de investeringscijfers over de jaren vóór 2024. Deze cijfers worden de Kamer toegezonden.
Reactie minister (p. 3): "Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer heeft het lid Veldhoen (GroenLinks-PvdA) gevraagd om inzicht te geven in investeringscijfers van vóór 2024. Aan dit verzoek kan ik niet voldoen omdat er geen wettelijke grondslag is [zoals vernoemd in de brief aan de Staten-Generaal van 20 juni 2024]. De investeringsverplichting is namelijk in 2024 in werking getreden en de wettelijke verplichting voor de betreffende streamers om informatie te verschaffen (aan het Commissariaat voor de Media) geldt dus ook pas vanaf die datum. De investeringscijfers vanaf 2024 zullen in de jaarlijkse rapportage aan de Staten-Generaal worden opgenomen (zie onder ‘evaluatieontwerp’). De streamingsdiensten wijzen er tevens op dat een deugdelijke benchmark wordt bemoeilijkt door de uitzonderlijke jaren 2020-2023 (coronapandemie) en op het feit dat de Nederlandse streamingindustrie nog relatief jong is. Ze zijn daarom van mening dat vergelijkingen tussen jaren beter gestart kunnen worden vanaf het jaar van de introductie van de investeringsverplichting. Gelet op de wettelijke onmogelijkheid en voornoemde feitelijke beperkingen, begin ik de vergelijking van data en cijfers in het voorgestelde evaluatieontwerp vanaf 2024."
Ambtelijk advies: Aan de toezegging is niet voldaan omdat de minister stelt dat dit niet kan. De commissie kan de toezegging afvoeren of de toezegging als openstaand blijven aanmerken en de deadline verschuiven naar 1 juli 2025. Geadviseerd wordt om in het tweede geval in schriftelijk overleg te treden met de minister om te bezien of de toezegging alsnog op enigerlei wijze kan worden nagekomen.
Bespreking brief
4.36600 VIII
Brief van de minister van OCW over (deels) openstaande moties en toezeggingen
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 6 december 2024 met de minister in overleg te treden?
-
-Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van de motie-Koffeman c.s. (36.200, P)?
-
-Kan de commissie instemmen met de ambtelijke adviezen betreffende de status van de toezeggingen?
Toelichting
Motie-Koffeman c.s. (36.200, P)
Kamerlid: Koffeman (PvdD)
Motie: In deze motie wordt de regering verzocht om studenten van de pechgeneratie op een behoorlijke wijze te compenseren voor de door hen betaalde of te betalen rentelasten.
Reactie minister: "Het vorige kabinet heeft de Eerste Kamer geïnformeerd dat zij voornemens was deze motie niet uit te voeren. Dat is gebeurd in de brief van 6 december 2022 (Kamerstukken I 2022/2023, 35788, AB) en op 24 mei 2023 met de brief Verslag van een nader schriftelijk overleg (met reactie op nadere vragen) over de herinvoering van de basisbeurs en tegemoetkoming van huidige studenten zonder basisbeurs (Kamerstukken I 2022/23, 35788, nr. AF). In het regeerprogramma van dit kabinet is een extra tegemoetkoming opgenomen voor leenstelselstudenten. Met dit voornemen acht het kabinet deze motie alsnog uitgevoerd."
Ambtelijk advies: Oordeel commissie. In het regeerprogramma is hierover opgenomen: "We stellen vanaf 2027 in totaal €1,4 miljard beschikbaar voor een extra tegemoetkoming voor studenten die studeerden onder het sociaal leenstelsel. Dat geld komt bovenop de eenmalige tegemoetkoming van maximaal €1.580 die vanaf 2025 per student wordt uitgekeerd zodra zij hun diploma halen, en de tegemoetkoming van €2020 die de studievoorschotvoucher vervangt, voor studenten die tussen studiejaar 2015/16 en 2018/19 zijn begonnen met studeren (zodra zij hun diploma halen)."
De minister gaat ook in op de motie-Gerkens (SP) c.s. over digitale geletterdheid op lerarenopleidingen. Deze motie ligt op het terrein van de commissie DIGI.
***
T02334
Kamerlid: Bruijn (VVD)
Toezegging: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bruijn (VVD), toe de algemene maatregel van bestuur over de hoofdlijnen van de begroting voor het mbo te zijner tijd bij de Eerste Kamer voor te hangen.
Reactie minister: "De minister heeft zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer op 9 september 2021 in de brief over de evaluatie van de wet versterking bestuurskracht in het mbo en het hoger onderwijs geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34251, nr. J) en (Kamerstukken II 2021/22, 34251, nr. 95)."
Ambtelijk advies: Status toezegging handhaven als openstaand en deadline verplaatsen naar 1 juli 2025. Na de ontvangen brief van 9 september 2021 stond toezegging T02334 op 12 juli 2022 weer geagendeerd in kader van de reactie van de minister op het halfjaarlijkse rappel met betrekking tot de toezeggingen en moties. De minister stelde toen omtrent deze toezegging dat "de MBO-sector heeft gekozen voor zelfregulering. Om die reden is geen aanleiding voor het vaststellen van een AMVB." Geadviseerd werd toen om de toezegging als openstaand te blijven aanmerken. De regering is niet verplicht om een algemene maatregel van bestuur te maken. Mocht dat echter wel gebeuren ('te zijner tijd', aldus de toezegging), dan heeft de toezegging nog nut. De commissie kan haar daarom open laten staan.
***
T02448
(zie agendapunt 6)
***
De navolgende toezeggingen aan diverse Kamerleden hangen nauw samen:
T03060
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Veldhoen (GroenLinks), Pijlman (D66) en Vos (PvdA), toe onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar duurzame versterking van de publieke omroep, zowel wettelijk als financieel, en gelet op het internationale krachtenveld. Het onderzoek naar erkenningenhouders maakt hier deel van uit. Over het voornemen tot het doen van onderzoek wordt de Eerste Kamer geïnformeerd en zij wordt in de gelegenheid gesteld om een reflectie op de onderzoeksopzet te geven.
T03062
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Pijlman (D66) en Bikker (ChristenUnie), toe de proeve van een nieuwe omroepstelsel ook naar de Eerste Kamer te sturen en daarin aandacht te besteden aan objectiveerbare criteria.
T03080
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe om het onderzoek naar de veiligheid van journalisten uit te breiden met een onderzoek naar nepnieuws en desinformatie bij de publieke omroep.
T03082
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks), toe om de Eerste Kamer op de hoogte te brengen indien blijkt dat niet alle inkomsten bij de publieke omroep worden meegenomen in het onderzoek naar de financiering van de publieke omroep.
T03480
De Staatssecretaris voor Cultuur en Media zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer (D66) over de status van een eerdere toezegging aan het lid Pijlman (D66) om te onderzoeken of er binnen de Mediawet voldoende mogelijkheden zijn om desinformatie bij de publieke omroep tegen te gaan, toe dit mee te nemen in de beleidsdoorlichting media en de Eerste Kamer over de resultaten te informeren.
Reactie minister: De Eerste Kamer is op 16 november 2023 over deze toezegging geïnformeerd met de brief 'Rapport Adviescollege Van Geel ‘Eenheid in veelzijdigheid’' (Kamerstukken I, 2023/24, 32827, nr. F).
Ambtelijk advies: er is geen aanleiding de status van deze toezeggingen te wijzigen. De commissie heeft eerder besloten de beleidsreactie op het eindrapport van het Adviescollege Publieke Omroep af te wachten, alsook de beleidsreactie op de beleidsdoorlichting media.
***
T03479
(betreft een toezegging van de commissie J&V)
5.36600 VIII
Brief van de staatssecretaris van OCW over (deels) openstaande moties en toezeggingen
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 6 december 2024 met de staatssecretaris in overleg te treden?
-
-Kan de commissie instemmen met de ambtelijke adviezen betreffende de status van motie-Doornhof c.s. en toezegging T02461?
Toelichting
Motie-Doornhof c.s. (35.671, G)
Kamerleden: Doornhof (CDA) en Pijlman (D66)
Motie: In deze motie wordt de regering verzocht om te waarborgen dat binnen Stichting Cito de uitvoering van de taak om de overheidstoets aan te bieden, organisatorisch is gescheiden van de uitvoering van haar overige taken.
Reactie staatssecretaris: "De Eerste en Tweede Kamer zijn op 3 april 2023 geïnformeerd over deze motie met de brief 'Schooladvisering en doorstroomtoetsen primair onderwijs (po) 2023' (Kamerstukken I en II 2022/23, 31293, nr. 666). De regering blijft verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorwaarden aan de doorstroomtoetsen die in de wet- en regelgeving zijn opgenomen. En kan daardoor in het primair onderwijs, net als bij de examens, sturen op de kwaliteit en de inhoud. Voor de beoordeling of een specifieke doorstroomtoets voldoet aan de gestelde eisen is deskundigheid en onafhankelijkheid vereist. Daarom zijn de genoemde taken bij het CvTE en stichting Cito belegd. Ik blijf alert op de concentratie van taken bij het CvTE en stichting Cito, en evalueer deze met regelmaat. Ook in de opdrachtverlening aan stichting Cito ter behoeve van het ontwikkelen van de overheidsdoorstroomtoets is het een continu aandachtspunt dat de uitvoering van deze taak organisatorisch gescheiden blijft van de uitvoering van de overige adviestaken van stichting Cito."
Ambtelijk advies: Status motie als uitgevoerd aan te merken.
***
T02461:
Kamerleden: Bruijn (VVD), Schalk (SGP), Sent (PvdA)
Toezegging: De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bruijn (VVD), Schalk (SGP) en Sent (PvdA), toe de evaluatie van de wet ook naar de Eerste Kamer te sturen. In de evaluatie wordt mede ingegaan op de additionele mogelijkheden om kleine scholen in stand te houden en op het aantal scholen dat gebruikmaakt van de mogelijkheid om een samenwerkingsschool te vormen. Daarbij wordt tevens aangegeven welk deel daarvan onder een bijzonder bestuur komt te vallen en welk deel onder een openbaar bestuur.
Reactie staatssecretaris: "In veel dunbevolkte gebieden worden scholen door krimp in leerlingaantallen met opheffing bedreigd. Om ervoor te zorgen dat ook in deze gebieden zowel openbaar als bijzonder onderwijs beschikbaar blijft, is in 2018 de wet Samen sterker door vereenvoudiging samenwerkingsschool (Wet samenwerkingsschool) in werking getreden. Deze wet beoogt de vorming van een samenwerkingsschool te vereenvoudigen. Op een samenwerkingsschool wordt tegelijk openbaar én bijzonder onderwijs verzorgd. In de eerste helft van 2024 heeft het Kohnstamm Instituut de wet geëvalueerd. De onderzoekers concluderen dat de vorming van een samenwerkingsschool door de wetswijziging eenvoudiger is geworden, met name door de versoepeling van de getalsnormen en vermindering van het regelwerk. Vorming van een samenwerkingsschool gaat soms ook samen met lastige zaken zoals weerstand bij ouders, het afscheid nemen van bepaalde vieringen of de angst voor een ongelijkwaardige positie binnen de school. Mijn ministerie gaat met de aanbevelingen van de onderzoekers aan de slag. De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd over deze toezegging via een aparte brief."
Ambtelijk advies: Status toezegging handhaven als openstaand. De deadline verplaatsen naar 1 januari 2025, in afwachting van de door de staatssecretaris genoemde aparte brief.
6.Toezegging T02448
Brief van de minister van OCW over opname van eindevaluatie uitbreiding promotierecht in rapport 'Balans van de Wetenschap'; Bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Beslispunt
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 6 december 2024 met de minister in overleg te treden?
-
-Kan de commissie ermee instemmen de status van toezegging T02448 ongewijzigd te laten en de deadline te verschuiven naar 1 januari 2027?
Toelichting
De thans geagendeerde brief dient ter nakoming van de toezegging om de eindevaluatie van de uitbreiding van het promotierecht op te nemen in het rapport ‘Balans van de Wetenschap’ van het Rathenau Instituut. De minister biedt het genoemde rapport aan en kondigt voor 2027 een evaluatie aan gericht op de doorwerking van het verruimde promotierecht op het wetenschapssysteem als geheel. In afwachting van deze evaluatie kan de commissie de status van de toezegging (thans: deels voldaan) ongewijzigd laten en de deadline verschuiven naar 1 januari 2027.
Bespreking brief en bepaling status toezegging
7.European Gender Equality Week
Beslispunt
Hoe wenst de commissie de brief van de ondervoorzitter van het Europees Parlement te behandelen?
Toelichting
Bij de vergadering van 26 november 2024 was de brief van de ondervoorzitter van het Europees Parlement over de European Gender Equality Week (9-13 december 2024) ter kennisneming bijgevoegd. Het lid Belhirch (D66) vroeg tijdens deze vergadering de griffie na te gaan of iemand van de Eerste Kamer naar de bijeenkomst(en) van het Europees Parlement wordt afgevaardigd.
Nadere bestudering en navraag hebben opgeleverd dat dit niet de insteek van de brief is, ook al spreekt deze van een invitation . De ondervoorzitter van het Europees Parlement vraagt in de brief aan nationale parlementen om zelf activiteiten op het gebied van gendergelijkheid te organiseren ("hearings, conferences, seminars, publications, presswork or any other action addressing gender equality issues").
Het lid Belhirch vroeg de griffie hierop de brief nogmaals te agenderen in de eerstvolgende vergadering om de inzet van de Eerste Kamer te bespreken.
De commissie OCW van de Tweede Kamer heeft de oproep inmiddels voor kennisgeving aangenomen. Gelet op het korte tijdsbestek lijkt het lastig om als Eerste Kamer op korte termijn een activiteit te organiseren rondom de European Gender Equality Week; wellicht kan het thema betrokken worden bij de begrotingsbehandeling.
Het voorlopige programma met activiteiten is hier te raadplegen.
Bespreking
8.Mededelingen en informatie
-
A.Vijfde voortgangsbrief Masterplan basisvaardigheden
Op 4 december 2024 ontving de commissie OCW de vijfde voortgangsbrief Masterplan basisvaardigheden van de staatssecretaris van OCW.
Het gaat om een integrale en langjarige aanpak waarmee de regering in vijf jaar tijd willen zorgen voor een grote verbetering in de leerprestaties. In het kader van het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs krijgt deze beweging nog een extra impuls.
-
B.Uitstel stemmingen begrotingen
De Tweede Kamer heeft donderdag 5 december jl. besloten de stemmingen over alle begrotingen uit te stellen tot donderdag 12 december aanstaande. Bijgevolg kan de commissie OCW pas 17 december aanstaande de procedure van de OCW-begroting behandelen. Eerder gaf zij aan te verwachten behoefte te hebben aan een begrotingsdebat.