2.36600 XVI
Begrotingsstaten Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025
Beslispunt
Hoe wenst de commissie het begrotingswetsvoorstel te behandelen?
-
1.een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
-
2.te volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of stemming) of
-
3.te volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair).
NB - Mocht de commissie besluiten tot optie 2 (blanco verslag en stemming/afdoen als hamerstuk), dan wordt in principe het goede gebruik gevolgd dat aan het einde van de laatste plenaire vergadering voor het kerstreces eventuele hamerstukken en stemmingen over wetsvoorstellen, waartoe diezelfde dag is besloten door de commissies, worden afgehandeld, tenzij de commissie aangeeft het begrotingsvoorstel pas in een volgende plenaire vergadering te willen afhandelen.
Toelichting
In de commissievergadering van 5 november 2024 heeft u na een inventarisatie geconstateerd dat naar uw voorlopige inschatting een plenair debat over de VWS-begroting 2025 (36600 XVI) volgens twee fracties (D66 en SP) wenselijk is (zie punt 5 van de Korte aantekeningen VWS van 5 november 2024 - bijgevoegd).
Achtergrond
-
-Op 12 december jl. heeft de Tweede Kamer gestemd over alle begrotingswetsvoorstellen Hierdoor is de behandeling in de Eerste Kamer, ten opzichte van de oorspronkelijke planning, een week opgeschoven. In het College van Fractievoorzitters is het onderstaande procedurele kader aan de orde geweest.
-
-In artikel 2.25 Comptabiliteitswet 2016 is een regeling opgenomen voor het geval een begroting niet voor de start van het kalenderjaar is goedgekeurd.
-
-Lopend beleid dat ten grondslag ligt aan de begroting kan met terughoudendheid in uitvoering worden genomen. Voor nieuw beleid geldt in principe “niet, tenzij”. Voor dit “tenzij” is vereist dat uitstel naar de mening van de betreffende minister niet in het belang is van de Staat en dat hij de Kamers daarover moet hebben geïnformeerd.
-
-In artikel 4, derde lid, (en overweging 15) van de Europese Verordening inzake begrotingsregels (EU nr. 473/2013)1 staat dat de begroting jaarlijks uiterlijk voor de jaarwisseling wordt vastgesteld. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de overheid in staat blijft haar essentiële plichten te vervullen. Voor het geval behandeling voor de jaarwisseling niet lukt (“omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid"), dienen lidstaten te beschikken over uitgestelde begrotingsprocedures.
-
-Met het hiervoor genoemde artikel uit de Comptabiliteitswet 2016 is in zo’n uitgestelde begrotingsprocedure voorzien.
-
-In 2023 zijn, vanwege de Tweede Kamerverkiezing, slechts enkele begrotingen voor 2024 (5 van de 23) voor de jaarwisseling in de Eerste Kamer afgehandeld. De rest is behandeld in het lopende begrotingsjaar.
-
-In de Tweede Kamer wordt altijd over alle begrotingen gezamenlijk gestemd. De reden daarvoor is gelegen in het recht van amendement. Een wijziging van de ene begroting kan dan desgewenst worden gedekt met middelen op een andere begroting. Als al over een begrotingsvoorstel zou zijn gestemd door de Tweede Kamer, is die optie niet meer beschikbaar.
1 Verordening (EU nr. 473/2013) betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone. Zie artikel 4, derde lid, en overweging 15.
Procedure
Gewijzigd voorstel van wet (volgt zodra beschikbaar) - PDF wordt op een later moment toegevoegd
Amendement van het lid Tielen c.s. over middelen voor toezicht op illegale vapes (TK 36.600 XVI, 51)
3.Halfjaarlijks rappel moties en toezeggingen
Verslag schriftelijk overleg (36600 XVI, B)
Beslispunt
-
-Kan de commissie instemmen met de voorstellen uit het ambtelijk memo?
Toelichting
-
-Op 22 oktober 2024 is een halfjaarlijks rappel uitgegaan naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met een lijst van openstaande toezeggingen met rappeldatum 1 juli 2024. Om de uitvoering van aangenomen moties systematischer te gaan monitoren is op diezelfde datum ook een rappel aan de minister van VWS gezonden voor niet en gedeeltelijk uitgevoerde moties.
-
-Op 6 december 2024 hebben de minister van VWS en de staatssecretarissen van LMZ en JP&S schriftelijk gereageerd en de stand van zaken weergegeven met betrekking tot zowel de afdoening van de moties als de toezeggingen (36600 XVI, B).
-
-In de bijlage treft u een ambtelijk memo aan met een nadere toelichting en een ambtelijk voorstel per motie en toezegging over de - al dan niet te wijzigen - (uitvoerings)status van de motie en toezegging.
-
-In het rappel komen de volgende moties en toezeggingen aan de orde:
Moties
-
-35403, E: Backer (D66)
-
-35570, G: Kox (SP)
-
-35526, I: Van Hattem (PVV)
-
-35732, F: Nicolaï (PvdD)
-
-35695, E: Nicolaï (PvdD)
-
-25295, AS: Van Hattem (PVV)
-
-36202, K: Koffeman (PvdD)
-
-36200 XVI, L: Prast (PvdD)
-
-36410, L: Koffeman (PvdD)
-
-36418, W: Visseren-Hamakers (PvdD)
-
-36418, X: Visseren-Hamakers (PvdD)
Toezeggingen
-
-T02589: Nooren (PvdA) en Strik (GroenLinks)
-
-T03609: Verkerk (ChristenUnie)
-
-T03607: Krijnen (GroenLinks)
Bespreking verslag schriftelijk overleg en status moties en toezeggingen
4.Verbruiksbelasting alcoholvrije dranken en preventiebeleid voeding
Verslag nader schriftelijk overleg (32793/36418, K)
Beslispunten
-
-Wenst de commissie het verslag nader schriftelijk overleg (32793/36418, K) voor kennisgeving aan te nemen en, mede gelet op de vragen die recentelijk in het kader van de behandeling van het Belastingplan 2025 over verbruiksbelasting zijn gesteld (zie NB), de eventuele verdere behandeling van dit onderwerp (inclusief de besluitvorming over de status van de moties 36410, F; 36418 W en 36418, X) over te dragen aan de commissie Financiën?
of
-
-Wenst u naar aanleiding van het verslag nader schriftelijk overleg (32793/36418, K) vanuit de commissie VWS over te gaan tot een volgende ronde schriftelijk overleg en zo ja, met wie (staatsecretaris van Financiën-F&B of staatssecretaris van VWS-JP&S) en wanneer?
NB - In het kader van de behandeling van het Belastingplan 2025 (36602) zijn door diverse fracties vragen gesteld over verbruiksbelasting op alcolholvrije dranken en uitvoering van de motie Visseren-Hamakers (36418, X - invoering nultarief in de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken).
-
-In de op 29 november 2024 ontvangen nota naar aanleiding van het verslag (36602, F) is in onderdeel 27 gereageerd op deze vragen. Het kabinet acht het onwenselijk om in de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken een nultarief voor dranken zonder toegevoegde suikers op te nemen. Wel zegt het kabinet zich te beraden op de vraag of, en zo ja wanneer, de huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt omgezet naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank. Het kabinet geeft aan zich ervoor in te zetten om de Kamers in het voorjaar over dit besluit te informeren.
-
-In de op 6 december 2024 ontvangen nota naar aanleiding van het tweede verslag (36602, I) is in onderdeel 13 een uitvoerige reactie opgenomen over vervolgvragen over het onderwerp verbruiksbelasting.
-
-Het onderwerp verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken is tevens aan de orde gesteld bij de plenaire behandeling van het Belastingplan 2025 op 9 en 10 december 2024. Tijdens het debat zijn twee moties ingediend die verband houden met of raken aan het onderwerp verbruiksbelasting: 36602, Q (Visseren-Hamakers c.s.) en 36602, J (Holterhues c.s.).
-
-De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingsdienst heeft op 13 december 2024, mede namens de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, het verslag van de internetconsultatie inzake een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken aan beide Kamers aangeboden. Het kabinet wil de Kamers komend voorjaar informeren over de inzet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en neemt de input van de internetconsultatie hierbij mee. De aanbiedingsbrief en het verslag treft u aan in de bijlagen.
Toelichting
-
-Op 2 juli 2024 besprak de commissie VWS de brief van 27 juni 2024 van de toenmalige staatssecretaris van VWS (32793, G). Naar aanleiding daarvan heeft de commissie op 9 juli jl. een commissiebrief verzonden gericht aan de staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport, met een gelijkluidende versie gericht aan de staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, met het verzoek de Eerste Kamer ten aanzien van de uitvoering van de moties Koffeman c.s. (36410, F) en Visseren-Hamakers c.s. (36418, W en X) te informeren over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling als over het beoogde tijdpad.
-
-De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst en de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport hebben op 29 augustus op dit verzoek gereageerd (verslag schriftelijk overleg 32793/36418, H).
-
-Naar aanleiding van het verslag schriftelijk overleg is op 15 oktober 2024 door de fractie van JA21 (Baumgarten) inbreng geleverd voor nader schriftelijk overleg. De reactie op die nadere vragen staat heden ter bespreking geagendeerd (verslag nader schriftelijk overleg (32793/36418, K).
Achtergrond
-
-Naar aanleiding van de brief van de toenmalige staatssecretaris van VWS van 21 december 2023 (32793, C), waarmee de Kamer geïnformeerd is over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl, is een eerste ronde schriftelijk overleg gevoerd (verslag schriftelijk overleg 32793, D).
-
-Op 11 april 2024 zijn door de diverse fracties enkele nadere vragen gesteld. Naar aanleiding van de reactie daarop (verslag nader schriftelijk overleg; 32793, E) heeft de commissie op 28 mei 2024 inbreng geleverd voor een derde ronde schriftelijk overleg (verslag nader schriftelijk overleg 32793, G).
-
-In zijn reactie verwees de toenmalige staatssecretaris van VWS naar de contourenbrief gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte die op 26 april 2024 is gedeeld met de Eerste Kamer (36418 AO) en op 14 mei 2024 is besproken in de commissie Financiën.
-
-De contourenbrief bevat opties voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suikergehalte. Het demissionaire kabinet heeft de route van een contourenbrief gekozen vanwege haar demissionaire status, de verscheidenheid in politieke wensen – de aangenomen moties geven geen eenduidig beeld – en de nog te maken keuzes. De toenmalige staatssecretaris van VWS merkte op dat afhankelijk van de voorkeur voor één van de in de contourenbrief opgenomen opties het demissionaire kabinet deze desgewenst zou kunnen uitwerken in een wetsvoorstel.
-
-De vaste commissie voor Financiën heeft op 14 mei 2024 besloten om de brieven van de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst van 20 december 2023 en 26 april 2024 over (contouren voor) een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (36418, AG en 36418, AO) voor kennisgeving aan te nemen. Verder besloot zij om de behandeling van dit onderwerp in de Tweede Kamer af te wachten, alvorens het opnieuw ter bespreking te agenderen. In verband daarmee heeft de commissie Financiën besloten de uitvoeringsstatus van de moties 36410, F; 36418, X en 36418, W ongewijzigd te laten. Ook werd besloten bij de verdere behandeling samen op te trekken met de vaste commissie voor VWS.
-
-In paragraaf 2.3 van de contourenbrief wordt ingegaan op de volgende moties:
Motie-Koffeman (PvdD) c.s. (36410, F)
In deze motie wordt de regering verzocht om dranken zonder toegevoegde suikers niet langer onder de verhoogde heffing te laten vallen, en de Kamer daarover binnen drie maanden te berichten.
Motie-Visseren-Hamakers (PvdD) c.s. (36418, X)
In deze motie wordt de regering verzocht om per 1 januari 2024 of zo spoedig mogelijk daarna, een nultarief in de verbruiksbelasting in te voeren voor dranken die geen toegevoegde suikers bevatten.
Motie-Visseren-Hamakers (PvdD) c.s. (36418, W)
In deze motie wordt de regering verzocht de invoeringsdatum van de nieuwe verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2025 zodat ongewenste neveneffecten kunnen worden voorkomen.
-
-De regering heeft aangegeven (december 2023: 36418, AG en september 2024: 32793/36418, H) de moties 36410 F en 36418 X met de contourenbrief (36418 AO) als afgedaan te beschouwen en aan motie 36418 W geen gevolg te geven aangezien het niet mogelijk is de wet vóór 1 januari 2024 aan te passen op basis van een motie van de Eerste Kamer.
-
-De drie genoemde moties hebben thans de status 'niet uitgevoerd '. In de reacties op het recente motierappel (verslag schriftelijk overleg 36600 XVI, B) stelt de regering zich, onder verwijzing naar de brief van 29 augustus 2024 (32793/36418, H), (nogmaals) op het standpunt dat deze moties zijn uitgevoerd.
Bespreking verslag nader schriftelijk overleg
5.Mededelingen en informatie
A - Uitspraak Raad van State tekortenbesluiten geneesmiddelen een aanwijzing aan IGJ
-
-De minister van VWS heeft de Tweede Kamer op 22 november jl. per brief (TK 29477, 914) geïnformeerd over de uitspraak van de Raad van State van 20 november 2024, waarin de Raad oordeelde dat artikel 40, derde lid, aanhef en onder c, van de Geneesmiddelenwet geen grondslag kan bieden voor een generieke toestemming zoals opgenomen in artikel 3.17a van de Regeling Geneesmiddelenwet. De regeling is daarmee op dit onderdeel onverbindend verklaard en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kan daardoor geen nieuwe tekortbesluiten afgeven. Met haar brief informeert de minister de Tweede Kamer over deze uitspraak, de gevolgen en de vervolgstappen. De minister beziet o.a. of en op welke wijze op korte termijn aanpassingen mogelijk zijn in de Geneesmiddelenwet.
-
-Met een tekortbesluit werd in één keer een (zogenoemd generiek) besluit genomen dat voor groepen patiënten geneesmiddelen uit het buitenland gehaald mogen worden in het geval van een tekort. Hierdoor was een individuele toestemming per patiënt niet meer nodig. Door de uitspraak van de Raad van State blijft alleen het importeren op artsenverklaring over waarbij de administratieve last voor zorgverleners hoog is en waarbij niet altijd tijdig tot een oplossing gekomen kan worden voor de patiënt.
-
-Naar aanleiding van de ontstane situatie heeft de minister van VWS op 27 november 2024 op grond van aanwijzing 14 van de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties beide Kamers per brief (29477, L) geïnformeerd over de publicatie in de Staatscourant (Stcrt. 2024, 39386) van een aanwijzing aan de inspecteur-generaal van de IGJ die ertoe strekt om tijdens een tekort tijdelijk niet handhavend op te treden als vergelijkbare geneesmiddelen uit het buitenland worden ingezet.
-
-In onderdeel 4, onder d, van de beslisnota (bijgevoegd) wordt opgemerkt dat een aanwijzing aan IGJ zonder precedent is - de IGJ is immers een onafhankelijke toezichthouder - en dat in algemene zin geldt dat dergelijke situaties juridische risico's met zich meebrengen.
-
-Op 12 december 2024 heeft de minister van VWS de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de laatste stand van zaken (TK 29477, 918). Daarin merkt zij op dat het haar streven is zo snel mogelijk in het nieuwe jaar, maar uiterlijk in het eerste kwartaal, het aangekondigde wetsvoorstel tot aanpassing van de Geneesmiddelenwet in te dienen.
B - Nadere reactie prof. Nan inzake lex certa beginsel
In het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Tegengaan productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen (36159) heeft de commissie VWS in oktober 2024 op voorstel van het lid Nicolaï (PvdD) schriftelijk een aantal vragen voorgelegd aan enkele externe deskundigen. Op 5 november 2024 heeft de commissie met instemming kennisgenomen van de reacties van de externe deskundigen (opgenomen in het informatiedossier bij wetsvoorstel 36159) en besloten om, voorafgaand aan de plenaire behandeling op 21 januari 2025, nog enkele nadere vragen te stellen aan één van de geraadpleegde deskundigen (prof. J.S. Nan). De reactie van de heer Nan op de aanvullende vragen is op 12 december 2024 ontvangen en treft u aan als bijlage.
C - Speciaal verslag van de Europese Rekenkamer: Digitalisering van de gezondheidszorg
Op 20 november 2024 publiceerde de Europese Rekenkamer een speciaal verslag betreffende de digitalisering van de gezondheidszorg. De Europese Rekenkamer evalueert in dit verslag de doeltreffendheid van de ondersteuning van de Europese Commissie die ze bood aan de lidstaten. Daarnaast doet de Rekenkamer een aantal aanbevelingen aan de Europese Commissie over de verbetering van het gebruik van EU middelen in de verdere digitalisering van de gezondheidszorg. Het volledige verslag treft u in de bijlagen.
D - Als je het ons vraagt (rapport Kinderombudsman)
Op 20 november 2024 heeft de Kinderombudsman (KOM) het rapport 'Als je het ons vraagt, Kinderen en jongeren over hun kwaliteit van leven in de offline en online wereld ' gepubliceerd. Het rapport volgt uit het tweejaarlijks onderzoek van de Kinderombudsman naar de kwaliteit van leven van kinderen en jongeren in Nederland.
E - Kinderrechtentoets (Kinderombudsman)
De Kinderombudsman heeft op de Internationale Dag van de Mensenrechten (10 december) de Kinderrechtentoets gelanceerd. Wat de impact is van wetgeving en beleid op kinderen en kinderrechten, is niet altijd goed in beeld. Dat moet en kan beter, aldus de Kinderombudsman. Daarom is de Kinderrechtentoets ontwikkeld. Deze toets helpt overheden om de belangen van kinderen altijd goed in beeld te hebben. De toets is te vinden op www.kinderrechtentoets.nl. In de loop van 2025 zal deze nog aangevuld worden met voorbeelden en best practices. Ook komt er een versie in het Engels en Papiaments beschikbaar.
F - Behandeling wetsvoorstel Tweede tranche wijziging Wet publieke gezondheid (36483)
Het wetsvoorstel Tweede tranche wijziging Wet publieke gezondheid (36483) staat ingepland voor plenaire behandeling in de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel is onder andere een grondslag voor een specifieke uitkering opgenomen. In verband met het kabinetsbeleid ten aanzien van specifieke uitkeringen is nadere afstemming en besluitvorming nodig over deze grondslag. In het eerste kwartaal van 2025 wordt besloten welke specifieke uitkeringen doorgaan en welke worden omgezet naar een uitkering uit het Gemeentefonds. Met het oog hierop heeft de minister van VWS de Tweede Kamer op 9 december 2024 per brief (TK 36483, 8) verzocht de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen totdat deze besluitvorming heeft plaatsgevonden.
6.Rondvraag
7.Ter herinnering: openstaande correspondentie commissie VWS
-
-Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven (dit betreft brieven).
-
-Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in (schriftelijke) behandeling zijn, is via deze LINK te raadplegen.
-
-Een overzicht van VWS-wetsvoorstellen in behandeling bij de Tweede Kamer is te raadplegen via deze LINK.
Overzicht openstaande correspondentie |
|||
---|---|---|---|
Verzonden |
Onderwerp + link (N)SO: (nader) schriftelijk overleg |
Reactietermijn |
Toelichting |
2024-10-24 |
SO - Uitkomst bestuurlijk overleg register zorgfraude; Link brief: 28828 |
na afronding bestuurlijk overleg |
|
2024-12-13 |