Dinsdag 4 februari 2025, commissie Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)

Beslispunt:

Welke fracties wensen heden inbreng voor (nader) schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting:

• - 

  Bij de brief van 25 juni 2024 bood de voormalig staatssecretaris van J&V de Kamer een afschrift aan van zijn brief aan de Tweede Kamer over de Actualisering van de uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen. In de brief wordt ook ingegaan op de gewijzigde motie-Van Meenen (zie hieronder). De commissie besloot op 14 januari jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.
• - 

  De commissie heeft bij uitgaande brief van 2 juli 2024 (kenmerk 174898.19U) - die aan deze agenda is bijgevoegd - vragen gesteld over de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van D66. Deze uitgaande brief - die nog altijd niet is beantwoord - heeft de onderhavige brief van 25 juni 2024 gekruist.
• - 

  Op 14 januari jl. besprak de commissie een brief van de minister van Asiel en Migratie over diverse moties en toezeggingen (36600 XX, B). Zie hieronder de relevante passage onder het kopje 'Achtergrond'. De commissie besloot de Gewijzigde Motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen als "deels uitgevoerd" en toezegging T03726 als "deels voldaan" aan te merken. Ook besloot de commissie de (thans nog onbeantwoorde) uitgaande brief met vragen over bedoelde motie van 2 juli 2024 niet als beantwoord te beschouwen.

Achtergrond

Uit de brief over diverse moties en toezeggingen (36600 XX, B)

"Op dit moment wordt hard gewerkt aan de implementatie van de Uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen (hierna: uitvoeringsagenda). Hierbij wordt te allen tijde uitgegaan van de normen zoals vastgesteld door de (herziene) Europese Opvangrichtlijn en is het belang van het kind een hoofdprioriteit voor de keten. Een belangrijke wijziging in de inrichting van het asielopvanglandschap dat de uitvoeringsagenda beoogt te realiseren is het loskoppelen van de asielprocedure en de opvangmodaliteit. Hiermee kunnen de bestaande procesgerelateerde verhuisbewegingen in de toekomst voorkomen worden. Daarnaast blijft de inzet om, mocht het nodig zijn, gezinnen in reguliere locaties die sluiten zoveel mogelijk in de schoolvakanties te laten verhuizen, zodat het onderwijs van kinderen zo min mogelijk onderbroken wordt. Dit is zeer lastig te realiseren voor kinderen in de noodopvang gezien de korte duur van dit soort locaties. Het is dus voor het verminderen van verhuisbewegingen, zoals toegelicht in eerdere brieven van mijn ambtsvoorganger, nog altijd van wezenlijk belang dat er voldoende stabiele en duurzame opvangvoorzieningen zijn. Zo wordt de inzet van noodopvanglocaties en tijdelijke gemeentelijke opvanglocaties zoveel als mogelijk voorkomen, waarmee ook de verhuisbewegingen van kinderen beperkt worden. Daarnaast is de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (hierna Spreidingswet) vooralsnog in werking en zal tot het moment van intrekking - zoals ook aan de Kamer is aangegeven - naar letter en geest worden uitgevoerd. De implementatie van de wet, en daarmee de uitvoering van de eerste cyclus, is in volle gang ."

Uit de aanbiedingsbrief bij de uitvoeringsagenda:

"In 2020 is de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen (de Uitvoeringsagenda) vastgesteld waarin destijds is beschreven op welke wijze het asielsopvangsysteem er voortaan uit zou gaan zien. De realisatie van de Uitvoeringsagenda is in de afgelopen jaren niet (volledig) gelukt. Dit is onder andere het gevolg van actuele ontwikkelingen, zoals de aanhoudende druk op het organiseren van asielopvang, opvang voor ontheemden uit Oekraïne, doorlooptijden bij de Immigratie en Naturaisatiedienst (IND) en wijzigingen volgend uit het Europees-asiel- en migratiepact. Gelet hierop heeft de Landelijke Regietafel Migratie (LRT) opdracht gegeven om de Uitvoeringsagenda te actualiseren. Deze actualisatie is afgerond en de LRT heeft op 3 april 2024 de vernieuwde Uitvoeringsagenda vastgesteld. Met de aan de orde zijnde brief wordt de Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van de vernieuwde Uitvoeringsagenda en het vervolg ."

In de uitvoeringsagenda wordt ook melding gemaakt van de gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen:

"Vanuit de Eerste en Tweede Kamer is het laatste jaar veel aandacht geweest voor de verhuisbewegingen in de asielopvang van met name kinderen. Zo is op 21 december 2023 een motie aangenomen van de leden Koekkoek (Volt) en Ceder (CU) waarin de regering wordt verzocht om bij de plaatsing van asielzoekers de belangen van het kind mee te nemen als criterium in het plaatsingsbeleid en de verhuizingen van kinderen tot een absoluut minimum te beperken. Ook eerder dit jaar is bij de behandeling van de Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs in de Eerste Kamer op 27 februari jl. een motie aangenomen van de leden van Meenen (D66), Roovers (GroenLinks-PvdA), Perin-Gopie (Volt), Belhirch (D66), van Apeldoorn (SP), en Schalk (SGP) waarin de regering wordt verzocht voor de zomer van 2024 te komen tot een voorstel voor een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, die het aantal gedwongen verplaatsingen van kinderen tot maximaal één reduceert ."

Beslispunt:

Kan de commissie instemmen met het verzoek van de minister van A&M om de behandeling van het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring (nog steeds) aan te houden totdat de gewijzigde novelle bij deze wet de Kamer heeft bereikt?

Toelichting:

Bij brief van 20 december 2024 informeerde de minister van A&M de Kamer dat de ministerraad heeft besloten om de nota van wijziging bij de novelle bij de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring aanhangig te maken bij de Afdeling advisering van de Raad van State voor advies. Na verwerking van het advies van de Raad van State zal de nota van wijziging bij de Tweede Kamer worden ingediend. Gelet hierop verzoekt de minister de Kamer om de behandeling van het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring aan te houden, totdat de gewijzigde novelle de Eerste Kamer heeft bereikt. De minister geeft daarbij aan ernaar te streven om de nota van wijziging in de eerste helft van 2025 bij de Tweede Kamer in te dienen.

NB. Eerder besloot de commissie op 2 oktober 2019 na ontvangst van de nadere memorie van antwoord (34309, I) om de behandeling van het wetsvoorstel op te schorten totdat het door de staatssecretaris van J&V aangekondigde wetsvoorstel Maatregelen ten aanzien van overlast gevende vreemdelingen (35501). Laatstgemeld wetsvoorstel is op 20 juni 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Bij brieven van 11 april 2022 (34309/35501, M) en 15 februari 2023 (34309/35501, N) heeft de staatssecretaris van J&V de Kamer verzocht de behandeling van het thans aan de orde zijnde wetsvoorstel aan te houden in afwachting van een gewijzigde novelle.