Dinsdag 11 maart 2025, commissie Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO)




Agenda

1.Vaststellen agenda


2.Commissieagenda onderdeel I&W

3.31936 BL

Brief van de minister van I&W ter aanbieding van de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht; Luchtvaartbeleid

Beslispunten

  • Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren over de brief van 14 februari 2025?
  • Kan de commissie ermee instemmen, met het oog op spoedige beantwoording, de ruwe inbrengen aan het ministerie beschikbaar te stellen?

Toelichting

De brief betreft de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht. In het LVB wordt de volgende bepaling vastgelegd:

Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal 478.000 vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats. Van dit aantal vinden maximaal 27.000 vliegtuigbewegingen plaats in de periode van 23.00 uur tot 7.00 uur.

Ter toelichting schrijft de minister:

Inmiddels is duidelijk dat de algehele wijziging van het LVB niet op tijd klaar is om daarin het maximumaantal vliegtuigbewegingen dat volgt uit de BA-procedure [Balanced Approach] op tijd in te kunnen voeren. Dit komt omdat in deze algehele wijziging ook andere aspecten dan het maximumaantal vliegtuigbewegingen (opnieuw) worden geregeld, zoals extra handhavingspunten geluidbelasting, vastleggen van de regels voor preferentieel baangebruik en een actualisering van de bepalingen in het algemeen. Voorts moet voor deze wijziging een nieuwe milieueffectrapportage worden opgesteld. Het kabinet wil echter onverkort vasthouden aan deze datum [november 2025]. Daarom is parallel aan de algehele LVB-wijziging de bijgevoegde versnelde wijziging van het LVB opgesteld, waarin uitsluitend het maximum aantal vliegtuigbewegingen van 478.000 voor het etmaal en 27.000 voor de nacht worden vastgesteld.

De commissie heeft tijdens het kennismakingsgesprek met de minister gesproken over wijziging van het LVB. Toen kondigde de minister een voorhang in de zomer van 2025 aan. Een deel van de beoogde wijziging wordt nu losgekoppeld en versneld. De commissie besloot in haar vergadering van 18 februari jl. om heden gelegenheid te geven voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg. In de brief zal de regering worden verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer is afgerond. Het ministerie heeft aangegeven de vragen snel te willen beantwoorden, met het oog op spoedige vaststelling van het gewijzigde LVB. Daarom wordt de fracties gevraagd of zij kunnen instemmen met beschikbaarstelling van de ruwe inbreng aan het departement.

Voorgeschiedenis

Bij brief van 16 februari 2021 (31936, Y) heeft de toenmalige minister van I&W de Kamer het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en het daarbij behorende MER in verband met de invoering van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel (NNHS) aangeboden. De minister van I&W is bij brief van 4 maart 2021 verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer was afgerond. Sinds maart 2021 is er weinig gebeurd rondom het ontwerpbesluit. Het ontwerp-LVB uit 2021 zal worden ingetrokken op het moment dat het nieuwe ontwerp-LVB en de bijbehorende MER in voorhang aan de Kamer worden aangeboden. De voorhangprocedure was voorzien voor november/december 2024. Tijdens het kennismakingsgesprek met de minister van I&W op 3 december jl. deelde deze echter mee dat dit nu op z'n vroegst rond de zomer van 2025 wordt. Inmiddels is dus sprake van versnelling van een deel van de wijziging, namelijk ten aanzien van het maximum aantal vliegtuigbewegingen.


Inbreng voor schriftelijk overleg


4.21501-08, AE

Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu over de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 17 december 2024; Brief van de staatssecretaris van I&W en de minister van KGG over geannoteerde agenda van de Milieuraad van 17 december 2024; Milieuraad

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 4 maart 2025 met de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu in nader schriftelijk overleg te treden?

Toelichting

Op 2 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W en de minister van KGG de geannoteerde agenda ontvangen van de Milieuraad van 17 december 2024. De geannoteerde agenda was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 17 december 2024 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 21 januari 2025. Op 28 januari 2025 is de brief met vragen verzonden. De antwoordbrief van de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu van 4 maart jl. is heden ter bespreking bijgevoegd.


Bespreking verslag schriftelijk overleg

5.21501-33, U

Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van J&V over de geannoteerde agenda van de Transportraad van 5 december 2024; Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Beslispunt

Welke leden wensen heden inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg?

Toelichting

Op 20 november 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W een de geannoteerde agenda ontvangen van de Transportraad op van 5 december 2024. Het verslag was bij de mededelingen van de commissievergadering I&W/VRO van 3 december jl. gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 17 december 2024. Op 7 januari 2025 zijn vragen gesteld aan de staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu. De minister van J&V heeft op 17 februari 2025 antwoord gegeven op de vragen. De voorstellen betroffen namelijk het voorstel voor de Richtlijn wederzijdse erkenning rij-ontzeggingen en daarvoor is de minister van J&V verantwoordelijk. De commissie besloot op 4 maart jl. om op 11 maart gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.


Inbreng voor nader schriftelijk overleg

6.29362, T

Verslag van een schriftelijk overleg met de minister en de staatssecretaris van IenW over de Stand van de Uitvoering 2023 van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat; Modernisering van de overheid

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 5 maart 2025 in nader schriftelijk overleg te treden met de minister van I&W?

Toelichting

Bij de vergadering van 5 november 2024 was de notitie 'uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen' ter kennisneming bijgevoegd. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep van de Kamer. De notitie bevat vijf voorstellen voor acties in de Kamercommissies. Voorstel 4 luidt:

De jaarlijkse standen van de uitvoering van de uitvoeringsorganisaties (die ten grondslag liggen aan het generieke rapport Staat van de Uitvoering) ter bespreking agenderen in de verantwoordelijke commissie(s).

De voor de commissie I&W/VRO relevante standen van de uitvoering op het gebied van I&W zijn gezamenlijk aan de orde gesteld in de bijgevoegde Stand van de Uitvoering Ministerie IenW 2023. De commissie besloot hierover schriftelijk overleg te voeren met de bewindslieden van I&W. De antwoordbrief van 5 maart 2025 staat heden ter bespreking geagendeerd.


Bespreking verslag van een schriftelijk overleg


7.Commissieagenda onderdeel VRO

8.29362, S

Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over de Standen van de Uitvoering 2023 op het gebied van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening; Modernisering van de overheid

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 3 maart 2025 in nader schriftelijk overleg te treden met de minister van VRO?

Toelichting

Bij de vergadering van 5 november 2024 was de notitie 'uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen' ter kennisneming bijgevoegd. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep van de Kamer. De notitie bevat vijf voorstellen voor acties in de Kamercommissies. Voorstel 4 luidt:

De jaarlijkse standen van de uitvoering van de uitvoeringsorganisaties (die ten grondslag liggen aan het generieke rapport Staat van de Uitvoering) ter bespreking agenderen in de verantwoordelijke commissie(s).

De voor de commissie I&W/VRO relevante standen van de uitvoering op het gebied van VRO zijn aan de commissie ter beschikking gesteld. De commissie besloot hierover schriftelijk overleg te voeren met de minister van VRO. De antwoordbrief van 3 maart 2025 staat heden ter bespreking geagendeerd.


Bespreking verslag van een schriftelijk overleg


9.Toezegging T03801

Toezegging Brief artikel 21, eerste lid, onderdeel d, van de Huisvestingswet 2014 (36.190); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over woongelegenheid en mantelzorg; Wijzigingswet Huisvestingswet 2014

Beslispunt:

  • Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 3 maart 2025 in nader schriftelijk overleg te treden met de minister van VRO?
  • Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03801 als voldaan aan te merken?

Toelichting

De voormalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD), toegezegd een brief te sturen waarin nader wordt ingegaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden van artikel 21, eerste lid, onderdeel d, van de Huisvestingswet 2014, inzake het omzetten van onzelfstandige in zelfstandige woonruimte of het omgezet houden hiervan (toezegging T03801). Deze brief werd op 19 februari jl. ontvangen. Vervolgens heeft tweemaal schriftelijk overleg plaatsgevonden. De commissie besloot op 15 oktober jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor een derde schriftelijke ronde. De commissie besloot toezegging T03801 als "openstaand" te blijven beschouwen. De uitgaande commissiebrief van 12 november 2025 is op 3 maart 2025 beantwoord.


Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg en status toezegging


10.Toezegging nestkasten in woongebouwen

Brief van de minister van VRO over uitvoering motie van het Tweede Kamerlid De Hoop c.s. over nestgelegenheden; Begrotingsstaat Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025

Inventarisatie

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Tijdens de plenaire behandeling van de begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor het jaar 2025 (36600 XXII) op 18 februari 2025 heeft de minister van VRO naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD) de Kamer toegezegd om een reactie te geven op een in de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid De Hoop over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen. Bij brief van 18 februari jl. heeft de minister deze toezegging gestand gedaan. De commissie besloot in haar vergadering van 4 maart jl. niettemin de toezegging als openstaand te beschouwen en heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren.

Bedoelde ongeregistreerde toezegging:

"Voorzitter. Dan la pièce de résistance, of le pièce de résistance — dat weet ik eigenlijk niet eens, voorzitter — namelijk: de nestkasten. Er is inderdaad een motie van het lid De Hoop aangenomen over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen. Die motie ging ervan uit dat dat nu een verplichting is die in het huidige Bbl zit. Dat is niet zo. Dus dat was al een bijzondere wending van deze discussie. De Kamer heeft mij om een reactie gevraagd op deze motie. Ik ga daar vandaag ook nog een brief over versturen, waarin ik aangeef dat ik die motie op een andere manier uit ga voeren ."


Inbreng voor schriftelijk overleg

11.Toezegging T03908

Toezegging Planbatenheffing en evaluatie Leegstandswet in IBO (36.410 VII); Brief van de minister van VRO ter aanbieding van IBO-rapport 'Op grond kun je bouwen'; Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024

Beslispunt

  • Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 4 maart 2025 met de minister van VRO in overleg te treden?
  • Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03908 als voldaan aan te merken?

Toelichting

Tijdens het debat (ex artikel 51, lid 1, RvOEK) 'Wonen en Bouwen in Nederland' (36410 VII) op 23 april 2024 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toezegging T03908 gedaan:

"De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Janssen (SP) en Nicolaï (PvdD), toe dat in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Woningbouw en Grond (IBO) - dat uiterlijk eind juni 2024 zal verschijnen - aandacht zal worden besteed aan de planbatenheffing. Tevens zal aan de orde zijn de evaluatie van de gebruikmaking van de Leegstandswet waarbij de leegstandsboete naar Vlaams model zal worden betrokken."

Bij brief van 20 december 2024 (36410 VII, K) heeft de minister van VRO de evaluatie van de Leegstandwet 2024 verricht door het onderzoeksbureau RIGO aangeboden. De commissie heeft deze evaluatie voor kennisgeving aangenomen en toezegging T03908 als deels voldaan aangemerkt. De commissie wenste het rapport “Op grond kun je bouwen” van de werkgroep Interdepartementaal Beleidsonderzoek Woningbouw en Grond (IBO), dat alleen aan de Tweede Kamer was aangeboden, alsnog te ontvangen.

Bij brief van 4 maart 2025 (36410 VII, L) heeft de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het genoemde IBO-rapport alsnog naar de Kamer gestuurd. Brief, rapport en de status van toezegging T03908 liggen thans ter bespreking voor.


Bespreking brief en status toezegging


12.Mededelingen en informatie

Uitnodiging ICM "Affordable Housing for All"

Op 9 april 2025 organiseert de EMPL-commissie van het Europees Parlement in Brussel een interparlementaire commissiebijeenkomst over "Affordable housing for all". Dit doet zij samen met de Special Committee on the Housing Crisis in the European Union (HOUS). De uitnodiging en het conceptprogramma zijn bijgevoegd.

Stukken ter informatie

Ter informatie zijn bijgevoegd:

  • Speciaal verslag 06/2025 van de Europese Rekenkamer over EU-maatregelen ter bestrijding van mariene verontreiniging vanaf schepen: Nog steeds in woelige wateren;
  • Geannoteerde agenda van de Transportraad van 17 en 18 maart 2025.

13.Rondvraag



Korte aantekeningen