home-
home-
-
escsdadeetelenfritlv
lthumtnlplptskslfisv
- -
menu
up one level
previous
next
full text
search
-

Door het Parlement aangenomen teksten

Woensdag 12 december 2001Definitieve uitgave

Invoering van een uniform visummodel * (Procedure zonder debat)

  Voorstel
  Resolutie

A5-0445/2001

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel (COM(2001) 577 - C5-0511/2001 - 2001/0232(CNS) )

Dit voorstel wordt als volgt gewijzigd:

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement


Amendement 1
OVERWEGING -1 (nieuw)

 

(-1) Artikel 62, lid 2, letter b), punt iii) van het EG-Verdrag bepaalt dat de Raad binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam voorschriften vaststelt inzake visa voor voorgenomen verblijven van ten hoogste drie maanden, met inbegrip van een uniform visummodel.


Amendement 2
OVERWEGING -1 bis (nieuw)

 

(-1 bis) Maatregel 38 van het Actieplan van Wenen, aangenomen door de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op 3 december 1998, bepaalt dat aandacht moet worden besteed aan nieuwe technische ontwikkelingen om - in voorkomend geval - te zorgen voor een nog betere beveiliging van het uniforme visummodel.


Amendement 3
OVERWEGING -1 ter (nieuw)

 

(-1 ter) Conclusie 22 van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 luidt dat een actief gemeenschappelijk beleid inzake visa en valse documenten verder moet worden ontwikkeld.


Amendement 4
OVERWEGING -1 quater (nieuw)

 

(-1 quater) De vaststelling van een uniform visummodel is van essentieel belang voor de harmonisatie van het beleid inzake visa.


Amendement 5
OVERWEGING 2

  (2)

Er moet worden voorzien in gemeenschappelijke normen inzake het gebruik van het visummodel, en met name moeten er gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld ten aanzien van de technische methoden en normen voor de invulling van het formulier.

 
  (2)

Er moet worden voorzien in gemeenschappelijke normen inzake het gebruik van het visummodel, en met name moeten er gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld ten aanzien van de technische methoden en normen voor de invulling van het formulier, alsmede veiligheidsnormen voor de opslag ervan .


Amendement 6
OVERWEGING 4

  (4)

Gemeenschappelijke normen betreffende de toepassing van het uniforme visummodel zijn onontbeerlijk voor het verwezenlijken van hoge technische normen en om de ontdekking van vervalste visumzelfklevers te vergemakkelijken .

 
  (4)

Gemeenschappelijke normen betreffende de toepassing van het uniforme visummodel zijn onontbeerlijk voor het verwezenlijken van technische normen die voortdurend moeten worden aangepast , teneinde vervalsing van het uniforme visummodel en bedrieglijk gebruik te voorkomen en nagemaakte visa te kunnen opsporen.


Amendement 7
OVERWEGING 4 BIS (nieuw)

 

(4 bis) De noodzakelijke maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening zijn maatregelen van algemene strekking , aangezien zij ten doel hebben essentiële onderdelen van de rechtsgrond toe te passen. Zij dienen derhalve te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(1).

__________

  (1)

PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


Amendement 8
OVERWEGING 6

  (6)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1683/95 dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

 
  (6)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1683/95 te worden gewijzigd.


Amendement 9
OVERWEGING 9

  (9)

Deze verordening houdt ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake samenwerking met Noorwegen en IJsland een ontwikkeling van het Schengenacquis in in de zin van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie.

 
  (9)

Deze verordening houdt ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake samenwerking die op 17 mei 1999 door de Raad van de Europese Unie werd gesloten met Noorwegen en IJsland een ontwikkeling in van het Schengenacquis overeenkomstig de artikelen 2 en 6 van het aan het Verdrag van Amsterdam gehechte Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie.


Amendement 10
ARTIKEL 1, PUNT -1 (nieuw)
Artikel 1 (Verordening (EG) nr. 1683/95)

 
  -

1) Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

"Artikel 1

  1.

De door de lidstaten afgegeven visa in de zin van artikel 5 worden vervaardigd volgens een uniform visummodel

 
  2.

Dit uniforme visummodel kan de vorm aannemen van een kleefblad of van een afzonderlijk document. De specificaties en voorschriften voor de gegevensrubrieken van het uniforme model zijn opgenomen in de bijlage.

 
  3.

Een zone van het uniforme model is voorbehouden voor een identiteitsfoto van de betrokken persoon.”


Amendement 11
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 2, lid 1, inleidende zin en letter a) (Verordening (EG) nr. 1683/95)

  1.

Bijkomende technische specificaties voor het uniforme visummodel die verband houden met het onderstaande worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure:

 
  1.

Aanvullende technische specificaties voor het uniforme visummodel die verband houden met het onderstaande worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure:

  (a)

bijkomende elementen en vereisten inzake beveiliging, met inbegrip van hogere normen ter bestrijding van vervalsing en namaak;

 
  (a)

bijkomende elementen en vereisten inzake beveiliging, met inbegrip van strenge normen ter bestrijding van vervalsing en namaak;


Amendement 12
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 2, lid 1, letter b bis) (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1683/95)

 
  b bis)

de wijze van opslag;


Amendement 13
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 2, lid 1, letter b ter) (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1683/95)

 
  b ter)

de voorschriften en vereisten met betrekking tot de foto van de betrokkene op het uniforme visummodel.


Amendement 14
ARTIKEL 1, PUNT 1 BIS (nieuw)
Artikel 3 bis (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1683/95

 

1 bis. Er wordt een nieuw artikel 3 bis ingevoegd:

"Artikel 3 bis

Onderhavige verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten ten aanzien van de erkenning van staten en territoriale eenheden, noch van paspoorten en identiteits- of reisdocumenten die zijn afgegeven door de desbetreffende autoriteiten.”


Amendement 15
ARTIKEL 1, PUNT 3
Artikel 8, nieuwe alinea (Verordening (EG) nr. 1683/95)

 

De integratie van de in punt 2, onder a), van de Bijlage bedoelde foto vindt plaats ten laatste vijf jaar na de vaststelling van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.

 

De integratie van de in punt 2, onder a), van de Bijlage bedoelde foto vindt plaats ten laatste twee jaar na de vaststelling van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.


top of page

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel (COM(2001) 577 - C5-0511/2001 - 2001/0232(CNS) )

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

-  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2001) 577 ),

-  overwegende dat het onderhavige voorstel een geconsolideerde versie behelst van de uit te voeren wijzigingen en een wijziging inhoudt ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van 29 mei 2001 (COM(2001) 157 - C5-0215/2001 - 2001/0080(CNS) ), dat hiermee wordt ingetrokken en vervalt,

-  geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 67 van het EG-Verdrag (C5-0511/2001 ),

-  gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

-  gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie verzoekschriften (A5-0445/2001 ),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het aldus gewijzigde Commissievoorstel;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid in geval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst.

5.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


top of page