Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de instelling van "Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken
ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (8417/2000 - C5-0256/2000
- 1999/0116(CNS)
) (hernieuwde raadpleging)
Dit ontwerp wordt als volgt gewijzigd:
Ontwerp van de Raad
Amendementen van het Parlement
(Amendement 4)
Overweging 13
(13)
Aangezien alleen de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het identificeren en klasseren van de door de centrale eenheid verstrekte
vergelijkingsresultaten en voor het afschermen van gegevens betreffende personen die als vluchteling erkend en toegelaten
zijn, en aangezien deze verantwoordelijkheid betrekking heeft op het zeer gevoelige gebied van de verwerking van persoonsgegevens
en gevolgen kan hebben voor het uitoefenen van individuele vrijheden, heeft de Raad bijzondere redenen om zich bepaalde uitvoerende
bevoegdheden voor te behouden, met name wat betreft de aanneming van maatregelen om de veiligheid en betrouwbaarheid van die
gegevens te garanderen.
Schrappen
(Amendement 6)
Artikel 3, lid 4
4.
Ingevolge de procedure van artikel 23, lid 2,
kan de centrale eenheid ermee worden belast bepaalde andere statistische taken uit te voeren met betrekking tot de bij de
centrale eenheid verwerkte gegevens.
4.
Ingevolge de procedure van artikel 22
kan de centrale eenheid ermee worden belast bepaalde andere statistische taken uit te voeren met betrekking tot de bij de
centrale eenheid verwerkte gegevens.
(Amendement 8)
Artikel 4, lid 7
7.
De uitvoeringsbepalingen waarin de procedures voor de toepassing van de leden 1 tot en met 6 zijn vervat, worden volgens de
procedure van artikel 22, lid 1
vastgesteld.
7.
De uitvoeringsbepalingen waarin de procedures voor de toepassing van de leden 1 tot en met 6 zijn vervat, worden volgens de
procedure van artikel 22 vastgesteld.
(Amendement 14)
Artikel 12, lid 5
5.
De toepassingsbepalingen betreffende de procedure voor het afschermen van de in lid 1 bedoelde gegevens en betreffende de
in lid 2 bedoelde opstelling van statistieken worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 22, lid 1
.
5.
De toepassingsbepalingen betreffende de procedure voor het afschermen van de in lid 1 bedoelde gegevens en betreffende de
in lid 2 bedoelde opstelling van statistieken worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 22.
(Amendement 15)
Artikel 22
1.
De Raad neemt met de in artikel 205, lid 2 van het Verdrag bepaalde meerderheid de uitvoeringsbepalingen aan die nodig zijn
voor
-
de vaststelling van de in artikel 4, lid 7 bedoelde procedure;
-
de vaststelling van de procedure voor de afscherming van de in artikel 12, lid 1 bedoelde gegevens;
-
het opstellen van de in artikel 12, lid 2 bedoelde statistieken.
In gevallen waarin deze uitvoeringsbepalingen gevolgen hebben voor de door de lidstaten gedragen werkingskosten, neemt de
Raad zijn besluit met eenparigheid van stemmen.
2.
De in artikel 3, lid 4 bedoelde maatregelen worden aangenomen via de procedure van artikel 23, lid 2.
De uitvoeringsbevoegdheden worden verleend aan de Commissie, die volgens de procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG
wordt bijgestaan door een regelgevend comité. De in artikel 5, lid 6 van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
(Amendement 17)
Artikel 23
1.
De Commissie wordt bijgestaan door een comité (hierna "het comité” te noemen).
2.
In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 5, lid 6 van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.
3.
Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Schrappen
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de instelling
van "Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van
Dublin (8417/2000 - C5-0256/2000
- 1999/0116(CNS)
)
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
- gezien het ontwerp van de Raad (8417/2000),
- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(1999) 260
),
- opnieuw geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 63, lid 1 van het EG-Verdrag (C5-0256/2000
),
- gelet op artikel 67 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0219/2000
),
1. hecht zijn goedkeuring aan het aldus gewijzigde ontwerp van de Raad;
2. verzoekt de Raad zijn ontwerp dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan
op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het ontwerp;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.