Resolutie van het Europees Parlement over belangrijke en verwaarloosde ziekten in ontwikkelingslanden (2005/2047(INI))
Het Europees Parlement
,
- gezien de op 27 april 2004 door zijn bevoegde commissie georganiseerde hoorzitting over verwaarloosbare ziekten,
- gezien de mededeling van de Commissie van 27 april 2005 "Een Europees actieprogramma voor externe maatregelen tegen HIV/AIDS,
malaria en tuberculose (2007 - 2011)" (COM(2005)0179),
- gezien de mededeling van de Commissie van 26 oktober 2004 "Een coherent Europees beleidskader voor externe maatregelen tegen
HIV/AIDS, malaria en tuberculose" (COM(2004)0726),
- onder verwijzing naar zijn resoluties over HIV/AIDS, malaria en tuberculose, in het bijzonder die van 4 oktober 2001 over
versnelde actie ter bestrijding van de belangrijkste infectieziekten in het kader van armoedebestrijding(1)
,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 januari 2003 over het voorstel voor een verordening betreffende steun voor aan
armoede gerelateerde ziekten (HIV/AIDS, tuberculose en malaria) in ontwikkelingslanden(2)
,
- gezien de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor de bestrijding van het tabaksgebruik en de Rondetafel
op hoog niveau van de Commissie op 3 en 4 februari 2003 over de bestrijding van tabaksgebruik en het ontwikkelingsbeleid,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 september 2003 inzake gezondheid en armoedebestrijding in ontwikkelingslanden(3)
,
- onder verwijzing naar de op 19 februari 2004 door de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU aangenomen resolutie over
armoedegerelateerde ziekten en reproductieve gezondheid (ACP-EU 3640/04),
- gezien de publicatie New York Call to Commitment: Linking HIV/AIDS and Sexual and Reproductive Health(4)
,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 maart 2005 over wetenschap en technologie - Richtsnoeren voor het beleid ter
ondersteuning van het onderzoek in de Unie(5)
,
- gezien het European and Developing Countries Clinical Trials Partnership (EDCTP), het Special Programme for Research and
Training in Tropical Diseases (TDR), de Global Alliance for TB Drug Development (TB Alliance), het International AIDS Vaccine
Initiative (IAVI), het International Partnership for Microbicides (IPM), het European Malaria Vaccine Initiative (EMVI), de
Global Alliance for Vaccines and Immunization (GAVI), The Vaccine Fund, Medicines for Malaria Venture (MMV), Roll Back Malaria
Partnership (RBM), het Drugs for Neglected Diseases Initiative (DNDi) en andere organisaties die werken aan onderzoek op het
gebied van verwaarloosde ziekten en de ontwikkeling van geneesmiddelen hiervoor,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 april 2005 over de rol van de EU bij de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen
(MOD's)(6)
,
- gezien het verslag van de VN-millenniumwerkgroep inzake HIV/AIDS, malaria, tbc en de toegang tot essentiële geneesmiddelen,
"Prescription for Healthy Development: Increasing Access to Medicines", 2005,
- gezien het document van de WHO over een op behoeften gebaseerde farmaceutische O&O-agenda voor verwaarloosde ziekten, oktober
2004, en het document van de WHO over de geïntensiveerde beheersing van tropische ziekten, dat tijdens de strategische en
technische bijeenkomst van de WHO van 18 tot 20 april 2005 in Berlijn is gepresenteerd,
- gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0215/2005),
A. overwegende de verbindingen die tegenwoordig tussen alle delen van de wereld bestaan, de opwarming van de aarde, de opkomst
van nieuwe bedreigingen voor de gezondheid, zoals vogelpest, ebola en Marburg, de terugkeer van oude infectieziekten, zoals
tuberculose, de grotere verspreiding van met vaccins te voorkomen ziekten in de ontwikkelde landen en het toenemende probleem
van mulitresistentie stuk voor stuk factoren zijn die aantonen dat er een totaalaanpak voor alle ziekten nodig is,
B. overwegende dat men in de Europese Unie onvoldoende besef heeft van de hoogdringendheid, aangezien migratie en de toename
van het reizen groeiende risico's vormen voor de verspreiding van deze ziekten,
C. overwegende dat het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria als doel heeft de last van ziekten en armoede te
verminderen en dat coördinatie tussen projecten en belanghebbenden van essentieel belang is, met inbegrip van de inkoop, de
distributie en de beoordeling van geneesmiddelen en de samenhang met nationale protocollen,
D. overwegende dat het aantal gevallen van HIV/AIDS in de wereld blijft groeien, met name onder vrouwen en kinderen, met meer
nieuwe infecties in 2004 dan in de voorgaande jaren; en overwegende dat de prijzen van antiretrovirale middelen (ARV) "een
steeds ernstiger gevaar voor de volksgezondheid"(7)
vormen, terwijl tweedelijns geneesmiddelen tot twaalf keer duurder zijn dan de meest betaalbare eerstelijns generieke geneesmiddelen,
E. overwegende dat HIV/AIDS, een slechte reproductieve gezondheid en een slechte gezondheid tijdens de zwangerschap in de hand
worden gewerkt door vele gemeenschappelijke kernoorzaken, waaronder de ongelijkheid tussen man en vrouw, armoede en sociale
marginalisering; voorts overwegende dat de aanwezigheid van seksueel overdraagbare ziekten de vatbaarheid voor HIV/AIDS-infecties
aanzienlijk opdrijft, maar dat een afzonderlijk donorbeleid resulteert in de gescheiden uitvoering van de programma's,
F. overwegende dat preventie de meest doeltreffende manier is om seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA), waaronder HIV/AIDS,
te bestrijden en er een duidelijk verband bestaat tussen seksuele en reproductieve gezondheid en de strijd tegen HIV/AIDS,
G. overwegende dat de toegang tot informatie en diensten in verband met de reproductieve gezondheid en de gezondheid tijdens
de zwangerschap een belangrijke rol speelt in de armoedebestrijding en wezenlijk deel dient uit te maken van de bestrijding
van HIV/AIDS,
H. overwegende dat voor de preventie van malaria het gebruik van met insecticide behandelde muskietennetten (speciaal voor jonge
kinderen, zwangere vrouwen en mensen met HIV/AIDS), antimalariamiddelen voor zwangere vrouwen en het spuiten van insecticiden
binnenshuis noodzakelijk zijn,
I. overwegende dat eenderde van de wereldbevolking door tuberculose wordt getroffen, dat deze ziekte in 2002 verantwoordelijk
was voor zo'n twee miljoen sterfgevallen, voor een belangrijk deel in samenhang met HIV/AIDS, en dat de enorme kwelling die
deze ziekte mondiaal vormt, met nieuwe diagnostische onderzoeken en geneesmiddelen zou kunnen worden aangepakt,
J. overwegende dat bilharzia met het geneesmiddel praziquantel kan worden behandeld, maar dat de kosten van deze chemotherapie
een extra belasting voor de stelsels voor gezondheidszorg vormen en er bezorgdheid is over het ontstaan van resistente parasieten,
en dat het derhalve noodzakelijk is andere doeltreffende geneesmiddelen te ontwikkelen,
K. overwegende dat ernstige viscerale leishmaniasis en AIDS elkaar versterken en dat de behandeling met vijfwaardig antimoon
ernstige bijwerkingen heeft, langdurig is en door resistentie van parasieten minder werkzaam wordt,
L. overwegende dat Afrikaanse slaapziekte (Humane Afrikaanse Trypanosomiasis – HAT) moeilijk is vast te stellen en te behandelen,
M. overwegende dat voor de behandeling van de acute fase van de ziekte van Chagas slechts twee geneesmiddelen beschikbaar zijn,
nifurtimox en benznidazole, terwijl er voor de chronische fase geen behandeling is,
N. overwegende dat denguekoorts een mondiale bedreiging van de gezondheid is en dat Aedes albopictus, een secundaire vector
van dengue in Azië, nu ook in Europa en andere streken aanwezig is als gevolg van de internationale handel in gebruikte autobanden,
en er geen specifieke behandeling is, hoewel er in geïntegreerd vectormanagement vooruitgang wordt geboekt terwijl de ontwikkeling
van vaccins traag gebeurt,
O. overwegende dat Buruli-ulcer een opkomende bedreiging voor de gezondheid is en alleen kan worden behandeld door operatieve
verwijdering van de aangetaste delen, waardoor weefsel verloren gaat en blijvende invaliditeit kan ontstaan,
P. overwegende dat psychische aandoeningen en epilepsie een groeiend probleem vormen en onvoldoende aandacht krijgen,
Q. overwegende dat er een ernstig tekort is aan gezondheidswerkers in vele delen van de ontwikkelingswereld door de migratie
vanuit en in armere streken,
R. overwegende dat volgens ramingen hergebruikte medische instrumenten in 2000 leidden tot 260 000 nieuwe gevallen van HIV/AIDS,
twee miljoen infecties met hepatitis C en 21 miljoen infecties met hepatitis B,
S. overwegende dat jaarlijks over de hele wereld vijf miljoen mensen sterven door tabaksgebruik en dat dit aantal tegen 2020
zou kunnen verdubbelen waarbij de meerderheid van deze sterfgevallen zich in de ontwikkelingslanden voordoet,
T. overwegende dat er structureel onvoldoende in internationaal en regionaal onderzoek naar geneesmiddelen voor armoedegerelateerde
ziekten wordt geïnvesteerd,
U. overwegende dat volgens ramingen minder dan 10 % van de biomedische onderzoeksfondsen ter wereld worden aangewend om problemen
aan te pakken die 90 % van de ziekten veroorzaken waaronder de wereld gebukt gaat en dat, voor alle geneesmiddelen in ontwikkeling
voor alle verwaarloosde ziekten in 1999-2000, 18 O&O-projecten zich in het stadium van klinische ontwikkeling bevonden, vergeleken
met 2 100 gezamenlijke projecten voor alle andere ziekten en dat de gemiddelde tijd voor klinische ontwikkeling van geneesmiddelen
voor verwaarloosde ziekten ongeveer drieënhalf jaar langer is dan voor andere aandoeningen,
V. overwegende dat er wetenschappelijke vooruitgang is geboekt, waaronder de sequencing van het genoom van parasieten die malaria,
leishmaniasis en HAT veroorzaken, maar dat deze vooruitgang niet in nieuwe producten wordt vertaald,
W. overwegende dat het Prekwalificatieproject van de WHO een belangrijk netwerk is voor de beoordeling en inkoop van nieuwe,
essentiële geneesmiddelen,
X. overwegende dat jaarlijks naar schatting anderhalf miljoen kinderen jonger dan vijf jaar sterven aan met een vaccin te voorkomen
ziekten,
Y. overwegende dat slechts één enkele farmaceutische onderneming geneesmiddelen heeft geregistreerd die verkrijgbaar zijn tegen
gereduceerde prijzen, in het kader van Verordening (EG) nr. 953/2003 van de Raad van 26 mei 2003 ter voorkoming van verlegging
van het handelsverkeer in bepaalde belangrijke geneesmiddelen naar de Europese Unie(8)
; overwegende dat de nieuwe geneesmiddelen die momenteel noodzakelijk zijn, maar die uitsluitend tegen hoge prijzen verkrijgbaar
zijn, niet in deze lijst zijn opgenomen,
Z. overwegende dat alle lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) de TRIPS-overeenkomst inzake handelsgerelateerde intellectuele
eigendom inmiddels in hun nationale wetgeving hebben moeten opnemen, meer bepaald de landen die generische geneesmiddelen
vervaardigen,
1. verwelkomt de reeds aangehaalde mededelingen van de Commissie, maar dringt erop aan dat de hierin voorgestelde aanpak naar
andere verwaarloosde ziekten wordt uitgebreid; wijst er met nadruk op dat alle acties van de Commissie ook op andere ziekten
dan HIV/AIDS, malaria en tuberculose kunnen worden toegepast;
2. dringt er bij de Commissie op aan om de beleidsvoorstellen van het nieuwe Actieprogramma ter bestrijding van HIV/AIDS, tuberculose
en malaria om te zetten in concrete maatregelen door te zorgen voor de gepaste programmabesluiten en de toewijzing van een
toereikende begroting,
3. beklemtoont dat het van cruciaal belang is dat meer en toereikende financiële middelen van de lidstaten worden verkregen
en dat de financiering van het externe optreden en de ontwikkelingshulp van de EU wordt verhoogd, aangezien het tekort aan
middelen voor HIV/AIDS, malaria en tuberculose in 2007 naar schatting 11,5 miljard EUR zal bedragen;
4. roept de Commissie op om HIV/AIDS, tuberculose, malaria en andere ziekten als intersectorale kwesties te behandelen in het
kader van de instrumenten voor externe hulp van de volgende financiële vooruitzichten,
5. steunt de oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005)0108) om gezamenlijk en op doeltreffende en gecoördineerde wijze te kunnen reageren op noodsituaties van diverse oorsprong;
6. herinnert eraan dat de gezondheidsdiensten in de ACS-landen in de jaren 1990 veel geleden hebben, vooral omdat de klemtoon
werd gelegd op macro-economische hervormingen die tot drastische besnoeiingen van de begroting hebben geleid voor de sociale
sectoren, waaronder de gezondheidszorg;
7. herinnert er eveneens aan dat de minst ontwikkelde landen elk jaar ongeveer 40 % van hun BBP moeten reserveren voor de terugbetaling
en delging van hun schulden terwijl hun budgetten voor onderwijs en gezondheidszorg bespottelijk laag blijven;
8. dringt er bij de ACS-landen op aan te voldoen aan de door het Parlement geformuleerde doelstelling om 20 % aan gezondheidszorg
toe te wijzen;
9. is van mening dat in strategiedocumenten inzake armoedebestrijding de armoedeanalyse die daaraan ten grondslag ligt, een
sturende factor is bij het bepalen van de accenten van de werkzaamheden in de gezondheidszorg en de mogelijkheid biedt gezondheidsplannen
en -strategieën te heroriënteren op de gezondheidsmaatregelen die het meest waarschijnlijk effect hebben op armoede;
10. onderstreept dat de beschikbaarheid van drinkbaar water en voedsel noodzakelijke voorwaarden zijn voor een goede volksgezondheid;
dringt dus aan op een transversale aanpak van de gezondheid en de verbetering van de levensomstandigheden die bijdraagt aan
de verhoging van de levensverwachting;
11. doet een beroep op de ontwikkelingslanden om de basisvoorzieningen voor hun publieke stelsels van gezondheidszorg te herstellen
en op de EU om dit proces te ondersteunen door hulpverlening voor de ontwikkeling en de versterking van de menselijke en de
institutionele hulpbronnen en de infrastructuren;
12. meent dat investeringen in watervoorziening, hygiëne en infrastructuur en het stimuleren van het besef dat er een verband
bestaat tussen gezondheid. schoon water en hygiëne, cruciaal zijn in de strijd tegen door water overgebrachte ziekten (zoals
longontsteking, diarree, malaria) en voor de verstrekking van gezondheidszorg;
13. dringt erop aan dat het beleidsdocument over het menselijk kapitaal waarin voorzien is in het Actieprogramma van de Commissie
ook voorstellen tot dringende maatregelen bevat om het verlies aan gezondheidswerkers uit de ontwikkelingslanden om te keren,
bijvoorbeeld betere opleiding, carrièremogelijkheden, bezoldiging, stimulansen om werknemers te behouden, veilige werkomstandigheden,
samenwerking met initiatieven die zijn opgezet voor specifieke ziekten, jumelageafspraken, vrijwillige steun en de verspreiding
van optimale werkwijzen en technische steun;
14. benadrukt dat coördinatie binnen de EU en tussen de EU en andere mondiale en lokale donoren noodzakelijk is om vakkennis
te bundelen en technische bijstand te delen en zo de resultaten te verbeteren;
15. verwelkomt de belofte van de Commissie om de ontwikkelingslanden beter in staat te stellen onderzoek uit te voeren, maar
dringt erop aan om dit naast klinische proeven uit te breiden tot een bredere opvatting van onderzoek die ook operationeel
onderzoek en onderzoek van gezondheidszorgsystemen omvat, twee vormen van onderzoek die zeer belangrijk zijn voor de ontwikkeling
van een doelmatiger, doeltreffender en duurzamer implementatie van interventies;
16. onderstreept dat beste praktijken op het gebied van onderzoek en implementatie noodzakelijk zijn om doeltreffende maatregelen,
projecten en programma's te waarborgen;
17. neemt er nota van dat er zorg moet worden besteed aan de manier waarop geneesmiddelen worden toegediend en gebruikt teneinde
resistentie te beperken;
18. neemt er nota van dat de onderbreking van malaria- en tuberculosebehandelingen of ARV-therapie, als gevolg van de tsunami
in Azië, een groot aantal sterfgevallen tot gevolg kan hebben;
19. is verheugd over de uitkomsten van het Eurobarometer-onderzoek, waaruit blijkt dat het publiek in de EU van mening is dat
hulp van de EU zeer doeltreffend kan zijn in de strijd tegen AIDS en andere ziekten(9)
;
20. benadrukt dat het dringend noodzakelijk is dat geneesmiddelen toegankelijk zijn en dat fabrikanten van geneesmiddelen ervoor
zorgen dat geneesmiddelen beschikbaar en betaalbaar zijn in landen met lage inkomens;
21. beklemtoont dat de aanwezigheid van leiderschap en verantwoordelijkheid in een land belangrijk is en roept de Commissie op
om ervoor te zorgen dat de getroffen gemeenschappen en de maatschappij zinvol bij dit proces worden betrokken om te garanderen
dat de Actiekaders de bezorgdheid en ervaringen van gemarginaliseerde gemeenschappen weerspiegelen;
22. vraagt de Commissie om een evaluatie van de reële effecten van de in het kader van Verordening (EG) nr. 953/2003 uitgevoerde
maatregelen en van de terbeschikkingstelling door de farmaceutische industrie van gedifferentieerd geprijsde producten ter
verbetering van de toegang tot essentiële geneesmiddelen voor de bevolking van de ontwikkelingslanden en om, indien er tekortkomingen
worden vastgesteld, aanvullende maatregelen voor te stellen die de toegang tot essentiële geneesmiddelen concreet kunnen bevorderen;
23. roept de Commissie op om het EC Stakeholder Forum aan te wenden als een systematisch en regelmatig mechanisme voor overleg
met de maatschappij, mensen die lijden aan HIV/AIDS, malaria en tuberculose en vertegenwoordigers van middenveldorganisaties
uit de ontwikkelingslanden;
24. wijst de Commissie op het belang van vrouwen in de eerstelijns gezondheidszorg en op het feit dat de behoeften van vrouwen,
kinderen en mensen met handicaps moeten worden geïntegreerd in alle onderdelen van het gezondheidsbeleid en in statistieken
en onderzoek op het terrein van gezondheid;
25. verwelkomt de steun van de Commissie door het Actieprogramma voor globale en op bewijsvoering gebaseerde preventieprogramma's,
en dringt er bij de Commissie op aan steun te verlenen aan programma's ter preventie van HIV/AIDS die politiek leiderschap
omvatten, opleiding om gedragswijzigingen te ondersteunen, schadebeperkende programma's, verspreiding van producten, vrijwillige
professionele praatsessies en tests, veilige bloedvoorraden, maatregelen ter beperking van de kwetsbaarheid van groepen met
een hoger risico op infectie, sociaal onderzoek en gedragsonderzoek;
26. beklemtoont dat het noodzakelijk is om meer te investeren in O&O naar nieuwe technologieën voor HIV-preventie zoals vaccins
en microbiciden en dringt aan op de ontwikkeling van aangepaste en betaalbare kindergeneeskundige ARV-behandelingen voor de
2,2 miljoen kinderen die aan HIV lijden, naast diagnostiek en controle-instrumenten die aangepast zijn aan hun behoeften en
aan de omgeving van de ontwikkelingslanden;
27. dringt bij de Commissie aan op de erkenning dat verschillende vormen van HIV-epidemieën ook een verschillende aanpak vergen,
naargelang deze aanpak is bestemd voor landen met een algemene of een geconcentreerde epidemie; en dringt erop aan meer aandacht
te besteden aan het verwerven van inzicht in de overdrachtspatronen in alle verschillende contexten en om volgens deze inzichten
te handelen;
28. dringt erop aan dat in beleid voor armoedebestrijding en steun aan gezinnen die door HIV/AIDS en andere ziekten zijn getroffen,
rekening wordt gehouden met ouderen, wezen en andere kwetsbare kinderen en dat deze groepen worden betrokken bij en participeren
in het ontwerp en de tenuitvoerlegging van programma's;
29. dringt aan op een sterkere koppeling tussen seksuele en reproductieve gezondheid en HIV/AIDS-programma's, en adequate, toegankelijke
en betaalbare benodigdheden in verband met HIV/AIDS en seksuele en reproductieve gezondheid, waaronder condooms voor mannen
en vrouwen en diagnostiek en geneesmiddelen voor SOA's;
30. maakt zich grote zorgen over rapporten dat bepaalde Afrikaanse regeringen een verkoop- of invoerbelasting heffen op ARV-
en andere geneesmiddelen, waardoor die geneesmiddelen onbetaalbaar worden voor arme gemeenschappen; dringt er bij de Commissie
op aan om dit te onderzoeken en de regeringen aan te moedigen om zulke belastingen af te schaffen;
31. dringt erop aan dat landen waar malaria heerst, zich inzetten om zo snel mogelijk combinatietherapieën op basis van artemisinine
(ACT) in te voeren, die als de meest doeltreffende behandeling zijn erkend, en dringt er bij donoren op aan financiële steun
te geven voor ACT en de aanschaf, prekwalificatie en productie van geneesmiddelen op basis van artemisinine te steunen;
32. dringt aan op de industriële vervaardiging van met insecticide behandelde netten, vooral lang houdbare met insecticide behandelde
netten, dringt aan op programma's om zulke netten sneller op grote schaal te verspreiden, op scholing in het herkennen van
de symptomen van malaria, het opruimen van bronnen van stilstaand water, het verstrekken van geneesmiddelen en betrouwbare
tests voor snelle diagnose aan verleners van eerstelijns gezondheidszorg, en op een versterking van door landen geleide samenwerkingsverbanden
voor de coördinatie van een verspreiding op grotere schaal en voor de wegwerking van knelpunten in de uitvoering;
33. is van mening dat er behoefte is aan eenvoudige, goed werkende tests voor het diagnosticeren van leishmaniasis, die geschikt
zijn voor de omstandigheden in landen die over weinig middelen beschikken; stelt vast dat er onvoldoende financiering is voor
O&O op het gebied van nieuwe behandelingen en dat er alternatieve geneesmiddelen bestaan, maar dat deze duur en moeilijk toe
te dienen zijn; dringt aan op de snelle registratie van veelbelovende geneesmiddelen als paromomycine en miltefosine;
34. neemt nota van het werk van het DNDi en het TDR-programma op het gebied van de behandeling van HAT en benadrukt dat het dringend
noodzakelijk is dat de veiligheid en werkzaamheid van nifurtimox wordt beoordeeld en dat er nieuwe, gemakkelijk uit te voeren
en goede diagnostische tests worden ontwikkeld;
35. dringt aan op een intensivering van de inspanningen voor de preventie van de ziekte van Chagas door de doelbevolkingen bij
het inperken van de verspreiding hiervan te betrekken, door de leefruimten van dieren en van mensen van elkaar te scheiden
en door vectoren van de ziekten met insecticiden te bestrijden;
36. is verheugd over het mondiale programma van de WHO dat erop gericht is de gebieden vast te stellen waar lymfatische filariasis
endemisch is en de risicogroepen gedurende ten minste vijf jaar een behandeling te geven waarbij jaarlijks één dosis moet
worden toegediend;
37. is van mening dat de verstrekking van veilige en werkzame geneesmiddelen grote voordelen oplevert; dat het terugdringen of
uitbannen van infecties door eenmaal per jaar of halfjaarlijks gedoneerde geneesmiddelen toe te dienen ongeveer 0,20 EUR per
behandelde persoon kost;
38. dringt aan op de tenuitvoerlegging van de "Quick Wins" die in het Millenniumproject 2005 van de VN worden genoemd, met inbegrip
van regelmatige jaarlijks ontworming;
39. vraagt de EU om concrete maatregelen te treffen tegen de armoede en zorg te dragen voor coherentie tussen haar beleid op
het vlak van handel, ontwikkelingssamenwerking en landbouw teneinde elke rechtstreekse of onrechtstreekse negatieve invloed
op de economieën van de ontwikkelingslanden te voorkomen;
40. dringt erop aan om meer aandacht te geven aan steun op het gebied van psychische en neurologische aandoeningen en stoornissen,
met name unipolaire depressie en epilepsie;
41. is van mening dat gezondheidszorg die aandoeningen zoals diabetes kan diagnosticeren, beheersen en behandelen veel levens
zou redden en invaliditeit en amputaties zou verminderen; de toegang tot insuline en geneesmiddelen van het type 2 moet met
name worden uitgebreid en betaalbaar worden gemaakt;
42. roept de Commissie op steun te verlenen aan programma's voor de preventie en genezing van obstetrische fistels en zorg te
verlenen aan de getroffen vrouwen en meisjes;
43. dringt aan op initiatieven om de lokale toegang tot de geschikte diagnosemiddelen en veilige bloedinzamelingsmethodes te
versnellen, met de bijbehorende opleiding en infrastructuur, om essentiële gezondheidsparameters te controleren, en beklemtoont
dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat alle immuniseringsprogramma's het gebruik verplicht stellen van medische technologie
die hergebruik onmogelijk maakt;
44. nodigt de Commissie uit om steun te verlenen aan de versterking van nationale en internationale programma's voor de bestrijding
van het tabaksgebruik;
45. is van mening dat publiek-private partnerschappen, zoals het RBM-partnerschap, de TB Alliance, IAVI, IPM, GAVI the Vaccine
Fund, MMV, DNDi en het Institute for One World Health samen met het TDR-programma essentieel zijn voor innovatie en capaciteitsversterking;
46. betreurt dat er onvoldoende onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten zijn op het gebied van ziekten waardoor bijna uitsluitend
arme mensen in ontwikkelingslanden worden getroffen, omdat er geen rendabele markten voor zijn, en benadrukt dat er internationale
inspanningen nodig zijn om hier verandering in te brengen;
47. dringt erop aan dat onderzoek naar ziekten waar burgers van ontwikkelingslanden door worden getroffen, specifiek in het zevende
kaderprogramma wordt vermeld en dat hier ook financiële middelen voor worden gereserveerd;
48. moedigt de Commissie aan om vanaf nu manieren te onderzoeken om de concrete maatregelen uit te voeren die moeten worden getroffen
met betrekking tot de flexibiliteit van de huidige en geplande thematische begrotingslijnen en om de procedures te vereenvoudigen
teneinde de synergie en coherentie van de communautaire beleidslijnen, diensten en programma's ter bestrijding van de drie
ziekten te verbeteren;
49. verzoekt de Commissie met de WHO samen te werken, onder meer via het TDR en het Initiative for Vaccine Research, bij het
opstellen van een lijst met essentiële O&O-onderwerpen waarin de behoeften en prioriteiten voor de ontwikkelingslanden worden
vastgesteld;
50. is van mening dat de beoordeling en registratie van geneesmiddelen aan de hand van speciale procedures voor een betere evaluatie
van de verhouding tussen risico en baten van geneesmiddelen voor verwaarloosde ziekten één van de prioriteiten moet zijn van
landen met endemische ziekten;
51. dringt aan op de verbetering van de arbeidsomstandigheden van medisch personeel in de ontwikkelingslanden, de verstrekking
van geschikte medische apparatuur en de overdracht van technologie; dringt aan op een toename van de uitwisselingsprogramma's
voor artsen vanuit Europa naar de ontwikkelingslanden en omgekeerd;
52. verzoekt de Commissie steun te verlenen aan geïntegreerde onderzoeksprojecten die het volledige proces omvatten van de vaststelling
van chemische stoffen tot en met het op de markt brengen van de meest werkzame daarvan;
53. dringt erop aan dat de activiteiten van het EDCTP naar andere verwaarloosde ziekten en andere fasen van klinische ontwikkeling
(Fase I en IV) worden uitgebreid;
54. vraagt dat de internationale normen voor ethisch onderzoek, zoals die in de Verklaring van Helsinki worden uiteengezet, in
alle landen worden toegepast;
55. dringt aan op samenwerking met de farmaceutische industrie op het gebied van armoedeziekten, met een nieuw kadervoorstel
voor O&O naar dergelijke ziekten, teneinde investeringen te stimuleren, met onder meer hulp bij protocollen, het afzien van
vergoedingen, belastingkredieten, subsidies, innovatieprijzen, bijstand voor prekwalificatie, aanschafverbintenissen vooraf
en gedeeltelijke overdracht van octrooirechten op geneesmiddelen en dringt aan op een van de behoefte uitgaande aanpak;
56. beklemtoont dat onderwijs en gezinsplanning even belangrijk zijn als de verstrekking van doelmatige geneesmiddelen;
57. dringt erop aan de farmaceutische industrie ertoe te verplichten of te stimuleren een percentage van de winst te herinvesteren
in O&O naar verwaarloosde ziekten, hetzij rechtstreeks, hetzij via overheidsprogramma's;
58. dringt, in de context van de WHO-commissie voor intellectuele eigendom, innovatie en gezondheid, aan op een nieuw mondiaal
verdrag voor medisch O&O, waarin minimumverplichtingen zijn opgenomen voor het ondersteunen van O&O, evenals mechanismen voor
het stellen van prioriteiten en de overweging van een systeem van overdraagbare kredieten voor investeringen in specifieke
projecten;
59. is van mening dat het versterken van lokale O&O-capaciteit en productiecapaciteit via de overdracht en het delen van technologie
zou moeten worden bevorderd door ontwikkelingsbeleid;
60. verwelkomt de steun van de Commissie aan het Prekwalificatieproject van de WHO in haar Actieprogramma en roept de Commissie
op om met de WHO samen te werken teneinde de mogelijkheden om de functies van dit project te vervullen, te versterken en uit
te breiden;
61. roept de Commissie en de lidstaten op om actieve steun te verlenen aan de uitvoering van de verklaring van Doha en oppositie
te voeren tegen elke maatregel van de WTO-lidstaten ter ondergraving van de unanieme verbintenissen die werden gesloten in
de verklaring inzake intellectuele eigendom en volksgezondheid, met name door te onderhandelen over 'TRIPS plus'-clausules
in het kader van regionale vrijhandelsakkoorden;
62. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de Wereldgezondheidsorganisatie
en de ACS-EU Paritaire Parlementaire Vergadering.