Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende communautaire
maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (COM(2005)0171 – C6-0195/2005 – 2005/0062(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0171)(1)
,
– gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0195/2005),
– gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag,
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie
milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0327/2005),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan
op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel
van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Overweging 1
(1) Aviaire influenza is een ernstige, uiterst besmettelijke virusziekte bij pluimvee en overige vogels, die wordt veroorzaakt
door verschillende soorten influenzavirussen. Deze virussen kunnen ook overgaan op zoogdieren, met inbegrip van varkens en
mensen.
(1) Aviaire influenza is een ernstige, uiterst besmettelijke virusziekte bij pluimvee en overige vogels, die wordt veroorzaakt
door verschillende soorten influenzavirussen. Deze virussen kunnen ook overgaan op zoogdieren, met inbegrip van varkens en
mensen, en worden door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als een ernstige bedreiging van de menselijke gezondheid beschouwd,
omdat zij tot de uitbraak van een influenzapandemie kunnen leiden
.
Amendement 2 Overweging 7
(7) De besmetting met bepaalde stammen van aviaire influenzavirussen kan bij als huisdier gehouden vogels uitbraken met de omvang
van een epizoötie veroorzaken, die tot een dusdanige mortaliteit en schade voor het pluimveebestand leiden dat hierdoor met name de rentabiliteit van
de pluimveehouderij als geheel gevaar kan lopen. Het aviaire influenzavirus is overdraagbaar op mensen en kan een ernstig gevaar
voor de volksgezondheid vormen
.
(7) De besmetting met bepaalde stammen van aviaire influenzavirussen kan bij als huisdier gehouden vogels uitbraken met de omvang
van een epizoötie veroorzaken, die tot een dusdanige mortaliteit en schade voor het pluimveebestand leiden dat hierdoor de
pluimveehouderij als geheel gevaar kan lopen. Het aviaire influenzavirus is overdraagbaar op mensen en het uitbreken van een menselijke influenzapandemie die het gevolg is van een vogelvirus, wordt door de WHO als een grote bedreiging
voor
de volksgezondheid beschouwd
.
Amendement 3 Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis) De lidstaten dienen steun te verlenen voor de intensivering van de logistieke bijstand, waaronder inspecties op verzoek,
aan buurlanden en landen waar aviaire influenza heerst, om hen te helpen hun risicobeoordelings- en beheersingscapaciteit
te verbeteren, met name waar het gaat om laboratoriumcapaciteit en gevalideerde methodologieën met kwaliteitsborging, in overeenstemming
met internationaal overeengekomen normen, een verbeterd gebruik van vaccins tegen epidemieën en een gericht gebruik van geschikte
antivirale middelen, om een commercieel onpartijdige en deugdelijke risicobeheersing op kosten-batenbasis te verwezenlijken.
Amendement 4 Overweging 7 ter (nieuw)
(7 ter) De lidstaten moeten steun verlenen ter versterking van de onderzoeksactiviteiten in de EU, om een beter inzicht te
verkrijgen in het verband tussen virologische mechanismen voor aanpassing, d.w.z. mutatie, recombinatie of hergroepering,
met risicobeoordeling en routes van specifieke overdracht tussen soorten, alsmede methodologieën, in het bijzonder met het
oog op de ontwikkeling van langdurig beschikbare vaccins die werkzaam zijn op meerdere subtypes.
Amendement 5 Overweging 7 quater (nieuw)
(7 quater) Samenwerking tussen veterinaire en volksgezondheidsautoriteiten inzake humane en zoönotische influenza moet worden
versterkt, en controle in laboratoria, gewaarborgd door middel van een duurzaam budget en een vaste rechtsgrondslag, evenals
de inzet van referentielaboratoria van de Gemeenschap, die over bevoegdheden beschikken in beide sectoren, omvatten.
Amendement 6 Overweging 9
(9) De Gemeenschapwetgeving voor de bestrijding van aviaire influenza dient de lidstaten de mogelijkheid te geven om op adequate
en flexibele wijze ziektebestrijdingsmaatregelen te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de aan de verschillende virusstammen
verbonden risico's en het waarschijnlijke sociaal-economische effect van de maatregelen op de landbouwsector en andere betrokken
sectoren en er tegelijkertijd zorg voor wordt gedragen dat de maatregelen voor ieder afzonderlijk ziektescenario het meest
geschikt zijn.
(9) De Gemeenschapwetgeving voor de bestrijding van aviaire influenza dient de lidstaten de mogelijkheid te geven om op adequate
en flexibele wijze ziektebestrijdingsmaatregelen te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de aan de verschillende virusstammen
verbonden risico's en het waarschijnlijke sociaal-economische effect van de maatregelen op de landbouwsector en andere betrokken
sectoren en er tegelijkertijd zorg voor wordt gedragen dat de maatregelen voor ieder afzonderlijk ziektescenario het meest
geschikt zijn en gecoördineerd worden
.
Amendement 7 Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) De reactie van de Europese Unie en de lidstaten wordt bepaald overeenkomstig de internationale richtsnoeren en in
nauwe samenwerking met de relevante internationale organen (d.w.z. de WHO, de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en de
Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE)).
Amendement 8 Overweging 9 ter (nieuw)
(9 ter) Het bestrijden van aviaire influenza en een eventuele toekomstige grieppandemie heeft voor de lidstaten een grensoverschrijdende
dimensie en daarom moeten er voorbereidings- en rampenplannen worden opgesteld met het oog op de bescherming van de volksgezondheid
en van de gezondheid van dieren.
Amendement 9 Overweging 10
(10) Met het oog op het voorkomen van en anticiperen op de volksgezondheidsproblemen die het gevolg kunnen zijn van aviaire influenza
moeten de diensten voor de dier- en volksgezondheid in de lidstaten streven naar
een effectieve communicatie en nauwe samenwerking, zodat de bevoegde instanties zo nodig
de juiste maatregelen ter bescherming van de menselijke gezondheid kunnen nemen.
(10) Met het oog op het voorkomen van en anticiperen op de volksgezondheidsproblemen die het gevolg kunnen zijn van aviaire influenza
zijn
een effectieve en gecoördineerde
communicatie ter versterking van het vertrouwen van het publiek
en nauwe samenwerking tussen de diensten voor de dier- en volksgezondheid in de lidstaten absoluut noodzakelijk
, zodat de bevoegde instanties de juiste maatregelen ter bescherming van de menselijke gezondheid kunnen nemen en de betrokken maatregelen en de voorbereidings- en rampenplannen onderling beter gecoördineerd kunnen worden. In deze rampenplannen
moeten middelen worden opgenomen om in geval van een epidemie snel te kunnen optreden
.
Amendement 10 Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis) Met het oog op een maximale doeltreffendheid en minimale kosten dienen de Gemeenschap en de lidstaten gezamenlijk
de migratie van wilde vogels te observeren en onderzoek te doen naar de mate van gevaar dat zij vormen als het gaat om de
verspreiding van aviaire influenza in de EU en andere relevante gebieden.
Amendement 11 Overweging 10 ter (nieuw)
(10 ter) De Gemeenschap en de lidstaten moeten derde landen die met het uitbreken van aviaire influenza te maken hebben, helpen
bij de bestrijding van deze ziekte. De betrokken landen moeten worden bijgestaan met expertise en geldelijke steun via de
daarvoor aangewezen programma's, in nauwe samenwerking met de betrokken internationale organisaties (FAO, OIE en WHO).
Amendement 12 Overweging 11
(11) Gezien de mogelijkheid dat laagpathogene aviaire influenzavirussen kunnen muteren in hoogpathogene, moeten er maatregelen
worden getroffen om de besmetting van pluimvee vroegtijdig op het spoor te komen, zodat snel opgetreden kan worden en de vereiste
maatregelen kunnen worden genomen, waaronder een systeem voor actieve bewaking door de lidstaten. Die bewaking dient plaats
te vinden aan de hand van algemene richtsnoeren, die in het licht van nieuwe kennis en ontwikkelingen op dit terrein aangepast
moeten worden.
(11) Gezien de mogelijkheid dat laagpathogene aviaire influenzavirussen kunnen muteren in hoogpathogene, moeten er maatregelen
worden getroffen om de besmetting van pluimvee en andere dieren evenals mensen
vroegtijdig op het spoor te komen, zodat snel opgetreden kan worden en de vereiste maatregelen kunnen worden genomen, waaronder
een systeem voor actieve bewaking door de lidstaten. Die bewaking dient plaats te vinden aan de hand van algemene richtsnoeren,
die in het licht van nieuwe kennis en ontwikkelingen op dit terrein aangepast moeten worden.
Amendement 13 Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis) De Commissie moet het wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe vaccins tegen vogelgriep in de lidstaten
coördineren om wetenschapsmensen aan te moedigen vaccins te ontwikkelen die:
a) beschermen tegen meervoudige stammen van het aviaire influenzavirus,
b) effectief zijn voor alle relevante vogelsoorten,
c) oraal kunnen worden toegediend.
Mondeling amendement Overweging 11 ter (nieuw)
Jagers in Europa dienen aangemoedigd te worden ondersteuning te bieden bij het toezicht op uitbraken van aviaire influenza
bij wilde vogels door de bevoegde autoriteiten in te lichten wanneer zij vermoeden dat vogels besmet zijn.
Amendement 14 Overweging 12
(12) Bij iedere verdenking van besmetting met aviaire influenza op grond van klinische of laboratoriumonderzoeken of om een andere
reden die aanleiding geeft tot de verdenking van besmetting dienen er onmiddellijk officiële onderzoeken te worden uitgevoerd,
zodat er zo nodig
snel en doeltreffend kan worden ingegrepen. Deze maatregelen moeten, zodra de besmetting bevestigd wordt, zodanig verscherpt
worden dat onder andere de door besmetting getroffen bedrijven of bedrijven waar besmetting dreigt, worden geruimd.
(12) Bij iedere verdenking van besmetting met aviaire influenza op grond van klinische of laboratoriumonderzoeken of om een andere
reden die aanleiding geeft tot de verdenking van besmetting dienen er onmiddellijk officiële onderzoeken te worden uitgevoerd,
zodat er automatisch
snel en doeltreffend kan worden ingegrepen in het kader van het snellereactiesysteem van de EU voor de gezondheid en veiligheid in de voedselketen
. Deze maatregelen moeten, zodra de besmetting bevestigd wordt, zodanig verscherpt worden dat onder andere de door besmetting
getroffen bedrijven of bedrijven waar besmetting dreigt, worden geruimd. De officiële onderzoeken dienen klinisch en laboratoriumonderzoek te omvatten op het gebied van dier- en menselijke gezondheid.
Amendement 15 Overweging 13
(13) Indien besmetting met laagpathogeen aviair influenzavirus wordt aangetoond, of indien de aanwezigheid van het virus in het
geval van serologische aanwijzingen voor besmetting niet door virusisolatietests kan worden bevestigd, kan
de bestrijding met andere methoden dan de voor hoogpathogene aviaire influenzavirussen voorgeschreven maatregelen plaatsvinden,
gezien de verschillende risiconiveau van deze beide situaties.
(13) Indien besmetting met laagpathogeen aviair influenzavirus wordt aangetoond, of indien de aanwezigheid van het virus in het
geval van serologische aanwijzingen voor besmetting niet door virusisolatietests kan worden bevestigd, moet
de bestrijding met andere methoden dan de voor hoogpathogene aviaire influenzavirussen voorgeschreven maatregelen plaatsvinden,
gezien de verschillende risiconiveau van deze beide situaties.
Amendement 16 Overweging 14
(14) Bij het nemen van ziektebestrijdingsmaatregelen en met name bij het instellen van beperkingsgebieden moeten ook de dichtheid
van de pluimveepopulatie en andere risicofactoren in het gebied waar de besmetting is vastgesteld, in aanmerking worden genomen.
(14) Bij het nemen van ziektebestrijdingsmaatregelen en met name bij het instellen van beperkingsgebieden moeten ook de dichtheid
van de pluimveepopulatie en andere risicofactoren in het gebied waar de besmetting is vastgesteld, zoals de nabijheid van waterrijke gebieden die trekvogels aantrekken,
in aanmerking worden genomen.
Amendement 17 Overweging 17
(17) Vaccinatie tegen aviaire influenza kan
een doeltreffende aanvulling zijn van ziektebestrijdingsmaatregelen, waardoor massaal doden en vernietigen van pluimvee en
andere vogels voorkomen kunnen worden. Volgens de huidige stand van kennis kan vaccinatie niet alleen nuttig zijn in noodsituaties,
maar ook ter voorkoming van ziekte in situaties waarin een groter risico bestaat dat aviaire influenzavirussen worden ingesleept
door in het wild levende dieren of andere bronnen. Daarom dienen er maatregelen ten behoeve van zowel
beschermende als
noodvaccinaties te worden genomen.
(17) Controles, steekproefsgewijze screeningtests bij dieren en
vaccinatie tegen aviaire influenza kunnen
een doeltreffende aanvulling zijn van ziektebestrijdingsmaatregelen, waardoor massaal doden en vernietigen van pluimvee en
andere vogels voorkomen kunnen worden. Volgens de huidige stand van kennis kan vaccinatie niet alleen nuttig zijn in noodsituaties,
maar ook ter voorkoming van ziekte in situaties waarin een groter risico bestaat dat aviaire influenzavirussen worden ingesleept
door in het wild levende dieren of andere bronnen. Daarom dienen er maatregelen ten behoeve van controles, steekproefsgewijze screeningtests bij dieren en
beschermende alsmede
noodvaccinaties te worden genomen.
Amendement 18 Overweging 18 bis (nieuw)
(18 bis.) De Commissie moet zo goed mogelijk gebruik maken van de beschikbare middelen voor de ontwikkeling van vaccins en
testmethodes. Het onderzoek op dit gebied moet aansluiten bij de DIVA-strategie en moet gericht zijn op vereenvoudiging van
de controle van de ziekte en de verkoop van producten afkomstig van ingeënte dieren.
Amendement 19 Overweging 19
(19) De Gemeenschap en de lidstaten dienen ook over de mogelijkheid te beschikken om
vaccinvoorraden aan te leggen om in het geval van nood pluimvee en andere vogels mee te enten.
(19) De Gemeenschap en de lidstaten dienen vaccinvoorraden aan te leggen om in het geval van nood pluimvee en andere vogels mee
te enten.
Amendement 20 Overweging 19 bis (nieuw)
(19 bis.) Om de last voor de begroting van de EU tengevolge van de financiële bijstand aan de lidstaten door de uitvoering
van deze richtlijn te beperken, moet de Commissie het publiek objectieve informatie verstrekken over de veiligheid van het
eten van vlees afkomstig van ingeënte dieren, dat net zo veilig is als het eten van vlees afkomstig van niet-ingeënte dieren,
bij correcte toepassing van de vaccinatie.
Amendement 21 Overweging 20
(20) De nodige voorschriften moeten worden vastgesteld om te garanderen dat voor de diagnose van aviaire influenza gebruik wordt
gemaakt van geharmoniseerde procedures en methoden, zoals bijvoorbeeld de diensten van een communautair referentielaboratorium
en van referentielaboratoria in de lidstaten.
(20) De nodige voorschriften moeten worden vastgesteld en dringend ten uitvoer gelegd
om te garanderen dat voor de diagnose van aviaire influenza gebruik wordt gemaakt van geharmoniseerde procedures en methoden,
zoals bijvoorbeeld de diensten van een communautair referentielaboratorium en van referentielaboratoria in de lidstaten en de buurlanden van de EU
.
Amendement 22 Overweging 20 bis (nieuw)
(20 bis) Er moeten maatregelen worden getroffen om de samenwerking te verzekeren tussen het referentielaboratorium van de
Gemeenschap, referentielaboratoria in de lidstaten en hun tegenhangers voor humane influenza (d.w.z. het referentielaboratorium
van de Gemeenschap voor humane influenza en de nationale laboratoria voor humane influenza waarnaar wordt verwezen in bijlage
VIII, punt 2, letter c), onder v).
Amendement 23 Overweging 20 ter (nieuw)
(20 ter) De Gemeenschap en de lidstaten moeten zorgen voor betere samenwerking en versterkte inspanningen op het gebied van
de ontwikkeling van vaccins en testmethodes.
Amendement 24 Overweging 21
(21) Om in door een of meer uitbraken van aviaire influenza ontstane noodsituaties doeltreffend te kunnen optreden, moeten de lidstaten
de noodzakelijke voorbereidingen treffen, met name door het opstellen van rampenplannen en de oprichting van ziektebestrijdingscentra.
In dergelijke rampenplannen moet ook aandacht uitgaan naar het risico dat aviaire influenza voor de gezondheid van de werknemers
in de pluimveehouderij en overig personeel oplevert.
(21) Om in door een of meer uitbraken van aviaire influenza ontstane noodsituaties doeltreffend te kunnen optreden, moeten de lidstaten
de noodzakelijke voorbereidingen treffen, met name door het opstellen van rampenplannen en de oprichting van gecoördineerde
ziektebestrijdingscentra. In dergelijke rampenplannen moet ook aandacht uitgaan naar het risico dat aviaire influenza voor
de gezondheid van de werknemers in de pluimveehouderij en overig personeel oplevert, en rekening worden gehouden met de nationale voorbereidings- en rampenplannen.
Amendement 25 Overweging 21 bis (nieuw)
(21 bis) De Commissie en de lidstaten moeten een actieplan opstellen en steunen voor de landen die geen buurlanden zijn van
de EU waar uitbraken hebben plaatsgevonden die van invloed kunnen zijn op het voorkomen van de ziekte in Europa.
Amendement 26 Overweging 21 ter (nieuw)
(21 ter) Op basis van verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting
van een Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding1 is het van essentieel belang dat de Commissie en de lidstaten met het centrum samenwerken om te komen tot maatregelen ter
bestrijding van de aviaire influenza en voorbereidings- en rampenplannen opstellen. ________________
1 PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.
Amendement 27 Overweging 21 quater (nieuw)
(21 quater) De Commissie moet met de lidstaten werken aan de harmonisering van de kostenverdeling tussen de nationale overheden
en de landbouwsector bij de medefinanciering door de lidstaten van de kosten van uitbraken van besmettelijke dierziektes.
Amendement 28 Overweging 21 quinquies (nieuw)
(21 quinquies) Om de last voor de begroting van de EU tengevolge van de financiële bijstand aan de lidstaten door de uitvoering
van deze richtlijn te beperken, moet de Commissie zich actief inzetten om de actoren in de vleessector ertoe aan te zetten
mee te werken aan de niet-gedifferentieerde verkoop van vlees afkomstig van ingeënte dieren.
Amendement 29 Overweging 21 sexies (nieuw)
(21 sexies) Om de last voor de begroting van de EU tengevolge van de financiële bijstand aan de lidstaten door de uitvoering
van deze richtlijn te beperken, moet de Commissie zich actief inzetten voor het wijzigen van de OIE-regelgeving inzake handelsbeperkingen
bij de toepassing van inentingen.
Amendement 30 Overweging 22
(22) Als er tijdens de in Beschikking 2000/666/EG van de Commissie van 16 oktober 2000 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke
voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee,
alsmede van quarantainevoorschriften bedoelde invoer aviaire influenza in een quarantainevoorziening of -station wordt ontdekt,
dient dit aan de Commissie te worden gemeld. Meldingen in de zin van Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982
inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap komen bij uitbraken in de lidstaten echter niet in aanmerking.
(22) Als er tijdens de in Beschikking 2000/666/EG van de Commissie van 16 oktober 2000 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke
voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee,
alsmede van quarantainevoorschriften bedoelde invoer aviaire influenza in een quarantainevoorziening of -station wordt ontdekt,
dient dit aan de Commissie te worden gemeld. De lidstaten moeten hun controles van zowel de legale als illegale invoer van wilde vogels opvoeren om het risico van verspreiding
van aviaire influenza door invoer van wilde vogels te beperken.
Meldingen in de zin van Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap
komen bij uitbraken in de lidstaten echter niet in aanmerking.
Amendement 31 Overweging 23
(23) Reinigen en ontsmetten dienen een integrerend deel
uit te maken van het communautaire beleid inzake de bestrijding van aviaire influenza. Ontsmettingsmiddelen moeten gebruikt
worden in overeenstemming met Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het
op de markt brengen van biociden.
(23) Reinigen en ontsmetten dienen één van de integrerende delen
uit te maken van het communautaire beleid inzake de bestrijding van aviaire influenza. Ontsmettingsmiddelen moeten gebruikt
worden in overeenstemming met Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het
op de markt brengen van biociden.
Amendement 32 Overweging 29
(29) In deze richtlijn is vastgelegd welke bestrijdingsmaatregelen minimaal moeten worden genomen bij een uitbraak van aviaire
influenza bij pluimvee en andere vogels. Het staat de lidstaten echter vrij stringentere bestuursrechtelijke en sanitaire
maatregelen vast te stellen op het binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallende gebied. Voorts bepaalt de richtlijn
dat de autoriteiten van de lidstaten maatregelen mogen
nemen die in de juiste verhouding staan tot het aan de diverse ziektesituaties verbonden gezondheidsrisico.
(29) In deze richtlijn is vastgelegd welke bestrijdingsmaatregelen minimaal moeten worden genomen bij een uitbraak van aviaire
influenza bij pluimvee en andere vogels. Het staat de lidstaten echter vrij stringentere bestuursrechtelijke en sanitaire
maatregelen vast te stellen op het binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallende gebied. Voorts bepaalt de richtlijn
dat de autoriteiten van de lidstaten maatregelen dienen te
nemen die in de juiste verhouding staan tot het aan de diverse ziektesituaties verbonden gezondheidsrisico.
Amendement 33 Overweging 30
(30) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling van het waarborgen van de ontwikkeling van de pluimveehouderij en
het leveren van een bijdrage aan de bescherming van de diergezondheid te verwezenlijken, noodzakelijk en passend voorschriften
inzake specifieke maatregelen en minimummaatregelen voor de preventie en bestrijding van aviaire influenza te regelen. Deze
richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, alinea 3, van het Verdrag niet verder dan wat nodig is om de beoogde doelstellingen
te verwezenlijken.
(30) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling van het leveren van een bijdrage aan
de bescherming van de volksgezondheid en
de diergezondheid te verwezenlijken en het waarborgen van de ontwikkeling van de pluimveehouderij
, noodzakelijk en passend voorschriften inzake specifieke maatregelen en minimummaatregelen voor de preventie en bestrijding
van aviaire influenza te regelen. Deze richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, alinea 3, van het Verdrag niet verder dan
wat nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.
Amendement 34 Overweging 32 bis (nieuw)
(32 bis) De Commissie en de lidstaten hebben de taak om het publiek via alle beschikbare media voor te lichten over de epizoötische
en epidemiologische bedreigingen.
Amendement 35 Artikel 3, lid 7, letter b bis) (nieuw)
b bis) voor wetenschappelijke doeleinden of doeleinden in verband met het behoud van bedreigde soorten of officieel geregistreerde
zeldzame rassen van pluimvee of andere vogels, zoals een circus, een dierentuin of een wildpark.
Amendement 36 Artikel 3, punt 15, letter b)
b) die bij een of meer nieuwe uitbraken van aviaire influenza klinische symptomen, postmortemlaesies of
reacties op in overeenstemming met artikel 51, lid 3, eerste alinea, erkende laboratoria (hierna 'erkend laboratorium' genoemd)
uitgevoerde laboratoriumtests vertonen, die met de diagnose van aviaire influenza van het diagnosehandboek overeenstemmen;
b) die bij een of meer nieuwe uitbraken van aviaire influenza hetzij
klinische symptomen, hetzij
postmortemlaesies hetzij
reacties op in overeenstemming met artikel 51, lid 3, eerste alinea, erkende laboratoria (hierna 'erkend laboratorium' genoemd)
uitgevoerde laboratoriumtests vertonen, die met de diagnose van aviaire influenza van het diagnosehandboek overeenstemmen;
Amendement 37 Artikel 3, punt 30
(30) "uitbraak": een bedrijf waar de aanwezigheid van aviaire influenza door de bevoegde autoriteit is bevestigd;
(30) "uitbraak": een bedrijf met pluimvee of andere vogels
waar de aanwezigheid van aviaire influenza door de bevoegde autoriteit is bevestigd;
Amendement 38 Artikel 3, punt 35
35. 'karkassen': pluimvee en andere vogels die zijn gestorven of gedood.
35. 'karkassen': pluimvee en andere vogels die zijn gestorven of gedood als gevolg van vermoede of bevestigde aviaire influenza
.
Amendement 125 Artikel 3, punt 35 bis (nieuw)
35 bis. "adequate bioveiligheidsmaatregelen": maatregelen die ontworpen zijn om het risico van verspreiding van besmettelijke
stoffen te beperken;
Amendement 39 Artikel 4, lid 1, letter a)
a) de prevalentie van besmetting met het virus van aviaire influenza, subtypes H5 en H7, bij diverse soorten pluimvee te kunnen
opsporen,
a) de prevalentie van besmetting met het virus van aviaire influenza, subtypes H5 en H7, bij diverse soorten pluimvee en zoogdieren
te kunnen opsporen,
Amendement 40 Artikel 4, lid 1, letter a bis) (nieuw)
a bis) controles en steekproefsgewijze screeningtests door de bevoegde autoriteiten te laten uitvoeren;
Amendement 41 Artikel 4, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De Commissie voorziet het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding van informatie over de toepassing van
de jaarlijkse toezichtprogramma's.
Amendement 42 Artikel 5, lid 1
1. De lidstaten stellen de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van gevallen van besmet pluimvee, besmette andere vogels
of pluimvee en andere vogels die van besmetting verdacht worden.
1. De lidstaten stellen de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van gevallen van besmet pluimvee, besmette andere vogels
of pluimvee en andere vogels die van besmetting verdacht worden, ongeacht de aard of het pathogeen karakter van het virus dat dit heeft veroorzaakt
.
Amendement 43 Artikel 5, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De Commissie verstrekt het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding van alle beknopte gegevens over de
indiening van verslagen en kennisgevingen als bedoeld in bijlage II.
Amendement 44 Artikel 6, lid 4
4. Indien uit het epizoötiologisch onderzoek blijkt dat de aviaire influenza mogelijkerwijze ingesleept is uit of zich verspreid
heeft naar andere lidstaten, worden de Commissie en
de andere betrokken lidstaten onmiddellijk van alle bevindingen van het onderzoek op de hoogte gesteld.
4. Indien uit het epizoötiologisch onderzoek blijkt dat de aviaire influenza mogelijkerwijze ingesleept is uit of zich verspreid
heeft naar andere lidstaten, worden de Commissie,
de andere betrokken lidstaten en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
onmiddellijk van alle bevindingen van het onderzoek op de hoogte gesteld.
Amendement 45 Artikel 7, lid 2, letter b)
b) opstelling van een lijst per categorie van het geschatte aantal stuks pluimvee en andere vogels en alle gedomesticeerde
zoogdieren op het bedrijf die reeds ziek, gestorven of waarschijnlijk besmet zijn; deze lijst wordt dagelijks bijgewerkt zodat
rekening wordt gehouden met alle gedurende de vermoedelijke uitbraak geboren en gestorven dieren en wordt desgevraagd overgelegd
aan de bevoegde autoriteit;
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 46 Artikel 7, lid 2, letter f)
f) geen eieren mogen van het bedrijf worden afgevoerd, met uitzondering van eieren – met inbegrip van broedeieren – die met toestemming van de bevoegde autoriteit rechtstreeks
worden gezonden naar een inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II, sectie
X, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming met hoofdstuk IX
van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004; een dergelijke toestemming van de bevoegde autoriteit moet voldoen aan de
voorschriften van bijlage II bij deze richtlijn
;
f) geen eieren mogen van het bedrijf worden afgevoerd;
Amendement 47 Artikel 10, lid 2, alinea 1
2. De verplaatsingen van pluimvee, andere vogels en eieren en de met de pluimveehouderij verband houdende verplaatsing van voertuigen
kunnen in een groot gebied of in een gehele lidstaat tijdelijk beperkt worden.
2. De verplaatsingen van pluimvee, andere vogels en eieren en de met de pluimveehouderij verband houdende verplaatsing van voertuigen
kunnen in een groot gebied of in een gehele lidstaat tijdelijk beperkt worden, in afwachting van het verloop van het epidemiologisch onderzoek en het verkrijgen van de resultaten van het laboratoriumonderzoek
.
Amendement 48 Artikel 10, lid 3, alinea 2
Indien de omstandigheden dit toelaten, kan de toepassing van deze maatregelen evenwel tot van besmetting verdacht pluimvee
en de productie-eenheden daarvan beperkt blijven.
Schrappen
Amendement 49 Artikel 11, lid 2, alinea 1
2. Alle pluimvee en andere vogels op het bedrijf waarbij de aanwezigheid van HPAI is bevestigd worden onmiddellijk onder officieel
toezicht gedood. Bij het doden wordt zodanig te werk gegaan dat het risico van verspreiding van aviaire influenza wordt voorkomen,
met name tijdens het vervoer en het doden en in overeenstemming met Richtlijn 93/119/EEG van de Raad.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 50 Artikel 11, lid 5, alinea 2
De bevoegde autoriteit mag evenwel toestaan dat consumptie-eieren rechtstreeks worden gezonden naar een inrichting voor de
bereiding van eiproducten overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II, sectie X van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004
en worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming met hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004. Dergelijke
toestemmingen voldoen aan de voorschriften van bijlage III bij deze richtlijn.
Schrappen
Amendement 51 Artikel 13, lid 2, letter b)
b) in overeenstemming met het diagnosehandboek verder bewaakt en getest worden totdat uit de laboratoriumtests blijkt dat
zij niet langer een significant risico opleveren voor de verdere verspreiding van HAAI
; en
b) in overeenstemming met het diagnosehandboek verder bewaakt en getest worden en niet van het terrein van oorsprong worden verwijderd
totdat uit de laboratoriumtests blijkt dat zij niet langer een significant risico opleveren voor de verdere verspreiding van
HPAI
; en
Amendement 52 Artikel 16, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Onmiddellijk na het uitbreken van HPAI op een pluimveehouderij die geen commercieel pluimveebedrijf is, kan de bevoegde
autoriteit een beschermings- en een toezichtgebied instellen op basis van een risicobeoordeling en rekening houdend met ten
minste de criteria vervat in bijlage V.
Amendement 53 Artikel 16, lid 2, letter c)
c) de ligging van het bedrijf en de afstand ten opzichte van andere bedrijven;
c) de ligging van het bedrijf en de afstand en dichtheid
ten opzichte van andere bedrijven, alsmede de dichtheid van de pluimveepopulatie
;
Amendement 54 Artikel 16, lid 2, letter e)
e) de aanwezige voorzieningen en het personeel voor de controle op verplaatsingen van pluimvee en andere vogels, hun karkassen,
mest, strooisel (nieuw of gebruikt) binnen de beschermings- en toezichtsgebieden, vooral wanneer het pluimvee en de andere
vogels die gedood en verwijderd moeten worden van het bedrijf van herkomst moeten worden afgevoerd.
Schrappen
Amendement 55 Artikel 16, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Indien de uitbraak van HPAI is beperkt tot een niet-commerciële houderij/houderij van hobby-vogels, circus, dierentuin,
winkel met hobby-vogels, wildpark, of een omheind gebied waar andere vogels worden gehouden voor wetenschappelijke doeleinden
of doeleinden in verband met het behoud van bedreigde soorten of officieel geregistreerde zeldzame rassen van andere vogels
die geen pluimvee vormen, kan de bevoegde autoriteit, na een diergeneeskundige beoordeling, voor zover nodig afwijken van
de bepalingen van afdelingen 3 tot 5 betreffende het instellen van het beschermings- en toezichtgebied en de daarin te treffen
maatregelen, mits dergelijke afwijkingen de ziektebestrijding niet in gevaar brengen.
Amendement 56 Artikel 16, lid 3
3. De
bevoegde autoriteit kan met inachtneming van de in lid 2 genoemde criteria verdere beperkingsgebieden rond of naast de beschermings-
en toezichtsgebieden instellen.
3. Indien de
bevoegde autoriteit over aanwijzingen beschikt dat het risico op verspreiding van HPAI niet tot de beschermings- en toezichtsgebieden kan worden
beperkt,
kan zij
met inachtneming van de in lid 2 genoemde criteria verdere beperkingsgebieden rond of naast de beschermings- en toezichtsgebieden
instellen.
Amendement 57 Artikel 16, lid 4
4. Als een beschermings-, toezichts- of verder beperkingsgebied op het grondgebied van verschillende lidstaten is gelegen, bakenen
de bevoegde autoriteiten van de getroffen lidstaten het gebied in onderling overleg af.
4. Als een beschermings-, toezichts- of verder beperkingsgebied op het grondgebied van verschillende lidstaten is gelegen, bakenen
de bevoegde autoriteiten van de getroffen lidstaten het gebied in onderling overleg af. Dit geldt ook voor directe buurlanden van de EU.
Amendement 58 Artikel 19, letter h)
h) ter bevordering van de bewaking en bestrijding van de ziekte houdt de eigenaar een register bij van alle personen die het
bedrijf bezoeken; dit wordt desgevraagd aan de bevoegde autoriteit overgelegd
h) ter bevordering van de bewaking en bestrijding van de ziekte houdt de eigenaar een register bij van alle personen die het
bedrijf of duidelijk afgebakende gebieden
bezoeken, binnen een niet-commerciële houderij waar ook in gevangenschap gehouden vogels zijn, zoals dierentuinen of wildparken
; dit wordt desgevraagd aan de bevoegde autoriteit overgelegd.
Amendement 59 Artikel 23, inleidende formule
In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit onder de volgende voorwaarden het vervoer van pluimvee voor onmiddellijke
slacht toestaan:
In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit, met instemming van de eigenaar en het aangewezen slachthuis,
onder de volgende voorwaarden het vervoer van pluimvee voor onmiddellijke slacht toestaan:
Amendement 60 Artikel 24, lid 1, inleidende formule
1. In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit onder de volgende voorwaarden toestaan dat eendagskuikens rechtstreeks
vervoerd worden naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar geen ander pluimvee wordt gehouden
en bij voorkeur buiten de beschermings- en toezichtsgebieden gelegen:
1. In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit onder de volgende voorwaarden toestaan dat eendagskuikens rechtstreeks
vervoerd worden naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee wordt gehouden en bij voorkeur buiten de beschermings- en toezichtsgebieden gelegen:
Amendement 61 Artikel 25, inleidende formule
In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit onder de volgende voorwaarden toestaan dat legrijp pluimvee rechtstreeks
vervoerd wordt naar een binnen het beschermings- en toezichtsgebied gelegen bedrijf of een stal op dat bedrijf, waar geen
ander pluimvee wordt gehouden:
In afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit onder de volgende voorwaarden toestaan dat legrijp pluimvee rechtstreeks
vervoerd wordt naar een binnen het beschermings- en toezichtsgebied gelegen bedrijf of een stal op dat bedrijf, of op basis van een risicobeoordeling naar een buiten dat gebied gelegen bedrijf
waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee wordt gehouden:
Amendement 62 Artikel 26, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Bij wijze van afwijking van artikel 22 kan de bevoegde autoriteit toestemming verlenen voor het vervoer van eieren
met inbegrip van broedeieren naar een inrichting voor de bereiding van eierproducten overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk
II van sectie X van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en te worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming
met hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004.
Amendement 63 Artikel 30, letter c), inleidende formule
c) de verplaatsing van pluimvee legrijp pluimvee, eendagskuikens, broed- en consumptie-eieren naar buiten het toezichtsgebied
gelegen bedrijven, slachthuizen of
pakstations is verboden; de bevoegde autoriteit kan evenwel toestemming verlenen voor het rechtstreekse vervoer van:
c) de verplaatsing van pluimvee legrijp pluimvee, eendagskuikens, broed- en consumptie-eieren naar binnen of
buiten het toezichtsgebied gelegen bedrijven, slachthuizen,
pakstations of verwerkingscentra
is verboden; de bevoegde autoriteit kan evenwel toestemming verlenen voor het rechtstreekse vervoer van:
Amendement 64 Artikel 30, letter c), punt ii)
ii) legrijp pluimvee naar een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar geen ander pluimvee aanwezig is; het bedrijf wordt na de
aankomst van het legrijp pluimvee onder officieel toezicht geplaatst;
ii) legrijp pluimvee naar een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee aanwezig is; het bedrijf wordt na de aankomst van het legrijp pluimvee onder officieel toezicht geplaatst;
Amendement 65 Artikel 30, letter c), punt iii), eerste streepje
- naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar geen ander pluimvee wordt gehouden, mits adequate
bioveiligheidsmaatregelen worden genomen en het bedrijf na het vervoer onder officieel toezicht wordt geplaatst, of
- naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee wordt gehouden, mits adequate bioveiligheidsmaatregelen worden genomen en het bedrijf na het vervoer onder
officieel toezicht wordt geplaatst, of
Amendement 66 Artikel 30, letter c), punt v bis) (nieuw)
v bis) eieren met inbegrip van broedeieren naar een inrichting voor de bereiding van eierproducten overeenkomstig het bepaalde
in hoofdstuk II van sectie X van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en te worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming
met hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004.
Amendement 67 Artikel 38, letter a)
a) pluimvee en andere vogels mogen pas minimaal 24 uur na de voltooiing van de onder b) genoemde reiniging en ontsmetting
overeenkomstig artikel 49 in het slachthuis of de grensinspectieposten
binnengebracht worden of op het vervoermiddel geladen worden; bij grensinspectieposten kan dit
verbod ook worden toegepast op andere dieren;
a) pluimvee en andere vogels mogen pas minimaal 24 uur na de voltooiing van de onder b) genoemde reiniging en ontsmetting
overeenkomstig artikel 49 in het slachthuis binnengebracht worden of op het vervoermiddel geladen worden; bij grensinspectieposten
kan een gelijkaardig
verbod van 48 uur worden aangewend en
ook worden toegepast op andere dieren;
Amendement 68 Artikel 38, letter b)
b) de reiniging en ontsmetting van de gebouwen, het materieel en de voertuigen vinden in overeenstemming met artikel 49 plaats
onder toezicht van de officiële dierenarts;
b) de reiniging en ontsmetting van de gebouwen, het materieel en de voertuigen vinden in overeenstemming met artikel 49 plaats
onder toezicht van de officiële dierenarts en wordt gevolgd door afgifte van een gezondheidsgarantiecertificaat
;
Amendement 119 Artikel 39, lid 1
1. Onverminderd de maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 2, onder a, b), c), e), g) en h), waarborgt de bevoegde autoriteit
dat bij uitbraken van LPAI de in de leden 2 tot en met 6 van dit artikel bedoelde maatregelen aan de hand van een risicobeoordeling en met inachtneming van ten minste de in bijlage V vastgelegde criteria
worden genomen.
1. Onverminderd de maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 2, onder a, b), c), e), g) en h), waarborgt de bevoegde autoriteit
dat bij uitbraken van LPAI de in de leden 2 tot en met 6 van dit artikel bedoelde maatregelen worden genomen.
Amendement 120 Artikel 39, lid 2
2. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat alle pluimvee op het bedrijf en alle andere vogels van de soorten waarbij LPAI
is bevestigd, worden geruimd
onder officieel toezicht en op zodanige wijze dat de verspreiding van aviaire influenza wordt voorkomen.
2. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat alle pluimvee op het bedrijf en alle andere vogels van de soorten waarbij LPAI
is bevestigd, worden gedood
onder officieel toezicht en op zodanige wijze dat de verspreiding van aviaire influenza wordt voorkomen.
Afhankelijk van het risico van verdere verspreiding van aviaire influenza kunnen
ook andere vogels op het bedrijf en op bedrijven die op grond van het epizoötiologische onderzoek
als contactbedrijf kunnen worden beschouwd, geruimd worden
.
Afhankelijk van het risico van verdere verspreiding van aviaire influenza worden
ook andere vogels op het bedrijf en op bedrijven die als contactbedrijf kunnen worden beschouwd, gedood
.
Vóór de ruiming
mogen pluimvee en andere vogels alleen met toestemming van de bevoegde autoriteit het bedrijf binnenkomen of het verlaten.
Vóór het doden
mogen pluimvee en andere vogels alleen met toestemming van de bevoegde autoriteit het bedrijf binnenkomen of het verlaten.
Amendement 122 Artikel 39, lid 5, letter c)
c) vóór de ruiming
overeenkomstig lid 2 op het bedrijf aanwezige en nog gelegde consumptie-eieren worden vervoerd naar een aangewezen pakstation, behandeld of
verwijderd;
c) vóór het doden
overeenkomstig lid 2 op het bedrijf aanwezige en nog gelegde consumptie-eieren worden op het bedrijf
verwijderd;
Amendement 124 Artikel 39, lid 6
6.De bevoegde autoriteit kan aanvullende voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van LPAI nemen, zoals de vaststelling
van de bestemming en de behandeling van de eieren en de behandeling van het geslachte vlees, mits de in lid 3, onder b), vermelde
procedure wordt gevolgd.
schrappen
Amendement 69 Artikel 43
Onmiddellijk na een uitbraak van LPAI bakent de bevoegde autoriteit een beperkingsgebied met een straal van ten minste drie
kilometer rond het bedrijf af.
Onmiddellijk na een uitbraak van LPAI bakent de bevoegde autoriteit een beperkingsgebied met een straal van ten minste drie
kilometer rond het bedrijf af, of treft andere passende maatregelen aan de hand van een risicobeoordeling
.
Amendement 70 Artikel 44, lid 1, letter d), punt ii)
ii) legrijp pluimvee naar een bedrijf onder officiële bewaking in dezelfde lidstaat waar geen ander pluimvee aanwezig is;
het bedrijf wordt na de aankomst van het legrijp pluimvee onder officiële bewaking geplaatst;
ii) legrijp pluimvee naar een bedrijf onder officiële bewaking in dezelfde lidstaat waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee aanwezig is; het bedrijf wordt na de aankomst van het legrijp pluimvee onder officiële bewaking geplaatst;
Amendement 71 Artikel 44, lid 1, letter d), punt iii), eerste streepje
- naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar geen ander pluimvee wordt gehouden, mits adequate
bioveiligheidsmaatregelen worden genomen en het bedrijf na het vervoer onder officieel toezicht wordt geplaatst; of
- naar een bedrijf of een stal op een bedrijf in dezelfde lidstaat, waar behoudens uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteit
geen ander pluimvee wordt gehouden, mits adequate bioveiligheidsmaatregelen worden genomen en het bedrijf na het vervoer onder
officieel toezicht wordt geplaatst; of
Amendement 72 Artikel 44, lid 1, letter d), punt v bis) (nieuw)
v bis) eieren met inbegrip van broedeieren naar een inrichting voor de bereiding van eierproducten overeenkomstig het bepaalde
in hoofdstuk II van sectie X van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en te worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming
met hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004;
Amendement 73 Artikel 46, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Indien LPAI op een enkel bedrijf wordt bevestigd, kan de bevoegde autoriteit aan de hand van een risicobeoordeling
afwijken van sommige of alle maatregelen overeenkomstig de artikelen 43 en 44.
Amendement 74 Hoofdstuk V bis (nieuw) (na artikel 46)
Hoofdstuk V bis
TE TREFFEN MAATREGELEN IN GEVAL VAN SEROLOGISCHE DETECTIE VAN LPAI Of HPAI DIE NIET KAN WORDEN BEVESTIGD DOOR MIDDEL VAN ISOLERING
VAN HET VIRUS OF DOOR PCR-TESTS
Artikel 46 bis Nemen van maatregelen aan de hand van risicobeoordeling
Onverminderd de maatregelen als bepaald in artikel 7, lid 2, onder a), b), c), e), g) en h) zorgt de bevoegde autoriteit dat
in geval van serologische detectie van LPAI of HPAI die niet kan worden bevestigd door isolering van het virus of door PCR-tests,
passende maatregelen worden genomen aan de hand van een risicobeoordeling. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie hiervan
op de hoogte.
Amendement 75 Artikel 47, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. In dit kader worden er van tevoren noodplannen voor het geval van menselijke besmetting opgesteld. Deze noodplannen
hebben tot doel:
- de nodige coördinatie tussen de lidstaten te verzekeren,
- paniek onder de bevolking te voorkomen,
- verplaatsingen tegen te gaan die zouden kunnen plaatsvinden als zich werkelijk ernstige gevaren voordoen,
- de prioritair te isoleren gebieden te bepalen,
- de prioritair te vaccineren bevolkingsgroepen te inventariseren,
- ervoor te zorgen dat de producten voor de bestrijding van de epidemie rechtvaardig en aan iedereen worden verdeeld.
Amendement 76 Artikel 47, lid 2 ter (nieuw)
2 ter. In het geval van een uitbraak van een influenzapandemie in de EU of in buurlanden, moet de Commissie binnen vierentwintig
uur crisismaatregelen kunnen nemen, zoals quarantaine en desinfectie-maatregelen op luchthavens bij vluchten uit bepaalde
regio's en reisbeperkingen.
Amendement 77 Artikel 47, lid 2 quater (nieuw)
2 quater. De Commissie dient te bevorderen dat voldoende antivirale middelen en vaccins beschikbaar zijn voor degenen die
aan het virus worden blootgesteld in het geval van een uitbraak in een of meerdere lidstaten.
Amendement 78 Artikel 47, lid 2 quinquies (nieuw)
2 quinquies. De lidstaten en de Commissie zien er op toe dat, in het geval van een pandemie, de beschikbare antivirale middelen
en vaccins effectief worden verdeeld over de lidstaten en landen grenzend aan de EU.
Amendement 79 Artikel 47, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De lidstaten zien toe:
- op een doeltreffend systeem van risicocommunicatie ten behoeve van boeren, werknemers in de pluimveesector en het publiek,
gebaseerd op een geharmoniseerde strategie en een actieplan van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor dierlijke en
menselijke gezondheid op lokaal, nationaal en communautair niveau;
- dat ruimers van pluimvee beschermende kleding dragen en als voorzorgsmaatregel antivirale geneesmiddelen nemen; vaccinatie
tegen de normale jaarlijkse influenza moet worden aangemoedigd om de kans te verminderen dat deze hoogrisi-cogroep besmet
wordt met zowel een aviair als een humaan virus, en zo de virussen de kans geeft genen uit te wisselen en pandemische virusstammen
te produceren.
Amendement 80 Artikel 47, lid 3 ter (nieuw)
3 ter. De lidstaten zien toe op:
- de beschikbaarheid van een noodvoorraad antivirale middelen, zodat in geval van een pandemie snel profylactisch$e bescherming
kan worden geboden aan alle personen die binnen de EU de grootste kans op blootstelling hebben;
- voldoende capaciteit voor de productie van vaccins, zodat alle personen met de grootste kans op blootstelling in geval van
een pandemie preventief tegen het virus in kwestie kunnen worden ingeënt, zo nodig door verhoging van de dosis seizoensgebonden
menselijk griepvaccin.
De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van de omvang van de noodvoorraden antivirale middelen en van de capaciteit
voor de productie van vaccins, om de Commissie bij te staan bij de opstelling van communautaire snellereactieplannen voor
de distributie van antivirale middelen tussen de lidstaten in geval van een pandemie. Voor de berekening van de omvang van
de voorraden antivirale middelen en de vereiste capaciteit voor de productie van vaccins wordt gebruik gemaakt van deugdelijke
epidemiologische modellen.
Amendement 81 Artikel 47, lid 3 quater (nieuw)
3 quater. De Commissie stelt volgens de in artikel 65, lid 3 bedoelde procedure communautaire voorbereidingsplannen op voor
de distributie van vaccins en antivirale middelen tussen de lidstaten in het geval van een pandemie. In deze plannen wordt
uitgegaan van de omvang en locatie van de voorraden antivirale middelen en de productiecapaciteiten voor vaccins in de lidstaten.
De plannen voorzien in de toewijzing van vaccins en antivirale middelen aan alle personen in de EU met de grootste kans op
besmetting met aviaire influenza. Deze plannen worden binnen een jaar na vaststelling van deze richtlijn openbaar gemaakt.
Amendement 82 Artikel 47, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. De lidstaten zorgen voor communicatie en coördinatie met de Commissie en het Europees Centrum voor ziektepreventie
en -bestrijding in verband met de voorbereidings- en rampenplannen gericht op de bestrijding van een eventuele influenzapandemie,
overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 65, lid 3.
Amendement 83 Artikel 49, letter b bis) (nieuw)
b bis) zodra de reiniging en de desinfectie zijn voltooid, wordt er een certificaat afgegeven dat garandeert dat de gebouwen
en terreinen, de voertuigen of grensposten voldoen aan de vereiste gezondheidsvoorwaarden voor een hervatting van de normale
activiteiten;
Amendement 84 Artikel 50, lid 5
5. De herbevolking met pluimvee van contactbedrijven vindt plaats in overeenstemming met de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit.
5. De herbevolking met pluimvee van contactbedrijven vindt plaats in overeenstemming met de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit, op basis van een risicobeoordeling
.
Amendement 85 Artikel 51, lid 1, alinea 2
Het diagnosehandboek wordt volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure binnen zes maanden
na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn goedgekeurd. Latere wijzigingen van het handboek worden overeenkomstig
dezelfde procedure vastgelegd.
Het diagnosehandboek wordt volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure binnen drie maanden
na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn goedgekeurd. Latere wijzigingen van het handboek worden overeenkomstig
dezelfde procedure vastgelegd.
Amendement 86 Artikel 52, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De Commissie zorgt voor communicatie en samenwerking tussen het referentielaboratorium van de Gemeenschap en het Europees
Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
.
Amendement 87 Artikel 53, lid 1, onder a)
a) vaccinatie tegen aviaire influenza op hun grondgebied verboden is, met uitzondering van vaccinaties overeenkomstig de afdelingen
2 en 3
a) vaccinatie tegen aviaire influenza op hun grondgebied verboden is, met uitzondering van vaccinaties overeenkomstig de afdelingen
2 en 3 en uitgezonderd indien internationale dreiging van vogelpest door de FAO wordt voorzien of indien een lidstaat voornemens
is tijdelijk extra maatregelen voor pluimvee in te voeren.
Amendement 88 Artikel 54, alinea 1 bis (nieuw)
De lidstaten kunnen ook tot noodvaccinatie van pluimvee en andere vogels besluiten overeenkomstig de onderhavige afdeling,
indien de aanwezigheid van de ziekte in een buurland is bevestigd en er een aanzienlijk risico bestaat dat de ziekte zich
naar de EU zal uitbreiden.
Amendement 89 Artikel 57, lid 2, onder b)
b) het geografische gebied waar de beschermende vaccinatie moet worden uitgevoerd en het aantal bedrijven in het desbetreffende
gebied;
b) het geografische gebied of risicogroep
waar de beschermende vaccinatie moet worden uitgevoerd en het aantal bedrijven in het desbetreffende gebied;
Amendement 90 Artikel 57, lid 2, letter i)
i) de te verrichten klinische en laboratoriumtests op de bedrijven waar beschermende vaccinaties moeten worden uitgevoerd
en op andere, in het vaccinatiegebied gelegen bedrijven om de epizoötiologische situatie, de effectiviteit van de beschermende
vaccinatiecampagne en het toezicht op verplaatsingen van aan vaccinatie onderworpen pluimvee en andere vogels te controleren.
i) de te verrichten klinische en laboratoriumtests op de bedrijven waar beschermende vaccinaties moeten worden uitgevoerd
en op andere, in het vaccinatiegebied gelegen bedrijven om de epizoötiologische situatie, de effectiviteit van de beschermende
vaccinatiecampagne en het toezicht op verplaatsingen van aan vaccinatie onderworpen pluimvee en andere vogels te controleren.
Zo nodig kan het plan verwijzen naar de bepalingen omtrent het testen van bedrijven in het nationale programma voor toezicht
op aviaire influenza.
Amendement 91 Artikel 57, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Lidstaten met vogels met een hoge waarde uit het oogpunt van natuurbehoud of een hoge genetische of wetenschappelijke
waarde zijn met toestemming van de Commissie bevoegd om preventieve vaccins aan te schaffen en te gebruiken zonder naar de
Commissie te verwijzen.
Amendement 92 Artikel 57 bis (nieuw)
Artikel 57 bis
Gedifferentieerde beschermende vaccinatie
De lidstaten stellen specifieke plannen voor beschermende vaccinatie op voor dieren in dierentuinen en voor officieel geregistreerde
zeldzame rassen pluimvee en andere vogels overeenkomstig artikel 57, ten einde het onnodig doden van dergelijke dieren te
voorkomen. Voor dergelijke gevaccineerde dieren kunnen specifieke beperkingen wat betreft verplaatsing gelden.
Amendement 93 Artikel 58, lid 2, alinea 2
De goedkeuring van het programma voor beschermende vaccinatie kan ook betrekking hebben op maatregelen ter beperking van de
verplaatsingen van pluimvee of andere vogels en de producten ervan
. Deze maatregelen kunnen beperkingen betreffende specifieke compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere vogels
en de instelling van beperkingsgebieden omvatten.
De goedkeuring van het programma voor beschermende vaccinatie kan ook betrekking hebben op maatregelen ter beperking van de
verplaatsingen van pluimvee of andere vogels. Deze maatregelen kunnen beperkingen betreffende specifieke compartimenten voor
pluimvee en compartimenten voor andere vogels en de instelling van beperkingsgebieden omvatten.
Amendement 94 Artikel 58, lid 2 a (nieuw)
2a. De commissie staat lidstaten toe tijdelijk beschermende vaccinatie te gebruiken voor risicogroepen en -gebieden, indien
er een dreigende internationale situatie ontstaat, als alternatief voor een algehele ophokplicht, zonder dat dit leidt tot
beperkingen van de communautaire handel.
Amendement 95 Artikel 58 bis (nieuw)
Artikel 58 bis
Verbod op reclame voor en etikettering van vlees, in verband met de kenmerken van vaccinatie tegen aviaire influenza van dieren
waarvan het vlees afkomstig is
Het is supermarkten en andere bedrijven verboden te adverteren voor vlees en/of vlees te etiketteren op basis van de kenmerken
van vaccinatie tegen aviaire influenza van dieren waarvan het vlees afkomstig is.
Amendement 96 Artikel 59, lid 1
1. Volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure kan
een communautaire vaccinbank opgericht worden
.
1. Volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure wordt er
een communautaire vaccinbank opgericht.
Amendement 97 Artikel 59, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De Europese Unie verleent logistieke en financiële bijstand ter ondersteuning van de ontwikkeling van vaccins. Zij
waarborgt tevens de snelle en onbelemmerde uitvoer van de vervaardigde vaccins vanuit de producerende landen naar de andere
landen van de Europese Unie.
Amendement 98 Artikel 59, lid 3, alinea 1
3. De Commissie kan, wanneer dat in het belang is van de gemeenschap, vaccins leveren aan derde landen.
3. De Commissie kan, wanneer dat in het belang is van de gemeenschap, vaccins leveren aan derde landen, en ziet het als zijn taak om met alle ten dienste staande middelen, waar mogelijk in samenwerking met internationale organisaties,
derde landen bij te staan die niet of ontoereikend in staat zijn een uitbraak van aviaire influenza doeltreffend te bestrijden.
Amendement 99 Artikel 63, lid 1
1. De lidstaten stellen in overeenstemming met bijlage X een rampenplan op met de nationale maatregelen die moeten worden genomen
in geval van een uitbraak en leggen dit aan de Commissie ter goedkeuring voor.
1. De lidstaten stellen in overeenstemming met bijlage X een rampenplan op met de nationale maatregelen die moeten worden genomen
in geval van een uitbraak en leggen dit aan de Commissie ter goedkeuring voor. In dit plan wordt rekening gehouden met nationale voorbereidings- en rampenplannen voor influenzapandemieën.
Amendement 100 Artikel 63, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. Een actieplan specifiek voor de Europese instellingen dient te worden opgesteld in het geval dat reisbeperkingen internationale
bijeenkomsten, zoals die van de Raad en het Parlement, verhinderen.
Amendement 101 Artikel 63, lid 5
5. Onverminderd de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde maatregelen kunnen
volgens de procedure van artikel 65, lid 2, verdere voorschriften voor een snelle en doeltreffende uitroeiing van aviaire
influenza worden
vastgesteld, waaronder bepalingen betreffende ziektebestrijdingscentra, groepen van deskundigen en real-time-alarmoefeningen.
5. Onverminderd de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde maatregelen worden
volgens de procedure van artikel 65, lid 2, verdere voorschriften voor een snelle en doeltreffende uitroeiing van aviaire
influenza vastgesteld, waaronder bepalingen betreffende ziektebestrijdingscentra, groepen van deskundigen en real-time-alarmoefeningen.
De lidstaten stellen hun rampenplannen bij overeenkomstig de resultaten van de real-time testen en doen deze bijstellingen
aan Commissie toekomen.
Amendement 102 Artikel 63, lid 5 bis (nieuw)
5 bis. Naast de rampenplannen stellen de lidstaten doeltreffende voorbereidingsplannen op om paraat te staan voor een menselijke
pandemie. Deze plannen bevatten voorschriften inzake de productie, opslag en distributie van antivirale middelen aan de meest
kwetsbare personen. de coördinatie van de inspanningen met het oog op de ontwikkeling en massaproductie van vaccins en verplichte
real-time-alarmoefeningen, met inbegrip van grensoverschrijdende samenwerking bij het crisisbeheer, bijvoorbeeld stelselmatige
virologische screening van de luchtfilters in vliegtuigen. De nationale voorbereidingsplannen, de resultaten van real-time-simulaties
alsmede de actualiseringen van de plannen naar aanleiding van real-time-simulaties worden aan de Commissie meegedeeld en binnen
zes maanden na vaststelling van deze richtlijn openbaar gemaakt.
Amendement 103 Artikel 65, lid 2, alinea 2
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden
.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt twee maanden
.
Amendement 104 Artikel 67, lid 2
2. In afwachting van de toepassing van deze richtlijn kunnen verdere overgangsbepalingen
betreffende de bestrijding van aviaire influenza volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure worden aangenomen
.
2. In afwachting van de toepassing van deze richtlijn kunnen maatregelen met het oog op de overgang naar de bepalingen van deze richtlijn
betreffende de bestrijding van aviaire influenza volgens de in artikel 65, lid 2, vermelde procedure worden uitgevoerd
.
Amendement 105 Artikel 68 bis (nieuw)
Artikel 68 bis
Liaison met de OIE
De Commissie begint binnen de OIE gesprekken over uitbreiding in internationaal verband van maatregelen ter bestrijding van
en toezicht op aviaire influenza zoals ook door de Europese Unie zijn genomen, en over de eis betreffende een systematische
verklaring van LPAI. De Commissie zal tevens onderhandelingen voeren over de invoering van een verplicht systeem voor toezicht
op wilde vogels. De Commissie legt aan de internationale organisatie voorstellen terzake voor.
Amendement 106 Bijlage III
Deze bijlage schrappen.
Amendement 107 Bijlage V, letter c bis) (nieuw)
c bis) dichtheid van het pluimvee;
Amendement 108 Bijlage VI, paragraaf 1, onder b)
b) de te gebruiken ontsmettingsmiddelen en de concentraties daarvan worden officieel door de bevoegde autoriteit goedgekeurd
om te garanderen dat het virus van aviaire influenza wordt vernietigd;
b) de te gebruiken ontsmettingsmethoden en procedures, c.q.
ontsmettingsmiddelen en concentraties daarvan worden officieel door de bevoegde autoriteit goedgekeurd om te garanderen dat
het virus van aviaire influenza wordt vernietigd;
Amendement 109 Bijlage VI, paragraaf 2, onder a), punt ii)
ii) karkassen van pluimvee of andere vogels moeten met een ontsmettingsmiddel worden besproeid;
ii) karkassen van pluimvee of andere vogels moeten met een ontsmettingsmiddel worden besproeid of middels een andere door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde methode, zoals compostering, worden ontsmet.
Amendement 110 Bijlage VI, punt 2), letter a), punt v)
v) weefselresten die zijn gevallen of bloed dat is gemorst tijdens het doden of slachten
of tijdens de postmortemkeuring en waardoor gebouwen, bedrijfsterreinen, instrumenten, enz. kunnen zijn besmet, moeten zorgvuldig
worden verzameld en samen met de karkassen van het pluimvee of de andere vogels worden verwijderd;
v) weefselresten die zijn gevallen of bloed dat is gemorst tijdens het doden of tijdens de postmortemkeuring en waardoor gebouwen,
bedrijfsterreinen, instrumenten, enz. kunnen zijn besmet, moeten zorgvuldig worden verzameld en samen met de karkassen van
het pluimvee of de andere vogels worden verwijderd;
Amendement 111 Bijlage IX, punt 2, letter b), punt iii)
iii) worden in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar:
iii) worden in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde
autoriteit hebben plaatsgevonden;
- gedurende ten minste drie weken geen pluimvee is gehouden; en
- reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit hebben plaatsgevonden;
Amendement 112 Bijlage IX, punt 2, letter c), punt iii)
iii) wordt in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar gedurende ten minste drie weken geen pluimvee is gehouden en
reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit hebben plaatsgevonden;
iii) wordt in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde
autoriteit hebben plaatsgevonden;
Amendement 113 Bijlage IX, punt 3, letter b), punt ii)
ii) worden in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar:
ii) worden in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde
autoriteit hebben plaatsgevonden;
- gedurende ten minste drie weken geen pluimvee is gehouden; en
-
reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit hebben plaatsgevonden;
Amendement 114 Bijlage IX, punt 4, letter b), punt iii)
iii) worden in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar:
Schrappen
- gedurende ten minste drie weken geen pluimvee is gehouden; en
- reiniging en ontsmetting volgens de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit hebben plaatsgevonden;
Amendement 115 Bijlage IX, punt 4, letter c), punt iii)
iii) wordt in een pluimveehok of -stal ondergebracht waar gedurende ten minste drie weken geen pluimvee is gehouden en reiniging
en ontsmetting hebben plaatsgevonden;
Schrappen
Amendement 116 Bijlage X, inleidende formule
Rampenplannen voldoen ten minste aan de onderstaande criteria:
Rampenplannen zijn gebaseerd op wetenschappelijke risicobeoordeling, worden op afdoende wijze gefinancierd en
voldoen ten minste aan de onderstaande criteria:
Amendement 117 Bijlage X, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. De bevoegde autoriteit moet een sociaal-economische effectrapportage uitvoeren ter beoordeling van de gevolgen van
het rampenbestrijdingsplan voor de bredere agrarische economie.
Amendement 118 Bijlage X, sectie 13
13. Een nauwe samenwerking tussen de bevoegde instanties op veterinair gebied en op het terrein van de volksgezondheid en het
milieu dient te worden geregeld.
13. Een nauwe samenwerking tussen de bevoegde instanties op veterinair gebied en op het terrein van de volksgezondheid en het
milieu dient te worden geregeld, met name om een deugdelijke risicocommunicatie ten behoeve van boeren, werknemers in de pluimveesector en het publiek te
waarborgen.