Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten (COM(2008)0469 – C6-0295/2008 – 2008/0160(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement
,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0469),
– gelet op artikel 251, lid 2, en de artikelen 95 en 133 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0295/2008),
− gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag,
– gezien zijn verklaring over het verbod op zeehondenproducten in de Europese Unie(1)
,
− gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 24 april 2009 om het voorstel als geamendeerd goed te keuren, overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, eerste streepje, van het EG-Verdrag,
– gelet op de artikelen 51 en 35 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A6-0118/2009),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 mei 2009 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr.
.../2009
van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten
P6_TC1-COD(2008)0160
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95
,
Gezien het voorstel van de Commissie║,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1)
,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2)
,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Zeehonden zijn dieren met gevoel
die pijn, angst, en andere vormen van lijden kunnen ervaren. In zijn verklaring van 26 september 2006 over het verbod op zeehondenproducten in de Europese Unie(3) verzocht het Europees Parlement de Commissie onmiddellijk een verordening op te stellen om de invoer, uitvoer en verkoop van alle producten van zadelrobben en klapmutsen te verbieden. In zijn resolutie van 12 oktober 2006 over een communautair actieplan inzake de bescherming en het welzijn van dieren 2006-2010(4) riep het Europees Parlement de Commissie op een totaalverbod op de invoer van zeehondenproducten in te stellen. In zijn Aanbeveling 1776 (2006) van 17 november 2006 over de zeehondenjacht beval de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa aan om de lidstaten van de Raad van Europa die op zeehonden jagen, te vragen alle wrede jachtmethoden die niet waarborgen dat de dieren onmiddellijk en zonder te lijden sterven, te verbieden, het verdoven van dieren met instrumenten zoals hakapiks (knuppels met een haak), ploertendoders en vuurwapens te verbieden en initiatieven die erop gericht zijn het op de markt brengen van zeehondenproducten te verbieden, te bevorderen.
(1 bis)De invoer in de lidstaten met commercieel oogmerk van de huiden van bepaalde zeehondenjongen (jongen van zadelrobben en klapmutsen) en daarvan vervaardigde producten is verboden overeenkomstig Richtlijn 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de lidstaten van huiden van bepaalde zeehondenjongen en daarvan vervaardigde producten(5)
.
(2) Er wordt binnen en buiten de Gemeenschap op zeehonden gejaagd met het oog op het verkrijgen van producten en artikelen zoals vlees, olie, spek, organen,
bont en daarvan afgeleide waren, met inbegrip van zo uiteenlopende producten als Omega-3-capsules en kledingstukken waarin behandelde zeehondenvellen en -bont zijn verwerkt. Deze producten worden verhandeld
op diverse markten, met inbegrip van die van
de Gemeenschap. Het is voor consumenten, juist vanwege de aard van deze producten, moeilijk of onmogelijk hen te onderscheiden van soortgelijke, niet op basis van zeehonden vervaardigde producten.
(3) De jacht op zeehonden heeft geleid tot grote bezorgdheid bij het publiek en
regeringen ▐, die gevoelig zijn voor overwegingen in verband met het dierenwelzijn, zulks vanwege de ▐pijn, angst en andere vormen van lijden die
het doden en villen van zeehonden op de manier waarop dit momenteel meestal geschiedt, de dieren veroorzaakt
.
(4) Ingevolge de bezorgdheid van burgers en consumenten
in verband met de dierenwelzijnsaspecten van het doden en villen van zeehonden en de mogelijke aanwezigheid op de markt van producten die afkomstig zijn van dieren die zijn gedood en gevild op manieren die pijn, angst en andere vormen van lijden veroorzaken,
hebben diverse lidstaten wetgeving vastgesteld, of zijn dit van plan, om de handel in zeehondenproducten te reguleren door de invoer en productie ervan te verbieden, terwijl in andere lidstaten geen beperkingen op de handel in deze producten bestaan.
(5) Er bestaan bijgevolg verschillen tussen de bepalingen van de lidstaten inzake de handel, invoer, productie en het op de markt brengen van zeehondenproducten. Deze verschillen in de nationale bepalingen hebben een ongunstig
effect op het functioneren van de interne markt in producten die zeehondenproducten (kunnen) bevatten en zij vormen belemmeringen van de handel in dit soort producten.
(5 bis)Doordat deze uiteenlopende wettelijke eisen bestaan is het mogelijke dat de consument nog verder wordt ontmoedigd producten te kopen die niet van zeehonden zijn gemaakt, maar die wellicht niet gemakkelijk te onderscheiden zijn van soortgelijke goederen die van zeehonden zijn gemaakt, of producten die bestanddelen of ingrediënten (kunnen) bevatten die uit zeehonden zijn verkregen zonder dat zulks duidelijk herkenbaar is, zoals bont, Omega-3-capsules en oliën en lederen goederen.
(5 ter) De maatregelen waarin deze verordening voorziet, beogen daarom de voorschriften voor commerciële activiteiten die betrekking hebben op zeehondenproducten in alle lidstaten te harmoniseren, en aldus te voorkomen dat de interne markt voor de desbetreffende producten wordt verstoord, met inbegrip van producten die gelijkwaardig zijn aan zeehondenproducten of die deze kunnen vervangen.
(5 quater)Overeenkomstig het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de bescherming en het welzijn van dieren moet de Gemeenschap bij het formuleren en uitvoeren van het beleid op het gebied van interne markt o.m. ten volle rekening houden met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren. In de geharmoniseerde voorschriften waarin deze verordening voorziet, moet bijgevolg ten volle rekening worden gehouden met dierenwelzijnsaspecten.
(6) Om een einde te maken aan de huidige versnippering van de interne markt, moet worden voorzien in geharmoniseerde voorschriften waarbij rekening wordt gehouden met dierenwelzijnsaspecten. Ter bestrijding van belemmeringen van het vrij verkeer van de desbetreffende producten op doelmatige en evenredige wijze, dient het op de markt brengen van zeehondenproducten in het algemeen niet toegestaan te zijn ten einde het vertrouwen van de consumenten te herstellen, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat volledig tegemoet wordt gekomen aan bedenkingen in verband met dierenwelzijn. Daar de verontrusting van de burgers en consumenten eveneens het doden van zeehonden als zodanig omvat, moeten er, om rekening te houden met deze verontrusting, ook maatregelen worden genomen om de vraag die aanleiding is tot het op de markt brengen van zeehondenproducten en dus de economische vraag waardoor de commerciële jacht op zeehonden wordt aangewakkerd, terug te dringen. Om te zorgen voor daadwerkelijke handhaving moeten deze geharmoniseerde voorschriften worden gehandhaafd op het tijdstip of de plaats van invoer van ingevoerde producten.
(6 bis)Hoewel het misschien mogelijk is zeehonden te doden en villen zonder onnodige pijn, angst en andere vormen van lijden te veroorzaken, is consequente controle van de wijze waarop de jagers de dierenwelzijnseisen naleven, door de omstandigheden waarin de zeehondenjacht plaatsvindt in de praktijk niet uitvoerbaar of in ieder geval zeer moeilijk te verwezenlijken, zoals de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid op 6 december 2007 heeft vastgesteld.
(6 ter)Eveneens is het duidelijk dat hetzelfde resultaat niet zou worden verkregen door andere vormen van geharmoniseerde voorschriften zoals etiketteringseisen. Bovendien zou de eis dat fabrikanten, distributeurs of detailhandelaren producten die geheel of ten dele afkomstig zijn van zeehonden, als dusdanig etiketteren, deze economische actoren in aanzienlijke mate belasten en ook buitensporig kostbaar zijn in gevallen waarin zeehondenproducten slechts een gering deel vormen van het product in kwestie. De maatregelen in onderhavige verordening zijn daarentegen gemakkelijker na te leven en stellen tegelijkertijd de consumenten gerust.
(7) Om te waarborgen dat de geharmoniseerde voorschriften in onderhavige verordening volledig werkzaam zijn, moeten deze voorschriften niet alleen van toepassing zijn op producten die afkomstig zijn uit de Gemeenschap, maar eveneens op producten die vanuit derde landen de Gemeenschap binnen worden gebracht.
▐
(13) De fundamentele economische en sociale belangen van de Eskimogemeenschappen die voor hun levensonderhoud ▐de jacht op zeehonden beoefenen, mogen niet negatief worden beïnvloed. De jacht is een integraal onderdeel van de cultuur en identiteit van de Eskimogemeenschap en als dusdanig erkend door de Verklaring van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Inheemse Volkeren.
Zeehondenproducten die afkomstig zijn van zeehonden waarop door de Eskimo- en andere inheemse
gemeenschappen traditioneel voor hun levensonderhoud wordt gejaagd, moeten
daarom op de markt kunnen worden gebracht
.
(13 bis)Deze verordening stelt geharmoniseerde voorschriften vast inzake het op de markt brengen van zeehondenproducten. Zij laat andere communautaire of nationale voorschriften tot regulering van de jacht op zeehonden derhalve onverlet.
▐
(15) De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de procedures voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.
(16) In het bijzonder
moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de voorwaarden te bepalen waarop zeehondenproducten die het resultaat zijn van traditioneel door Eskimo's of andere inheemse gemeenschappen voor hun levensonderhoud beoefende jacht op de markt mogen worden gebracht; de voorwaarden te bepalen waarop de invoer toegestaan is van zeehondenproducten, die incidenteel van aard is en uitsluitend bestaat uit goederen voor persoonlijk gebruik van reizigers of van hun familieleden; en de voorwaarden te bepalen waarop het op de markt brengen van zeehondenproducten toegestaan is die afkomstig zijn uit overeenkomstig de nationale wetgeving gereguleerde jacht die uitsluitend wordt beoefend met het oog op duurzaam beheer van in zee aanwezige bestanden.
Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van
niet-essentiële onderdelen van deze verordening ▐ door haar aan te vullen met
nieuwe niet-essentiële onderdelen ║, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. ▐
(16 bis)Ter versoepeling van de handhavingsoperaties die door de desbetreffende nationale instanties worden uitgevoerd, moet de Commissie technische richtsnoeren publiceren met niet-bindende aanwijzingen over de codes van de gecombineerde nomenclatuur die eventueel gelden voor de zeehondenproducten waarop onderhavige verordening van toepassing is.
(17) De lidstaten moeten regels vaststellen inzake sancties wegens inbreuken op de bepalingen van deze verordening en erop toezien dat deze regels worden uitgevoerd. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.
(18) De lidstaten moeten regelmatig verslag uitbrengen over de maatregelen die zij hebben getroffen om deze verordening ten uitvoer
te leggen
. Op basis van deze verslagen moet de Commissie zelf ║ bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen
over de tenuitvoerlegging
van deze verordening.
(19) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk het wegnemen van belemmeringen voor de werking van de interne markt door de harmonisering op communautair niveau van nationale verbodsbepalingen inzake de handel in zeehondenproducten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen vaststellen. ▐Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt geharmoniseerde voorschriften vast inzake het op de markt brengen van zeehondenproducten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1)
"zeehond": een specimen van alle
soorten vinpotigen (Phocidae, Otariidae en Odobenidae
);
2)
"zeehondenproduct": elk product, bewerkt of onbewerkt, dat is afgeleid of verkregen van zeehonden, met inbegrip van vlees, olie, spek, organen
, onbewerkte huiden en pelzen, gelooid of anderszins bereid, inclusief huiden samengevoegd in vierkanten, kruisen en dergelijke vormen, alsmede artikelen die zijn gemaakt van zeehondenbont;
3)
"op de markt brengen": op de communautaire markt brengen en daardoor, ▐tegen betaling, aan derden beschikbaar stellen;
(3 bis)"Eskimo": autochtone bewoners van het Eskimogebied – d.w.z. de Arctische en subarctische gebieden waar de Eskimo's momenteel of traditioneel oorspronkelijke rechten en belangen hebben – die door de Eskimo's worden erkend als behorende tot hun volk, en Inupiat, Yupik (Alaska), Inuit, Inuvialuit (Canada), Kalaallit (Groenland) en Yupik (Rusland) omvat;
4)
"invoer": elk binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap ▐; ▐
Artikel 3
Voorwaarden voor het op de markt brengen
1. Uitsluitend
zeehondenproducten die afkomstig zijn van door de Eskimo- en andere inheemse gemeenschappen traditioneel voor hun levensonderhoud beoefende jacht mogenop de markt worden gebracht. Deze voorwaarden gelden op het tijdstip of de plaats van invoer van ingevoerde producten.
2. In afwijking van het in lid 1 bepaalde:
(a) is de invoer toegestaan van zeehondenproducten als deze incidenteel van aard is en uitsluitend bestaat uit goederen voor persoonlijk gebruik van reizigers of van hun familieleden
. Aard en hoeveelheid van deze goederen mogen niet zodanig zijn dat er aanwijzingen zijn dat het gaat om invoer voor commerciële redenen;
(b is het op de markt brengen van zeehondenproducten toegestaan indien deze afkomstig zijn uit overeenkomstig de nationale wetgeving gereguleerde jacht die uitsluitend wordt beoefend met het oog op duurzaam beheer van in zee aanwezige bestanden. Dit op de markt brengen is uitsluitend toegestaan indien het zonder winstoogmerk plaatsvindt. Aard en hoeveelheid van deze goederen mogen niet zodanig zijn dat er aanwijzingen zijn dat het gaat om invoer voor commerciële redenen;
Toepassing van dit lid mag de verwezenlijking van de doelen van onderhavige verordening niet ondergraven.
3. De Commissie publiceert overeenkomstig de in artikel 9, lid 2 bedoelde procedure technische richtsnoeren met een indicatieve lijst van codes van de gecombineerde nomenclatuur die eventueel gelden voor de zeehondenproducten waarop onderhavig artikel van toepassing is
.
3 bis.Onverminderd het bepaalde in lid 3, worden er maatregelen vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van dit artikel.
Deze maatregelen, die beogen
niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar
aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 4
Clausule inzake vrij verkeer
▐
Het is de lidstaten niet toegestaan het op de markt brengen ▐van zeehondenproducten die beantwoorden aan de bepalingen van deze verordening, te verhinderen.
Artikel 9
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is opgericht
bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer(6). Bedoeld comité kan zo nodig een beroep doen op andere bestaande regelgevende comités zoals het comité dat is opgericht overeenkomstig artikel 58, lid 1 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheids-aangelegenheden(7)
.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
Artikel 10
Sancties en handhaving
De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op ...*(8)
van deze bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.
Artikel 11
Verslagen
1. De lidstaten doen de Commissie uiterlijk op …(9)
* en vervolgens
om de vier
jaar een verslag toekomen waarin de maatregelen ter uitvoering van deze verordening worden beschreven.
2. Op basis van de verslagen als bedoeld in lid 1 rapporteert de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging
van deze verordening, binnen twaalf maanden na afloop van elke
betrokken ▐rapportageperiode.
Artikel 12
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3 is
van toepassing met ingang van …(10)
**.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.