Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 7 mei 2009 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (herschikking) (COM(2008)0815 – C6-0477/2008 – 2008/0244(COD))
(Medebeslissingsprocedure – herschikking)
Het Europees Parlement
,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0815),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 63, punt 1, onder b), van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0477/2008),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten(1)
,
– gezien de brief d.d. 4 april 2009 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken overeenkomstig artikel 80 bis, lid 3, van zijn Reglement,
– gelet op de artikelen 80 bis en 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0285/2009),
A. overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen,
1. gaat akkoord met het voorstel van de Commissie zoals dit is aangepast aan de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en zoals dit hieronder is geamendeerd;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 11
(11) Er moeten minimumnormen worden vastgesteld voor de opvang van asielzoekers die voldoende zijn om een menswaardige levensstandaard en vergelijkbare levensomstandigheden in alle lidstaten te waarborgen, rekening houdend met het niveau van sociale bijstand voor nationale onderdanen in de lidstaat van opvang
.
(11) Er moeten minimumnormen worden vastgesteld voor de opvang van asielzoekers die normaliter
voldoende zijn om een menswaardige levensstandaard en vergelijkbare levensomstandigheden in alle lidstaten te waarborgen.
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 16
(16) Bewaring van asielzoekers moet worden toegepast in overeenstemming met het onderliggende beginsel dat een persoon niet in bewaring mag worden gehouden om de enkele reden dat hij internationale bescherming zoekt, met name overeenkomstig artikel 31 van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951. De lidstaten mogen met name geen straffen opleggen aan asielzoekers voor onrechtmatige binnenkomst of onrechtmatig verblijf, en elke beperking van het vrije verkeer moet noodzakelijk zijn. In dit verband is bewaring van asielzoekers alleen toegestaan onder in deze richtlijn vastgestelde, zeer duidelijk omschreven uitzonderlijke voorwaarden en onderworpen aan de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, zowel wat de wijze als wat het doel van de bewaring betreft. Wanneer een asielzoeker in bewaring wordt gehouden, moet hij het recht hebben om die te laten toetsen door een nationale rechterlijke instantie.
(16) Bewaring van asielzoekers moet worden toegepast in overeenstemming met het onderliggende beginsel dat een persoon niet in bewaring mag worden gehouden om de enkele reden dat hij internationale bescherming zoekt, met name overeenkomstig de internationaalrechtelijke verplichtingen van de lidstaten zoals deze met name voortvloeien uit
artikel 31 van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951. De lidstaten mogen met name geen straffen opleggen aan asielzoekers voor onrechtmatige binnenkomst of onrechtmatig verblijf, en elke beperking van het vrije verkeer moet noodzakelijk zijn. In dit verband is bewaring van asielzoekers alleen toegestaan onder in deze richtlijn vastgestelde, zeer duidelijk omschreven uitzonderlijke voorwaarden en onderworpen aan de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, zowel wat de wijze als wat het doel van de bewaring betreft. Wanneer een asielzoeker in bewaring wordt gehouden, moet hij het recht hebben om die te laten toetsen door een nationale rechterlijke instantie.
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 23 bis (nieuw)
(23 bis)Om de kosten van eventuele verbeteringen van de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers te kunnen dekken, moet de Europese Unie navenant meer middelen beschikbaar stellen, in het bijzonder aan lidstaten die geconfronteerd worden met een specifieke en buitenproportionele druk op hun nationale asielstelsels, hetgeen vooral het gevolg is van hun geografische of demografische situatie.
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 26
(26) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Deze richtlijn beoogt meer bepaald te waarborgen dat de menselijke waardigheid ten volle wordt geëerbiedigd en te bevorderen dat de artikelen 1, 6, 7, 18, 24 en 47 van het Handvest worden toegepast en dient dienovereenkomstig te worden uitgevoerd.
(26) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Deze richtlijn beoogt meer bepaald te waarborgen dat de menselijke waardigheid ten volle wordt geëerbiedigd en te bevorderen dat de artikelen 1, 4,
6, 7, 18, 24 en 47 van het Handvest worden toegepast en dient dienovereenkomstig te worden uitgevoerd.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter a
a) "verzoek om internationale bescherming": een verzoek om internationale bescherming zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/83/EG;
a) "verzoek om internationale bescherming": een verzoek om internationale bescherming zoals gedefinieerd in artikel 2, onder g), van
Richtlijn 2004/83/EG;
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter c– punt iii
iii) de gehuwde minderjarige kinderen van paren als bedoeld onder i) of van de verzoeker, ongeacht of het uit hoofde van de nationale wetgeving wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn, indien het in hun belang is bij de verzoeker te wonen;
iii) de gehuwde minderjarige kinderen van paren als bedoeld onder i) of van de verzoeker, ongeacht of het uit hoofde van de nationale wetgeving wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn en op voorwaarde dat zij niet vergezeld zijn van hun echtgenoten
, indien het in hun belang is bij de verzoeker te wonen;
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter c – punt iv
iv) de vader, moeder of voogd van de verzoeker, wanneer de laatstgenoemde minderjarig en ongehuwd is, of wanneer hij minderjarig en gehuwd is, maar het in zijn belang is bij zijn vader, moeder of voogd te wonen;
iv) de vader, moeder of voogd van de verzoeker, wanneer de laatstgenoemde minderjarig en ongehuwd is, of wanneer hij/zij
minderjarig en gehuwd is en niet vergezeld is van zijn/haar echtgenote/echtgenoot
, maar het in zijn/haar
belang is bij zijn/haar
vader, moeder of voogd te wonen;
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter c – punt v
v) de minderjarige ongehuwde broers en zussen van de verzoeker, wanneer de laatstgenoemde minderjarig en ongehuwd is, of wanneer de verzoeker of zijn broers en zussen minderjarig en gehuwd zijn, maar het in het belang van een of meer van hen is dat zij samenwonen;
v) de minderjarige ongehuwde broers en zussen van de verzoeker, wanneer de laatstgenoemde minderjarig en ongehuwd is, of wanneer de verzoeker of zijn/haar
broers en zussen minderjarig en gehuwd zijn en niet vergezeld zijn van zijn/haar echtgenote/echtgenoot
, maar het in het belang van een of meer van hen is dat zij samenwonen;
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter c – punt vi (nieuw)
vi) afhankelijke volwassenen met speciale behoeften.
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 2
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie schriftelijk en, voor zover mogelijk,
in een taal die de asielzoeker redelijkerwijs geacht wordt te begrijpen, wordt verstrekt
. In voorkomend geval kan deze informatie tevens mondeling verstrekt worden.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie schriftelijk wordt verstrekt
in een taal die de asielzoeker begrijpt of waarvan
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze begrijpt
. In voorkomend geval kan deze informatie tevens mondeling verstrekt worden.
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Artikel 6 – lid 1 – alinea 2
Aan de houder van het document wordt
toegang verleend
tot de rechten en voordelen die op grond van deze richtlijn aan asielzoekers worden toegekend.
Er worden geen aanvullende documenten verlangd voor de
toegang tot de rechten en voordelen die op grond van deze richtlijn aan asielzoekers worden toegekend.
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Artikel 7 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.In gevallen waarin zulks noodzakelijk blijkt, bijvoorbeeld om juridische redenen of om redenen van openbare orde, mogen de lidstaten een asielzoeker overeenkomstig hun nationale wetgeving op een bepaalde plaats vasthouden.
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 1 – alinea 1
1. Bewaring wordt bevolen voor een zo kort mogelijke termijn. Bewaring als bedoeld in artikel 8, lid 2, onder a), b) en c), mag niet langer duren dan de tijd die redelijkerwijs nodig is om de vereiste administratieve procedures af te handelen teneinde informatie te krijgen over de nationaliteit van de asielzoeker of over de elementen waarop zijn verzoek is gebaseerd of om de toepasselijke procedure uit te voeren teneinde te beslissen over zijn recht om het grondgebied te betreden.
1. Bewaring wordt bevolen voor een zo kort mogelijke termijn. Bewaring als bedoeld in artikel 8, lid 2, onder a), b) en c), mag niet langer duren dan de tijd die redelijkerwijs nodig is om de vereiste administratieve procedures af te handelen teneinde informatie te krijgen over de nationaliteit of de identiteit
van de asielzoeker of over de elementen waarop zijn verzoek is gebaseerd of om de toepasselijke procedure uit te voeren teneinde te beslissen over zijn recht om het grondgebied te betreden.
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 1 – alinea 2
Vertraging in de administratieve
procedure die niet aan de asielzoeker kan worden toegeschreven, is geen rechtvaardiging voor het voortduren van de bewaring.
Dergelijke procedures moeten met de nodige zorgvuldigheid worden uitgevoerd.
Vertraging in de procedure die niet aan de asielzoeker kan worden toegeschreven, is geen rechtvaardiging voor het voortduren van de bewaring.
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 4
4. Asielzoekers in bewaring worden onmiddellijk in kennis gesteld van de gronden van de bewaring, de maximumduur van de bewaring en de in het nationale recht vastgestelde procedures om het bevel tot bewaring aan te vechten, in een taal die zij redelijkerwijs geacht worden te begrijpen
.
4. Asielzoekers in bewaring worden onmiddellijk in kennis gesteld van de gronden van de bewaring, de maximumduur van de bewaring en de in het nationale recht vastgestelde procedures om het bevel tot bewaring aan te vechten, in een taal die zij begrijpen of waarvan
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij deze begrijpen
.
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 – lid 6 – alinea 1
6. De lidstaten zorgen ervoor dat in zaken betreffende bewaring
rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging beschikbaar is, die kosteloos moet zijn wanneer de asielzoeker de daarmee verband houdende kosten niet kan betalen
.
6. De lidstaten zorgen ervoor dat op verzoek gratis de noodzakelijke
rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging ter beschikking wordt gesteld, overeenkomstig artikel 15, lid 3 tot en met 6 van Richtlijn 2005/85/EG
.
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 2
2. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers in bewaring de kans krijgen om contact te hebben, inclusief bezoekrecht, met wettelijke vertegenwoordigers en
gezinsleden. De UNHCR en andere relevante en bevoegde nationale, internationale en niet-gouvernementele organisaties en instellingen moeten ook de kans krijgen om met verzoekers te communiceren en hen te bezoeken in bewaringsfaciliteiten.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers in bewaring de kans krijgen om contact te hebben, inclusief bezoekrecht, met wettelijke vertegenwoordigers,
gezinsleden, maatschappelijk werkers en geestelijke verzorgers
. De UNHCR en andere relevante en bevoegde nationale, internationale en niet-gouvernementele organisaties en instellingen moeten ook de kans krijgen om met verzoekers te communiceren en hen te bezoeken in bewaringsfaciliteiten.
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers in bewaring toegang hebben tot passende medische zorg en, indien noodzakelijk, psychologische begeleiding.
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Artikel 10 – lid 3
3. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers in bewaring onmiddellijk bijgewerkte informatie krijgen over de regels die in de faciliteit van toepassing zijn en waarin hun rechten en verplichtingen worden uiteengezet in een taal die zij redelijkerwijs geacht worden te begrijpen
.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers in bewaring onmiddellijk bijgewerkte informatie krijgen over de regels die in de faciliteit van toepassing zijn en waarin hun rechten en verplichtingen worden uiteengezet in een taal die zij begrijpen of waarvan
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij deze
begrijpen.
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 2
2. In bewaring gehouden minderjarigen moeten kunnen deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten, met inbegrip van spel- en recreatieve activiteiten die overeenstemmen met hun leeftijd.
2. In bewaring gehouden minderjarigen moeten kunnen deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten, met inbegrip van spel- en recreatieve activiteiten die overeenstemmen met hun leeftijd en activiteiten in de open lucht
.
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 11 – lid 5 – alinea 1
5. Personen met bijzondere behoeften worden niet in bewaring gehouden, tenzij een individuele beoordeling van hun situatie door een professionele deskundige uitwijst dat hun gezondheid, met inbegrip van hun geestelijke gezondheid, en welzijn niet aanzienlijk zullen verslechteren als gevolg van de bewaring.
5. Personen met bijzondere behoeften worden niet in bewaring gehouden, tenzij een individuele beoordeling van hun situatie door een professionele en onafhankelijke
deskundige uitwijst dat hun gezondheid, met inbegrip van hun geestelijke gezondheid, en welzijn niet aanzienlijk zullen verslechteren als gevolg van de bewaring.
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 14 – lid 2 – alinea 1
2. Minderjarigen moeten uiterlijk drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop zij of hun ouders een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend, toegang krijgen tot het onderwijsstelsel.
2. De toegang tot het onderwijsstelsel moet zo spoedig mogelijk na indiening van het verzoek om internationale bescherming worden gewaarborgd en
minderjarigen moeten in ieder geval
uiterlijk drie maanden, te rekenen vanaf de datum waarop zij of hun ouders een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend, toegang krijgen tot het onderwijsstelsel.
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 17 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis.De materiële opvangvoorzieningen mogen worden verstrekt in natura dan wel in de vorm van uitkeringen of tegoedbonnen of een combinatie daarvan. Indien de lidstaten voor materiële opvangvoorzieningen zorgen door middel van uitkeringen of tegoedbonnen, wordt het bedrag daarvan overeenkomstig de in dit artikel vermelde beginselen bepaald.
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 17 – lid 5
5.Bij de berekening van het bedrag van de aan de asielzoekers te verlenen bijstand zorgen de lidstaten ervoor dat de totale waarde van de materiële opvangvoorzieningen die ter beschikking van de asielzoekers worden gesteld, overeenstemt met het bedrag van de sociale bijstand die wordt verleend aan nationale onderdanen die daarom verzoeken. Elk verschil in dit verband moet naar behoren gerechtvaardigd zijn.
Schrappen
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 19 – lid 2
2. De lidstaten verstrekken de noodzakelijke medische of andere zorg aan asielzoekers met speciale behoeften, inclusief, indien nodig, passende geestelijke gezondheidszorg, onder dezelfde voorwaarden als aan nationale onderdanen
.
2. De lidstaten verstrekken de noodzakelijke medische of andere zorg aan asielzoekers met speciale behoeften, inclusief, indien nodig, passende geestelijke gezondheidszorg.
Amendement 26 Voorstel voor een richtlijn Artikel 19 bis (nieuw)
Artikel 19 bis Slachtoffers van folteringen
De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers van folteringen snel worden verwezen naar een zorginstelling die gezien hun situatie passend is.
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 21 – lid 1
1. De lidstaten houden in hun nationale wetgeving tot uitvoering van deze richtlijn rekening met de specifieke situatie van personen met bijzondere behoeften. Kwetsbare personen zoals minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen, slachtoffers van mensenhandel, personen met geestelijke gezondheidsproblemen en personen die folteringen hebben ondergaan, zijn verkracht of aan andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld zijn blootgesteld, worden steeds beschouwd als personen met bijzondere behoeften.
1. De lidstaten houden in hun nationale wetgeving tot uitvoering van deze richtlijn rekening met de specifieke situatie van personen met bijzondere behoeften. Kwetsbare personen zoals minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen, slachtoffers van mensenhandel, slachtoffers van vrouwenbesnijdenis,
personen met geestelijke gezondheidsproblemen en personen die folteringen hebben ondergaan, zijn verkracht of aan andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld zijn blootgesteld, worden steeds beschouwd als personen met bijzondere behoeften.
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 21 – lid 2
2. De lidstaten stellen in hun nationale wetgeving procedures vast om, zodra een verzoek om internationale bescherming is ingediend, na te gaan of de verzoeker bijzondere behoeften heeft en de aard van die behoeften te bepalen. De lidstaten zorgen voor ondersteuning van personen met bijzondere behoeften tijdens de gehele asielprocedure en zorgen ervoor dat hun situatie op de gepaste wijze wordt gevolgd.
2. De lidstaten stellen in hun nationale wetgeving procedures vast om, zodra een verzoek om internationale bescherming is ingediend, na te gaan of de verzoeker bijzondere behoeften heeft en de aard van die behoeften te bepalen. De lidstaten zorgen voor adequate
ondersteuning van personen met bijzondere behoeften tijdens de gehele asielprocedure en zorgen ervoor dat hun situatie op de gepaste wijze wordt gevolgd.
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 23 – lid 1
1. De lidstaten nemen zo spoedig mogelijk
maatregelen om de noodzakelijke vertegenwoordiging van niet-begeleide minderjarigen te verzekeren door wettelijke voogdij of indien nodig door vertegenwoordiging door een organisatie die belast is met de zorg voor en het welzijn van minderjarigen, of door iedere andere vorm van passende vertegenwoordiging.
De betreffende instanties voeren regelmatig beoordelingen uit.
1. De lidstaten nemen maatregelen om de noodzakelijke vertegenwoordiging van niet-begeleide minderjarigen te verzekeren door wettelijke voogdij. Er wordt een voogd benoemd om het kind te adviseren en te beschermen en ervoor te zorgen dat alle besluiten worden genomen met het belang van het kind voor ogen. Een voogd moet beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van kinderverzorging, zodat de belangen van het kind worden beschermd en er voldoende tegemoet gekomen wordt aan de juridische, sociale, medische, psychologische, materiële en educatieve behoeften van het kind. Instellingen of individuen wier belangen mogelijk botsen met die van het kind, komen niet in aanmerking voor het voogdijschap.
De betreffende instanties voeren regelmatig beoordelingen uit.
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 24 – lid 2
2. Personen die met slachtoffers van foltering werken, moeten passend onderricht over hun behoeften gevolgd hebben en blijven ontvangen; voor deze personen gelden de geheimhoudingsregels zoals omschreven in de relevante nationale wetgeving in verband met de informatie waarvan zij uit hoofde van hun werk kennisnemen.
2. Personen die met slachtoffers van foltering, verkrachting of andere ernstige vormen van geweld
werken, moeten passend onderricht over hun behoeften gevolgd hebben en blijven ontvangen; voor deze personen gelden de geheimhoudingsregels zoals omschreven in de relevante nationale wetgeving in verband met de informatie waarvan zij uit hoofde van hun werk kennisnemen.
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 25 – lid 2 – alinea 1
2. De lidstaten waarborgen de toegang tot
rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging in de in lid 1 bedoelde gevallen. Die rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging zijn kosteloos wanneer de asielzoeker de daarmee gemoeide kosten niet kan betalen.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat op verzoek gratis de noodzakelijke
rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging ter beschikking wordt gesteld, overeenkomstig artikel 15, lid 3 tot en met 6 van Richtlijn 2005/85/EG