Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0266(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0265/2009

Ingediende teksten :

A6-0265/2009

Debatten :

PV 06/05/2009 - 13
CRE 06/05/2009 - 13

Stemmingen :

PV 07/05/2009 - 9.12
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0383

Aangenomen teksten
Donderdag 7 mei 2009 - Straatsburg Voorlopige uitgave
Bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen over sectorale aangelegenheden en inzake beslissingen in huwelijkszaken, ouderlijke verantwoordelijkheid en onderhoudsverplichtingen *
P6_TA-PROV(2009)0383A6-0265/2009

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 7 mei 2009 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen over sectorale aangelegenheden en betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen, en betreffende het toepasselijke recht op het gebied van onderhoudsverplichtingen (COM(2008)0894 – C6-0035/2009 – 2008/0266(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2008)0894),

–   gelet op artikel 61, onder c) en artikel 65, artikel 67, lid 2 en artikel 67, lid 5 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0035/2009),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6-0265/2009),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd indien de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Titel
Voorstel voor een verordening van de Raad van [...] tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen over sectorale aangelegenheden en betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen, en betreffende het toepasselijke recht op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Voorstel voor een verordening van de Raad van [...] tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen, en betreffende het toepasselijke recht op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)  Titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna "het EG-Verdrag" genoemd) is de rechtsgrondslag voor het vaststellen van Gemeenschapswetgeving op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken.
(1)  Titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna "het EG-Verdrag" genoemd) is de rechtsgrondslag voor het vaststellen van Gemeenschapswetgeving op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
(2)  Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken tussen lidstaten en derde landen wordt van oudsher beheerst door overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen.
(2)  Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken tussen lidstaten en derde landen wordt van oudsher beheerst door overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Dergelijke overeenkomsten, waarvan er een groot aantal bestaan, weerspiegelen zeer vaak speciale banden tussen een lidstaat en een welbepaald derde land, en hebben tot doel te zorgen voor een geschikt rechtskader om te voldoen aan de specifieke noden van de betrokken partijen.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
(3)  Op grond van artikel 307 van het EG-Verdrag moeten alle onverenigbaarheden tussen het communautair acquis en internationale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen worden opgeheven . Dit kan tot gevolg hebben dat over deze overeenkomsten opnieuw moet worden onderhandeld.
(3)  Op grond van artikel 307 van het EG-Verdrag moeten de lidstaten van alle passende middelen gebruik maken om alle onverenigbaarheden tussen het communautair acquis en internationale overeenkomsten die zijn gesloten tussen lidstaten en derde landen, op te heffen . Dit kan tot gevolg hebben dat over dergelijke overeenkomsten opnieuw moet worden onderhandeld.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
(4)  Het kan ook nodig zijn om met derde landen nieuwe overeenkomsten te sluiten op bepaalde gebieden van civiel recht die onder Titel IV van het EG-Verdrag vallen.
(4)  Het kan ook duidelijk nodig zijn met derde landen nieuwe overeenkomsten te sluiten die betrekking hebben op bepaalde gebieden van civiel recht die onder Titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag vallen, om te zorgen voor een geschikt rechtskader om te voldoen aan de specifieke noden van een bepaalde lidstaat in zijn betrekkingen met een derde land .
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
(5)  In zijn advies 1/03 van 7 februari 2006 over het sluiten van het nieuwe Verdrag van Lugano heeft het Europees Hof van Justitie bevestigd dat de Gemeenschap over de exclusieve externe bevoegdheid beschikt om over overeenkomsten met derde landen te onderhandelen en deze te sluiten betreffende een aantal belangrijke in Titel IV van het EG-Verdrag genoemde onderwerpen. Het Hof heeft met name bevestigd dat de Gemeenschap de exclusieve bevoegdheid heeft gekregen om met derde landen internationale overeenkomsten te sluiten over zaken die de regels aantasten die onder andere zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 44/2001 ("Brussel I") , met name betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
(5)  In zijn advies 1/03 van 7 februari 2006 over het sluiten van het nieuwe Verdrag van Lugano heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bevestigd dat de Gemeenschap over de exclusieve bevoegdheid beschikt om een internationale overeenkomst als het Verdrag van Lugano met derde landen te sluiten over zaken die de regels aantasten in Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken1 ("Brussel I") .
PB L 12 van 16.1.2001, blz.1 .
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  Derhalve staat het overeenkomstig artikel 300 van het EG-Verdrag aan de Gemeenschap om dergelijke overeenkomsten tussen de Gemeenschap en een derde land te sluiten, voor zover deze betrekking hebben op een communautaire bevoegdheid.
(6)  Het staat, overeenkomstig artikel 300 van het EG-Verdrag, aan de Gemeenschap om overeenkomsten tussen de Gemeenschap en een derde land te sluiten over aangelegenheden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen .
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Op grond van artikel 10 van het EG-Verdrag moeten de lidstaten de vervulling van de taak van de Gemeenschap vergemakkelijken en zich onthouden van alle maatregelen welke de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag in gevaar kunnen brengen. Die verplichting tot loyale samenwerking heeft algemene gelding, ongeacht het al dan niet exclusief karakter van de communautaire bevoegdheid.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
(8)  Er moet worden nagegaan of er momenteel voldoende communautair belang is om alle bestaande of voorgestelde bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen te vervangen door communautaire overeenkomsten. Om die reden is het nodig een procedure vast te stellen met een tweeledig doel. Ten eerste moet de Gemeenschap kunnen nagaan of er voldoende communautair belang is om een bepaalde bilaterale overeenkomst te sluiten. Ten tweede moeten de lidstaten worden gemachtigd om de overeenkomst in kwestie te sluiten wanneer er geen actueel communautair belang bestaat om een dergelijke overeenkomst te sluiten.
Schrappen
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
(9)   Er moet een coherente en transparante procedure worden vastgesteld om lidstaten te machtigen om bestaande overeenkomsten met derde landen te wijzigen of in uitzonderlijke omstandigheden over nieuwe overeenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten, met name wanneer de Gemeenschap niet heeft aangegeven dat zij voornemens is om haar externe bevoegdheid om de betrokken overeenkomst te sluiten, uit te oefenen . Deze procedure doet geen afbreuk aan de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap en de bepalingen van de artikelen 300 en 307 van het EG-Verdrag. Aangezien dit een afwijking is van de regel dat de Gemeenschap exclusief bevoegd is om over deze aangelegenheden internationale overeenkomsten te sluiten, moet de voorgestelde procedure worden beschouwd als een uitzonderlijke maatregel en moeten de werking en de duur ervan worden beperkt.
(9)   Met betrekking tot overeenkomsten met derde landen over specifieke civielrechtelijke vraagstukken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, moet er een coherente en transparante procedure worden vastgesteld om een lidstaat te machtigen een bestaande overeenkomst te wijzigen of over een nieuwe overeenkomst te onderhandelen en deze te sluiten, met name wanneer de Gemeenschap niet heeft aangegeven dat zij voornemens is om haar externe bevoegdheid uit te oefenen om op grond van een reeds bestaand of voorgesteld onderhandelingsmandaat een overeenkomst te sluiten. Deze procedure doet geen afbreuk aan de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap en de bepalingen van de artikelen 300 en 307 van het EG-Verdrag. Zij moet worden beschouwd als een uitzonderlijke maatregel en moeten de werking en de duur ervan worden beperkt.
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis)  Deze verordening is niet van toepassing indien de Gemeenschap met het betrokken derde land of de betrokken derde landen reeds een overeenkomst heeft gesloten over hetzelfde onderwerp. Twee overeenkomsten worden uitsluitend geacht hetzelfde onderwerp te betreffen indien en voor zover zij dezelfde specifieke juridische kwestie inhoudelijk reguleren. Bepalingen waarin slechts een algemene intentie wordt verwoord om aangaande dergelijke kwesties samen te werken, dienen niet te worden beschouwd als betrekking hebbend op hetzelfde onderwerp.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 ter (nieuw)
(9 ter)  Bepaalde regionale overeenkomsten waarnaar in bestaande communautaire wetteksten wordt verwezen, moeten onder deze verordening vallen.
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 quater (nieuw)
(9 quater)  De Commissie moet prioriteiten formuleren om te komen tot een communautair beleid inzake externe betrekkingen op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken aan de hand van door de Raad vast te stellen richtsnoeren.
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)  Deze verordening moet worden beperkt tot overeenkomsten met betrekking tot sectorale aangelegenheden die verband houden met rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen, en met het toepasselijke recht op het gebied van onderhoudsverplichtingen.
Schrappen
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Om ervoor te zorgen dat een door een lidstaat voorgestelde overeenkomst het Gemeenschapsrecht niet verzwakt of de goede werking van het daarbij ingestelde systeem niet aantast, moet zowel machtiging worden verleend om onderhandelingen te starten of voort te zetten als om een overeenkomst te sluiten. Daardoor zal de Commissie het verwachte effect van de (eventuele) resultaten van de onderhandelingen voor het Gemeenschapsrecht kunnen beoordelen . Zo nodig kan de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren voorstellen of vragen dat in de voorgestelde overeenkomsten specifieke bepalingen worden opgenomen.
(11)  Om ervoor te zorgen dat een door een lidstaat voorgenomen overeenkomst het Gemeenschapsrecht niet verzwakt of de goede werking van het daarbij ingestelde systeem niet aantast, en er tevens voor te zorgen dat die overeenkomst het communautaire beleid op het gebied van externe betrekkingen waartoe de Gemeenschap heeft besloten, niet aantast, moet de betrokken lidstaat ertoe worden verplicht de Commissie van zijn voornemen in kennis te stellen teneinde een machtiging te verkrijgen om formele onderhandelingen over een overeenkomst te openen of voort te zetten, alsook om een overeenkomst te sluiten. Deze kennisgeving moet bij brief of langs elektronische weg geschieden. Zij moet alle gegevens en stukken bevatten waarover de Commissie moet beschikken om te kunnen beoordelen welk effect de resultaten van de onderhandelingen naar verwacht op het Gemeenschapsrecht zullen hebben .
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)  Er moet worden beoordeeld of de Gemeenschap belang heeft bij het sluiten van een bilaterale overeenkomst tussen de Gemeenschap en het betrokken derde land of, in voorkomend geval, belang bij het vervangen van een bestaande bilaterale overeenkomst tussen een lidstaat en een derde land door een communautaire overeenkomst.
Alle lidstaten moeten daartoe worden geïnformeerd over enige door de Commissie ontvangen kennisgeving betreffende een door een bepaalde lidstaat voorgestelde overeenkomst, om hen in staat te stellen hun belangstelling voor aansluiting bij het initiatief van de kennisgevende lidstaat kenbaar te maken. Indien uit deze informatie-uitwisseling een belang voor de Gemeenschap naar voren komt, moet de Commissie overwegen een onderhandelingsmandaat voor te stellen met het oog op de sluiting van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en het betrokken derde land.
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 ter (nieuw)
(11 ter)  Indien de Commissie een lidstaat verzoekt om bijkomende informatie in verband met haar beoordeling van de vraag of deze lidstaat de toelating moet krijgen onderhandelingen op te starten met een derde land of met derde landen, mag dergelijk verzoek geen invloed hebben op de lengte van de periode waarbinnen de Commissie een met redenen omkleed besluit moet nemen over het verzoek van deze lidstaat om dergelijke onderhandelingen op te starten.
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 quater (nieuw)
(11 quater)  Bij het verlenen van de machtiging tot het openen van formele onderhandelingen, moet de Commissie in voorkomend geval over de mogelijkheid beschikken onderhandelingsrichtsnoeren voor te stellen of te vragen dat in de voorgestelde overeenkomst specifieke bepalingen worden opgenomen. De Commissie moet in de verschillende stadia van de onderhandelingen volledig op de hoogte worden gehouden van de aangelegenheden die onder de werkingssfeer van deze verordening vallen en kan toestemming krijgen om de onderhandelingen betreffende die aangelegenheden als waarnemer bij te wonen.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 quinquies (nieuw)
(11 quinquies)  Wanneer de lidstaten de Commissie in kennis stellen van hun voornemen om met een derde land onderhandelingen te openen, moeten zij haar die elementen melden welke voor de door haar te verrichten beoordeling van belang zijn. Een machtiging door de Commissie en eventueel te verstrekken onderhandelingsrichtsnoeren of, in voorkomend geval, een weigering door de Commissie, dienen uitsluitend betrekking te hebben op aangelegenheden die onder de werkingssfeer van deze verordening vallen.
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 sexies (nieuw)
(11 sexies)  Het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten moeten op de hoogte worden gebracht van alle aan de Commissie gedane kennisgevingen over voorgestelde of door onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomsten en van alle met redenen omklede besluiten die de Commissie krachtens deze verordening heeft genomen. Deze informatie dient evenwel volledig te voldoen aan alle toepasselijke vertrouwelijkheidsvereisten.
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 septies (nieuw)
(11 septies)  De Commissie, de Raad en het Europees Parlement dragen er zorg voor dat als vertrouwelijk aangemerkte informatie wordt behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie 1 .
1 PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 octies (nieuw)
(11 octies)  Wanneer de Commissie, op grond van haar beoordelingen, voornemens is geen machtiging te verlenen voor het openen van formele onderhandelingen of voor het sluiten van een door onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst, dient de Commissie, voordat zij haar met redenen omkleed besluit neemt, de betrokken lidstaat een advies te verstrekken. In geval van sluiting van een na onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst, dient het advies aan de Raad en het Europees Parlement te worden gericht.
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
(12)  Om ervoor te zorgen dat de overeenkomst geen belemmering vormt voor de uitvoering van het externe beleid van de Gemeenschap op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken, moet in de overeenkomst worden bepaald dat zij wordt opgezegd ingeval met hetzelfde derde land over dezelfde onderwerpen een communautaire overeenkomst wordt gesloten .
(12)  Om ervoor te zorgen dat de door onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst geen belemmering vormt voor de uitvoering van het externe beleid van de Gemeenschap op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken, moet in de overeenkomst hetzij worden bepaald dat zij geheel of gedeeltelijk wordt opgezegd ingeval de Gemeenschap of de Gemeenschap en haar lidstaten later met hetzelfde derde land een overeenkomst sluiten over hetzelfde onderwerp, hetzij worden bepaald dat de relevante bepalingen onmiddellijk worden vervangen door de bepalingen van deze latere overeenkomst .
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)  Het is nodig om overgangsbepalingen vast te stellen die gelden voor situaties waarin lidstaten , op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening, onderhandelingen voeren met een derde land of de onderhandelingen hebben voltooid maar nog niet hebben verklaard door de overeenkomst gebonden te zijn.
(13)  Er dient te worden voorzien in overgangsbepalingen die gelden voor situaties waarin een lidstaat , op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening, onderhandelingen voert met een derde land of de onderhandelingen heeft voltooid maar nog niet heeft verklaard door de overeenkomst gebonden te zijn.
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
13 bis)  Om ervoor te zorgen dat voldoende ervaring is opgedaan met de toepassing van deze verordening dient de Commissie haar verslag op zijn vroegst 8 jaar na de aanneming ervan in te dienen. In haar verslag dient de Commissie, onder uitoefening van haar prerogatieven, de tijdelijke aard van deze verordening te bekrachtigen of na te gaan of deze verordening moet worden vervangen door een andere verordening over dezelfde kwesties en ook over andere kwesties die binnen de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en door andere communautaire instrumenten worden geregeld.
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 ter (nieuw)
13 ter)  Indien in het door de Commissie in te dienen verslag de tijdelijke aard van deze verordening wordt bekrachtigd, moet een lidstaat na de indiening van het verslag nog steeds de mogelijkheid hebben om de Commissie in kennis te stellen van lopende of reeds aangekondigde onderhandelingen met het oog op het verkrijgen van toestemming voor het openen van formele onderhandelingen.
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
(14)  De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.
schrappen
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
(15)  Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om doelstelling ervan te verwezenlijken.
(15)  Overeenkomstig het in artikel 5 van het EG- Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om de doelstelling ervan te verwezenlijken.
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland deel aan de aanneming en toepassing van deze verordening, voor zover zij deelnamen aan de aanneming en toepassing van de onder deze verordening vallende verordeningen of deze verordeningen na hun aanneming hebben aanvaard.
(16)  Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland kennis gegeven van hun wens deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze verordening.
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 - lid 1
1.  Bij deze verordening wordt een procedure ingesteld om een lidstaat te machtigen om een bestaande bilaterale overeenkomst tussen die lidstaat en een derde land te wijzigen, of over een nieuwe bilaterale overeenkomst te onderhandelen en deze te sluiten, onder de hieronder vastgestelde voorwaarden.
1.  Bij deze verordening wordt een procedure ingesteld om een lidstaat te machtigen om een bestaande overeenkomst te wijzigen, of over een nieuwe overeenkomst te onderhandelen en deze te sluiten, onder de hieronder vastgestelde voorwaarden.
Deze procedure laat de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en haar lidstaten onverlet.
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 - lid 2
2.  Deze verordening is van toepassing op bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen over sectorale aangelegenheden en betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen, en betreffende het toepasselijke recht op het gebied van onderhoudsverplichtingen.
2.  Deze verordening is van toepassing op overeenkomsten over aangelegenheden die geheel of ten dele onder Verordening (EG) nr. 2201/2003 1 en Verordening (EG) nr. 4/2009 2 vallen, voor zover het aangelegenheden betreft die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.
1 Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (PB L 338 van 23.12.2003, blz. 1).
2 Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PB L 7 van 10.1.2009, blz 1.).
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 - lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Deze verordening is niet van toepassing indien de Gemeenschap met het betrokken derde land of de betrokken derde landen reeds een overeenkomst heeft gesloten over hetzelfde onderwerp.
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 1
1.  In deze verordening wordt onder "overeenkomst" verstaan , bilaterale overeenkomst tussen een lidstaat en een derde land.
1.  In deze verordening wordt onder "overeenkomst" verstaan:
a) een bilaterale overeenkomst tussen een lidstaat en een derde land;
b) de regionale overeenkomsten zoals bedoeld in artikel 59, lid 2, onder a) van Verordening (EG) nr. 2201/2003, onverminderd de artikelen 59, lid 2, onder c) en 59, lid 3, van die verordening, en in artikel 69, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009.
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 - lid 2
2.  In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan, iedere lidstaat, behalve Denemarken.
2.  In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan, de lidstaten met uitzondering van Denemarken.
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 1
1.  Wanneer een lidstaat voornemens is onderhandelingen te openen met een derde land om een bestaande overeenkomst te wijzigen of om een nieuwe overeenkomst te sluiten die binnen de werkingssfeer van deze verordening valt, stelt hij de Commissie schriftelijk van dit voornemen in kennis.
1.  Wanneer een lidstaat voornemens is onderhandelingen te openen teneinde een bestaande overeenkomst te wijzigen of om een nieuwe overeenkomst te sluiten die binnen de werkingssfeer van deze verordening valt, stelt hij de Commissie zo vroeg mogelijk voor de geplande aanvang van de formele onderhandelingen schriftelijk van dit voornemen in kennis.
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 2
2.  De kennisgeving gaat in voorkomend geval vergezeld van een kopie van de bestaande overeenkomst, de ontwerp-overeenkomst of het ontwerp-voorstel van het betrokken derde land, en van alle andere relevante documenten. De lidstaat beschrijft de onderhandelingsdoelstellingen , specificeert de kwesties die moeten worden behandeld of de bepalingen van de bestaande overeenkomst die moeten worden gewijzigd en verstrekt alle andere relevante informatie.
2.  De kennisgeving gaat al naar het geval, vergezeld van een kopie van de bestaande overeenkomst, de ontwerp-overeenkomst of het ontwerp-voorstel en van alle andere relevante documenten. De lidstaat beschrijft het onderwerp van de onderhandelingen , specificeert de kwesties die moeten worden behandeld in de beoogde overeenkomst of de bepalingen van de bestaande overeenkomst die moeten worden gewijzigd. De lidstaat kan alle andere aanvullende informatie verstrekken .
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 3
3.  De kennisgeving vindt plaats ten minste drie maanden vóór het geplande begin van de formele onderhandelingen met het betrokken derde land.
Schrappen
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1
1.  Na de kennisgeving gaat de Commissie na of de lidstaat de onderhandelingen met het betrokken derde land kan voortzetten . Wanneer de Gemeenschap met het betrokken derde land over dezelfde onderwerpen reeds een overeenkomst heeft gesloten, wordt het verzoek van de lidstaat automatisch door de Commissie verworpen.
1.  Na ontvangst van de kennisgeving beoordeelt de Commissie of de lidstaat formele onderhandelingen kan beginnen .
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 ‐ inleidende formule
2.  Wanneer de Gemeenschap nog geen overeenkomst met het betrokken derde land heeft gesloten, gaat de Commissie bij haar beoordeling eerst na of er in de nabije toekomst een relevante communautaire overeenkomst met het betrokken derde land is gepland. Wanneer dit niet het geval is, kan de Commissie de machtiging verlenen, op voorwaarde dat :
2.  De Commissie gaat bij deze beoordeling eerst na of er in de komende 24 maanden een relevant onderhandelingsmandaat met het oog op een communautaire overeenkomst met het betrokken derde land of de betrokken derde landen is gepland. Indien dit niet het geval is, gaat de Commissie na of aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 ‐ letter a
(a) de betrokken lidstaat heeft aangetoond dat er een specifiek belang is om de bilaterale sectorale overeenkomst met het derde land te sluiten, dat met name verband houdt met het bestaan van economische, geografische, culturele of historische banden tussen de lidstaat en dat derde land; en
(a) de betrokken lidstaat heeft meegedeeld dat hij er een specifiek belang bij heeft de (…) overeenkomst te sluiten, wegens de economische, geografische, culturele, historische, maatschappelijke of politieke banden tussen de lidstaat en het betrokken derde land;
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 ‐ letter b
(b) de Commissie vaststelt dat de voorgestelde overeenkomst een beperkt effect heeft op de uniforme en coherente toepassing van de geldende Gemeenschapsregels en op de goede werking van het daarbij ingestelde systeem.
(b) op basis van de door de lidstaat verstrekte informatie de voorgenomen overeenkomst het gemeenschapsrecht niet lijkt te ontkrachten en evenmin de goede werking van het daardoor ingestelde systeem lijkt aan te tasten ; en
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 ‐ letter b bis (nieuw)
(b bis) de voorgenomen overeenkomst geen afbreuk doet aan het onderwerp en doel van het buitenlands beleid van de Gemeenschap zoals door de Gemeenschap bepaald.
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Wanneer de door de lidstaat verstrekte informatie niet afdoende is voor het maken van de beoordeling kan de Commissie aanvullende informatie opvragen.
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 – alinea 1
1.  Wanneer de Commissie concludeert dat er, gelet op de in artikel 4 vermelde voorwaarden, geen belemmeringen zijn voor de overeenkomst , kan zij een lidstaat machtigen om over de overeenkomst onderhandelingen te openen met het betrokken derde land . Zo nodig kan de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren voorstellen en vragen dat in de voorgestelde overeenkomst specifieke bepalingen worden opgenomen.
1.  Indien de voorgenomen overeenkomst voldoet aan de in artikel 4, lid 2, vermelde voorwaarden, machtigt de Commissie de lidstaat om over de overeenkomst formele onderhandelingen te openen. Zo nodig kan de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren voorstellen en vragen dat in de beoogde overeenkomst specifieke bepalingen worden opgenomen.
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 – alinea 2
2.  De overeenkomst moet een bepaling bevatten over de opzegging ervan ingeval de Gemeenschap met hetzelfde derde land een overeenkomst over hetzelfde onderwerp sluit .
2.  De overeenkomst moet een bepaling bevatten strekkende tot :
(a) hetzij gehele of gedeeltelijke opzegging van de overeenkomst ingeval naderhand door de Europese Gemeenschap c.q. door de Gemeenschap en haar lidstaten met hetzelfde derde land of dezelfde derde landen een overeenkomst over hetzelfde onderwerp wordt gesloten ,
(b) hetzij onmiddellijke vervanging van de relevante bepalingen van de overeenkomst door bepalingen van een overeenkomst over hetzelfde onderwerp die door de Europese Gemeenschap c.q. door de Europese Gemeenschap en haar lidstaten naderhand met hetzelfde derde land of dezelfde derde landen wordt gesloten.
De overeenkomst bevat de volgende bepaling : "(naam van de lidstaat) zegt de overeenkomst op wanneer de Europese Gemeenschap met (naam van het derde land) een overeenkomst sluit over dezelfde onderwerpen van civiel recht als die van de onderhavige overeenkomst"
De in punt a) bedoelde bepaling wordt in de volgende trant geformuleerd : "(naam van de lidstaat) zegt deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk op indien de Europese Gemeenschap c.q. de Gemeenschap en haar lidstaten met (naam van het derde land/de derde landen ) een overeenkomst sluit of sluiten over dezelfde onderwerpen van civiel recht als die welke onder de onderhavige overeenkomst vallen ."
De in punt b) bedoelde bepaling wordt in de volgende trant geformuleerd: "Deze overeenkomst/deze bepalingen (specificeer) houdt/houden op van toepassing te zijn op de dag waarop een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, c.q. de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en (naam van het derde land c.q. de derde landen) in werking is getreden voor de aangelegenheden die onder deze overeenkomst/bepalingen vallen."
De Commissie neemt een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat binnen 90 dagen na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving.
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3
3.  De Commissie neemt een besluit over de in de leden 1 en 2 bedoelde machtiging volgens de in artikel 8, lid 2, bedoelde procedure.
Schrappen
De Commissie neemt haar besluit over het verzoek van de lidstaat binnen zes maanden na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving.
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 bis (nieuw)
Artikel 5 bis
Weigering om de opening van formele onderhandelingen toe te staan
1.  Indien de Commissie op basis van de beoordeling uit hoofde van artikel 4 voornemens is geen machtiging te verlenen voor het openen van formele onderhandelingen over de voorgestelde overeenkomst, brengt zij binnen 90 dagen na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving advies uit aan de betrokken lidstaat.
2.  De betrokken lidstaat kan de Commissie binnen 30 dagen na het uitbrengen van het advies van de Commissie verzoeken om met de lidstaat te overleggen teneinde een oplossing te vinden.
3.  Indien de betrokken lidstaat de Commissie niet binnen de in lid 2 genoemde termijn om overleg verzoekt, neemt de Commissie een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat binnen 130 dagen na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving.
4.  Ingeval wel overleg in de zin van lid 2 wordt gepleegd, neemt de Commissie binnen 30 dagen na afronding van het overleg een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat.
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 6
De Commissie kan als waarnemer deelnemen aan de onderhandelingen tussen de lidstaat en het derde land. Wanneer de Commissie niet als waarnemer deelneemt, wordt zij op de hoogte gehouden van de voortgang en de resultaten die in de verschillende stadia van de onderhandelingen worden geboekt.
De Commissie kan als waarnemer deelnemen aan de onderhandelingen tussen de lidstaat en het derde land voor zover het gaat om aangelegenheden die onder deze verordening vallen . Wanneer de Commissie niet als waarnemer deelneemt, wordt zij op de hoogte gehouden van de voortgang en de resultaten die in de verschillende stadia van de onderhandelingen worden geboekt.
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1
1.  Vóór de parafering van de overeenkomst stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van het resultaat van de onderhandelingen en deelt hij de Commissie de tekst van de overeenkomst mee .
1.  Vóór de ondertekening van de via onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van het resultaat van de onderhandelingen en doet hij haar de tekst van de overeenkomst toekomen .
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 - lid 2
2.  Na de kennisgeving gaat de Commissie na of de na onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst in overeenstemming is met haar eerste beoordeling. Bij deze verdere beoordeling moet de Commissie onderzoeken of de voorgestelde overeenkomst aan de door de Commissie gestelde vereisten voldoet, met name wat de in artikel 5, lid 1, bedoelde op te nemen bepalingen betreft en of het sluiten van de voorgestelde overeenkomst het Gemeenschapsrecht zou verzwakken of de goede werking van het daarbij ingestelde systeem zou aantasten .
2.  Na ontvangst van de kennisgeving beoordeelt de Commissie of de tot stand gekomen overeenkomst:
(a) voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 2, onder b);
(b) voldoet aan de voorwaarde van artikel 4, lid 2, onder c), voor zover er, wat betreft die voorwaarde, van nieuwe en uitzonderlijke omstandigheden sprake is; alsmede
(c) voldoet aan het bepaalde in artikel 5, lid 1 bis .
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
3.  Wanneer de Commissie tot de vaststelling komt dat de onderhandelingen hebben geleid tot een overeenkomst die niet aan de in lid 2 bedoelde vereisten voldoet, wordt de lidstaat niet gemachtigd de overeenkomst te sluiten.
Schrappen
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 4
4.   Wanneer de Commissie tot de vaststelling komt dat de onderhandelingen hebben geleid tot een overeenkomst die aan de in lid 2 bedoelde vereisten voldoet, kan de lidstaat worden gemachtigd de overeenkomst te sluiten.
4.   Indien de onderhandelingen hebben geleid tot een overeenkomst die aan de in lid 2 bedoelde vereisten voldoet, wordt de lidstaat door de Commissie gemachtigd de overeenkomst te sluiten.
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 5 – alinea 1
5.  De Commissie neemt een besluit over de in de leden 3 en 4 bedoelde machtiging volgens de in artikel 8, lid 3, bedoelde procedure.
Schrappen
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 5 – alinea 2
De Commissie neemt haar besluit over het verzoek van de lidstaat binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving.
De Commissie neemt een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat binnen 90 dagen na ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving.
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 bis (nieuw)
Artikel 7 bis
Weigering om machtiging tot sluiting van de overeenkomst te verlenen
1.  Indien de Commissie, op basis van haar beoordeling uit hoofde van artikel 7, lid 2, voornemens is geen machtiging tot sluiting van de tot stand gekomen overeenkomst te verlenen, brengt zij binnen 90 dagen na ontvangst van de in artikel 7, lid 1, bedoelde kennisgeving advies uit aan de Raad en het Europees Parlement.
2.  De betrokken lidstaat kan de Commissie binnen 30 dagen na het uitbrengen van het advies van de Commissie verzoeken om met de lidstaat te overleggen teneinde een oplossing te vinden.
3.  Indien de betrokken lidstaat de Commissie niet binnen de in lid 2 genoemde termijn om overleg verzoekt, neemt de Commissie een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat binnen 130 dagen na ontvangst van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.
4.  Ingeval wel overleg in de zin van lid 2 wordt gepleegd, neemt de Commissie binnen 30 dagen na afronding van het overleg een met redenen omkleed besluit over het verzoek van de lidstaat.
5.  De Commissie stelt de Raad en het Europees Parlement binnen 30 dagen na de vaststelling van haar besluit in kennis van dit besluit.
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 8
Artikel 8
Schrappen
Comitéprocedure
1.  De Commissie wordt bijgestaan door een comité.
2.  In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van artikel 7 van dat besluit van toepassing.
3.  Indien naar dit lid wordt verwezen, is de bij artikel 4 van Besluit 1999/468/EG vastgestelde beheersprocedure van toepassing met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 van dat besluit.
4.  De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 bis (nieuw)
Artikel 8 bis
Informatie aan de Raad, de lidstaten en het Europees Parlement
De Commissie stelt de kennisgevingen die uit hoofde van de artikelen 3 en 7 zijn ontvangen en, zo nodig, de begeleidende stukken, alsmede haar uit hoofde van de artikelen 5, 5 bis, 7 en 7 bis opgestelde met redenen omklede besluiten ter beschikking van de Raad, de lidstaten en het Europees Parlement, met inachtneming van de vertrouwelijkheidsvoorschriften.
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 ter (nieuw)
Artikel 8 ter
Vertrouwelijkheid
1.  Bij de doorgifte van informatie aan de Commissie uit hoofde van artikel 3, artikel 4, lid 3, en artikel 7, kunnen de betrokken lidstaten aangeven of bepaalde doorgegeven informatie als vertrouwelijk dient te worden beschouwd en of zij aan andere lidstaten mag worden doorgegeven.
2.  De Commissie en de lidstaten dragen er zorg voor dat als vertrouwelijk aangemerkte informatie wordt behandeld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1049/2001 1 .
_____________
1 Wanneer een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening reeds onderhandelingen over een overeenkomst heeft geopend, zijn artikel 3, leden 1 en 2, en de artikelen 4 tot en met 7 bis van toepassing.
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1
1.  Wanneer een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening reeds onderhandelingen over een overeenkomst met een derde land heeft geopend, zijn artikel 3, leden 1 en 2, en de artikelen 4 tot en met 7 van toepassing.
1.  Wanneer een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening reeds onderhandelingen over een overeenkomst heeft geopend, zijn artikel 3, leden 1 en 2, en de artikelen 4 tot en met 7 bis van toepassing.
Afhankelijk van de stand van de onderhandelingen, kan de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren voorstellen of voorstellen dat specifieke bepalingen in de overeenkomst worden opgenomen, zoals bedoeld in artikel 5, lid  1.
Afhankelijk van de stand van de onderhandelingen, kan de Commissie onderhandelingsrichtsnoeren voorstellen of verlangen dat specifieke bepalingen in de overeenkomst worden opgenomen, zoals bedoeld in artikel 5, leden 1 en 1 bis .
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 - lid 2
2.  Wanneer een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening de onderhandelingen reeds heeft voltooid, zonder dat de overeenkomst is gesloten, zijn artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 7, leden 2 tot en met 5, van toepassing.
2.  Wanneer een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening de onderhandelingen reeds heeft voltooid, zonder dat de overeenkomst is gesloten, zijn artikel 3, leden 1 en 2, artikel 7, leden 2 tot en met 5, en artikel 7 bis van toepassing.
Wanneer de Commissie een besluit neemt over de machtiging tot sluiting van de overeenkomst, gaat zij ook na of er, gelet op de in artikel 4 vermelde voorwaarden, geen belemmeringen zijn voor de overeenkomst.
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 10
1.  Uiterlijk op 1 januari 2014 dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening, dat eventueel vergezeld gaat van een passend wetgevingsvoorstel.
1.  Minimum acht jaar na de datum van godkeuring van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening.
2.  In dit verslag wordt:
(a) hetzij bevestigd dat het passend is dat deze verordening op de overeenkomstig artikel 10 bis, lid 1, bepaalde datum vervalt,
(b) hetzij aanbevolen dat deze verordening vanaf deze datum door een nieuwe verordening wordt vervangen.
3.  Indien in het verslag een vervanging zoals bedoeld in lid 2, onder b), wordt aanbevolen, gaat dit verslag vergezeld van een passend wetgevingsvoorstel.
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 bis (nieuw)
Artikel 10 bis
Vervaldatum
1.  Deze verordening vervalt drie jaar na de indiening door de Commissie van het in artikel 10 bedoelde verslag.
De periode van drie jaar gaat in op de eerste dag van de maand volgende op de laatste indiening van het verslag, hetzij bij het Europees Parlement, hetzij bij de Raad.
2.  Niettegenstaande het vervallen van deze verordening op de overeenkomstig lid 1 vastgestelde datum, mogen alle op die datum lopende onderhandelingen die een lidstaat krachtens deze verordening is aangegaan met het oog op wijziging van een bestaande overeenkomst of onderhandelingen over en sluiting van een nieuwe overeenkomst worden voortgezet en afgesloten op de in deze verordening genoemde voorwaarden.
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing tot en met 31 december 2014.
Laatst bijgewerkt op: 8 mei 2009Juridische mededeling