E030200 - Mededeling Private sector ontwikkeling in de Mediterrane Regio
In maart 2002 is door de ECOFIN-Raad en de Europese Raad besloten tot het oprichten van een Faciliteit binnen de Europese Investeringsbank (FEMIP) teneinde de belemmeringen in de groei en de economische ontwikkeling op de lange termijn van de landen in het Middellandse Zeegebied veroorzaakt door gebrekkige ontwikkeling van de particuliere sector en de ontoereikende investeringen weg te nemen. Na een jaar diende de FEMIP door de Raad geëvalueerd te worden om te bezien of het als dochterinstelling in de EIB opgenomen diende te worden.
In de onderhavige mededeling worden door de Commissie elementen verschaft voor de evaluatie. Prioriteit heeft dat in de toekomstige samenwerking de ontwikkeling van de particuliere sector wordt begeleid en bespoedigd. Twee hoofdopties worden behandeld:
-
-De verdere ontwikkeling van de FEMIP
FEMIP blijft een afdeling binnen de EIB en krijgt een specifiek mandaat voor de ontwikkeling van de particuliere sector. De werkzaamheden en producten zullen onder de verantwoordelijkheid van de EIB vallen. De kredietverleningsmandaten komen van de Raad met de (voorlopige) garantie van de Europese begroting en met bijdragen uit deze begroting. Slechts weinige regionale kantoren hoeven hierbij worden opgericht, het werk wordt gecoördineerd vanuit Luxemburg.
Voordelen van deze optie zijn dat de verrichtingen van het FEMIP baat hebben bij de goede rating van de EIB gezien het mogelijke lenen van grote bedragen tegen gunstige voorwaarden; Ook de lage werkingskosten van de Bank is gunstig aangezien met steun van de Europese garanties aantrekkelijke kredietvoorwaarden aangeboden kunnen worden. Wanneer FEMIP zich minder risicomijdend zal opstellen kan het voor een belangrijke versterking zorgen van de particuliere sector in de regio.
-
-Oprichting van een dochterbank waarin de EIB een meerderheidsbelang heeft
Het geheel of een gedeelte van de activa die de EIB nu in het Middellandse Zeegebied heeft worden bij de dochterinstelling ondergebracht. Het krijgt eveneens het mandaat voor de ontwikkeling van de particuliere sector, maar met eigen financieel beleid, personeel en statuut. Het profiel zal veel gelijkenis vertonen met een multilaterale ontwikkelingsbank. Ook de EU, de lidstaten en de mediterrane partners kunnen een aandeel verkrijgen in deze bank.
Voordelen van de oprichting van een dochterbank zijn dat een grotere impact wordt verwacht op de ontwikkeling van de particuliere sector in de regio als gevolg van minder risicomijdend gedrag, een grotere flexibiliteit om aan de behoeften te voldoen. De politieke zichtbaarheid van een nieuwe instelling zal groter zijn. Verwacht wordt dat gemakkelijker een interactie tot stand zal komen met de plaatselijke economische hervormingen ter bevordering van het bedrijfsklimaat. Indien de volledige FEMIP-portefeuille ondergebracht wordt in de dochterbank zal een aanzienlijke inkomensstroom verzekerd zijn en wanneer slechts een deel bij de bank wordt ondergebracht (alleen de particuliere sector) zal een geringer eigen kapitaal nodig zijn alsmede lagere inschrijvingen op het kapitaal.
Deze tweede optie geniet de duidelijke voorkeur van de Europese Commissie, de Nederlandse regering is er echter geen voorstander. Meerdere lidstaten steunen deze Nederlandse opvatting. De Mediterrane landen stelden in het algemeen dat de oprichting van een dochterbank een grotere eigen inbreng mogelijk zou maken en een duidelijke politieke verbintenis zou weerspiegelen.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
document Europese Commissie
COM(2003)587, d.d. 15 oktober 2003
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 16 december 2003 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie Financiën.
De commissie Financiën heeft de onderhavige mededeling voor kennisgeving aangenomen.
De Nederlandse regering stelt in fiche 7 dat actie op Europees niveau meer effectief is voor de groei van de particuliere sector in het Middellandse Zeegebied dan actie op nationaal niveau. Wat betreft de proportionaliteit is de regering echter van mening dat oprichting van een dochterbank verder gaat dan noodzakelijk is (en tevens duurder dan noodzakelijk). Dit standpunt is reeds twee maal door de Ministerraad bekrachtigd. De huidige financiële samenwerking voldoet en met enkele aanpassingen kunnen de in de onderhavige mededeling genoemde voordelen van een aparte dochtersbank ook gerealiseerd worden zonder oprichting van deze nieuwe instelling.
In 2002 is t.a.v. de vormgeving van de financiële samenwerking met Middellandse Zeelanden door het Spaanse Voorzitterschap voorgesteld dat een aparte ontwikkelingsbank zou moeten worden opgericht voor deze regio. Dit zou een dochter van de Europese Investeringsbank (EIB) moeten worden die daarnaast ook andere aandeelhouders zou hebben (Europese Commissie, lidstaten en MZ-landen). Dat voorstel kreeg weinig steun; Nederland was hier ook tegen evenals andere Noord-Europese landen. In plaats daarvan is gekozen voor de oprichting van een aparte faciliteit binnen de EIB die zich meer dan het bestaande MEDA-programma (gefinancierd uit de EU-begroting) en de EIB-leningenveloppe zou moeten richten op stimulering van de private sector. Deze faciliteit heet FEMIP - Faciliteit voor Euro-Mediterrane Investeringen en Partnerschap - en heeft een business plan t/m 2006. In de conclusies van de ER van Barcelona is echter opgenomen dat de FEMIP na 1 jaar zal worden geëvalueerd en dat dan opnieuw zou worden bekeken of een EIB-dochterbank wenselijk zou zijn. Het Italiaanse Voorzitterschap is groot voorstander van zo'n bank en heeft dit onderwerp geagendeerd.
In haar mededeling is de Commissie van mening dat de FEMIP goed functioneert, maar dat een dochterbank beter in staat zou zijn de private sector in het MZ-gebied te stimuleren. Zij pleit dan ook voor de oprichting van een dergelijke bank (optie 2 in de mededeling). Dit is vooral ingegeven door politieke redenen (zichtbaarheid, ownership etc). Als alternatief voor een dochterbank presenteert de Commissie de mogelijkheid dat de huidige faciliteit (FEMIP) wordt uitgebreid met nieuwe instrumenten die de EIB in staat stellen meer risico te nemen in de MZ-regio dan nu het geval is, b.v. meer risicokapitaal (optie 1 in de mededeling). Continueren van de huidige FEMIP (c.q. uitvoeren van het bestaande business plan) ziet de Commissie niet als een optie.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.