E040031 - Mededeling: een samenhangend kader voor de lucht- en ruimtevaartindustrie- een antwoord op het STAR 21 verslag
De mededeling "Een samenhangend kader voor de lucht- en ruimtevaartindustrie- een antwoord op het STAR 21 verslag" betreft de reactie van de Europese Commissie op het hierboven genoemde STAR 21 rapport. De Europese Commissie onderschrijft de bevindingen uit het rapport dat maatregelen dienen te worden genomen op met name het vlak van defensie, ruimtevaart, onderzoek, markttoegang en Europese regelgeving voor de civiele luchtvaart. Bijzondere aandacht moet (op korte termijn) worden besteed aan defensie, ruimtevaart en onderzoek.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2003)600, d.d. 13 oktober 2003
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
In de commissievergadering d.d. 2 maart 2004 is besloten dit fiche ter informatie aan te bieden aan de commissies ESO en Defensie.
Aangezien het een mededeling betreft is toetsing aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel in fiche 2 niet van toepassing. Enkele punten uit de eerste standpuntbepalingen van de Nederlandse regering zijn:
-
-een gewenste liberalisering van de markt voor defensiematerieel op de lange termijn: Europees level playing field; open en transparante markt (met name ook de transatlantische markt).
-
-de ambitie om ruimtevaart te benutten voor ook de maatschappelijke economische en wetenschappelijke vooruitgang wordt onderstreept. Wel wordt een restrictief standpunt ingenomen ten aanzien van de financiële impact voor de lidstaten van de europeanisering van het ruimtevaartbeleid.
-
-Voor de relatie tussen defensie en ruimtevaart stelt de regering dat eerste de defensiebehoeften moeten worden geïdentificeerd: ontwikkeling van een Europese ruimtecapaciteit voor uitsluitend GBVB/EVDB doeleinden kent geen prioriteit. In eerste aanleg moet bij de ruimtevaart gekeken worden naar de civiele toepassingen ("dual use" toepassingen mogen daarbij echter niet uitgesloten worden).
-
-Meer Europese samenwerking gericht op een verbeterde coördinatie en afstemming van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van defensie wordt door de regering toegejuicht. Daarbij moeten doublures tussen de EU en de transatlantische samenwerking worden voorkomen. De regering wenst echter geen additionele gelden daarvoor beschikbaar te stellen en is absoluut geen voorstander van "common funding" op dit terrein.
Voorzitter van de Europese Commissie, Prodi heeft een adviesgroep op hoog niveau ingesteld om het huidige beleid en de regelgeving voor de vliegtuigbouw- en ruimtevaartindustrie te analyseren, en om voorstellen voor verbetering van de positie van de sector te formuleren. Deze groep, Star 21 genaamd (5 EU- commissarissen, 7 topmanagers uit het bedrijfsleven en SG Solana), heeft haar advies juli 2002 uitgebracht.
STAR 21 schetst de lange termijn R&D-strategie m.b.t. tot de aeronauticsector in Europa. Uitgangspunt is dat lucht- en ruimtevaart een strategisch instrument is voor het realiseren van de Europese ambities op het vlak van economische groei, mobiliteit, transport, handel, milieu en veiligheid & defensie. Naast een infrastructuur (zoals in de vorm van luchthavens, luchtvaartmaatschappijen) wordt een mondiaal concurrerende, Europese vliegtuig- en ruimtevaartindustrie beschouwd als een voorwaarde daarvoor.
Met deze mededeling geeft de Commissie een reactie op Star 21, die als doel heeft de verdere discussie vorm te geven. De Commissie onderkent vijf belangrijke punten om het concurrentievermogen van de Europese lucht- en ruimtevaartindustrie op lange termijn te garanderen en een samenhangend kader tot stand te brengen, te weten defensie, ruimtevaart, onderzoek, EU-regelgeving voor civiele luchtvaart en markttoegang. Volgens de Commissie kan veel vooruitgang worden geboekt door stappen op de eerste 3 onderwerpen te nemen.
Defensie:
De vraag naar defensiematerieel in Europa is versnipperd. Eén doeltreffende interne markt op het gebied van defensiematerieel zou economisch gezien rendabeler zijn. De lidstaten moeten volgens de Commissie de harmonisering van militaire en andere veiligheidsgerelateerde eisen stimuleren, met name op het vlak van de planning en de aanschaf van defensiematerieel. Tevens is de Commissie van plan voorbereidende activiteiten uit te voeren ter versterking van het Europese potentieel op het gebied van veiligheidsonderzoek.
Ruimtevaart:
Rekening houdend met het strategisch en economisch belang van ruimtevaart wil de Commissie een overkoepelend Europees beleidskader ontwikkelen waarbinnen de Europese ruimtevaartindustrie en de diverse internationale en intergouvernementele agentschappen hun activiteiten kunnen optimaliseren. De Commissie heeft hiertoe een Witboek over ruimtevaartbeleid uitgebracht (COM 673) dat mede gebaseerd is op een brede consultatieronde rondom het Groenboek Europees Ruimtevaartbeleid. Het Nederlands standpunt inzake het Witboek wordt momenteel in de Interdepartementale Commissie Ruimtevaart (ICR) voorbereid. Zodra gereed, zal dit standpunt het parlement toegaan.
Onderzoek:
Op civiel terrein speelt de Unie een steeds grotere rol op het gebied van onderzoek. Europa zal volgens de Commissie baat hebben bij een overkoepelend Europees plan voor Onderzoek & Ontwikkeling in de sector van defensiegerichte luchtvaart. De Commissie ondersteunt het voorstel tot oprichting van het "Europees Bureau voor bewapening, onderzoek en militaire vermogens" die de coördinatie van het onderzoek op het gebied van defensie zal bevorderen.
Op de overige twee punten is reeds progressie gemaakt:
Europese regulering van civiele luchtvaart.
Uniformering in certificering en eisen aan geluidsbelasting binnen Europa is van groot belang om te komen tot een betere samenwerking binnen Europa tussen bedrijven in de vliegtuigindustrie onderling en tussen bedrijven en kennisinstellingen in het bijzonder.
Markttoegang
Met name de toegang tot de defensiemarkt levert door de huidige VS-regelgeving problemen op voor EU-bedrijven. Het betreft o.a. beperkingen m.b.t. de aankoop van defensiemateriaal en restricties voor samenwerking tussen VS-defensiebedrijven en buitenlandse bedrijven.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.