E040198 - Verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
In het kader van de financiële perspectieven (2007 - 2013) dient de Commissie een voorstel in voor een verordening inzake de ondersteuning voor plattelandsontwikkeling, waarin het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gebruikt zal worden als financieringsinstrument.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Verordening (EG) nr. 1698/2005 werd op 19 september 2005 aangenomen door de Raad en gepubliceerd in Pb EU L277 d.d. 21 oktober 2005.
document Europese Commissie
COM(2004)490, d.d. 14 juli 2004
rechtsgrondslag
Artikel 37 Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 16 november 2004 besloten de onderhavige verordening onder de aandacht te brengen van de commissies van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Financiën.
Op 23 november 2004 is de verordening geagendeerd in de commissies voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Financiën alwaar verzocht is om aanvullende informatie.
Na bespreking van het aanvullende EBEK-memo is het onderhavige voorstel tijdens de commissievergadering van 7 december 2004 voor kennisgeving aangenomen.
De Nederlandse regering stelt dat de toetsing aan subsidiariteit en proportionaliteit in fiche 7 in beginsel positief is. Hoewel de regering de meerwaarde van Europees beleid inzake plattelandsontwikkeling inziet, is zij van mening dat de lidstaten zelf een grotere verantwoordelijkheid zouden moeten dragen voor het plattelandsbeleid. De regering ziet een verordening als juiste middel maar is van mening dat de vaststelling van bepaalde minimale percentages betreffende de nationale middelen een stap te ver gaat.
De Nederlandse regering is over het algemeen eens met de doelstellingen van de Commissie. De regering onderschrijft het belang van herstructurering aan de hand van de drie prioritaire terreinen. Het voorgestelde plafond voor het plattelandsfonds (ELFPO) is volgens de regering veel te hoog en moet derhalve naar beneden worden bijgesteld.
De drie hoofddoelstellingen van het beleid van plattelandsontwikkeling:
1. Concurrentievermogen land- en bosbouw
Het verbeteren van het concurrentievermogen van de agrarische sector (land- en bosbouw) door middel van herstructurering gericht op fysiek en menselijk kapitaal (infrastructuur, landbouwers). De Commissie stelt voor een minimumpercentage van ten minste 15% in te stellen voor de communautaire financiering van deze hoofddoelstelling.
2. Milieu en grondbeheer
Het verbeteren van het milieu en plattelandsgebieden d.m.v. steunmaatregelen gericht op grondbeheer (o.a. Natura 2000). De Commissie stelt voor een minimumpercentage van ten minste 25% in te stellen voor de communautaire financiering van deze hoofddoelstelling.
3. Bredere plattelandsontwikkeling
Het verbeteren van de kwaliteit van leven in plattelandsgebieden en het stimuleren van diversificatie van economische activiteit d.m.v. maatregelen gericht op de landbouwsector en andere belanghebbenden. De Commissie stelt voor een minimumpercentage van ten minste 15% in te stellen voor de communautaire financiering van deze hoofddoelstelling.
Op 22 en 23 november 2004 heeft de Raad Landbouw en Visserij tijdens haar 2619e zitting een oriënterend debat gevoerd over het voorstel voor een Verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Een meerderheid van delegaties heeft o.a. kanttekeningen gezet bij de zogenaamde minimumpercentages voor de communautaire financiering voor de drie hoofddoelstellingen (concurrentievermogen land- en bosbouw -15%; milieu en grondbeheer -25%; bredere plattelandsontwikkeling -15%). Verdere besprekingen met het Speciaal Comité Landbouw moeten leiden tot de aanneming van onderhavige Verordening in een volgende zitting van de Raad.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.