Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

document Europese Commissie

COM(2004)499, d.d. 14 juli 2004

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 7 december 2004 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Op 14 december 2004 is de onderhavige mededeling geagendeerd in de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit alwaar besloten is dat de commissie de minister van LNV schriftelijk mee zal delen dat zij van harte instemt met het beleid van de regering inzake de hervorming van de suikersector. Dat beleid dient ook vooral gericht te zijn op steun aan ontwikkelingslanden. De 60% compensatie zou van tijdelijke duur moeten zijn aangezien zij in feite inkomenssteun is. Afschrift van de brief zal worden gezonden aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

De toetsing aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel is in fiche 5 niet van toepassing, aangezien het hier een mededeling betreft.

De Nederlandse regering is van mening dat onderhavige mededeling grotendeels aansluit op het regeringsstandpunt inzake het toekomstige suikerbeleid. De standpunten zijn in een brief uiteengezet (zie Kamerstuk 28 625 nr. 12) en vormen het uitgangspunt voor de beoordeling van onderhavige mededeling.

De Commissie stelt vast dat onderhavige mededeling budgetneutraal is t.o.v. de status-quo. De Nederlandse regering twijfelt aan deze stelling en is van mening dat de totale budgettaire implicatie van de mededeling tussen de 800 EUR á 1200 EUR miljoen per jaar ligt. De regering verwacht problemen t.a.v. de beoogde ingangsdatum voor de hervorming van het suikerbeleid aangezien besluitvorming over de hervorming waarschijnlijk niet op tijd zal hebben plaatsgevonden. M.b.t. de gevolgen voor ontwikkelingslanden stelt de Commissie dat het effect van een hervormd EU-suikerbeleid per groep ontwikkelingslanden zal verschillen, maar over het algemeen zal een vermindering van de EU-suikerproductie een positief effect hebben op ontwikkelingslanden die suiker produceren. Tenslotte is de regering van mening dat de uiteindelijke Commissievoorstellen rekening moeten houden met de uitspraak van het WTO-suikerpanel en algemene WTO afspraken.

In lijn met eerdere hervormingen in andere sectoren streeft de Commissie naar een suikersector, die marktgerichter, duurzamer en minder handelsverstorend is.

Concreet stelt de Commissie m.b.t. tot de suikerprijzen het volgende voor:

• - 

  De interventieprijs wordt vervangen door een referentieprijs. De referentieprijs zal als basis dienen voor de minimum suikerbietenprijs, de invoerbescherming en de preferentiële invoer en de particuliere opslagregeling;
• - 

  Deze referentieprijs voor suiker wordt met ingang van het verkoopseizoen 2005/2006 in twee fasen met 33 % verlaagd en daaraan gekoppeld wordt ook de minimum bietenprijs in twee fasen verlaagd met 37%;
• - 

  Telers van suikerbieten worden voor de prijsdaling gedeeltelijk, d.w.z. voor 60%, gecompenseerd via ontkoppelde inkomenssteun (een bedrijfstoeslag per hectare)

Met betrekking tot quota stelt de Commissie het volgende voor:

• - 

  De A- (bestemd voor interne EU consumptie) en B-quota (bestemd voor uitvoer met restitutie) worden samengevoegd en verlaagd met ongeveer 20%. De productieheffing op A/B-suiker komt te vervallen, omdat de suikerproductie in de EU achterblijft bij het suikerverbruik;
• - 

  De bepalingen t.a.v. C-suiker (bestemd voor uitvoer zonder restitutie) blijven vooralsnog onveranderd;
• - 

  De nationale productiequota worden tussen de lidstaten verhandelbaar;
• - 

  Er komt een communautair gefinancierde opkoopregeling voor het uit de markt nemen van suikerquota;

Met betrekking tot het nakomen van de internationale verbintenissen van de EU, stelt de Commissie het volgende voor:

• - 

  De op dit moment ongelimiteerde preferentiële invoer van suiker uit de Westelijke Balkan wordt omgezet in een tariefcontingent;
• - 

  Een 17-tal landen in Afrika, Caraibische en Stille Oceaan (ACS-landen) heeft onder het Suikerprotocol van het Cotonou-verdrag een speciale gegarandeerde toegang tot de EU-suikermarkt. In overleg met betrokken landen wordt bezien hoe ACS-landen kunnen worden geholpen bij aanpassing en herstructurering van hun suikersector t.g.v. de voorgenomen prijsverlaging. Hiervoor wordt een actieplan opgesteld.

De looptijd van de nieuwe marktordening moet ingaan op 1 juli 2005 en beperkt zich tot 1 juli 2009. In de verwachting dat er tegen die tijd meer duidelijkheid bestaat over de nieuwe WTO-afspraken, de lopende WTO-suikerpanels en het gebruik van de EBA-faciliteit, is in 2008 een evaluatie voorzien, wellicht gepaard gaande met nadere voorstellen over de periode daarna.

Op 21 december 2004 heeft de Raad nota genomen van het verslag van de Europese Commissie inzake de hervorming van de suikersector nadat zij in juli 2004 een speciaal comité Landbouw had verzocht alle gevolgen van de onderhavige mededeling grondig te bestuderen.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

In navolging van de onderhavige mededeling heeft de Europese Commissie in COM(2005)263 onder andere een verordening gepresenteerd inzake de hervorming van de suikersector. Op 13 september 2005 heeft er tijdens de vergadering van de commissie Landbouw van het Europees Parlement een ontmoeting plaatsgevonden met de eurocommissaris voor Landbouw waarin gesproken werd over dit commissievoorstel. Naar verwachting zal plenaire behandeling van COM(2005)263 plaatsvinden in januari 2006.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.