Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

document Europese Commissie

COM(2006)614, d.d. 23 oktober 2006

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier

De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) heeft tijdens de vergadering op 27 februari 2007 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie voor Onderwijs.

De commissie voor onderwijs liet na de vergadering d.d. 13 maart 2007 weten dat zij zich kan vinden in de overwegingen van het kabinet ten aanzien van de mededeling. Zij wacht met belangstelling het actieplan af dat de Europese Commissie in 2007 voornemens is te presenteren. In het bijzonder is zij geïnteresseerd in de gegevens van het vergelijkend onderzoek in de lidstaten, waardoor de stand van zaken in de verschillende landen zichtbaarder wordt. Op een later moment wil de commissie het Nederlandse beleid op het gebied van de volwasseneneducatie eens met het kabinet bespreken.

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid besloot op 6 november 2007 na bespreking van de brief van de staatssecretaris van OCW d.d. 22 oktober 2007 -inclusief het betreffende actieplan- het bijbehorende BNC-fiche af te wachten en aan de hand daarvan eventuele verdere stappen bepalen.

Op 4 december 2007 werd de mededeling en het actieplan voor kennisgeving aangenomen.

In fiche twee oordeelt de regering twijfelachtig over de subsidiariteit en proportionaliteit van de voorliggende mededeling. De regering stelt dat het uitvoeren van het programma voor een leven lang leren een competentie van de lidstaten is. Acties van de Europese Unie zouden ondersteunend moeten zijn. De regering stelt dat zij de aangeboden steun in de mededeling niet nodig heeft. Sommige andere lidstaten zouden wel de steun van de EU kunnen gebruiken.

De regering twijfelt aan de toegevoegde waarde van een actieplan om volwasseneneducatie te verbeteren. Er zijn lidstaten die reeds een goed systeem hebben. De regering is wel positief over de aanbeveling om meer gegevens te verzamelen zodat instellingen vergeleken kunnen worden. Bij het uitbreiden van de gegevensverzameling moeten de kosten en administratieve lasten worden afgewogen ten opzichte van de baten. De regering constateert echter dat de Europese Commissie in de mededeling geen verwijzing maakt naar de ontwerpverordening betreffende de productie en verdere ontwikkeling van statistieken over onderwijs en levenslang leren (zie dossier E060023). De regering is bezorgd dat de Europese Commissie afwijkt van de bestaande beleidslijn en zal bij de Europese Commissie aandringen op aansluiting bij de ontwerpverordening. De mededeling zal geen rechtstreekse gevolgen hebben voor het Nederlands beleid omdat er reeds Nederlands beleid bestaat omtrent elders verworven competenties. De regering meent dat de Europese Commissie de lidstaten terecht wijst op hun verantwoordelijkheden om volwasseneneducatie tot ontwikkeling te brengen.

In de mededeling Adult learning: It is never too late to learn . roept de Europese Commissie de lidstaten op om de volwasseneneducatie op de politieke agenda te zetten: lidstaten kunnen het zich niet langer veroorloven geen efficiënt systeem te hebben voor volwasseneneducatie, geïntegreerd in de strategie om een leven lang leren te bevorderen. Demografische veranderingen, globalisering en de opkomst van nieuwe geïndustrialiseerde en zeer competitieve landen als mede 72 miljoen te laag opgeleide mensen maken dit volgens de Europese Commissie noodzakelijk. De Commissie wil in samenwerking met de lidstaten in 2007 een actieplan opstellen.

De Europese Commissie ziet uitdagingen waar het gaat om het wegnemen van barrières voor de participatie, de kwaliteitszorg in de volwasseneneducatie, de erkenning en validatie van learning outcomes , investeringen in de verouderende populatie en migranten en de stocktaking van de voortgang op dit terrein. De definitie van volwasseneneducatie zoals gebruikt in de mededeling is: alle vormen van leren door volwassenen die het initiële onderwijs hebben verlaten. De Commissie onderstreept het belang van de bijdrage van de volwasseneneducatie aan zowel het verhogen van het concurrentievermogen als het omgaan met de demografische veranderingen en het tegengaan van sociale uitsluiting. De Commissie geeft aan dat verbeteringen in de volwasseneneducatie voor een deel kunnen worden gefinancierd uit de structuurfondsen, het European Social Fund (ESF) en het nieuwe Life Long Learning (LLL) -programma. Voor het LLL-programma is gedurende de jaren 2007-2013 € 6970 mln beschikbaar. Hiervan is € 358 mln bestemd voor het subprogramma Grundtvig dat betrekking heeft op (mobiliteits)projecten in de volwasseneducatie. De Commissie roept de lidstaten op om, in aanvulling hierop, zelf te investeren in de verbetering van de volwasseneneducatie en de verhoging van de participatiegraad.

Daarnaast geeft de Europese Commissie aan dat op Europees niveau onderling vergelijkbare statistische gegevens van belang zijn om de doelstellingen voor volwasseneneducatie te evalueren en de vooruitgang te monitoren. Hierbij is de beschikbaarheid van vergelijkbare en betrouwbare statistieken een belangrijke basis.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

Op 16 januari 2008 nam het Europees Parlement een resolutie aan met betrekking tot het onderwerp volwasseneneducatie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.