E080142 - Voorstel voor een verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden
De Europese Commissie heeft een voorstel voor een verordening uitgebracht om de omstandigheden bij het slachten of doden van dieren te verbeteren en een humane behandeling te garanderen binnen de EU.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Verordening (EG) nr. 1099/2009 werd op 24 september 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L303 d.d. 18 november 2009.
document Europese Commissie
COM(2008)553, d.d. 18 september 2008
rechtsgrondslag
Artikel 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Op 2 december 2008 besloot de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht willen brengen van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
De commissie LNV besloot op 9 december 2008 dat zij onderhavig voorstel in
de eerstvolgende vergadering opnieuw wil agenderen, evenals de inbreng van de SP
(mede namens de fractie van GroenLinks) ter zake. De overige fracties zullen bezien
of zij zich aansluiten bij de gestelde vragen/opmerkingen.
Op 16 december 2008 besloot de commissie LNV dat namens de fracties van SP, GroenLinks en de PvdD een brief met vragen aan regering wordt gestuurd. De minister voor LNV heeft deze per brief op 11 februari 2009 beantwoord waarbij zij een economische haalbaarheidsstudie van de Europese Commissie met betrekking tot de dodingsmethoden heeft toegevoegd.
De commissie LNV heeft dit antwoord tijdens de vergadering op 3 maart 2009 besproken en dankt de minister van LNV hiervoor. De leden van de fracties van SP, GroenLinks en de PvdD achten hun vragen uitstekend beantwoord. De brief werd daarom voor kennisgeving aangenomen.
Op 14 januari 2009 heeft de commissie LNV een algemeen overleg gevoerd met de minister voor LNV over onder andere onderhavig voorstel. Tijdens dit overleg liet de minister onder andere weten dat zij waarde hecht aan de mogelijkheid om nationaal strengere maatregelen te nemen inzake het onbedwelmd ritueel slachten van dieren in het voorstel te houden.
Sinds 1993 geldt richtlijn 93/119/EG inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden. Het voorstel voor de verordening vervangt deze richtlijn. Door gezamenlijk optreden kan het dierenwelzijn in alle 27 lidstaten worden verbeterd en de verschillen in implementatie van voorschriften voor de vleessector en andere betrokken sectoren worden verminderd hetgeen de werking van de interne markt ten goede komt. Vlees, pelzen en andere producten waarvoor het doden van dieren is vereist, worden binnen de EU verhandeld. Daarnaast geldt dat bedwelmingstechnieken in diverse EU lidstaten worden geïnstalleerd en gebruikt. . Harmonisatie van de bedwelmingseisen en -technieken komt ten goede van de interne markt. Verschillen tussen de lidstaten in de welzijnsnormen voor het doden van dieren zijn van invloed op het concurrentievermogen van slachthuizen, landbouwers, broederijen en producenten van bedwelmingsapparatuur. Een verbetering van de omstandigheden voor zo veel mogelijk landbouwhuisdieren en een vermindering van de ongelijkheden tussen alle EU-lidstaten is slechts mogelijk wanneer de wetgeving op EU-niveau wordt vastgesteld.
Dit voorstel voor een verordening is een vereenvoudiging en een verbetering ten opzichte van de huidige Europese richtlijn. De keuze voor het instrument van een verordening bewerkstelligt een uniforme toepassing van de bescherming van dieren bij het doden binnen de EU. Daarnaast kan het actualiseren van een verordening sneller worden uitgevoerd en vergroot de bundeling van voorschriften in één document de overzichtelijkheid. Het voorstel komt overeen met de wensen van Nederland (zie Nederlandse positie); Nederland is van mening dat de voorgestelde benadering een effectieve wijze voor het verbeteren van dierenwelzijn is.
Nederland staat positief tegenover dit voorstel. De Nederlandse samenleving hecht waarde aan een verbetering van dierenwelzijn. De ambitie voor dierenwelzijn is vastgelegd in het coalitieakkoord en nader uitgewerkt in de Nota Dierenwelzijn. De herziening van de richtlijn bedwelmen en doden van dieren is genoemd als een van de prioriteiten van de internationale inzet van de Nota Dierenwelzijn. Daarom verwelkomt Nederland dit initiatief. Nederland streeft naar een verbetering in het waarborgen van dierenwelzijn tijdens het doden, zowel binnen de EU maar ook nationaal. Qua wijze van reguleren streeft Nederland naar doelgerichte en controleerbare voorschriften, waarbij de houder van het dier primair verantwoordelijk is voor dierenwelzijn. Meer verantwoordelijkheid en flexibiliteit voor slachterijen biedt meer ruimte voor bedrijfseigen borgingssystemen en daardoor betere waarborgen voor het dierenwelzijn. De benadering in het voorstel voldoet aan dit streefbeeld. Aandachtspunt is dat het voorstel op dit moment nog een aantal technische voorschriften bevat die op onderdelen aanpassing behoeven. De inzet van Nederland is om deze voorschriften te verbeteren. Door gebruik te maken van wetenschappelijk gefundeerde argumenten en nauw samen te werken met gelijkgezinde lidstaten heeft Nederland voldoende vertrouwen hierin te slagen. Verder zal Nederland het voorstel blijven toetsen op controleerbaarheid en handhaafbaarheid. Dit is van belang voor het ingezette traject ter verbetering van het toezicht op slachterijen
De Europese Commissie heeft een voorstel voor een verordening uitgebracht om de omstandigheden bij het slachten of doden van dieren te verbeteren en een humane behandeling te garanderen binnen de EU. Het voorstel bevat regels voor het doden van landbouwhuisdieren (dieren die worden gehouden voor de productie van levensmiddelen, wol, huiden, pelzen of andere producten en daarmee verband houdende activiteiten). De centrale verplichting in het voorstel is om dieren te bedwelmen voorafgaand aan het doden. Het voorstel dient ter vervanging van de bestaande richtlijn uit 1993 (93/119/EG inzake de bescherming van dieren bij het slachten en doden). De aanleiding voor dit voorstel is dat de bestaande richtlijn een aantal tekortkomingen kent, mede omdat de vereisten van deze richtlijn sinds 1993 nooit zijn gewijzigd. Het voorstel harmoniseert een aantal bedwelmingsmethoden die sinds 1993 op de markt zijn gekomen. Ook zijn er voorschriften vastgelegd voor het gebruik van bedwelmingsmethoden en het harmoniseren van nieuwe bedwelmingsmethoden. Cruciaal in het voorstel is het toekennen van meer verantwoordelijkheid en flexibiliteit aan slachthuizen voor het waarborgen van dierenwelzijn. Het betreft een nieuwe benadering waarin doelvoorschriften en doelgerichte indicatoren centraal staan. De slachterijen ontwikkelen en implementeren zelf standaardwerkwijzen om aan doelen voor dierenwelzijn te voldoen. Vervolgens controleren de slachterijen middels indicatoren of de dieren goed zijn bedwelmd. Hiermee leidt het voorstel tot meer consistentie met de relevante EU regelgeving. De voorgestelde benadering volgt namelijk uit het voor slachterijen belangrijke EU Hygiënepakket. Ook bij de lopende Europese discussie over de hygiëne-eisen in het slachthuis wordt gepleit voor meer integratie met dierenwelzijnseisen. Verder streeft het voorstel naar het verbeteren van kennis over dierenwelzijn voor personeel en inspecteurs op slachthuizen. Deze kennis wordt in de praktijk geïntegreerd middels een getuigschrift van vakbekwaamheid, het benoemen van een Animal Welfare Officer (uitgezonderd voor kleine slachterijen) en het instellen van een wetenschappelijk referentiecentrum.
De Commissie heeft een uitgebreide impact assessment uitgevoerd om inzicht te krijgen in het effect van de maatregelen voor het bedrijfsleven en de lidstaten. Daarnaast heeft er een brede consultatie met stakeholders plaatsgevonden. De impact assessment is gebaseerd op een sociaal-economische studie en is uitgevoerd door een extern consultantbureau. Uit een vergelijking van de onderzochte beleidsopties blijkt dat een omwerking van de wetgeving de meeste voordelen met zich meebrengt. Het voorstel is zodanig opgesteld om mogelijke kosten te minimaliseren. Om die reden voorziet het voorstel in een overgangsperiode voor voorschriften waarvoor slachthuizen hun infrastructuur moeten aanpassen.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 6 mei 2009 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan ten aanzien van onderhavig voorstel. De Europarlmentariërs zijn van mening dat alle vormen van onnodig lijden van dieren moet worden vermeden, maar maken een uitzondering voor rituele slachting op basis van respect voor de religieuze vrijheid.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.