E080145 - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van richtlijn 2002/15/EG betreffende de organisatie van de arbeid van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen.
Het voorstel komt tegemoet aan de verplichting die de EC krachtens richtlijn 2002/15/EG (hierna: de richtlijn) heeft. Deze richtlijn stelt grenzen aan de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (beroepschauffeurs).
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2008)650, d.d. 15 oktober 2008
rechtsgrondslag
artikel 71 en artikel 137, lid 2, Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft op 9 december 2008 besloten dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht willen brengen van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Op 20 januari 2009 heeft de commissie SZW onderhavig voorstel voor kennisgeving aangenomen.
Nederland steunt het oordeel van de EC dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Het betreft voornamelijk een verduidelijking van de werkingssfeer en een betere handhaving van de bestaande communautaire regels. Voorts beoogt het voorstel een betere informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten van de lidstaten die op de naleving van de regels toezien. Nederland steunt de opvatting van de EC dat één lidstaat of een groep van lidstaten niet de afstemming tussen alle lidstaten kan realiseren.
Het voorstel gaat daarnaast niet verder dan nodig is om het doel te bereiken. Het voorstel behelst een verduidelijking van de werkingssfeer van de huidige regels en voorziet in algemene gemeenschappelijke voorschriften voor een billijke handhaving, doch belet de individuele lidstaten niet op nationaal niveau een eigen toezichts- en controlebeleid te voeren. Het voorstel is qua systematiek in lijn met de handhavingsregels voor rij- en rusttijden in het wegvervoer, vastgelegd in richtlijn 2006/22. Nederland is positief over het voorstel. Het voorstel is naar inhoud en vorm opportuun.
Het voorstel komt tegemoet aan de verplichting die de EC krachtens richtlijn 2002/15/EG (hierna: de richtlijn) heeft. Deze richtlijn stelt grenzen aan de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (beroepschauffeurs). Bij de vaststelling in 2002 werden zelfstandige beroepschauffeurs voorlopig uitgesloten van het toepassingsgebied van de richtlijn. Conform artikel 2, lid 1 van de richtlijn diende de EC uiterlijk 23 maart 2007 op basis van een verslag een voorstel te doen voor ofwel enkele voorwaarden voor opname van zelfstandige beroepschauffeur onder de werkingssfeer van de richtlijn ofwel de zelfstandige bestuurders niet in het toepassingsgebied van de richtlijn op te nemen. Het onderhavige voorstel geeft hier invulling aan en bevat allereerst een aanvulling op de definitie van mobiele werknemers. Deze aanvulling dient ervoor te zorgen dat een zuiverdere scheiding kan worden gemaakt tussen echte zelfstandige chauffeurs en zogenaamde schijnzelfstandigen. Dit zijn chauffeurs die pretenderen zelfstandig te zijn, maar in de praktijk niet vrij zijn om hun arbeid naar eigen inzicht in te richten en voor een specifieke opdrachtgever rijden. Ten tweede wijzigt het voorstel de definitie van nachtarbeid. Hiermee wordt aansluiting gezocht bij richtlijn 2003/88. Tenslotte introduceert het voorstel een artikel over handhaving en informatieuitwisseling.
De EC is op basis van de door haar uitgevoerde impact-assessment van mening dat de huidige arbeidstijdenregels voor mobiele werknemers en een verduidelijking van het toepassingsgebied van de richtlijn, in combinatie met duidelijke handhavingsvoorschriften, tot minder concurrentieverstoring zal leiden en voor een betere sociale bescherming van werknemers en daarmee gelijkgestelde categorieën zal zorgen. Deze variant krijgt als gevolg van de impact assessment de voorkeur boven het uitbreiden van het toepassingsbereik van de richtlijn op zelfstandige bestuurders. Uit de impact-assessment blijkt allereerst dat het huidige ontoereikende handhavingsbeleid geen volledige naleving van deze regelgeving zou waarborgen. Bovendien blijkt dat de positieve effecten van arbeidstijdenregels voor zelfstandigen op de gezondheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden en concurrentievoorwaarden, beperkt zijn (de verkeersveiligheid wordt primair gewaarborgd door de rij- en rusttijdnormen van Vo 561/2006) en naar het oordeel van de EC ook niet opwegen tegen de nadelen in de vorm van loonverlies, een tekort aan bestuurders en een daling van de rendabiliteit in de sector.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 16 juni 2010 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aangenomen ten aanzien van onderhavig voorstel.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.