E090108 - Mededeling over een communautair terugkeerbeleid ten aanzien van personen die illegaal in de Europese Unie verblijven
In vervolg op de mededeling over illegale immigratie van 15 november 2001 (uitmondend in een actieplan van de JBZ-ministers op 28 februari 2002, waarin terugkeerbeleid een integraal en cruciaal onderdeel vormt) en het groenboek over terugkeerbeleid t.a.v. illegalen van 10 april 2002 brengt de EC nu deze mededeling uit, waarin een actieplan inzake terugkeer wordt voorgesteld.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
De JBZ-ministers bespraken het onderwerp informeel op 13/14 september 2002.
document Europese Commissie
COM(2002)564, d.d. 14 oktober 2002
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
Op 1 december 2004 heeft de commissie voor Justitie overleg gevoerd met minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie over opvang in de regio (19637, 891), waarbij ook het terugkeerbeleid aan de orde is geweest.
In vervolg op de mededeling over illegale immigratie van 15 november 2001 (uitmondend in een actieplan van de JBZ-ministers op 28 februari 2002, waarin terugkeerbeleid een integraal en cruciaal onderdeel vormt) en het groenboek over terugkeerbeleid t.a.v. illegalen van 10 april 2002 brengt de EC nu deze mededeling uit, waarin een actieplan inzake terugkeer wordt voorgesteld. De ER Sevilla riep in juni 2002 op nog dit jaar een actieprogramma m.b.t. terugkeerbeleid vast te stellen. De JBZ-ministers bespraken het onderwerp informeel op 13/14 september 2002.
De EC plaatst de mededeling nadrukkelijk binnen de hele setting van het asiel- en migratiebeleid. De doeltreffendheid van maatregelen om illegaal in de EU verblijvende personen - zelfstandig of gedwongen - te laten terugkeren, acht de EC essentieel voor de geloofwaardigheid van het beleid ter bestrijding van illegale migratie (de mededeling heeft geen betrekking op terugkeer van legaal verblijvende derdelanders). Voor een optimaal resultaat moet er een nauwe aansluiting zijn met een zorgvuldig beheer van migratiekwesties, waarvoor kristalheldere consolidatie vereist is van legale immigratiekanalen en van de situatie van legale immigranten, een doeltreffend en grootmoedig asielsysteem op basis van snelle procedures die toegang bieden tot echte bescherming voor hen die dit nodig hebben, en een ruimere dialoog met derde landen, die meer en meer gevraagd zullen worden om op het vlak van migratie samen te werken.
De EC benadrukt in het bijzonder:
Meer operationele samenwerking: Het is van essentieel belang dat de contacten en de uitwisseling van informatie gemakkelijker kunnen verlopen op basis van gemeenschappelijke begrippen, dat methoden en opleiding op elkaar worden afgestemd en dat een gemeenschappelijke aanpak wordt aangemoedigd, zodat belemmeringen uit de weg kunnen worden geruimd en middelen kunnen worden gecoördineerd, bijvoorbeeld bij de identificatie en documentatie van de betrokkenen (biometrische gegevens al bij visumaanvraag opnemen m.h.o.o. vaststellen identiteit bij personen die hun documenten kwijtraken), de coördinatie van terugkeeroperaties en het bijeenbrengen van de noodzakelijke middelen.
Aangepast wettelijk kader nodig:, anders zullen snel de beperkingen van de operationele samenwerking blijken. Op middellange termijn gemeenschappelijke normen om het werk te vergemakkelijken van de nationale autoriteiten die terugkeeroperaties uitvoeren en met name om de wederzijdse erkenning van terugkeerbesluiten te waarborgen, voortbouwend op de richtlijn van mei 2001, minimumnormen uitzetting. Daarna detailkwesties regelen.
Op basis van de ervaring van de lidstaten en van internationale organisaties moeten de basiselementen van een geïntegreerd programma worden uitgewerkt tot een gemeenschappelijk kader dat aan de specifieke behoeften van de betrokken bevolkingen en landen zou kunnen worden aangepast. Een dergelijke programma zou niet enkel de terugkeer zelf moeten regelen, maar ook de verschillende fasen van de voorbereiding en de follow-up, zodat er de grootst mogelijke kans op duurzaamheid is. De Commissie is bereid om zo nodig te overwegen gemeenschapsmiddelen beschikbaar te stellen ter ondersteuning van het opzetten van dergelijke programma's.
Evenals elders is ook hier een nauwere samenwerking met derde landen een sine qua non voor het slagen van dit beleid. Deze samenwerking zal uiteraard eerst op administratief en operationeel niveau van start moeten gaan, met betrekking tot de documentatie en ontvangst van de betrokkenen en in sommige gevallen ook met betrekking tot de doorreis. Op formeel vlak kan dit het sluiten van overnameovereenkomsten inhouden: het belang hiervan is regelmatig onderstreept door de Europese Raad en de Raad. Ook moet worden gewerkt aan reïntegratie die zowel voor de repatriant als voor de plaats van herkomst gunstig is. Dit zal zowel een groot engagement van het derde land vereisen als de bereidheid van de Europese Unie en haar lidstaten om indien nodig de vereiste bijstand te verschaffen.
De Europese Raad in Sevilla riep de JBZ-ministers in juni 2002 op om eind dit jaar een actieprogramma m.b.t. terugkeerbeleid vast te stellen. De JBZ-ministers bespraken het onderwerp informeel op 13/14 september 2002.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.