E090137
Laatste revisie: 08-04-2003

E090137 - Integratie van onderdanen van derde landen



Ten behoeve van de discussie over concrete maatregelen die mogelijk zijn om follow-up te geven aan de conclusies van diverse Europese Raden t.a.v. integratiebeleid agendeert het Deense voorzitterschap dit onderwerp tijdens de informele JBZ-Raad van 13/14 september 2002.

Het is een tweede maal besproken tijdens de informele JBZ-Raad van 28/29 maart 2003.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens een AO op 26 maart 2003 gaf minister Nawijn aan - n.a.v. inbreng van mw. Albayrak en mw. Van der Laan - dat hij tijdens de informele Raad de relatie tussen immigratie en integratie aan de orde wil stellen. Hij wees erop dat het debat in Europees verband over de integratie nog maar net is gestart, waarbij hij van mening was dat het Griekse voorzitterschap de integratie te zeer in verband bracht met illegale immigatie. Bovendien vond het de aandacht voor arbeid als voorwaarde voor goede integratie te eenzijdig. Items die in het Nederlands integratiebeleid uitgangspunt zijn worden derhalve ingebracht in de discussie. Hij achtte rapportages van belang om een overzicht te krijgen van wat er in de diverse EU-landen op het gebied van integratie gebeurt. Er ligt nu een eerste aanzet voor Europees integratiebeleid.

Tijdens een AO op 11 september 2002 gaf minister Nawijn in antwoord op vragen van Van Haersma Buma (CDA), Blok (VVD), Jansen van Raaij (LPF), Teeven (LN) en Halsema (GL) aan dat hij de gedachtenwisseling over integratiebeleid belangrijk vond, omdat er nog zoveel verschillen zijn tussen de lidstaten. Hij zou bekijken of andere landen het formuleren van algemene beginselen nodig achtten. Zelf zou hij de Nederlandse praktijk en de voorgestane wijzigingen naar voren brengen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Tijdens de Europese Raad van Tampere in oktober 1999 werd voor het eerst expliciet gesteld dat de Unie zich op een integrale aanpak van migratie moet richten. Er moet samenhang zijn tussen restrictief toelatingsbeleid, bestrijding mensensmokkel, humaan asielbeleid, actief integratiebeleid voor legaal aanwezige vreemdelingen en een actief verwijderingsbeleid t.a.v. illegaal aanwezige vreemdelingen. Hoewel integratiebeleid primair een aangelegenheid is van de lidstaten, zal er op Europees niveau werk verzet moeten worden om het verschil in rechspositie tussen EU-onderdanen en derdelanders zo veel mogelijk te verminderen, en om discriminatie tegen te gaan. Het belang van gecoördineerd Europees optreden op dit terrein werd onderschreven.

Deze inzet is wederom bevestigd tijdens de Europese Raad van Sevilla in juni 2002, waarbij gesteld werd dat het nodig is een "fair balance" te vinden tussen allle maatregelen. De repressieve maatregelen komen tot nu toe het best uit de verf.

Er wordt al geruime tijd onderhandeld over een ontwerprichtlijn gericht op de status van vreemdelingen met een vestigingsvergunning (2.2.5). Wie vijf jaar of langer legaal in de EU verblijft moet een set rechten krijgen die de rechten van EU-burgers zoveel mogelijk benaderen, inclusief het recht op vrij verkeer binnen de EU en gelijke behandeling in het economische, sociale en culturele leven.

Bij het Europese werkgelegenheidsbeleid is er de afgelopen jaren aandacht besteed aan de positie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, inclusief etnische minderheden.

Het voorzitterschap noemt ook het Europees Vluchtlingenfonds, dat gelegenheid biedt voor het financieren van integratieprojecten.

De Europese Commissie heeft in een mededeling over communautair immigratiebeleid onder andere geopperd een integratieprogramma vast te stellen om de contacten te verstevingen tussen mensen die zich met integratiebeleid bezig houden en de uitwisseling van "best practices" mogelijk te maken en om "inburgeringspakketten op maat" te ontwikkelen.

Om de discussie aan te zwengelen over concrete maatregelen die mogelijk zijn om follow-up te geven aan de conclusies van diverse Europese Raden agendeert het Deense voorzitterschap dit onderwerp tijdens de informele JBZ-Raad van 13/14 september 2002.


Behandeling Raad

Volgens de geannoteerde agenda zal tijdens de informele Raad van 28-29 maart 2003 een breed oriënterend debat worden gehouden over aspecten van de sociale integratie van legaal verblijvende derdelanders in de EU. Nederland zal overeenkomstig de reeds bij diverse Raden ingenomen standpunten handelen. Dit betekent dat Nederland de nadruk zal leggen op een krachtig integratiebeleid en op een zoveel mogelijk gelijkwaardige behandeling van derdelanders. Voorts zijn de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat en het voorkomen van sociale uitsluiting cruciaal. Nederland zal tevens de aandacht vestigen op het verband tussen immigratie- en integratievraagstukken.

De delegaties gingen tijdens de informele JBZ-Raad van 13/14 september 2002 akkoord met het voorstel van het voorzitterschap met betrekking tot het instellen van nationale contactpunten en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten inzake de integratie van onderdanen van derde landen. Een formeel besluit hierover zal mogelijk tijdens de bijeenkomst van de Raad op 14 en 15 oktober a.s. worden genomen. De voorzitter gaf voorts aan dat er op 14 en 15 november a.s. te Kopenhagen een conferentie over het kaderbesluit inzake bestrijding van racisme zal worden gehouden.


Alle bronnen