E090256 - Besluit inzake de aanpassing van de salarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol (initiatief van Griekenland)
In dit ontwerpbesluit wordt een nieuwe tabel met salarissen voorgesteld, gelet op ontwikkeling prijspeil in Nederland en ontwikkelingen ambtenarensalarissen in de EU, die neerkomt op een salarisverhoging van 4,4 % over de periode 1-7-2002 tot 1-7-2003.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Het besluit werd op 28 juni 2003 gepubliceerd in PbEU C152/03.
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Op 27 mei 2003 werd geconstateerd dat de gekozen systematiek - in een tijd van bezuinigingen op overheidsbestedingen - leidt tot salarisstijgingen die niet goed sporen met deze trend.
Op 8 juli 2003 reageerde minister Donner, mede namens minister Remkes, op de opmerkingen van de Eerste Kamer.
"Bij Europese organisaties zoals Europol gelden statistische methodes die onderhandelingen vervangen en die zijn opgenomen in het ambtenarenrecht voor een bepaalde periode. Voor Europol geldt dat de gemiddelde reële salarisontwikkeling van de ambtenaren in de lidstaten wordt gevolgd. Deze leidt samen met de Nederlandse prijsinflatie tot een automatische salarisaanpassing gedurende de looptijd van een dergelijke afspraak. Nederland neemt bij dit soort onderhandelingen altijd een restrictieve houding in. Zo werd tijdens het vorige Nederlandse Voorzitterschap van de Europese Unie voor Europol een arbeidsvoorwaardenpakket afgesproken, dat duidelijk bescheidener is dan hetgeen in het algemeen geldt voor Europese instellingen. Naar aanleiding van het hier aan de orde zijnde voorstel heeft één lidstaat in de besluitvormingsfase laten aantekenen dat de systematiek van de salarisaanpassing voor Europol personeel opnieuw overwogen dient te worden. Nederland steunt deze heroverweging van de systematiek.
Naar verwachting zal het echter zeer moeilijk zijn dit soort afspraken te herzien, omdat recent, op 19 mei 2003 in de Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, is gebleken dat de Europese Commissie en een grote meerderheid van lidstaten wenst vast te houden aan een koppeling als hiervoor beschreven."
Mw. Van der Laan (D66) bracht ter sprake dat het ontwerpbesluit best openbaar had kunnen zijn. Minister Donner gaf aan dat pas na vaststelling van de regeling tot openbaarmaking wordt overgegaan.
Het besluit werd tijdens de JBZ-Raad van 5/6 juni 2003 vastgesteld. Denemarken liet daarbij aantekenen dat het jaarlijkse onderzoek niet automatisch een aanpassing van de salarissen/vergoedingen tot gevolg dient te hebben.
Het Europees Parlement heeft het initiatief van Griekenland op 9 april 2003 verworpen.