E170021 - Voorstel voor een richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers
Met deze ontwerprichtlijn beoogt de Europese Commissie bij te dragen aan een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor mannen en vrouwen met zorgtaken. Het voorstel door de toegang tot bijvoorbeeld verlof en flexibele werkregelingen te verbeteren en ervoor te zorgen dat mannen en vrouwen in gelijke mate gebruik maken van verlof om gezinsredenen en van flexibele werkregelingen.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
nationaal
Op 4 december 2018 besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 6 december 2018 (21.501-31, G) waarin de Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers. Het agendapunt werd aangehouden tot 11 december 2018. Op 11 december 2018 werd de geannoteerde agenda voor kennisgeving aangenomen.
Europees
Op 13 juni 2019 werd de tekst voor de richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers door de Raad aangenomen.
volledige titel
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad
document Europese Commissie
COM(2017)253, d.d. 26 april 2017
rechtsgrondslag
Artikel 153 VWEU, lid 1 en 2
commissie Eerste Kamer
Kamerstukdossier 35.613 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.
Richtlijn 2019/1158 van 20 juni 2019 is op 12 juli 2019 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad L188/79. Op 25 juli 2022 is de richtlijn geimplementeerd. De richtlijn is op tijd geimplementeerd.
Bron: stand van zaken implementatie richtlijnen derde kwartaal 2022
-
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het derde kwartaal 2022 21.109, EK, AD
4 november 2022 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het tweede kwartaal 2022 21.109, EK, AC
19 augustus 2022 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2022 21.109, EK, AA
29 april 2022 Bevat bijlagen -
Bijlage 2 - Geïmplementeerde richtlijnen 2021 – 4e kwartaal 28 januari 2022
-
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het derde kwartaal 2021 21.109, EK, W
29 oktober 2021 Bevat bijlagen -
Bijlage 1: Geïmplementeerde richtlijnen 2021 – 3e kwartaal 29 oktober 2021
-
brief van de minister van Buitenlandse Zaken over de stand van zaken implementatie richtlijnen in het tweede kwartaal 2021 21.109, EK, T
13 augustus 2021 Bevat bijlagen -
Geïmplementeerde richtlijnen tweede kwartaal 2021 13 augustus 2021
-
Geïmplementeerde richtlijnen 2021 - eerste kwartaal 23 april 2021
-
Geïmplementeerde richtlijnen 2020 - vierde kwartaal 29 januari 2021
-
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het derde kwartaal 2020 21.109, EK, Q
30 oktober 2020 Bevat bijlagen -
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het tweede kwartaal 2020 21.109, EK, O
17 juli 2020 Bevat bijlagen -
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake de stand van zaken implementatie richtlijnen in het 1ste kwartaal 2020 21.109, EK, N
1 mei 2020 Bevat bijlagen -
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het vierde kwartaal 2019 21.109, EK, L
24 januari 2020 Bevat bijlagen -
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake stand van zaken implementatie richtlijnen derde kwartaal 2019 21.109, EK, I
18 oktober 2019 Bevat bijlagen -
Op 4 december 2018 besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 6 december 2018 (21.501-31, G) waarin de Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers. Het agendapunt werd aangehouden tot 11 december 2018. Op 11 december 2018 werd de geannoteerde agenda voor kennisgeving aangenomen.
Op 19 juni 2018 besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 21 juni 2018, waarin de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid o.a. een voortgangsrapportage geeft van de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn.
Op 6 maart 2018 besprak de commissie SZW het verslag van het schriftelijk overleg met de regering over de brief van de Europese Commissie en besloot om de brief van de regering van 14 februari 2018 voor kennisgeving aan te nemen. Daarnaast besprak de commissie SZW de geannoteerde agenda van de Raad WSBVC waarin de minister de Kamer o.a. informeert over de onderhandelingen over de ontwerprichtlijn en besloot om deze voor kennisgeving aan te nemen.
Op 19 december 2017 leverde de fractie van de SGP inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over de reactie van de Europese Commissie en op 16 januari 2018 werd de brief verstuurd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 14 februari 2018 werd een reactie van de regering ontvangen.
Op 21 november 2017 besprak de commissie SZW de brief met de reactie van de Europese Commissie, d.d. 6 november 2017, op het gemotiveerde advies van de Eerste Kamer en besloot in schriftelijk overleg te treden met de regering. De inbrengdatum werd aangehouden tot 19 december 2017.
Op 27 juni 2017 stemde een meerderheid van de Eerste Kamer voor het plaatsen van een negatief subsidiariteitsoordeel bij de ontwerprichtlijn. Het gemotiveerde advies over de ontwerprichtlijn is aan de Europese Commissie en de Europese instellingen gestuurd met een afschrift aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Op 20 juni 2017 besprak de commissie SZW de subsidiariteitstoets die wordt uitgevoerd door de Tweede Kamer. Van de aanwezige fracties sloten die van de VVD, PVV en SP zich aan bij de subsidiariteitsbezwaren. Als de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer de conceptbrief met het subsidiariteitsbezwaar vaststelt, dan stelt de commissie SZW voor een brief waarin zij zich schaart achter het negatieve oordeel van de Tweede Kamer, toe te voegen aan de plenaire agenda van dinsdag 27 juni 2017 om hierover te stemmen.
-
-
-
-
-
-
-
-
verslag van een schriftelijk overleg inzake ontwerprichtlijn evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers (COM(2017)253)
voor kennisgeving aangenomen op 6 maart 2018 Eerste Kamer - 34.719, EK, D
15 februari 2018 -
-
-
-
brief inzake reactie van de Europese Commissie op gemotiveerde advies Eerste Kamer betreffende conceptrichtlijn evenwicht tussen werk en privéleven
voor kennisgeving aangenomen op 6 maart 2018 Europese Commissie - 34.719, EK, C
6 november 2017 -
-
brief inzake stemming over een negatief subsidiariteitsoordeel ten aanzien van het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn over het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (COM(2017)253 34.719, EK, A
22 juni 2017 Bevat bijlagen -
Op 29 mei 2019 stuurde de commissie SZW een brief aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met het verzoek om een tussentijdse stand van zaken rondom de uitwerking van de Richtlijn toe te zenden. Bij brief van 21 juni 2019 gaf de minister aan bereid te zijn om in het najaar van 2019 een tussenstand te doen toekomen.
Op 13 mei 2019 ontving de Kamer een brief van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van een verzoek van het lid Gijs van Dijk om de Kamer te informeren over de invoering van de betaling van 2 maanden ouderschapsverlof die de richtlijn de lidstaten daartoe verplicht.
Op 4 december 2018 stuurde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Tweede Kamer ter beantwoording van het schriftelijk overleg over de Raad WSBVC van 6 december 2018. Hierin geeft de minister antwoord op een aantal vragen over de ontwerprichtlijn inzake evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers.
Op 13 juni 2018 besprak de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de geannoteerde agenda voor de Raad WSBVC van 21 juni 2018 in een algemeen overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over het voorstel inzake evenwicht tussen werk en privéleven.
Op 6 november 2017 stuurde de Europese Commissie een brief met een reactie aan de Tweede Kamer over het subsidiariteitsbezwaar op de ontwerprichtlijn.
Op 4 juli 2017 stemde de Tweede Kamer (met uitzondering van de PVV) voor de beëindiging van het behandelvoorbehoud bij de ontwerprichtlijn. De afspraken over de informatievoorziening door de regering over de ontwerprichtlijn werden hiermee vastgelegd en per brief medegedeeld aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Op 27 juni 2017 stemde de Tweede Kamer in met zowel de uitkomst van de subsidiariteitstoets uitgevoerd door de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid als ook de concept-brief waarbij de Europese Commissie in kennis wordt gesteld dat het oordeel van de Tweede Kamer over de subsidiariteit van de ontwerprichtlijn negatief is. Ook werden een drietal moties aangenomen.
Op 21 juni 2017 bespraken de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de vaste commissie voor Europese Zaken het verslag van het algemeen overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het behandelvoorbehoud bij de ontwerprichtlijn, waarbij een vijftal moties zijn ingediend door leden van de Tweede Kamer.
Op 14 juni 2017 bespraken de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de vaste commissie voor Europese Zaken het behandelvoorbehoud bij de ontwerprichtlijn in een algemeen overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarbij afspraken zijn gemaakt over de informatievoorziening richting de Tweede Kamer over de ontwerprichtlijn.
Op 23 mei 2017 stemde de Tweede Kamer voor het plaatsen van een behandelvoorbehoud bij het voorstel. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hierover per brief ingelicht.
Op 9 mei 2017 besloot de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer te adviseren om een behandelvoorbehoud te plaatsen bij de ontwerprichtlijn. De commissie besloot ook een subsidiariteitstoets op het voorstel te doen en de regering te verzoeken binnen 3 weken een BNC-fiche te sturen. De vaste commissie voor Europese Zaken heeft namens de commissie SZW de voorzitter van de Tweede Kamer op 18 mei 2017 geadviseerd een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen vanwege het politieke belang van het voorstel.
-
brief regering; Stand van zaken inzake Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven 34.719, TK, 16
21 juni 2019 -
-
-
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 13 juni 2018, over Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 21 juni 2018 21.501-31, TK, 490
27 juni 2018 -
brief Europese Commissie; Reactie van de Europese Commissie op het subsidiariteitsbezwaar van de Tweede Kamer inzake de richtlijn evenwicht werk-privéleven Europese Commissie - 34.719, TK, 13
10 november 2017 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 14 juni 2017, over Behandelvoorbehoud van het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 Tweede Kamer - 34.719, TK, 12
12 juli 2017 -
-
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 Tweede Kamer - 34.719, TK, 11
29 juni 2017 Bevat bijlage -
stemming moties, ingediend bij het VAO Behandelvoorbehoud van het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven 34.719, nr. 92, item 14
27 juni 2017 -
gewijzigde motie van het lid Özdil over de richtlijn als minimumnorm voor het evenwicht tussen werk en privéleven (ter vervanging van 34719-7) Tweede Kamer - 34.719, TK, 10
27 juni 2017 -
stemming brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de subsidiariteitstoets bij het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 (34719, nr. 4) Tweede Kamer - 34.719, nr. 92, item 9
27 juni 2017 -
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de subsidiariteitstoets bij het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 Tweede Kamer - 34.719, TK, 4
22 juni 2017 Bevat bijlage -
Motie van de leden Van Kent en Jasper van Dijk over de stand van zaken van het SER-advies over ouderschapsverlof Tweede Kamer - 34.719, TK, 5
21 juni 2017 -
Motie van het lid Wiersma c.s. over sociale zekerheid als primaire verantwoordelijkheid van EU-lidstaten zelf Tweede Kamer - 34.719, TK, 6
21 juni 2017 -
Motie van het lid van Weyenberg over de Europese afspraken voor vaders ook laten gelden voor meemoeders Tweede Kamer - 34.719, TK, 8
21 juni 2017 -
Ongecorrigeerd stenogram Tweede Kamer Verslag Algemeen Overleg Behandelvoorbehoud voorstel evenwicht werk en privéleven Tweede Kamer - wordt gepubliceerd in kamerstuk 34.719
14 juni 2017 -
brief regering; Reactie op verzoek commissie inzake EU-Voorstel evenwicht tussen werk en privéleven Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 34.719, TK, 3
7 juni 2017 -
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 Tweede Kamer - 34.719, TK, 2
18 mei 2017 Bevat bijlage -
brief commissie; Mededeling van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een subsidiariteitstoets bij het EU-voorstel: Richtlijn evenwicht tussen werk en privéleven COM (2017) 253 Tweede Kamer - 34.719, TK, 1
11 mei 2017 Bevat bijlage
Op 9 juni 2017 is het BNC-fiche over het voorstel aan beide Kamers gestuurd. De Nederlandse regering ondersteunt de inspanningen van de Europese Commissie om de arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid van vrouwen te verhogen. Het kabinet wil dan ook een beter evenwicht in de taakverdeling tussen mannen en vrouwen bevorderen. Het achterliggende doel van de Europese Commissie met dit voorstel is om een gelijk en eerlijk speelveld te bereiken in de lidstaten, zodat er een geldend minimumniveau is van betaalde verlofregelingen en mogelijkheden tot flexibel werken. Het kabinet merkt hierop aan dat hij deze redenering volgt, maar dat volgens hem sociaal beleid in eerste instantie een competentie van de lidstaten zelf is en de taak van de EU hierin ondersteunend is. Daarnaast zou het kabinet graag een meer uitgewerkte onderbouwing willen zien van de subsidiariteit van de wetgevende maatregelen, voordat hij een definitief oordeel geeft. Wat betreft de proportionaliteit van het voorstel heeft het kabinet ook een aantal bedenkingen:
-
-Het kabinet vraagt zich af waarom is gekozen voor een richtlijn in plaats van een aanbeveling, omdat deze lidstaten de ruimte kan geven maatregelen te nemen die aansluiten bij de praktijk.
-
-In het voorstel voor ouderschapsverlof en zorgverlof is door de Europese Commissie onvoldoende duidelijk gemaakt hoe en in welke mate dit bijdraagt aan een betere verdeling van arbeid- en zorgtaken en aan de verhoging van de arbeidsparticipatie, zoals het arbeidsvolume van vrouwen en hun economische zelfstandigheid.
-
-Bij het voorstel voor betaald ouderschapsverlof zijn er ook signalen dat betaald ouderschapsverlof de economische zelfstandigheid van vrouwen beperkt of negatief beïnvloedt.
-
-Het kabinet geeft aan dat er forse financiële consequenties voor overheid en/of werkgevers is en dat hij om die reden niet overtuigd is van de proportionaliteit van betaald ouderschapsverlof.
-
-De onderbouwing ten aanzien van het voorstel voor zorgverlof over de bijdrage aan de economische zelfstandigheid van vrouwen vindt het kabinet onvoldoende.
-
-Wat betreft de duur en mate van doorbetaling van vaderschapsverlof verwacht het kabinet ook verdere onderbouwing. Daarbij moet rekening worden gehouden met de betaalbaarheid van de verlofregeling.
-
-Het kabinet geeft aan zich kritisch op te stellen ten aanzien van een uitbreiding van statistische informatieverplichtingen.
In het BNC-fiche gaat het kabinet verder in op de financiële en juridische consequenties van het voorstel.
-
brief regering; Fiche: Mededeling en richtlijn betreffende evenwicht werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 22.112, TK, 2353
7 juni 2017
Met deze ontwerprichtlijn beoogt de Europese Commissie bij te dragen aan een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor mannen en vrouwen met zorgtaken door de toegang tot bijvoorbeeld verlof en flexibele werkregelingen te verbeteren en ervoor te zorgen dat mannen en vrouwen in gelijke mate gebruik maken van verlof om gezinsredenen en van flexibele werkregelingen. De voorgestelde maatregelen moeten bijdragen aan een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen en hen ondersteunen in hun loopbaanontwikkeling.
De Commissie verwijst hierbij naar de arbeidsparticipatie in 2015; toen bedroeg de arbeidsparticipatie van vrouwen (20-64 jaar) 64,3% en die van mannen 75,9 %. Het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen treedt met name op bij ouders en andere mensen met zorgtaken. Dit draagt bij aan een loonverschil tussen mannen en vrouwen, dat zich tijdens de loopbaan ontwikkelt tot een pensioenverschil en voor vrouwen een hoger risico van armoede en sociale uitsluiting met zich meebrengt.
Daarom bevat de richtlijn voorstellen voor wetgevende maatregelen om het beginsel van gelijkheid van vrouwen en mannen wat betreft hun kansen op de arbeidsmarkt en de behandeling op het werk te waarborgen. Enkele voorgestelde maatregelen zijn onder meer: 10 dagen betaald verlof voor vaders bij de geboorte, 4 maanden betaald ouderschapsverlof per ouder per kind tot 12 jaar, 5 dagen betaald zorgverlof voor een ziek of hulpbehoevend familielid per jaar en voor een bepaalde periode flexibele werkregelingen voor ouders van kinderen tot 12 jaar en voor mantelzorgers.
-
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad commissievoorstel Europese Commissie - COM(2017)253
26 april 2017 -
Impact assessment bij richtlijnvoorstel evenwicht werk en privéleven [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2017)202
26 april 2017 -
Samenvatting van het impact assessment bij richtlijnvoorstel evenwicht werk en privéleven werkdocument Europese Commissie - SWD(2017)203
26 april 2017 -
Annex bij het voorstel evenwicht werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers commissievoorstel Europese Commissie - Annex I COM(2017)253
26 april 2017
Op 13 juni 2019 werd de tekst voor de richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers door de Raad aangenomen.
De Nederlandse regering informeert de Kamer met een voortgangsrapportage over de richtlijn in de geannoteerde agenda voor de raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 15 maart 2019. (21.501-31, I).
Op 8 februari 2019 informeerde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij brief dat er op 24 januari 2019 een principeakkoord is bereikt tussen de Raad, de Europese Commissie, en het Europees Parlement over de richtlijn. Nederland heeft tegen dit principeakkoord gestemd. Een gekwalificeerde meerderheid steunde echter het onderhandelingsresultaat. Dit resultaat zal nu door de Raad van Ministers en het Europees Parlement worden bekrachtigd. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in de brief aan dat in de loop van het voorjaar de Kamer geïnformeerd wordt over het implementatieproces van de richtlijn.
Tijdens de Raad WSBVC van 21 juni 2018 is een algemene oriëntatie bereikt inzake de ontwerprichtlijn. Nederland en Denemarken stemden niet in met de algemene oriëntatie en Hongarije en Polen onthielden zich van stemming.
Tijdens de Raad WSBVC van 15 maart 2018 stond de ontwerprichtlijn op de agenda met oog op het bereiken van een algemene oriëntatie.
Tijdens de Raad WSBVC van 7 december 2017 presenteerde het Estlandse Voorzitterschap een voortgangsrapportage met betrekking tot de ontwerprichtlijn en deze is aangenomen door de Raad.
Tijdens de informele Raad WSBVC van 19 en 20 juli 2017 stond het wetgevingsvoorstel officieel niet op de agenda, maar vond een informele discussie plaats over de balans tussen werk en privéleven, nieuwe werkvormen, verschillende gezinssamenstellingen en de rol van mannen in het vervullen van zorgtaken.
Tijdens de Raad WSBVC van 15 juni 2017 gaf de Europese Commissie een eerste presentatie van de ontwerprichtlijn.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake geannoteerde agenda van de Raad WSBVC van 15 maart 2019
Op 5 maart 2019 door de commissie SZW voor kennisgeving aangenomen 21.501-31, EK, I
22 februari 2019 -
brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake geannoteerde Agenda Raad WSBVC 15 maart 2018
voor kennisgeving aangenomen op 6 maart 2018 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, EK, A
23 februari 2018 Bevat bijlage -
brief regering; Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 7 december 2017 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, TK, 466
23 november 2017 -
brief regering; Geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 23 oktober 2017 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, TK, 457
5 oktober 2017 -
brief regering; Geannoteerde Agenda Informele Raad WSBVC 19 en 20 juli te Tallinn, Estland Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, TK, 453
5 juli 2017 -
brief regering; Geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van 15 juni 2017 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, TK, 439
30 mei 2017
Op 4 april 2019 nam het Europees Parlement tijdens een plenaire zitting een wetgevingsresolutie aan over het voorstel.
Op 2 april 2019 publiceerde de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) een briefing over de voortgang van de behandeling van het voorstel.
Op 14 september 2018 publiceerde de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefing over de stand van zaken met betrekking tot de ontwerprichtlijn.
Op 12 september 2018 werd het besluit tot het aangaan van interinstitutionele onderhandelingen bevestigd in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.
Op 24 augustus 2018 werd het verslag van de rapporteur David Casa (PPE) door de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken aangenomen.
Op 30 mei 2018 bracht de EP Rapporteur Agnieszka Kozlowska-Rajewicz (EPP) namens de commissie voor de Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid een advies uit met betrekking tot het voorstel.
Op 23 mei 2018 bracht de EP Rapporteur Joëlle Bergeron (EFDD) namens de commissie voor Juridische Zaken een advies uit met betrekking tot het voorstel.
Op 6 maart 2018 bracht de EP Rapporteur David Casa (EPP) namens de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken een ontwerpverslag uit met betrekking tot het voorstel.
Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Juridische Zaken (JURI) en de commissie voor de Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid (FEMM) ingesteld als adviescommissie.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Europees Parlement - Wetgevingsresolutie richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers Europees Parlement - P8_TA-PROV(2019)0348
4 april 2019 -
Europees Parlement - Briefing: A new directive on work-life balance (d.d. 2 april 2019) Europees Parlement - PE 614.708
2 april 2019 -
Briefing van het Europees Parlement inzake de ontwerprichtlijn voor balans tussen werk en privéleven [en] Europees Parlement - PE 614.708
14 september 2018 -
Verslag van de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken over de ontwerprichtlijn betreffende een evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] verslag Europees Parlement - A8-0270/2018
23 augustus 2018 -
Advies van de commissie voor de Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid (FEMM) over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] advies Europees Parlement - PE618.327
30 mei 2018 -
Advies van de commissie voor Juridische Zaken (JURI) over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] advies Europees Parlement - PE606.271
23 mei 2018 -
Ontwerpverslag van de commissie voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] ontwerpverslag Europees Parlement - PE618.193
6 maart 2018
Op 13 september 2017 nam de Kamer van Afgevaardigden van Italië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 16 augustus 2017 nam de Senaat van Tsjechië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 30 juni 2017 nam het Parlement van Denemarken een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 28 juni 2017 verstreek de deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren.
Op 27 juni 2017 nam de Kamer van Afgevaardigden van Roemenië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 27 juni 2017 nam het Parlement van Portugal een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 22 juni 2017 nam de Cortes Generales van Spanje een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 20 juni 2017 nam de Senaat van Italië een resolutie aan waarin wordt gesteld dat het voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze resolutie is in het kader van de politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.
Op 7 juni 2017 diende de Sejm van Polen een subsidiariteitsbezwaar in bij de Europese Commissie met betrekking tot dit voorstel. Op 22 juni 2017 sloot de Senaat van Polen zich aan bij dit subsidiariteitsbezwaar.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
-
Standpunt van de Kamer van Afgevaardigden van Italië over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 13 september 2017
-
Standpunt van de Senaat van Tsjechië over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 16 augustus 2017
-
Standpunt van het Parlement van Denemarken over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 30 juni 2017
-
Standpunt van de Kamer van Afgevaardigden van Roemenië over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 27 juni 2017
-
Standpunt van het Parlement van Portugal over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 27 juni 2017
-
Standpunt van de Sejm van Polen over de ontwerprichtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers [en] standpunt nationaal parlement 7 juni 2017