E210011 - Voorstel voor een richtlijn ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen
Dit voorstel voor een richtlijn heeft tot doel het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid te versterken door in de hele EU beloningstransparantie en handhavingsmechanismen toe te passen.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
nationaal
Op 29 juni 2021 werd het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW (EK, A) voor kennisgeving aangenomen.
Europees
Op 30 maart 2023 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie over het voorstel aan.
volledige titel
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid door middel van beloningstransparantie en handhavingsmechanismen
document Europese Commissie
COM(2021)93, d.d. 4 maart 2021
rechtsgrondslag
Artikel 157, lid 3, VWEU
commissie Eerste Kamer
Richtlijn 2023/970 van 10 mei 2023 werd op 17 mei 2023 gepubliceerd in Pb EU L132/21. Lidstaten dienen uiterlijk op 7 juni 2026 aan de richtlijn te voldoen.
De implementatie van de richtlijn is niet op schema.
Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen derde kwartaal 2024
-
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het tweede kwartaal 2024 21.109, EK, AZ
23 augustus 2024 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2024 21.109, EK, AV
26 april 2024 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het vierde kwartaal 2023 21.109, EK, AQ
2 februari 2024 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het derde kwartaal 2023 21.109, EK, AN
27 oktober 2023 Bevat bijlagen
Op 29 juni 2021 werd het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW (EK, A) voor kennisgeving aangenomen.
Op 21 juni 2021 stuurde de minister van SZW een antwoord (EK, A) op de brief van 21 mei 2021.
Op 21 mei 2021 werd een brief aan de minister van SZW verstuurd.
Op 11 mei 2021 leverden de leden van de fracties van CDA (Oomen-Ruijten), GroenLinks (Van Gurp), D66 (Stienen), Fractie-Nanninga (Van Pareren), PvdA (Sent), ChristenUnie (Ester) en PvdD (Prast) inbreng voor schriftelijk overleg.
Op 20 april 2021 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen en op 11 mei 2021 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.
-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW inzake richtlijn ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen
Op 29 juni 2021 door de commissie SZW voor kennisgeving aangenomen. 35.840, EK, A
21 juni 2021 -
-
-
Op 9 juni 2021 betrok de commissie SZW het voorstel bij het commissiedebat over de formele Raad WSBVC van 14 juni 2021.
Op 9 april 2021 ontving de Kamer een BNC-fiche over het voorstel.
Het kabinet geeft aan dat de meeste lidstaten nog bezig zijn een formeel standpunt over het voorstel te formuleren. Naar verwachting van het kabinet zal er redelijk brede steun in de Raad zijn voor het aanpakken van een aantal oorzaken en aspecten van de loonkloof via het vergroten van de loontransparantie op de werkvloer. Belangrijke punten waar volgens het kabinet in de Raad aandacht voor zal zijn, zijn de te verwachten administratieve belasting voor werkgevers en lidstaten bij de uitvoering en handhaving van de voorstellen en de inschatting van de effectiviteit van die voorstellen in relatie tot genoemde administratieve belasting («kosten en baten»). Het kabinet geeft aan dat het Europees Parlement nog geen formeel standpunt heeft ingenomen ten aanzien van het voorstel, maar zal naar verwachting positief zijn over het voorstel. Samira Rafaela (Renew/D66), als lid van de FEMM-commissie, is aangewezen als rapporteur bij het richtlijnvoorstel.
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De Commissie baseert de bevoegdheid voor het voorstel op artikel 157, lid 3 VWEU. Op grond van dit artikel nemen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aan om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep, met inbegrip van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid. Het kabinet geeft aan zich te kunnen vinden in de keuze voor deze rechtsgrondslag.
Het kabinet beoordeelt ook de subsidiariteit als positief. Het algemene doel dat de Commissie met dit voorstel wil bereiken is volgens het kabinet om via de vaststelling van beloningstransparantienormen ervoor te zorgen dat het grondrecht op gelijke beloning in de hele EU wordt gehandhaafd. Het kabinet geeft hierbij aan een meerwaarde te zien in optreden van de Unie voor een gecoördineerde aanpak om een gelijk niveau van bescherming te waarborgen en op deze manier bij te dragen aan een gelijker speelveld tussen lidstaten.
Het kabinet beoordeelt ook de proportionaliteit positief, met een kanttekening. De keuze van de Commissie voor een richtlijn is volgens het kabinet begrijpelijk, gezien de beperkte effecten van bestaande regelgeving en (Europese) initiatieven op dit terrein. Het kabinet onderschrijft verder de overwegingen van de Commissie dat de voorgestelde (loontransparantie) maatregelen kunnen bijdragen aan het doel van het voorstel, namelijk het verder terugdringen van beloningsverschillen. Het kabinet plaatst wel een kanttekening bij de proportionaliteit van de verplichting tot het instellen van sancties en boetes. Hierbij geeft het kabinet aan dat hoewel de uitwerking en vaststelling van sancties aan de lidstaten wordt gelaten, de richtlijn wel expliciet de verplichting regelt tot het instellen van sancties en boetes. Het kabinet geeft aan er op in te zetten dat de wijze van handhaving verder aan de lidstaten wordt gelaten, zodat bijvoorbeeld enkel privaatrechtelijke handhaving mogelijk is. Tenslotte vraagt het kabinet nog aandacht bij de proportionaliteit de voorgestelde inrichting van een toezichtsorgaan. De taken en bevoegdheden van het toezichtsorgaan die volgen uit het voorstel zijn volgens het kabinet vrij specifiek en gedetailleerd. Het zou naar inziens van het kabinet meer aan de lidstaten gelaten kunnen worden hoe een dergelijk orgaan wordt ingericht en welke taken bij dit orgaan worden belegd.
Dit voorstel voor een richtlijn heeft tot doel het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid te versterken door in de hele EU beloningstransparantie en handhavingsmechanismen toe te passen. Het beginsel van gelijke beloning en het beginsel van gendergelijkheid maken deel uit van de 20 beginselen van de Europese Pijler van sociale rechten.
Effectieve handhaving en uitvoering van dit gelijkheidsbeginsel laat in de praktijk te wensen over. Een van de belangrijkste obstakels hierbij is beloningstransparantie. Om te bevorderen dat werknemers hun recht op gelijke beloning kunnen afdwingen, voorziet de richtlijn in beloningstransparantienormen, in vergemakkelijking bij het toepassen van sleutelbegrippen in verband met gelijke beloning (bijvoorbeeld: ‘beloning’ en ‘gelijkwaardige arbeid’), en in versterking van de handhavingsmechanismen.
-
Voorstel voor een richtlijn ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen Europese Commissie - COM(2021)93
4 maart 2021 -
-
-
In het verslag van de Raad WSBVC van 8 december 2022 (21.501-31, BA) informeerde de minister van SZW over het resultaat van de triloogonderhandelingen over het richtlijnvoorstel. De minister geeft aan dat er een voorlopig akkoord is bereikt. De minister geeft aan dat het kabinet altijd voorstander is geweest van het richtlijnvoorstel, en tevreden is met het voorlopig akkoord.
In de geannoteerde agenda van de WSBVC raad van 16 juni 2022 (21.501-31, AV) is een kwartaalrapportage opgenomen van de behandeling van het voorstel. Hierin deelt de minister van SZW mee dat het Europees Parlement op 5 april 2022 haar positie heeft bepaald ten aanzien van het richtlijnvoorstel en heeft gestemd over de amendementsvoorstellen en dat er nu wordt gekeken naar verschillende uitgangsposities en een te volgen koers in de triloogfase, waarbij de Raadspositie en het BNC-fiche leidend zijn.
De geannoteerde agenda van de raad WSBVC van 14 maart 2022 (21.501-31, AT) bevat een kwartaalrapportage van de behandeling van het voorstel. Hierin wordt vermeld dat op 6 december 2021 een algemene oriëntatie is bereikt. Vijf lidstaten hebben zich onthouden van stemming (Zweden, Duitsland, Hongarije, Slowakije en Oostenrijk). Alle andere lidstaten, waaronder Nederland, hebben ingestemd. Nederland heeft daarbij aangegeven dat maatregelen voor loontransparantie een nuttig instrument kunnen zijn om de loonkloof tussen mannen en vrouwen tegen te gaan en dankbaar te zijn dat er goed rekening is gehouden met de wensen vanuit Nederland. Na stemming in het Europees Parlement over het concept-rapport zouden de trilogen kunnen aanvangen.
In de geannoteerde agenda van de Raad WSBVC van 14 juni 2021 (21.501-31, AJ) informeert de Nederlandse regering over de voortgang van de behandeling van het voorstel.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief van de minister van SZW inzake geannoteerde agenda Formele Raad WSBVC van 16 juni 2022
Op 14 juni 2022 door de commissie SZW voor kennisgeving aangenomen. 21.501-31, EK, AV
3 juni 2022 Bevat bijlage -
-
brief van de minister van SZW inzake geannoteerde agenda Raad WSBVC van 14 juni 2021
Op 8 juni 2021 door de commissie SZW voor kennisgeving aangenomen 21.501-31, EK, AJ
31 mei 2021
Op 30 maart 2023 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie over het voorstel aan.
Op 17 maart 2022 werd het concept-rapport met amendementen over het voorstel door de EMPL en FEMM-commissie aangenomen.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 30 maart 2023 betreffende de versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid resolutie Europees Parlement - P9_TA(2023)0091
30 maart 2023 -
Report on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council to strengthen the application of the principle of equal pay for equal work or work of equal value between men and women through pay transparency and enforcement mechanisms Europees Parlement - A9-0056/2022
17 maart 2022
Op 6 mei 2021 stuurde de Deense Folketinget een contributie over het voorstel aan de Europese Commissie.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.