E210029 - Voorstel voor een Besluit betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen
Het voorstel heeft als doel Letland, Litouwen en Polen, die zich in een noodsituatie bevinden ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen, te ondersteunen door te voorzien in de maatregelen en operationele steun die nodig zijn om de aankomst van migranten die door Belarus worden ingezet als politiek drukmiddel ("geïnstrumentaliseerd"), te beheren op een humane, ordelijke en waardige wijze en met volledige eerbiediging van de grondrechten.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.
nationaal
Op 29 maart 2022 nam de commissie de brieven van de Europese Commissie van 22 maart 2022 en van de staatssecretaris van 3 februari 2022 voor kennisgeving aan.
Europees
Volgens de kwartaalrapportage JBZ-dossiers derde kwartaal 2022 kon het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) op 28 januari 2022 geen overeenstemming bereiken over het compromisvoorstel van het Franse voorzitterschap. Het is op dit moment onzeker of het Voorzitterschap een nieuwe onderhandelingsronde over de tekst van het Raadsbesluit zal starten, of dat het ervoor kiest te focussen op de Verordening Aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (zie E210032).
volledige titel
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen
document Europese Commissie
COM(2021)752, d.d. 1 december 2021
rechtsgrondslag
Artikel 78, lid 3, VWEU
commissie Eerste Kamer
verwante dossiers
Op 29 maart 2022 nam de commissie de brieven van de Europese Commissie van 22 maart 2022 en van de staatssecretaris van 3 februari 2022 voor kennisgeving aan.
Op 22 maart 2022 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, C) op de brief met vragen van 4 januari 2022.
Op 8 februari 2022 besloot de commissie vooralsnog geen aanleiding te zien voor nader schriftelijk overleg naar aanleiding van het antwoord van de staatssecretaris. Dit in afwachting van de beantwoording van de Europese Commissie.
Op 3 februari 2022 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord. Op 8 februari 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (EK, B).
Op 4 januari 2022 is de brief (EK, A) met vragen van de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk verzonden aan de Europese Commissie.
Op 24 december 2021 is de brief met vragen van de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk en van D66 verstuurd aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Op 21 december 2021 leverden de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk en de fractie van D66 inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en de Europese Commissie.
Op 7 december 2021 besloten de commissies het voorstel in behandeling te nemen.
-
-
-
-
brief van de Europese Commissie inzake beantwoording vragen over het voorstel voor een Besluit betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen
Op 29 maart 2022 door de commissie I&A/JBZ voor kennisgeving aangenomen. 36.007, EK, C
22 maart 2022 -
-
verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V inzake het voorstel voor een Besluit betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen
Op 29 maart 2022 door de commissie I&A/JBZ voor kennisgeving aangenomen. 36.007, EK, B
8 februari 2022 -
-
brief aan de Europese Commissie met vragen over het voorstel voor een Besluit betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen 36.007, EK, A
4 januari 2022 Bevat bijlage -
-
Op 20 januari 2022 besloot de commissie J&V het BNC-fiche te agenderen voor het commissiedebat op 2 februari 2022 over de informele JBZ-Raad en het EU-voorzitterschap eerste helft 2022. Het commissiedebat werd omgezet in een schriftelijk overleg. Op 1 februari 2022 stelde de commissie J&V vragen aan de ministers van J&V en van BuZa en de staatssecretaris van J&V. Op 1 februari 2022 zijn de vragen beantwoord en op 3 februari 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 738).
Op 24 december 2021 stelden de fracties van D66, Volt, SP, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie vragen over het BNC-fiche aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Op 20 januari 2022 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord.
Op 21 december 2021 heeft de commmissie J&V niet ingestemd met het verzoek om schriftelijk overleg over het voorstel.
Op 15 december 2021 stemde de commissie J&V niet in met het verzoek van de fractie van D66 inzake geen onomkeerbare stappen te nemen betreffende de voorlopige noodmaatregelen.
Op 8 december 2021 nam de Tweede Kamer tijdens het tweeminutendebat over de JBZ-Raad van 9 en 10 december 2021 een motie (32.317, 725) aan over het voorstel.
Op 1 december 2021 verzocht de commissie J&V de staatssecretaris van J&V om een reactie op het Politico artikel "EU bows to eastern pressure to weaken asylum rights" dat inging op het voorstel. Op 7 december 2021 reageerde de staatssecretaris per brief (32.317, 731) op het verzoek. Zij geeft aan dat de Kamer via een BNC-fiche geïnformeerd wordt over het voorstel.
-
-
Antwoord op vragen van de leden Podt, Koekkoek, Jasper van Dijk, Kröger, Piri en Ceder over het Fiche 'Voorstel voor een Raadsbesluit betreffende voorlopige noodmaatregelen ten behoeve van Letland, Litouwen en Polen' (antwoorden ontvangen op 20 januari 2022) 36.007, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1377
24 december 2021 -
-
In het BNC-fiche (22.112, IR) van 17 december 2021 geeft het kabinet aan het dat het het voorstel verwelkomt. Het kabinet vindt het belangrijk dat de EU-landen die te maken hebben met de inzet van migranten voor politieke doeleinden ('instrumentalisatie') ondersteund worden. Daarbij staat voor het kabinet voorop dat de betrokken lidstaten het recht op asiel en het Vluchtelingenverdrag naleven.
De bevoegdheid van de EU voor het voorstel beoordeelt het kabinet positief (Art. 78, lid 3, VWEU). Volgens dit artikel mag de Raad op voorstel van de Europese Commissie noodmaatregelen treffen in het geval dat lidstaten in een noodsituatie terechtkomen door plotselinge toestroom van migranten. Het kabinet vindt dat het artikel van toepassing is op de huidige situatie.
Ook over de subsidiariteit van het voorstel oordeelt het kabinet positief. Het kabinet ziet dat de instroom van migranten een effect heeft op de EU als geheel, en acht daarom EU-maatregelen noodzakelijk. Maatregelen van individuele landen zijn volgens het kabinet onvoldoende, omdat bestaande procedures uit het acquis ontoereikend zijn.
Het kabinet is over de proportionaliteit van het voorstel ook positief. De maatregelen zijn er volgens het kabinet specifiek op gericht lidstaten te helpen om adequaat maar humaan op de situatie te reageren. Daarnaast is de duur van de maatregelen beperkt. Het kabinet benadrukt wel dat dit noodmaatregelen zijn. Dit vindt het kabinet in deze situatie proportioneel, omdat ze als uitzondering tijdelijk worden ingezet, waarbij het Handvest van de Grondrechten van de EU moet worden gerespecteerd.
Volgens het kabinet is er nog geen compleet beeld van de standpunten van de andere lidstaten over het voorstel. Een aantal lidstaten vindt dat het aan de drie betrokken landen is om te bepalen of het voorstel tegemoetkomt aan hun noden. Een enkele lidstaat vindt dat het voorstel niet ver genoeg gaat en wenst meer uitzonderingen op de bestaande regelgeving. Andere lidstaten vinden juist dat het voorstel al te veel uitzonderingen bevat. Het Europees Parlement wordt geraadpleegd in de besluitvormingsprocedure.
Het voorstel heeft als doel Letland, Litouwen en Polen, die zich in een noodsituatie bevinden ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen, te ondersteunen door te voorzien in de maatregelen en operationele steun die nodig zijn om de aankomst van migranten die door Belarus worden ingezet als politiek drukmiddel ("geïnstrumentaliseerd"), te beheren op een humane, ordelijke en waardige wijze en met volledige eerbiediging van de grondrechten.
In het voorstel wordt een noodprocedure vastgesteld voor migratie- en asielbeheer die voorziet in specifieke procedurele bepalingen voor de registratie en indiening van verzoeken om internationale bescherming, langere registratietermijnen en de mogelijkheid om aan de grens of in de transitzone te beslissen over de ontvankelijkheid of de gegrondheid van alle verzoeken, behalve in gevallen waarin geen rekening kan worden gehouden met specifieke kwetsbaarheden. Daarnaast voorziet het voorstel in specifieke bepalingen inzake terugkeer en materiële opvangvoorzieningen, tezamen met een reeks van waarborgen. Verder bevat het voorstel een hoofdstuk over operationele steun met het oog op een mogelijke intensivering van de steun door de EU-agentschappen op verzoek van de drie betrokken lidstaten.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn van tijdelijke, buitengewone en uitzonderlijke aard en zullen grenscontrolemaatregelen aanvullen met specifieke maatregelen op het gebied van asiel en terugkeer. Deze maatregelen moeten gedurende een periode van zes maanden van toepassing zijn, welke periode voldoende wordt geacht om de betrokken lidstaten in staat te stellen de uitzonderlijke situatie doeltreffend te beheren. Vóór het verstrijken van deze termijn van zes maanden zal de Europese Commissie de situatie regelmatig opnieuw beoordelen en kan zij de Raad voorstellen de toepassing van de in dit voorstel vervatte maatregelen te verlengen of in te trekken.
-
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen voorstel Europese Commissie - COM(2021)752
1 december 2021
Volgens de kwartaalrapportage JBZ-dossiers derde kwartaal 2022 kon het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) op 28 januari 2022 geen overeenstemming bereiken over het compromisvoorstel van het Franse voorzitterschap. Het is op dit moment onzeker of het Voorzitterschap een nieuwe onderhandelingsronde over de tekst van het Raadsbesluit zal starten, of dat het ervoor kiest te focussen op de Verordening Aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (zie E210032).
Tijdens de bijeenkomst van 15 en 16 december 2021 (21.501-20, CD) benadrukte de Europese Raad het belang van het effectief beschermen van de buitengrenzen van de EU, met verwijzing naar het voorstel van de Europese Commissie.
Tijdens de JBZ-Raad van 9 en 10 december 2021 (32.317, MQ) lichtte de Europese Commissie het voorstel toe. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomde het voorstel.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Kwartaalrapportage EU-JBZ dossiers derde kwartaal 2022 3 oktober 2022
-
Kwartaalrapportage EU-JBZ dossiers vierde kwartaal 2021 17 februari 2022
-
brief van de ministers van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V inzake verslag JBZ-Raad 9-10 december 2021
Op 25 januari 2022 door de commissies I&A/JBZ en J&V voor kennisgeving aangenomen. 32.317, EK, MQ
17 december 2021 Bevat bijlagen
De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 25 februari 2022 nam de Tsjechische kamer van afgevaardigden een standpunt over het voorstel in. Het standpunt is in het kader van de politieke dialoog verzonden aan de Europese Commissie.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
-
Opinion of the Parliament of the Czech Republic on JOIN(2021)32, COM(2021)752, COM(2021)753, COM(2021)891, COM(2021)890 [en] standpunt nationaal parlement Parlement Tsjechië - 7674/22
25 februari 2022