E220001 - Voorstel voor een richtlijn met het oog op het tegengaan van misbruik door doorstroomvennootschappen op het gebied van belastingen en de aanpassing van de administratieve samenwerkingsrichtlijn
De Europese Commissie wil met dit voorstel voor een richtlijn misbruik van doorstroomvennootschappen tegengaan die inkomsten vanuit de EU doorsluizen naar gebieden met een laag belastingtarief.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
Op 17 mei 2022 nam de commissie de beantwoording van de staatssecretaris voor kennisgeving aan.
Europees
Het Zweeds voorzitterschap streeft ernaar tijdens de Ecofinraad van 16 mei 2023 (21.501-07, FO) een akkoord te bereiken op het voorstel. De besluitvorming vereist unanimiteit in de Raad. Nederland is voornemens in te stemmen met het compromis.
volledige titel
Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van het misbruik van lege vennootschappen voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU
document Europese Commissie
COM(2021)565, d.d. 22 december 2021
rechtsgrondslag
artikel 115 VWEU
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwant dossier
Op 17 mei 2022 nam de commissie de beantwoording van de staatssecretaris voor kennisgeving aan.
Op 29 april 2022 stuurde de staatssecretaris van Financiën een antwoord op de brief van 6 april 2022. Op 6 mei 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (EK, A).
Op 6 april 2022 werd de brief met vragen over de voorstellen verstuurd naar de minister van Financiën.
Op 22 maart 2022 leverde de commissie schriftelijke inbreng naar aanleiding van de richtlijnvoorstellen over doorstroomvennootschappen en het minimumbelastingniveau voor multinationals in de EU (E220002).
Op 8 maart 2022 besloot de commissie schriftelijke inbreng over de richtlijnvoorstellen (zie ook E220002) in te dienen op 22 maart 2022.
Na ontvangst van het BNC-fiche over het voorstel tot een richtlijn op 21 februari 2022 heeft de commissie Financiën op 8 maart 2022 de gelegenheid inbreng voor schriftelijk overleg in te dienen over het voorstel.
Op 18 januari 2022 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen en inbreng te leveren voor schriftelijk overleg wanneer het BNC-fiche de Kamer is toegezonden.
-
-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van Financiën inzake de EU-voorstellen over eerlijke belastingheffing (COM(2021)565 en COM(2021)823)
Op 17 mei 2022 door de commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen. 36.020; 36.075, EK 36.020 / 36.075, A
6 mei 2022 Bevat bijlagen -
-
-
Op 17 maart 2022 heeft de commissie Financiën schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën over het fiche over doorstroomvennootschappen. Op 6 mei 2022 stuurde de staatssecretaris een antwoord en werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (22.112, 3397). Dit is betrokken bij het commissiedebat op 7 december 2022 over het voorstel.
Op 9 maart 2022 besloot de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer in schriftelijk overleg te willen treden met de regering naar aanleiding van het BNC-fiche van de regering over de aanpak van doorstroomvennootschappen.
Op 21 februari 2022 ontving de Eerste Kamer het BNC-fiche (22.112, 3349) met het standpunt van de Nederlandse regering over het richtlijnvoorstel.
De Nederlandse regering vindt het belangrijk om belastingontwijking tegen te gaan en wil in de EU een leidende rol innemen. De regering heeft onderzoek gedaan naar de doorstroompraktijk in Nederland en daaruit bleek dat in de periode tussen 2015 en 2019 er 32 miljard euro doorstroomt naar gebieden waar het laagst wordt belast. De bronbelasting op royalty's en renten, die vanaf 2021 is ingevoerd, zou deze stroom moeten tegengaan. In 2024 wordt deze bronbelasting uitgebreid op dividenden naar laag-belastende gebieden. Daarnaast wil de regering in alle belastingverdragen een zogenoemde Principal Purpose Test (PPT) opnemen om misbruik van het Nederlands verdragennetwerk te voorkomen.
Wat betreft het richtlijnvoorstel is de regering positief over de bevoegdheid van de Commissie en de subsidiariteit van het voorstel. De regering steunt de brede aanpak van de EU om doorstroomvennootschappen tegen te gaan. Daarnaast is zij het eens met de conclusie van de adviescommissie dat de beperkte opbrengst van een grootschalige doorstroompraktijk niet in verhouding staat tot de negatieve effecten voor andere landen en daarmee voor de reputatie van Nederland. Wel heeft de regering nog een aantal vragen/kanttekeningen bij het voorstel:
-
-Hebben de bestaande bepalingen in de bilaterale belastingverdragen tussen EU-lidstaten voldoende grond om verdragsvoordelen aan droomvennootschappen te kunnen ontzeggen, of dienen er nog aanvullende afspraken gemaakt te worden?
-
-Hoe werkt de verdeling van heffingsrechten uit in relatie met gelieerde entiteiten die gevestigd zijn in derde landen?
-
-Is de gestelde termijn voor informatie-uitwisseling van 30 dagen na ontvangst van de aangifte uitvoerbaar?
-
-Is een reactietermijn van uiterlijk 30 dagen uitvoerbaar en noodzakelijk? Gezien betrokken landen ook achteraf de aanslagen van voorgaande jaren kunnen aanpassen, op basis van nieuwe feiten.
-
-Doordat aanpassingen in de aangifte doorgevoerd moeten worden en het nieuwe informatie-uitwisselingskanaal ingericht moet worden vindt de regering het ambitieus om de richtlijn per 1 januari 2024 in werking te laten treden.
-
-De Nederlandse regering wil aandacht vragen voor verbetering van de uitvoerbaarheid van informatie-uitwisseling. Zij zou graag een verlenging van de 30 dagenperiode zien waarbinnen lidstaten de informatie moeten doorsturen. Daarnaast zou meer verantwoordelijkheid gelegd kunnen worden bij de belastingplichtige, door bijvoorbeeld de boetes op non-compliance te verhogen. Verder zal het identificatie- en uitwisselingsysteem gerichter en efficiënter kunnen worden opgezet.
De Europese Commissie wil met dit voorstel voor een richtlijn misbruik van doorstroomvennootschappen tegengaan die inkomsten vanuit de EU doorsluizen naar gebieden met een laag belastingtarief. Om te bepalen of een bedrijf een doorstroomvennootschap is, wil de Commissie criteria opstellen waaraan een bedrijf getoetst kan worden, het zogenaamde gateway criterium:
-
1.Meer dan 75% van de omzet komt uit passieve inkomsten, zoals rente, loyalty of dividend.
-
2.Meer dan 60% van de omzet komt uit grensoverschrijdende transacties of wordt grensoverschrijdend doorbetaald.
-
3.Het dagelijks bestuur en belangrijke besluitvorming zijn uitbesteed aan derden.
Als het bedrijf aan bovenstaande criteria voldoet wordt gekeken naar de fysieke aanwezigheid: bezit of gebruik van een bedrijfsgebouw, actief gebruik van een bankrekening in de EU, of er bevoegde bestuurders aanwezig zijn die de dagelijkse leiding op zich nemen en naar de aanwezigheid van personeel.
Wordt hieraan niet voldaan, dan gaat men er vanuit dat het een doorstroomvennootschap betreft. Een bedrijf kan tegenbewijs aanleveren door te bewijzen dat het toch aan de fysieke aanwezigheid voldoet of kan aantonen dat het geen belasting ontwijkt. Dit wordt getoetst door de belastingautoriteit van de lidstaat waarin het bedrijf zich bevindt. In het geval de verantwoordelijke belastingautoriteit oordeelt dat het bedrijf geen doorstroomvennootschap is, is deze beslissing 6 jaar geldig.
Als een bedrijf als doorstroomvennootschap wordt aangemerkt kan de verantwoordelijke belastingautoriteit ervoor zorgen dat deze entiteit een woonplaatsverklaring wordt geweigerd of dat er een geclausuleerde woonplaatsverklaring wordt afgegeven. Dit houdt in dat dit bedrijf geen recht heeft op verdrags- of richtlijnvoordelen, zodat renten, royalty's en dividenden zonder bronheffing in de EU niet uitbetaald kunnen worden. Ook dient een bedrijf in de belastingaangifte aan te geven dat het een doorstroomvennootschap is. Laat het bedrijf dit na, dan kan een minimumboete van 5% van de omzet opgelegd worden.
Om informatie over doorstroomvennootschappen met andere lidstaten automatisch uit te wisselen, stelt de Europese Commissie een wijziging van de Administratieve Samenwerkingsrichtlijn (DAC) voor. Zodra een bedrijf wordt aangemerkt als doorstroomvennootschap door een belastingautoriteit moet deze informatie binnen 30 dagen via een centrale database met de lidstaten gedeeld worden. Lidstaten hebben ook de mogelijkheid informatie bij andere lidstaten op te vragen over goedgekeurde tegenbewijzen en toegekende vrijstellingen.
De Commissie stelt voor om het voorstel voor een richtlijn vanaf 1 januari 2024 in werking te laten treden. Wetgeving hiervoor dient uiterlijk 30 juni 2023 geïmplementeerd te zijn.
-
Voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU commissievoorstel Europese Commissie - COM(2021)565
22 december 2021 -
Subsidiarity grid bij het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/E [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2021)577
22 december 2021 -
Impact assessment bij het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2021)578
22 december 2021 -
Executive summary of impact assessment bij het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2021)579
22 december 2021
Het Zweeds voorzitterschap streeft ernaar tijdens de Ecofinraad van 16 mei 2023 (21.501-07, FO) een akkoord te bereiken op het voorstel. De besluitvorming vereist unanimiteit in de Raad. Nederland is voornemens in te stemmen met het compromis.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief van de minister van Financiën over geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 mei 2023 21.501-07, EK, FO
8 mei 2023 Bevat bijlage
Tijdens de plenaire zitting op 17 januari 2023 nam het Europees Parlement het voorstel met amendementen aan.
Op 9 december 2022 werd het verslag over het voorstel ingediend voor plenaire behandeling.
Het voorstel werd op 22 december 2021 gepubliceerd en wordt behandeld door de commissie voor Economische en Monetaire Zaken in het Europees Parlement.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2023 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden standpunt EP Europees Parlement - P9_TA(2023)0004
17 januari 2023 -
Report on the proposal for a Council directive laying down rules to prevent the misuse of shell entities for tax purpose [en] verslag Europees Parlement - A9-0293/2022
9 december 2022
Op 30 maart 2022 diende het Zweedse parlement een subsidiariteitsbezwaar in.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.