E220015
Laatste revisie: 07-11-2024

E220015 - Voorstel voor een richtlijn tot bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke procedures



Dit voorstelPDF-document voor een richtlijn beoogt om journalisten en mensenrechtenverdedigers beter te beschermen tegen onrechtmatige gerechtelijke procedures en is een van de maatregelen in het kader van het actieplan voor Europese democratie, dat is gericht op de versterking van de pluriformiteit van de media en de mediavrijheid in de Europese Unie.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 13 september 2022 nam de commissie kennis van het antwoord van de minister en besloot nog geen nadere vragen te stellen.

Europees

Op 27 februari 2024 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan over de richtlijn.


Kerngegevens

volledige titel

Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke procedures (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”)

document Europese Commissie

COM(2022)177PDF-document, d.d. 27 april 2022

rechtsgrondslag

artikel 81, lid 2, VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Op 11 april 2024 werd richtlijn 2024/1069PDF-document gepubliceerd in het Europees Publicatieblad. De richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na publicatie. Lidstaten dienen uiterlijk 7 mei 2016 de richtlijn te implementeren. De implementatie ligt niet op schema.

Bron: kwartaalrapportage derde kwartaal 2024


Behandeling Eerste Kamer

Op 13 september 2022 nam de commissie kennis van het antwoord van de minister en besloot nog geen nadere vragen te stellen.

Op 13 juli 2022 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een antwoord op de brief met vragenvan 21 juni 2022. Op 19 juli 2022 werd het verslag schriftelijk overleg vastgesteld (36.009, D).

De brief met vragen werd op 21 juni 2022 aan de minister van J&V verstuurd.

Op 14 juni 2022 leverde de GroenLinks-fractie (Karimi) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.

Op 3 juni 2022 stuurde het kabinet een BNC-fiche over het voorstel aan de Kamer.

Op 10 mei 2022 besloot de commissie om het voorstel in behandeling te nemen en inbreng te leveren voor schriftelijk overleg wanneer het BNC-fiche is ontvangen.


Behandeling Tweede Kamer

Het BNC-fiche bij het voorstel werd betrokken bij het commissiedebat over de informele JBZ-raad van 11 en 12 juli 2022, dat werd gehouden op 6 juli 2022.


Standpunt Nederlandse regering

Op 3 juni 2022 stuurde het kabinet een BNC-fiche over het voorstel aan de Kamer.

Naar inziens van het kabinet lijkt er op basis van een eerste bespreking brede steun te zijn onder de lidstaten voor de doelstellingen van het voorstel, waarbij een groot aantal lidstaten een studievoorbehoud heeft geplaatst. Wel heeft een aantal lidstaten al zorgen geuit ten aanzien van de noodzaak van het voorstel, het balanceren van de verschillende grondrechten en het ontbreken van een impact assessment. Ook brachten een aantal lidstaten de ruime definities, de onderbouwing van de grensoverschrijdende aspecten en hoe het voorstel kan worden opgenomen in het burgerlijk procesrecht op als aandachtspunten.

Het Europees Parlement heeft het gebruik van SLAPP’s (strategische rechtszaken tegen publieke participatie) om onderzoeksjournalisten en mediakanalen het zwijgen op te leggen of te intimideren veroordeeld.

Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid van het voorstel is positief. Het voorstel is gebaseerd op artikel 81, lid 2, onder f, VWEU. Op grond van dit artikel heeft de EU de bevoegdheid om maatregelen te treffen in het kader van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen. Het kabinet geeft hierbij wel aan dat de definitie van grensoverschrijdende gevolgen in het voorstel ruimer is dan in andere instrumenten op basis van artikel 81, lid 2, VWEU en daardoor een aandachtspunt voor het kabinet is.

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit van het voorstel is positief. Het doel van het voorstel om personen die doelwit zijn van een SLAPP betere bescherming te bieden en om te voorkomen dat het verschijnsel zich verder verspreidt in de EU kan naar inziens van het kabinet beter op EU-niveau worden opgepakt.

Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van het voorstel is positief, met een kanttekening. Het kabinet heeft een positief oordeel ten aanzien van het beoogde doel om aandacht te besteden aan het probleem van grensoverschrijdende SLAPPs, in het bijzonder in lidstaten waarbij SLAPPs veel voorkomen. Voor zover daarvoor ook nodig is om aanpassingen in het burgerlijke procesrecht te bezien ligt de keuze voor een richtlijn naar mening van het kabinet voor de hand. De kanttekening van het kabinet ziet op een aantal inhoudelijke bezwaren tegen de geschiktheid van de gekozen maatregelen in het huidige voorstel waaronder de gekozen afbakening, de definitie van grensoverschrijdendheid en de gekozen procesrechtelijke maatregelen. Die maatregelen kunnen volgens het kabinet nopen tot een ingrijpende wijziging van het procesrecht van de lidstaten voor SLAPP-procedures, terwijl voor het kabinet niet duidelijk is hoe zij bijdragen aan het oplossen van het probleem. Daarmee vraagt het kabinet zich af of het voorstel op deze punten geschikt is om het doel te bereiken.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Dit voorstelPDF-document voor een richtlijn beoogt om journalisten en mensenrechtenverdedigers beter te beschermen tegen onrechtmatige gerechtelijke procedures en is een van de maatregelen in het kader van het actieplan voor Europese democratie, dat is gericht op de versterking van de pluriformiteit van de media en de mediavrijheid in de Europese Unie. Met het voorstel wordt beoogd de doelwitten van SLAPP’s (strategische rechtszaken tegen publieke participatie) te beschermen en te voorkomen dat het verschijnsel zich verder verspreidt in de EU. Door de ontwikkeling van een gemeenschappelijke EU-zienswijze over de kenmerken van SLAPP’s en door het invoeren van procedurele waarborgen wil de Europese Commissie met het voorstel gerechten voorzien van doeltreffende middelen om SLAPP’s aan te pakken en doelwitten voorzien van middelen om zichzelf te verdedigen. De procedurele waarborgen die de Commissie voorstelt zijn van toepassing in gevallen met grensoverschrijdende gevolgen. Een ander doel van het voorstel is het beschermen van EU-burgers en het maatschappelijk middenveld tegen SLAPP’s die in derde landen aanhangig worden gemaakt.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 27 februari 2024 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan over de richtlijn.

Op 13 februari 2024 publiceerde de EPRS een briefingPDF-document over de richtlijn.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Juridische Zaken (JURI) van het Europees Parlement. De commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) is ingesteld als adviescommissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Het voorstel werd op 27 april 2022 gepubliceerd.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen