E230002
  ruit icoon
Laatste revisie: 18-06-2024

E230002 - Voorstel voor een richtlijn betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling



De Europese Commissie doet een voorstel tot herziening van twee bestaande richtlijnen ter versterking van de organen voor gelijke behandeling. Dit zijn openbare instanties die, naast het verlenen van bijstand aan slachtoffers van discriminatie, rapporteren en aanbevelingen doen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 7 maart 2023 besloot de commissie het voorstel voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 29 mei 2024 werden Richtlijn 2024/1499PDF-document en Richtlijn 2024/1500PDF-document gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De lidstaten hebben twee jaar de tijd om de nationale wetgeving aan te passen aan de bepalingen van beide Richtlijnen.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling op het gebied van gelijke behandeling van personen ongeacht hun ras of etnische afstamming, gelijke behandeling van personen in arbeid en beroep ongeacht hun godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, gelijke behandeling van vrouwen en mannen op het gebied van sociale zekerheid en de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, en tot schrapping van artikel 13 van Richtlijn 2000/43/EG en artikel 12 van Richtlijn 2004/113/EG

document Europese Commissie

COM(2022)689PDF-document, d.d. 7 december 2022

rechtsgrondslag

Artikel 19, lid 1 VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Op 29 mei 2024 werden Richtlijn 2024/1499PDF-document en Richtlijn 2024/1500PDF-document gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De lidstaten hebben twee jaar de tijd om de nationale wetgeving aan te passen aan de bepalingen van beide Richtlijnen.


Behandeling Eerste Kamer

Op 7 maart 2023 besloot de commissie het voorstel voor kennisgeving aan te nemen.

Op 31 januari 2023 besprak de commissie het BNC-fiche. Zij besloot 7 maart 2023 gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie.

Op 20 januari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche.

Op 13 december 2022 besloot de commissie het BNC-fiche af te wachten, alvorens te besluiten het voorstel verder in behandeling te nemen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 26 januari 2023 besloot de commissie per e-mailprocedure om af te zien van het behandelvoorbehoud en op 15 februari 2023 inbrengPDF-document te leveren voor schriftelijk overleg met de regering. De brief is verzonden.

Op 20 januari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche.

Op 18 januari 2023 besloot de commissie om na ontvangst van het BNC-fiche per e-mailprocedure te besluiten of zij een behandelvoorbehoud wenst te plaatsen.

Op 22 december 2022 besloot de commissie BiZa de minister van BZK te verzoeken om uiterlijk op 12 januari 2023 een (voorlopige) appreciatie van het BNC-fiche over het voorstel aan de Kamer te sturen, zodat de Kamer het voorstel beter kan beoordelen. In de volgende procedurevergadering bekijkt de commissie of zij een behandelvoorbehoud wil plaatsen bij het voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

Op 20 januari 2023 stuurde het kabinet een BNC-fiche over het voorstel aan de Kamer. Het kabinet steunt het voorstel. Versterking van de onafhankelijkheid en de rol van gelijkebehandelingsinstanties in de EU is volgens het kabinet belangrijk voor de verwezenlijking van Europese kernwaarden. Wel heeft het kabinet een aantal aandachtspunten.

In Nederland is het College voor de Rechten van de Mens (het College) de primaire gelijkebehandelingsinstantie. Het College heeft geen bevoegdheid om te oordelen over Richtlijn 79/7/EEC (gendergelijkheid bij de sociale bescherming), terwijl de voorgestelde richtlijn daar wel op toeziet. De uitbreiding van het wettelijk kader en daarmee de bevoegdheid van het College zal door het kabinet moeten worden beoordeeld. Ook zal het kabinet nagaan of voorgestelde richtlijn van toepassing is op antidiscriminatiebureaus en welke impact dit heeft. Ten slotte geeft het kabinet aan dat ook de Raad van Europa standaarden heeft uitgebracht voor gelijkebehandelingsinstanties. Het kabinet zal vragen stellen aan de Commissie om zeker te zijn dat het voorstel met deze standaarden in overeenstemming is.

De bevoegdheid van de EU voor het voorstel beoordeelt het kabinet positief. Het voorstel is gebaseerd op artikel 19, lid 1, dat de EU de bevoegdheid geeft tot het aannemen van passende maatregelen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag.

Ook de subsidiariteit van het voorstel wordt als positief beoordeeld. Op dit moment bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de gelijke behandelingsinstanties van de lidstaten, en daarom vindt het kabinet optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.

Het oordeel van het kabinet over de proportionaliteit is eveneens positief. Het voorgestelde optreden gaat volgens het kabinet niet verder dan noodzakelijk, omdat er naar inziens van het kabinet nog voldoende ruimte overblijft voor lidstaten om te bepalen hoe de voorgestelde maatregelen worden geïmplementeerd.

Het kabinet verwacht dat er onder EU-lidstaten steun is voor het voorstel. Het Europees Parlement had op het moment van schrijven van de appreciatie nog geen positie ingenomen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het voorstelPDF-document is op 7 december 2022 gepubliceerd.

De Europese Commissie doet een voorstel tot herziening van twee bestaande richtlijnen ter versterking van de organen voor gelijke behandeling. Dit zijn openbare instanties die, naast het verlenen van bijstand aan slachtoffers van discriminatie, rapporteren en aanbevelingen doen. Lidstaten zijn verplicht op grond van EU-recht om organen voor gelijke behandeling te hebben. De organen bekomen hun bevoegdheden door verschillende richtlijnen. De twee richtlijnen zijn identiek, maar zijn gebaseerd op verschillende rechtsgrondslagen met verschillende goedkeuringsprocedures.

In 2018 heeft de Europese Commissie een niet-bindende aanbeveling gedaan met de bedoeling om de organen voor gelijke behandeling te versterken. Deze aanbeveling is echter slechts door enkele lidstaten doorgevoerd in het nationale beleid. Door de aanhoudende hoeveelheid discriminatie en het feit dat een meerderheid van de belanghebbenden bij de openbare raadpleging in maart 2022 positief stond tegenover aanvullende EU-regels, stelt de Europese Commissie nu deze herziening van de richtlijnen voor.

De nieuw opgenomen regels in de voorgestelde richtlijnen moeten zorgen voor versterking van de onafhankelijkheid en de rol van de organen.

Zo zullen de organen meer bevoegdheden hebben in geval discriminatie wordt vastgesteld. Ook zullen de organen bevoegdheden hebben met betrekking tot eerdere richtlijnen inzake discriminatie bij arbeid, beroep en sociale zekerheid. In kader van de onafhankelijkheid wordt het wettelijk verplicht dat de organen vrij zijn van invloed van buitenaf. De diensten van de organen moeten gratis en toegankelijk zijn voor iedereen. Ook zijn de lidstaten verplicht om de organen over voldoende middelen te laten beschikken. Overheidsinstellingen zijn verplicht om tijdig advies te vragen aan de organen en hun advies in overweging te nemen bij beslissingen omtrent discriminatie en gelijke behandeling. De lidstaten en organen voor gelijke behandeling zullen zich inzetten voor bewustmaking rondom discriminatie en gelijkheid. De organen zullen verslagen uitbrengen en aanbevelingen doen. Ten slotte, zal de Europese Commissie om de vijf jaar verslag uitbrengen over de stand van zaken van de organen voor gelijke behandeling in de lidstaten.


Behandeling Raad

Op 20 februari stemde de Raad in met het voorlopig akkoord van 12 december 2023.

Op 12 december 2023 bereikten de Europese Instellingen een voorlopig akkoord op het voorstel.

Op 12 juni 2023 bereikte de Raad een algemene oriëntatie op het voorstel.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 10 april 2024 stemde het Europees Parlement in met het voorlopig akkoord van 12 december 2023 over beide richtlijnvoorstellen.

Op 12 december 2023 bereikten de Europese Instellingen een voorlopig akkoord op de voorstellen.

De commissie Vrouwenrechten en gendergelijkheid (FEMM) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies Interne markt en consumentenbescherming (IMCO), Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) en Werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) zijn aangesteld als adviescommissies.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling EESC

Op 25 mei 2023 publiceerde het Europees Economisch en Sociaal Comité een adviesPDF-document over het voorstel.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar was op 28 februari 2023.

Op 15 maart 2023 nam de commissie Europese Zaken van de Italiaanse Senaat een resolutiePDF-document aan over het voorstel. Deze is in het kader van de politieke dialoog gedeeld met de Europese Commissie.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 2 februari 2023 publiceerde de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een adviesPDF-document over het voorstel.


Alle bronnen