E230003
  rondje   ruit icoon
Laatste revisie: 01-03-2024

E230003 - Voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming



Dit voorstel van de Europese Commissie heeft als doel het internationaal privaatrecht inzake afstamming op EU-niveau te harmoniseren.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Op 12 september 2023 besprak de commissie de brief van de minister voor Rechtsbescherming van 4 september. Zij besloot de brief voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 14 december 2023 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan waarmee het heeft ingestemd met het voorstel met enige amendementen. Gezien dit voorstel onder de consultatieprocedure valt, zijn er geen trilogen vereist. De behandeling zal verdergaan in de Raad.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming

document Europese Commissie

COM(2022)695PDF-document, d.d. 7 december 2022

rechtsgrondslag

Artikel 81, lid 3, VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Eerste Kamer

Op 12 september 2023 besprak de commissie de brief van de minister voor Rechtsbescherming van 4 september. Zij besloot de brief voor kennisgeving aan te nemen.

Op 4 september 2023 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een antwoord op de brief van 18 juli 2023. Op 7 september 2023 werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, D) vastgesteld.

Op 18 juli 2023 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister voor Rechtsbescherming.

Op 11 juli 2023 leverde de fractie van PVV inbreng voor nader schriftelijk overleg. De BBB en SGP sloten zich aan bij de vragen.

Op 27 juni 2023 besloot de commissie inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 11 juli 2023.

Op 12 juni 2023 stuurde de Europese Commssie een antwoord (EK, C) op de brief met vragen van 24 maart 2023.

Op 9 mei 2023 besloot de commissie het verslag van een schriftelijk overleg te bespreken wanneer de Europese Commissie een antwoord heeft gestuurd op de vragen van 24 maart 2023.

Op 24 april 2023 stuurde de minister voor Rechtsbescherming een antwoord op de brief van 22 maart 2023. Op 25 april 2023 werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) vastgesteld.

Op 24 maart 2023 is de brief met vragen (EK, A) verstuurd aan de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog.

Op 22 maart 2023 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Op 14 maart 2023 leverden de fracties van PVV en SGP inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en de Europese Commissie.

Op 14 februari 2023 besloten de commissies I&A/JBZ en J&V het voorstel in behandeling te nemen en in maart 2023 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg. De commissies besluiten de verdere behandeling van dit voorstel over te dragen aan de commissie J&V.

Op 3 februari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche met het standpunt van de Nederlandse regering over het voorstel.

Op 20 december 2022 besloten de commissies I&A/JBZ en J&V het voorstel in behandeling te nemen en opnieuw voor procedure te agenderen na ontvangst van het bijbehorende BNC-fiche.


Behandeling Tweede Kamer

Op 21 februari 2023 leverde de commissie J&V inbreng voor schriftelijk overleg over het BNC-fiche. Op 23 februari 2023 is de brief verstuurd en de minister voor Rechtsbescherming stuurde op 24 april 2023 een antwoord. Het verslag van een schriftelijk overleg (22.112, 3657) werd vastgesteld op 25 april 2023. Op 17 mei 2023 nam de commissie het verslag van een schriftelijk overleg voor kennisgeving aan.


Standpunt Nederlandse regering

Op 3 februari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche met daarin het standpunt van de regering over het voorstel. Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie. Voor het kabinet is het niet acceptabel wanneer een kind bij het passeren van de grens van een EU-lidstaat (één van) de ouders verliest. Wel kijkt het kabinet nog kritisch naar een aantal aspecten van het voorstel.

Volgens het kabinet is het wellicht niet noodzakelijk om Europees te regelen welke rechter bevoegd is voor de erkenning van ouderschap ontstaan in het buitenland, of welk nationaal recht de afstamming bepaalt. Het kabinet staat wel open voor Europese regels, mocht dit bijdragen aan de verbetering van ouderschapserkenning. Belangrijk aandachtspunt bij de onderhandelingen voor Nederland is ook de verhouding van de regeling voor toepasselijk recht op de afstamming tot de Nederlandse regeling, en de daarin opgenomen waarborgen voor de bescherming van de positie van kind en geboortemoeder.

Het kabinet oordeelt positief over de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel. Op grond van artikel 81, lid 3, VWEU kan de EU maatregelen vaststellen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Volgens het kabinet vormen de verschillen in afstammingsrecht op dit moment een obstakel voor het vrije verkeer van personen in de EU, en kan dit niet op nationaal niveau worden opgelost. Om die reden is EU-optreden volgens het kabinet gerechtvaardigd. Daarvoor is volgens het kabinet het voorgestelde optreden geschikt. Dit gaat voor het kabinet niet verder dan noodzakelijk. Aandachtspunt voor het kabinet is wel of uniforme, Europese regeling van rechtsmacht en toepasselijk recht noodzakelijk is.

Het kabinet schat in dat een meerderheid van de EU-landen voorstander is van het voorstel. Er zijn wel EU-landen waar draagmoederschap verboden is, of waar bezwaren zijn tegen de erkenning van ouderschap van paren van gelijk geslacht of andere regenbooggezinnen. Gelet op het unanimiteitsvereiste vormt dit een serieus obstakel voor de totstandkoming van een verordening. Op 10 januari 2023 is het voorstel ter consultatie voorgelegd aan het Europees Parlement. Een standpunt wordt twee tot drie maanden na toezending verwacht.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het voorstelPDF-document werd op 7 december 2022 gepubliceerd.

Het staat EU-burgers vrij om in de verschillende EU-lidstaten te werken of verblijven. De motieven om naar een ander EU-land te gaan, kunnen verschillen; reizen, verhuizen, vastgoed kopen, et cetera. Het EU-recht regelt dat de in een lidstaat vastgestelde afstamming van een EU-burger in alle andere lidstaten moet worden onderkend. Op dit moment hebben de lidstaten op nationaal niveau echter nog elk hun eigen wetgeving betreffende de erkenning van afstamming.

Doordat de nationale wetgeving en het EU-recht nog niet overeenkomen, kunnen problemen ontstaan wanneer een gezin zich in een grensoverschrijdende situatie bevindt. Rechten kunnen verloren gaan die het op grond van de afstamming aan het nationale recht ontleent. Als de afstamming niet wordt erkend door een lidstaat, worden de grondrechten van kinderen bedreigd. Administratieve en juridische procedures om de afstamming toch erkend te laten verklaren, leiden tot onzekerheid en kosten veel tijd en geld.

Dit vormt de aanleiding voor de Europese Commissie tot het onderhavige verordeningsvoorstel. Het voorstel heeft als doel het internationaal privaatrecht inzake afstamming op EU-niveau te harmoniseren.

De verordening zou ervoor zorgen dat specifieke gerechten van lidstaten worden vastgesteld die bevoegd zijn om te oordelen in zaken aangaande afstemming. Naast de aanwijzing van de bevoegde rechters bevat het voorstel ook een aanwijzing van het toepasselijk recht. De afstamming van het kind wordt doorgaans bepaald aan de hand van de verblijfplaats van de moeder bij de bevalling. Wanneer deze regel ervoor zorgt dat de afstamming voor slechts één ouder kan worden vastgesteld, zorgen alternatieve opties in de aanwijzing ervoor dat ook de afstamming ten aanzien van de andere ouder kan worden vastgesteld. Bovendien zou de verordening voorzien in regels voor de erkenning van de afstamming. Aan de hand van rechterlijke beslissingen en authentieke akten moet in beginsel in elke lidstaat de eerder bepaalde afstamming worden erkend, zonder dat hiervoor een extra procedure benodigd is. Ten slotte zouden kinderen een geharmoniseerd Europees modelcertificaat van afstamming kunnen aanvragen bij de lidstaat die hun afstamming heeft vastgesteld. Hierdoor kan de afstamming makkelijk in de andere lidstaten worden aangetoond.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 14 december 2023 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan waarmee het heeft ingestemd met het voorstel met enige amendementen. Gezien dit voorstel onder de consultatieprocedure valt, zijn er geen trilogen vereist.

Op 7 november 2023 stemde de commissie JURI in met het vaststellen van de positie. Het verslagPDF-document staat gepland voor plenaire behandeling op 11 december 2023.

Op 15 juni 2023 bracht de commissie JURI het ontwerpverslagPDF-document uit over het voorstel.

De commissie Juridische zaken (JURI) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies Vrouwenrechten en gendergelijkheid (FEMM) en Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) zijn aangesteld als adviescommissies.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 28 augustus 2023 nam de Roemeense Senaat een standpuntPDF-document in over het voorstel.

Op 30 maart 2023 nam de Tsjechische Senaat een standpuntPDF-document in over het voorstel.

Op 22 maart 2023 bracht de Franse Senaat een oordeelPDF-document uit over het voorstel.

Op 14 maart 2023 oordeelde de Italiaanse SenaatPDF-document dat het voorstel niet in lijn is met het subsidiariteits- en het proportionaliteitsprincipe.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is op 23 maart 2023.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 26 januari 2023 publiceerde de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) een adviesPDF-document over het voorstel.


Alle bronnen