Eerste Kamer gaat Europees beleid op de voet volgen



Met ingang van het nieuwe parlementaire jaar (2009-2010) gaan de vaste commissies van de Eerste Kamer voorstellen van de Europese Commissie op de voet volgen. Dit geldt ook voor beleidsinitiatieven van de Europese Raad. Wanneer een Kamercommissie een behandeling van zo'n voorstel in de Senaat wenselijk vindt, kan zij dit voortaan agenderen zonder tussenkomst van de Kamercommissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO). De beleidsverantwoordelijke commissies dragen daarmee de volledige verantwoordelijkheid voor de toetsing van Europese voorstellen.

Met deze werkwijze, waartoe de Eerste Kamer in juni unaniem heeft besloten, bereidt de Senaat zich voor op het Verdrag van Lissabon dat na ratificatie door alle lidstaten van kracht zal worden. Het Verdrag geeft een grotere rol aan beide Kamers van de Staten-Generaal bij het toetsen en daarmee beïnvloeden van Europese voorstellen zowel initiatieven van de Europese Commissie als die van de Europese Raad, waarin regeringsleiders en vakministers de aanzetten geven voor nieuw beleid.

De Eerste Kamer heeft haar constitutionele rol en haar ambities bij de beïnvloeding van het Europees beleid in het afgelopen jaar zorgvuldig gewogen. De uitkomst van deze reflectie, waarbij tevens gebruik is gemaakt van een advies van het Instituut voor staats- en bestuursrecht onder redactie van prof. mr. H.R.B.M. Kummeling, is gebaseerd op het uitgangspunt van een complementaire rol van de Eerste en de Tweede Kamer, in het belang van een zo krachtig mogelijke inbreng van het Nederlands parlement. Nieuw is dat de vaste commissies van de Eerste Kamer tijdig en proactief Europese dossiers in behandeling zullen nemen, zonder eerst een standpunt van de Nederlandse regering af te wachten.

Met deze werkwijze benut de Eerste Kamer, evenals andere senaten in de Europese Unie, de beïnvloedingsmogelijkheden die het Verdrag van Lissabon toekent aan de nationale parlementen. Door de keuze voor een selectieve behandeling van Europese dossiers, waar mogelijk in samenspraak met de Tweede Kamer, voorkomt de Eerste Kamer dat haar nieuw gekozen rol in het toezicht op de Europese beleidsvorming in strijd zou zijn met de uitgangspunten van het geschreven en ongeschreven staatsrecht.

De werkwijze van de Eerste Kamer inzake Europese beleidsvoorstellen is nauwkeurig beschreven in een brief die Voorzitter Timmerman-Buck op 15 juni 2009 heeft verzonden aan Voorzitter Verbeet van de Tweede Kamer. In deze brief is eveneens een aantal voorstellen uitgewerkt voor nauwe samenwerking tussen beide Kamer van de Staten-Generaal bij het vroegtijdig signaleren, bespreken en actief beïnvloeden van voorstellen van de EuropeseCommissie en Europese Raad.

Lees meer:

- Brief van Voorzitter Timmerman-Buck van de Eerste Kamer (d.d. 15 juni 2009)

- Rapport van het Instituut voor staats- en bestuursrecht, onder redactie van professor mr. H.R.B.M. Kummeling (d.d. februari 2009)

- ToespraakPDF-document van Voorzitter Timmerman-Buck tijdens een ontmoeting met de Nederlandse afvaardiging in het Europees Parlement (d.d. 8 september 2009)


Deel dit item: