De Eerste Kamer heeft dinsdag 10 februari gedebatteerd met minister Kamp van Economische Zaken over de implementatie van een Europese richtlijn voor energie-efficiëntie. Het doel van de richtlijn is het behalen van het Europese streefdoel van 20% energiebesparing op het energieverbruik in 2020 ten opzichte van het verbruik in 2010. De richtlijn schrijft maatregelen voor om het energieverbruik van overheid, burgers en bedrijven terug te dringen, die moeten worden geïmplementeerd in nationale wetgeving, overheidsbeleid of door middel van feitelijk handelen. Dinsdag 24 februari 2015 wordt over het wetsvoorstel gestemd.
Alleen op vrijwillige basis
Senator Van Beek (PVV) stelde in het debat dat de discussie over milieuproblematiek alleen in wereldwijd verband besproken en opgelost kan worden; anders zijn alle maatregelen tevergeefs. Alternatieve, duurzame energiebronnen worden al jaren zwaar gesubsidieerd, maar hebben vooralsnog weinig terrein gewonnen. De senator stelde dat de Europese richtlijn veel verplichtingen oplegt aan lidstaten. Energiebesparing is volgens van Beek weliswaar van groot belang, maar moet op vrijwillige basis en zonder overheidsdwang gebeuren. De senator noemde de implementatie van de EU-richtlijn "onnodig, te duur en te verplichtend".
Win-win-win
Senator Vos (GroenLinks) noemde energiebesparing een win-win-win-situatie. Het zorgt voor minder uitstoot van broeikasgassen, bespaart grondstoffen en bespaart bovendien kosten. Volgens senator Vos is het Energieakkoord het belangrijkste wapen in de uitvoering van de richtlijn. Zij vroeg waar de minister de verwachting op baseert dat de doelstelling van 2020 wordt gehaald met de huidige maatregelen. Zij vroeg ook of de minister bereid is om het systeem van de Energiebesparing Keuring verplicht te stellen en welke maatregelen er komen voor de handhaving van het MEE-convenant. Volgens Vos zijn de CO2-prijzen veel te laag en is er een enorm overschot aan emissierechten. Zij pleitte ervoor dat de gasbehoefte in Nederland flink omlaag gaat, dat er wordt doorgezet met energiebesparing in woningen en gebouwen en dat er een fundamentele herziening komt van het systeem van energiebelastingen.
2020-doelen behalen
Senator Koning (PvdA) stelde dat het voor haar fractie van groot belang is dat de 2020-doelen worden gehaald. De recente situatie in Groningen is des te meer reden om te werken aan duurzame energieopwekking. Koning vroeg naar het aantal overtredingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer, aangezien het vermoeden bestaat dat deze niet wordt nageleefd. Koning bepleitte in dit kader verplichte energie-audits. Zij vroeg ook of de minister de resultaten meeneemt van de studie naar het potentieel voor de toepassing van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming.
Marges aanhouden en doelen definiëren
Senator Reuten (SP) bepleitte het grootschalig investeren in circulaire energieopwekking. Ook stelde hij dat het kabinet er goed aan zou doen om ruime positieve marges aan te houden in de richtlijndoelstellingen. Reuten stelde dat uit de Nationale Energieverkenning van oktober 2014 blijkt dat de beoogde doelstellingen van 14 % hernieuwbare energie in 2020 en 16 % in 2030 niet worden gehaald. Hij vroeg de minister om jaardoelen te definiëren en het parlement jaarlijks te informeren in hoeverre deze gehaald zijn. Ook vroeg de senator waarom het doel van energiebesparing en het politiek instrumentarium niet in het wetsvoorstel heeft opgenomen. De senator vroeg tot slot naar de inwerkingtreding van de verschillende onderdelen van het wetsvoorstel.
Afspraken nakomen
Senator Van Boxtel (D66) betoogde dat het van belang is dat het kabinet zich aan de afspraken rondom energiebesparing houdt. Alleen zo kunnen de gevolgen van klimaatverandering worden beperkt en de energieafhankelijkheid van instabiele energieleveranciers worden verminderd. Hoewel de EU nog steeds top 3 uitstoters van CO2 is, begint energiebeleid langzaamaan vruchten af te werpen. Nederland ligt volgens Van Boxtel op dit gebied helaas ver achter en is ver verwijderd van het halen van de 2020-doelen. Het Energieakkoord biedt onvoldoende mogelijkheden om de besparingsdoeleinden te halen en moet worden aangevuld met extra maatregelen, aldus de senator.
Haalbare energiedoelstellingen
Minister Kamp (Economische Zaken) merkte op dat er in Nederland vrij veel energievoorzieningen zijn waar ernstige bezwaren tegen zijn, maar dat er tegelijkertijd wordt geëist dat er doelstellingen worden gehaald. Hij betwistte echter dat de Nederlandse inzet op duurzame energie weinig effect heeft. De afspraken uit het Energieakkoord worden volgens minister Kamp zo snel en zo goed mogelijk uitgevoerd. Er worden tussentijds geen extra maatregelen genomen. Wel worden de maatregelen uit het akkoord geëvalueerd en daarna bijgesteld als blijkt dat de beoogde resultaten niet worden gehaald. Hiervoor moet volgens de minister uit de kast worden gehaald, maar zoals het er nu voorstaat is er geen reden om te twijfelen of de doelstellingen haalbaar zijn. In de Nationale Energieverkenning worden geen maatregelen meegenomen die niet wettelijk zijn vastgelegd, dus deze is niet altijd een goede indicatie van de haalbaarheid van de doelstellingen.
Kamp betoogde dat consumenten zoveel mogelijk worden ontzorgd en voorgelicht over energiebesparende maatregelen. Het Energie-label is inderdaad nog niet volmaakt, maar is in ieder geval een stap in de goede richting. De handhaving van de energie-audits wordt meegenomen in de Energieverkenning 2016. De minister zegde toe om in de volgende Nationale Energieverkenning ook (voorgenomen) beleid mee te nemen dat niet wettelijk is vastgelegd.
Kamp stelde verder dat het uitgesloten is dat er 'verkiezingsstuntjes' worden uitgehaald ten aanzien van de gaswinning in Groningen. Er wordt volgens de minister met de hoogst mogelijke zorgvuldigheid gezocht naar een goede balans tussen veiligheid en leveringszekerheid. De aardgaswinning is substantieel teruggeschroefd en wordt per 1 januari 2016 opnieuw kritisch onder de loep genomen.
Deel dit item: