Op 12 april 2022 stuurden de leden van de commissies Justitie en Veiligheid (J&V), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van de Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) van de Eerste Kamer een brief aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (J&V) over het voorstel voor de verlenging van het digitaal EU-COVID-certificaat (DCC).
Het DCC is een digitaal vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voor EU-burgers waarmee de Europese Unie het vrije verkeer van personen tijdens de COVID-pandemie wil mogelijk maken. De DCC-Verordening is op 14 juni 2021 vastgesteld, maar verloopt op 30 juni 2022. Volgens de Europese Commissie is het mogelijk dat EU-landen ook na 30 juni 2022 het DCC nog nodig hebben. Daarom stelde zij op 3 februari 2022 voor om de Verordening met een jaar te verlengen (COM(2022)50), tot 30 juni 2023.
Daarnaast stelt de Europese Commissie een aantal inhoudelijke wijzigingen voor, zoals testcertificaten afgeven op basis van hoogkwalitatieve antigeentests die in een laboratorium worden geëvalueerd. Zo kunnen meer verschillende soorten tests worden gebruikt wanneer er veel vraag is naar COVID-19-tests.
Het kabinet laat in de kabinetsappreciatie over het voorstel weten dat het zich kan vinden in de verlenging van de Verordening, omdat het volgens het kabinet niet te voorspellen is hoe de epidemie zich verder zal ontwikkelen. Daarom moeten volgens het kabinet zekerheidshalve middelen die de verspreiding van het virus tegengaan beschikbaar blijven. Wel moeten de middelen in de Verordening alleen worden ingezet als dit noodzakelijk en proportioneel is, aldus het kabinet.
De fracties van PVV, ChristenUnie en PvdD stellen naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie en het standpunt van het kabinet vragen aan de regering. De PVV-fractie vraagt onder meer welke waarborgen er zijn dat de European Digital Identity (eID) niet gekoppeld gaat worden aan het DCC. De fractie van de ChristenUnie stelt vragen over de verwerking in de verschillende EU-lidstaten van persoonsgegevens die in het DCC zijn opgenomen. De fractie van PvdD vraagt, mede namens de Fractie-Otten, onder andere wat er in de DCC-Verordening is geregeld omtrent de positie van reizigers die op medische of levensbeschouwelijke gronden niet gevaccineerd zijn. De Kamercommissies verwachten voor 8 mei 2022 een reactie van de regering op de brief.
De onderhandelaars van de EU-lidstaten bereikten op 11 maart 2022 overeenstemming over het voorstel. De Raad kan nu de onderhandelingen met het Europees Parlement starten. Het Europees Parlement heeft nog geen positie ingenomen. De commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement bracht op 18 maart 2022 een ontwerpverslag uit over het voorstel.
De Raad en het Europees Parlement moeten het onderling eens worden voordat het DCC daadwerkelijk verlengd en gewijzigd kan worden.
Voor meer informatie:
Deel dit item: