Antwoord op nadere vragen Europese Digitale Identiteit



Op 12 april 2022 besprak de commissie van Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/ Algemene Zaken (BiZa/AZ) de antwoorden van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op nadere vragen over het voorstel voor een Europese Digitale Identiteit.

Op 23 december 2021 stelden de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk, en de leden van de PVV en de PvdD nadere vragen naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van BZK van 29 november 2021 met antwoorden op eerder gestelde vragen door de commissie BiZa/AZ. De fracties van GroenLinks en PvdA wilden onder andere weten of de uitwisselbaarheid van toelating betekent, dat in de Europese verordening alle in de lidstaten toegelaten inlogmiddelen toegang moeten geven tot overheidsdiensten. De leden van de PVV vroegen de staatssecretaris onder meer hoe het antwoord van de staatssecretaris van 29 november 2021, dat de Europese digitale identiteit niet gericht is op medische gegevens, zich verhoudt tot de door de Europese Commissie aangeduide 'medical certificates'. De leden van de PvdD wilden van de staatssecretaris een reactie op het artikel van Follow the Money 'Wetenschappers waarschuwen voor een nieuwe digitale identiteit'.

De staatssecretaris stuurde op 7 april 2022 haar antwoorden op de nadere vragen. De staatssecretaris gaf onder meer aan dat de verordening uitgaat van het principe van wederzijdse erkenning. Dit houdt in dat gecertificeerde inlogmiddelen van andere lidstaten in de hele EU gebruikt moeten kunnen worden bij alle diensten, zowel publieke als private, die onder de verordening vallen. Volgens de staatssecretaris beoogt de verordening ook dat burgers de digitale wallet kunnen gebruiken om zich veilig en betrouwbaar te kunnen identificeren in verschillende sectoren, waaronder de gezondheidszorg. Daarbij gaf zij aan dat het aan de lidstaten zelf is om te bepalen of medische gegevens opgenomen kunnen worden in de minimale lijst van attributen die bij het voorstel is meegenomen of in de nationale wallet. Op verzoek van de leden van de PvdD reageerde de staatssecretaris op het nieuwsbericht van Follow the Money. Zij antwoordde dat de kern van het nieuwsbericht omvatte dat persoonsgegevens van burgers geen handelswaar mogen zijn van aanbieders van digitale identiteitsmiddelen. Zij gaf aan dat er in de Wet digitale overheid en in de herziening van de Europese digitale identiteit afdoende waarborgen hiervoor getroffen zijn. Zo mogen gebruikersgegevens niet gebruikt worden voor andere doeleinde dan voor de veilige uitgifte van inlogmiddelen en het inloggen daarmee.

Op 12 april 2022 heeft de commissie BiZa/AZ in haar commissievergadering besloten het antwoord van de staatssecretaris voor kennisgeving aan te nemen en het desgewenst te betrekken bij een gesprek met de staatssecretaris van BZK.

Meer over de Europese Digitale Identiteit:


Deel dit item: