Maandag 25 april ontvingen de Staten-Generaal president Šefik Džaferović van Bosnië en Herzegovina. Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn en Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp heetten de president welkom in het gebouw van de Eerste Kamer.
In zijn welkomstwoord ging de Voorzitter van de Eerste Kamer in op de diplomatieke relaties tussen beide landen, die dit jaar 30 jaar bestaan. Daarnaast benoemde hij de verschrikkelijke genocide in Srebrenica in 1995; voor beide landen een zwarte pagina in de geschiedenis. De Voorzitter uitte zijn medeleven met de families van de slachtoffers.
De Voorzitter van de Tweede Kamer verwees naar het recente bezoek van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken aan Bosnië en Herzegovina en de relatie tussen beide landen. Hierna gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek. Aan de orde kwamen onder andere de oorlog in Oekraïne en de impact die dit op beide landen heeft.
Sinds oktober 1996 wordt het presidentschap van Bosnië en Herzegovina gevormd door drie leden: een Bosniak, een Kroaat en een Serviër. Gezamenlijk dienen zij een termijn van vier jaar. Het voorzitterschap van het presidentschap rouleert elke acht maanden tussen de drie leden.
Sinds november 2018 bestaat dit drie-presidentschap uit Šefik Džaferović (Bosniakse afgevaardigde), Željko Komšić (Kroatische afgevaardigde) en Milorad Dodik (Servische afgevaardigde).
Deel dit item: