De minister van Justitie en Veiligheid (J&V) heeft vragen van de Eerste Kamer over het digitaal EU-COVID-certificaat (DCC) beantwoord. Het DCC is een digitaal vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voor EU-burgers waarmee de Europese Unie het vrije verkeer van personen tijdens de COVID-pandemie wil mogelijk maken.
De fracties van PVV, ChristenUnie en Partij voor de Dieren stelden naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie en het standpunt van het kabinet vragen aan de regering. De PVV-fractie stelde onder andere een vraag over het verband met de European Digital Identity (eID), de ChristenUnie vroeg welke gegevens lidstaten mogen verwerken en de Partij voor de Dieren had vragen over de positie van reizigers die op medische of levensbeschouwelijke gronden niet gevaccineerd zijn.
De minister antwoordt dat "het DCC enkel ingezet wordt in het kader van de huidige COVID-19 pandemie" en losstaat van de Europese Digitale Identiteit, dat de huidige eIDAS-Verordening herziet. Verder geeft de minister aan dat de AVG van toepassing is op de persoonsgegevens die in het DCC zijn opgenomen. Dit betekent dat de gegevens niet mogen worden opgeslagen of gebruikt voor andere doeleinden dan verificatie van het DCC. Ook antwoordt de minister dat de verordening "niet kan worden uitgelegd als een vaststelling van een recht of een verplichting om zich te laten vaccineren." Personen die niet zijn gevaccineerd, bijvoorbeeld om medische redenen, kunnen ook hun coronastatus aantonen met behulp van een test- of herstelbewijs.
Procedure
De commissies Justitie en Veiligheid (J&V), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) stelden op 12 april 2022 vragen aan de regering over het EU-voorstel om de Verordening betreffende het digitaal EU-COVID-certificaat te wijzigen en te verlengen tot 30 juni 2023. Op 16 mei 2022 stuurde de minister van J&V een antwoord.
De commissies bespraken het antwoord van de minister op 24 mei 2022 en besloten nadere vragen te stellen aan de regering. Op 7 juni 2022 leveren de commissies inbreng voor nader schriftelijk overleg. Daarna zal de brief met nadere vragen worden verstuurd.
Voordat het DCC daadwerkelijk verlengd en gewijzigd kan worden, moeten de Raad van ministers en het Europees Parlement het onderling eens worden. De onderhandelaars van de EU-lidstaten bereikten op 11 maart 2022 overeenstemming over het voorstel. De Raad kan nu de onderhandelingen met het Europees Parlement starten. Het Europees Parlement heeft nog geen positie ingenomen. De commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement bracht op 18 maart 2022 een ontwerpverslag uit over het voorstel.
Over het DCC
Het DCC is een digitaal vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voor EU-burgers waarmee de Europese Unie het vrije verkeer van personen tijdens de COVID-pandemie wil mogelijk maken. De DCC-Verordening is op 14 juni 2021 vastgesteld, maar verloopt op 30 juni 2022. Volgens de Europese Commissie is het mogelijk dat EU-landen ook na 30 juni 2022 het DCC nog nodig hebben. Daarom stelde zij op 3 februari 2022 voor om de Verordening met een jaar te verlengen (COM(2022)50), tot 30 juni 2023.
Daarnaast stelt de Europese Commissie een aantal inhoudelijke wijzigingen voor, zoals testcertificaten afgeven op basis van hoogkwalitatieve antigeentests die in een laboratorium worden geëvalueerd. Zo kunnen meer verschillende soorten tests worden gebruikt wanneer er veel vraag is naar COVID-19-tests.
Lees meer in het Edossier:
Deel dit item: