Beantwoording vragen EU-voorstel dataverordening



De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben vragen beantwoord van de commissie Justitie en Veiligheid (J&V) van de Eerste Kamer over de dataverordening. De commissie stelde op 7 juni 2022 vragen aan de regering over dit EU-voorstel. De brief bevatte vragen van fractieleden van GroenLinks, PvdA, SP en PvdD gezamenlijk en van de leden van de fracties van de PVV en van de ChristenUnie. De vragen zijn op 12 juli 2022 beantwoord.

Vragen van de fracties en antwoorden regering

De fracties van GroenLinks, PvdA, SP en PvdD vroegen onder meer welke risico's de regering ziet in de keuze van de Europese Commissie om bedrijven standaard toegang te bieden tot de niet-persoonlijke data van gebruikers. De minister van EZK en de staatssecretaris van BZK antwoordden dat het voorstel voor een dataverordening bedrijven niet standaard toegang geeft tot data van gebruikers. Dit kan alleen op verzoek van de gebruiker. Bedrijven mogen deze data ook alleen gebruiken voor het specifieke met de gebruiker overeengekomen doel. Verder geven de minister en staatssecretaris aan dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) onverminderd van kracht blijft op de verwerking van persoonsgegevens. Wel vindt het kabinet dat de verhouding tussen de AVG en de dataverordening verder verduidelijkt moet worden.

De leden van de PVV-fractie vroegen hoe voorkomen wordt dat er door bijvoorbeeld overheidsinstanties een bepaalde invulling wordt gegeven aan 'algemene noodsituaties' waardoor zij data kunnen opvragen die mogelijk wordt gebruikt om (tijdelijk) grondrechten van burgers in te perken. Het kabinet deelt de zorg van de fractie dat de verordening op dit punt nog onvoldoende waarborgen biedt en zal tijdens de onderhandelingen voorstellen doen om dit onderdeel te verbeteren.

De fractieleden van de ChristenUnie vroegen of er voorzien is in een bepaalde competentieverdeling wanneer datahouders, gebruikers en andere betrokkenen uit meerdere landen afkomstig zijn en hoe in dat verband wordt omgegaan met situaties waarin een deel van de betrokkenen niet gevestigd is in een EU-lidstaat. Volgens de minister en staatssecretaris kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen klagen over schending van de Dataverordening bij de toezichthouder van hun gewone verblijfplaats, werk of vestiging. Toezichthouders werken samen in de afhandeling van deze klachten. Effectieve grensoverschrijdende samenwerking en coördinatie tussen toezichthouders binnen de EU is wel een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet.

Voorstel voor een dataverordening

De Europese Commissie wil met dit voorstel de toegang tot en het gebruik van data vergemakkelijken. Momenteel heeft meestal alleen de fabrikant van een product of dienst zeggenschap over het gebruik van de data die hiermee wordt gegenereerd. Volgens de Europese Commissie draagt het reguleren van de toegang tot data bij aan een duurzame data-economie in Europa.

Het voorstel heeft vijf doelstellingen:

  • 1. 
    De toegang en het gebruik van data door consumenten en bedrijven vergemakkelijken;
  • 2. 
    Wanneer sprake is van uitzonderlijke noodzaak mogen overheidsinstanties en EU-instellingen data gebruiken die in handen zijn van ondernemingen;
  • 3. 
    Het overstappen tussen cloud- en edgediensten vergemakkelijken;
  • 4. 
    Onrechtmatige data-overdracht tegengaan;
  • 5. 
    Interoperabiliteitsnormen ontwikkelen, zodat data tussen sectoren kunnen worden hergebruikt.

Procedure

De commissie J&V besprak de antwoorden van de minister van EZK en de staatssecretaris van BZK op 13 september 2022 en besloot vervolgvragen te stellen.

De commissie heeft op 9 juni 2022 ook vragen aan de Europese Commissie gesteld en wacht nog op het antwoord.

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie moeten met het voorstel instemmen voordat het van kracht wordt. Zij hebben nog geen positie ingenomen. In de Telecomraad van 3 juni 2022 werd geconcludeerd dat en aantal onderwerpen uit het voorstel nog verdere discussie nodig heeft. Het Tsjechische voorzitterschap, dat op 1 juli 2022 van start ging, bepaalt de vervolgstappen voor de behandeling van het voorstel in de Raad.

Meer over het voorstel voor een dataverordening:


Deel dit item: